Stad en Haag - toelichting op de uitgiften

1.
Stad nr. 19

Perceel Stad nr. 19 was belast met een cijns aan de heer van Helmond. Cijnzen aan de heer van Helmond werden betaald voor percelen die in de periode 1190-1314 van de gemene gronden aan particulieren verkocht zijn. Op perceel nr. 19 russte zo'n cijns te betalen aan de heer van Helmond. In de administratie van de heer van Helmond heeft deze cijns nr. Hm-126. In 1406 werd deze cijns betaald uit de Dieperrijt.


In 1436 werd deze cijns in twee helften gesplitst. Een deel, nr. Hm-126.1, was later verbonden aan onder andere Akert perceel nrs. 24 en 25, het complex bezittingen van Jan van de Velden. Het andere deel, nr. Hm-126.2 gaat over in Hm-62 (nieuwe nunmers) en werd later betaald uit de Dieprijt op de Heuvel. Die cijns rustte op Stad, perceel nr. 19.

De ligging wordt bevestigd door de naam Dieprijt. Een aangelegen perceel werd in 1791 "aan de Rijt" genoemd. "Rijt" was de aanduidling voor laaggelegen drassig land naast een loop. Stad nr. 19 lag inderdaad naast een loop.

Op de tekening hiernaast is de tiendkaart van Veghel op de kadasterkaart van 1832 geprojecteerd. Perceel nr. 19 behoorde tot de persoonstienden. Deze percelen zijn - voor zover nu is te overzien - voor circa 1650 van de gemene gronden aan particulieren verkocht. Latere uitgiften behoorden tot de navalia of nieuwe tienden.

Volgens de tienkaart is de strook aan de noordwestzijde later uitgegeven. Hier hebben we perceel nr. 20, een uitgifte uit 1801, gelokaliseerd.




Nog een onafhankelijke bevestiging voor de vermoedelijk dertiende-eeuwse uitgifte van dit perceel komt van de balckcijns die eertijds op dit perceel rustte. Balkcijnzen kwamen voort uit de omslag van de cijns voor de gemeint in 1310 en een al eerder gekregen recht van weerschap. Na 1310 versteende deze omslag, er waren geen wijzingingen meer. Uit alle huizen in het hier besproken deel (nrs. 4, 11, 19, 22, 23, 26 en 30) rustte een balckcijns. Dit betekent dat deze huizen er in 1310 al stonden.

Omdat de cijns aan de heer van Helmond al voor de splitsing van 1436 uit de Diep(er)rijt betaald werd, rustte de hele cijns in 1406 al op Stad perceel nr. 19. Het cijnsbedrag van de hele cijns was in 1406 3 1/2 oude penningen en 3 nieuwe oort. Omgerekend volgens de gebruikelijke norm was het oorspronkelijk uitgegeven perceel 4 lopens groot.

In 1792 was het perceel ongeveer 5 1/2 lopens groot. Het perceel kan in de loop der eeuwen aan de voorzijde (kant van de weg) iets vergroot zijn, ofwel illegaal (bijvoorbeeld door er af en toe "een voor bij te ploegen"), ofwel door aankopen van kleine percelen, die we overigens niet hebben gevonden in de Veghelse archieven. Aantekeningen van dergelijke uitgiften zijn pas bewaard gebleven vanaf 1529.

De opeenvolgende cijnsbetalers tussen 1406 en 1542 zijn in onderstaande tabel gegeven.

 

Cijnsbetalers:

 

Transactie en datum:

Hm-126 (oud) 1406: 3 1/2 oude penningen en 3 nieuwe oort uit het erfgoed van wijlen de kinderen van Elyzabeth van Middegael, genaamd Dieperrijt

 

De kinderen van Elyzabeth van Middegael

Vermeld voor 1406 

Elizabeth van den Hove (de Atrio)

Vermeld in 1406  en in 1421

Wilhelmus van den Hove (de Atrio)

Verwerving in 1421-1436 

Johannes, zoon van Egidius Dekkers (Tectoris)

Verwerving in 1421-1436 

In 1436 wordt de cijns in twee delen gesplitst.
 

 

Hm-126.1 (1436): 1 3/4 oude penningen en 1 1/2 nieuwe oort uit het erfgoed van wijlen de kinderen van Elyzabeth van Middegael, genaamd Dieperrijt
 

Hm-95 (nieuw)

Akert

Johannes, zoon van Egidius Dekkers (Tectoris)

Vermeld in 1436 en in 1447

Anneke, weduwe van Johannes, zoon van Egidius Dekkers (Tectoris), met haar 2 kinderen

 Vererving in 1447-1465

Aleydis, dochter van Godefridus Colen

Verwerving in 1465-1498 

Johannes van Lyt, spelmaker van Den Bosch (de Busco)

 Verwerving in 1465-1498

Gudela, weduwe van Johannes van Lyt, spelmaker van Den Bosch (de Busco)

Verwerving in 1498-1507 

Johannes, zoon van Marcelius van Ekart, schoonzoon van Johannes van Lyt, spelmaker van Den Bosch (de Busco)

Verwerving in 1498-1507 

De 5 kinderen van Johannes, zoon van Marcelius van Ekart

Vererving na 1507 

Mabelia, dohter van Johannes, zoon van Marcelius van Ekart
 

 Vererving na 1507 

Hm-126.2 (1436): 1 3/4 oude penningen en 1 1/2 nieuwe oort uit het erfgoed van wijlen de kinderen van Elyzabeth van Middegael, genaamd Dieperrijt
 

Hm-62 (nieuw)

Stad 19

Johannes, zoon van Egidius Dekkers (Tectoris)

Vermeld in 1436 en in 1447

Henricus, zoon van Wilhelmus Bonen

Verwerving in 1447-1465 

Theodoricus, zoon van Theodoricus Houbraken, schoonzoon van Henricus, zoon van Wilhelmus Bonen

Verwerving in 1465-1498

Gertrudis, weduwe van Theodoricus, zoon van Theodoricus Houbraken

Vermeld in 1507 

De 2 kinderen van van Theodoricus, zoon van Theodoricus Houbraken
 

Vererving na 1507




2.
Nog twee andere cijnzen op Stad nr. 19

Hm-128 (oude nummering) was een cijns van 3 oude penningen en 3 nieuwe penningen betaald aan de heer van Helmond. Omgerekend volgens de gebruikelijke norm was het oorspronkelijke perceel 5 lopens groot. In 1455 werd het perceel in twee delen gesplitst.

Hm-128.1 (oud)
: 2 ¼ oude penningen en 2 ¼ nieuwe penningen gaat over in Hm-47 (nieuwe nummering) en rust in de achttiende eeuw op Erpse Dijk, nr. 15


Hm-128.2 (oud): ¾ oude penningen en ¾ nieuwe penningen gaat over in Hm-142 (nieuwe nummering) en was in de achttiende eeuw verbonden aan Stad, nr. 19. 


Omdat Stad 19 al "afgedekt" is met een andere Helmondcijns (zie hiervoor), gaan we er in deze reconstructie van uit dat de cijns oorsponkelijk helemaal betrekking had op Erpse Dijk, nr. 15. Aan dat perceel bleef bij de verdeling in 1455 ook het grootste deel van de cijns verbonden.

Verder raakte in de achttiende eeuw een cijns aan de hertog van Brabant (deel 2 van Hg-12 + Hg-13.1.3) aan dit perceel verbonden (zie herina). Ook hier gaan we er van uit dat deze cijns oorspronkelijk niet op perceel nr. 19 rustte, omdat die al "afgedekt" is met een andere cijns.


3.
Enkele hertogscijnzen gezamenlijk besproken


1: Hg-12
Tussen 1190 en 1340 werd 1 bunder van de gemene gronden uitgegeven, belast met een cijns van 2 hoenderen aan de hertog van Brabant.

2: Hg-13
Tussen 1190 en 1340 werd ook nog 2 1/2 bunder van de gemene gronden uitgegeven, belast met een cijns van 5 hoenderen aan de hertog van Brabant.
 

3: Hg-38
Tussen 1380 en 1392 werd 1 lopens uitgegeven, belast met een cijns van 1 oude penning aan de hertog van Brabant.

De opeenvolgende cijnsbetalers, splitsingen en samenvoegingen tussen 1406 en 1542 zijn in onderstaande tabel gegeven. Kort samengevat:

Hg-12 rustte in de achttiende eeuw op:
     - Stad nr. 4b
     - Stad nr. 19

Hg-13 rustte in de achttiende eeuw op:

     - Doorn nr. 6 (Dorshout)
     - Keselaer 2 (Doornhoek)

     - onbekend perceel

     - Stad 4b
     - Stad nr. 19
     - Stad 26a
     - Stad nr. 29
     - Erpse Dijk nr. 8
     - Blankenburg 1

Hg-38 rustte in de achttiende eeuw op:

     - Stad nr. 29
     - Erpse Dijk nr. 8

Verder kan nog opgemerkt worden dat de cijns die op Stad nr. 19 rustte pas later aan dit perceel verbonden raakte (zie hiervoor). Het perceel belast met Hg-13.3.3 wordt al in 1384 beschreven als gelegen in Tillair. Later rustte hiervan de helft op Stad nr. 26a en de helft op Blankenburg 1. Blankenburg 1 was gelegen in de Tillair, zodat Hg-13.3.3 in 1384 helemaal op Blankenburg 1 gerust zal hebben.

Cijnzen verhuisden bij verdelingen soms van het ene naar het andere perceel. In overweging nemend dat de boeren hun grond veelal kort bij huis hadden liggen, verhuisden de meeste cijnzen niet ver weg. Daarom mogen we aannemen dat de cijnzen die later op Doorn nr. 6, Keselaar nr. 2 en op het onbekende perceel rustten, oorspronkelijke ook op een perceel aan het Havelt rustten.

In deze reconstructie lokaliseren we de oorspronkelijk uitgegeven 3 bunder + 5 lopens van Hg-12, Hg-13 en Hg-38 in deel Stad en het aangrenzende deel Haag.

Cijnsbetalers:

 

Transactie en datum:

Hg-12: 2 hoenderen  

Godekinus van Weert

Vermeld in 1340

De weduwe van Godekinus van Weert met haar 2 kinderen

Vererving in 1340-1353

Everus, zoon van Leenkinus van Vleckers

Verwerving in 1353-1380, vermeld in 1380

De weduwe van Everus, zoon van Leenkinus van Vleckers

Vererving in 1380-1392

Petrus, zoon van Hermannus van Bysterveldt

Verwerving in 1392-1418, vermeld in 1418

Wilhelmus Roelenssoen

Verwerving in 1418-1443, vermeld in 1450
Henrcius en Lambertus, kinderen van Wilhelmus Roelenssoen Vererving in 1450-1499

Lambertus zoon van Wilhelmus Roelenssoen

Verwerving in 1450-1499

Katharina, weduwe van Johannes Theodoricus van den Broeck

Verwerving in 1450-1499, vermeld in 1499

Henricus, zoon van Johannes Dirxs

Verwerving in 1499-1524

Daniel, zoon van Gerardus Egidius

Verwerving in 1524-1542
Johannes en Gerardus, kinderen van Daniel, zoon van Gerardus Egidius Vererving in 1524-1542
Hg-12 wordt verder beschreven met Hg-13.1.3
 
Hg-38: 1 oude penning  

Johannes van Vrankenvoert

Koop van de gemeente in 1380-1392
De weduwe en 3 kinderen van Johannes van Vrankenvoert Vererving in 1380-1392
Tussen 1380 en 1392 werd Hg-38 in 2 delen gesplitst.
 
Hg-38.1: 1/2 oude penning  
Bruystinus, zoon van Johannes van Franckenvoert Verwerving tussen 1380 en 1392, vermeld in 1392
Hg-38.1 wordt hiena steeds met Hg-13.2.1 beschreven.
 
Hg-38.2: 1/2 oude penning  
Johannes, zoon van Henricus Colen, schoonzoon van Johannes van Franckenvoert Verwerving tussen 1380 en 1392, vermeld in 1392
Hg-38.2 wordt hiena steeds met Hg-13.2.3 beschreven.
 
Hg-13: 5 hoenderen  
Arnoldus van Vranckenvoort Vermeld in 1340
Tussen 1353 en 1380 werd Hg-13 in 3 delen gesplitst.
 
Hg-13.1: 2 1/3 hoen  
Arnoldus van Vranckenvoert Vermeld in 1380-1392
Tussen 1392 en 1418 werd Hg-13.1 in 3 delen gesplitst.
 
Hg-13.1.1: 1/3 hoen Doorn nr. 6
Hg-13.1.1 wordt verder steeds met Hg-30 beschreven Voor de namen van de cijnsbetalers, zie de toelichting bij Doorn.
 
Hg-13.1.2: 1 hoen Nog niet gelokaliseerd

Arnoldus, zoon van Arnoldus van Vranckenvoert

Verwerving in 1392-1418

Andreas, zoon van Lambertus

Verwerving in 1392-1418, vermeld in 1418

Robbertus, zoon van Henricus van Blakenbroec

Verwerving in 1418-1443

De 3 kinderen van Robbertus, zoon van Henricus van Blakenbroec

Vererving in 1418-1443, vermeld in 1450

Katharina, dochter van Robbertus, zoon van Henricus van Blakenbroec met haar 6 kinderen

Verwerving in 1450-1499

Johannes en Elisabeth, kinderen van Johannes Petrus Scheers

Verwerving in 1450-1499, vermeld in 1499

Elisabet, weduwe van Johannes en Elisabeth, kinderen van Johannes Petrus Scheers

Vererving in 1499-1524

Elisabeth, dochter van Johannes Scheers, alias Robben

Verwerving in 1499-1542, vermeld in 1542

Anthonis Cuyper, weduwnaar van Lysbet Jan Scheers alias Robben

Verwerving in 1542-1639

De weduwe van Goossen Geerlix Knoyen

Voor 1639

Jacobus, zoon van Goswinus en de 32 kinderen van Elisabebth, dochter van Goswinus

Vermeld in 1639

Jacobus, zoon van Goossen Geerlix Knoyen en de 2 kinderen van Lysken, dochter van Gerlincx Knoyen

Vermeld in 1646
Hg-13.1.3: 1 hoen  

Arnoldus, zoon van Arnoldus van Vranckenvoort

Verwerving in 1392-1418

Everardus, zoon van Gerardus Bigghen

Verwerving in 1392-1418, vermeld in 1450

Elisabeth, natuurlijke dochter van Everardus, zoon van Gerardus Bigghen

Verwerving in 1450-1499

Wilhelmus, zoon van Rodolphus Wouters

Verwerving in 1450-1499

Katharina, weduwe van Johannes Theodoricus van den Broeck

Verwerving in 1450-1499, vermeld in 1499

Henricus, zoon van Johannes Dirxs

Verwerving in 1499-1542

Daniel, zoon van Gerardus Egidius

Verwerving in 1524-1542

Johannes en Gerardus, kinderen van Daniel, zoon van Gerardus Egidius

Verwerving in 1524-1542
Hg-13.1.3 wordt hierna steeds met Hg-12 beschreven
 
Hg-12 + Hg-13.1.3, deel 1: 1 1/2 hoenderen Stad nrs. 4b
Hg-12 + Hg-13.1.3, deel 2: 1 1/2 hoenderen Stad nr. 19
   
Hg-13.2: 1/3 hoen  

Johannes van Vranckenvoert

Vermeld in 1380-1392
De weduwe van Johannes van Vranckenvoert met haar kinderen Vererving in 1380-1392
Tussen 1392 en 1418 werd Hg-13.2 in 2 delen gesplitst.
 
Hg-13.2.1 + Hg-38.1: 1/6 hoen + 1/2 oude penning Erpse Dijk nr. 8
Bruystinus, zoon van Johannes van Franckenvoert Verwerving tussen 1392 en 1418, vermeld in 1418

Segerus, zoon van Arnoldus, natuurlijke zoon van Segerus Gintaes

Verwerving in 1418-1443, vermeld in 1450

Sophia, weduwe van Segerus, zoon van Arnoldus, natuurlijke zoon van Segerus Gintaes, met haar 5 kinderen

Vererving in 1450-1499

Arnoldus, zoon van Rover Segerssoen

Verwerving in 1450-1499, vermeld in 1499

De 2 kinderen van Arnoldus, zoon van Rover Segerssoen

Vererving in 1499-1542

Johannes, zoon van Arnoldus Rover Segerssoen
Vererving in 1499-1542
Hg-13.2.2 + Hg-38.2: 1/6 hoen + 1/2 oude penning  
Johannes, zoon van Henricus Colen, schoonzoon van Johannes van Franckenvoert Verwerving tussen 1392 en 1418, vermeld in 1418

De 4 kinderen van Joannes Henricus Colen

Vererving in 1450-1499

Johannes, zoon van Wouterus Lathouwers

Verwerving in 1450-1499

Arnoldus, zoon van Henricus Roefs

Verwerving in 1450-1499

Rodolphus, zoon van Wilhelmus Henricx

Verwerving in 1450-1499, vermeld in 1499

Theodoricus, zoon van Theodoricus Smeetss

Verwerving in 1499-1524

Adriana, weduwe van Theodoricus, zoon van Theodoricus Smeetss, met haar 2 kinderen

Vererving in 1499-1524

Heylwigis, dochter van Theodoricus, zoon van Theodoricus Smeetss

Verwerving in 1499-1524

Hg-13.2.2 + Hg-13.3.2 Hg-38.2: 1 1/6 hoen + 1/2 oude penning Stad nr. 29

Heylwigis, dochter van Theodoricus, zoon van Theodoricus Smeetss

Vermeld in 1524

Arnoldus, zoon van Gisbertus Heymens

Verwerving in 1523-1542

Aleidis, dochter van Arnoldus Vrieskens

Verwerving in 1523-1542

Johannes, zoon van Nicolaus sVriesen

Verwerving in 1523-1542

Henricus, zoon van Theodoricus van Bell

Verwerving in 1523-1542
Hg-13.3: 2 1/3 hoen  

Wilhelmus Friesen (Friso), zoon van wijlen Egidius van der Voert

Vermeld in 1380-1384
In 1384 werd de cijns in 3 delen gesplitst.
 
Hg-13.3.1: 2/3 hoen Keselaer nr. 2

Egidius, zoon van Wilhelmus Friesen (Frisonis)

Vanaf omstreeks 1384

Egidius, zoon van Godefridus van Weert

Verwerving in 1384-1392

Jutta, dochter van Egidius, zoon van Godefridus van Weert

Verwerving in 1392-1418, vermeld in 1418

Wilhelmus, zoon van Nicholaus van der Moest

Verwerving in 1418-1443
De 6 kinderen van Wilhelmus, zoon van Nicholaus van der Moest Vererving in 1418-1443, vermeld in 1450

De weduwe na de dood van Eva, een van de kinderen, voor Katharina, dochter van Arnoldus Batensoen, voor het deel van voornoemde Eva.

Bijschrift 1448-1450

Johannes, zoon van Wilhelmus, zoon van Nicholaus van der Moest

Verwerving in 1450-1499, vermeld in 1499

Johannes, een van de kinderen, het deel van Wyendelmodes zijn zus en diens kinderen. Ook Johannes voor het deel van Elisabeth zijn zus. De weduwe na de dood van Agnetis, voor de andere 6 kinderen en de 4 kinderen geven ten slotte over aan Johannes hun broer, een van de kinderen.

Bijschrift 1450-1499

Elisabeth, weduwe van Johannes Wilhelmus Nicholaus van der Moest

Verwerving in 1499-1524

De 4 kinderen van Johannes, zoon van Wilhelmus, zoon van Nicholaus van der Moest

Vererving in 1499-1524
Gertrudis, dochter van Wilhelmus, zoon van Nicholaus van der Moest
Vererving in 1499-1524
Hg-13.3.2: 1 hoen  

Arnoldus van Vranckenvoort

Vanaf omstreeks 1384, vermeld in 1392

Henrcius, zoon van Andreas Hornkens

Verwerving in 1392-1418

Johannes, zoon van Henricus Colensoen, schoonzoon van Johannes van Vranckenvoert

Verwerving in 1392-1418, vermeld in 1450

De 4 kinderen van Johannes, zoon van Henricus Colensoen

Vererving in 1450-1499

Johannes, zoon van Wouterus Lathouwers

Verwerving in 1450-1499

Arnoldus, zoon van Henricus Roefs

Verwerving in 1450-1499

Rodulphus, zoon van Wilhelmus Henrix

Verwerving in 1450-1499, vermeld in 1499

Gerardus, zoon van Rodulphus Gerrits

Verwerving in 1499-1524
Theodorica, weduwe van Gerardus, zoon van Rodulphus Gerrits met haar 2 kinderen Vererving in 1499-1524
De cijns wordt hierna verder met Hg-13.2.2 en Hg-38.2 beschreven.
 
Hg-13.3.3: 2/3 hoen 'van erfgoed in Tillaer'

Johannes, zoon van Henricus Boertman

Vanaf omstreeks 1384, vermeld in 1418
Bruystinus, zoon van Johannes van Vranckenvoert Vermeld in 1418-1420
In 1439 werd de cijns in 2 delen gesplitst.
 
Hg-13.3.3.1: 1/3 hoen Stad nr. 26a

Segerus, zoon van Arnoldus, natuurlijke zoon van Segerus Gintaes

Vermeld in 1439-1450

Sophia, de weduwe van Segerus, zoon van Arnoldus, natuurlijke zoon van Segerus Gintaes, met haar 6 kinderen

Vererving in 1450-1499

Arnoldus, zoon van Rover Segerssoen

Verwerving in 1450-1499, vermeld in 1499

De 2 kinderen van Arnoldus, zoon van Roverus Zegersz.

Vererving in 1499-1542

Daniel, zoon van Adrianus Danielsz

Verwerving in 1499-1542
Hg-13.3.3.2: 1/3 hoen Blankenburg nr. 1

Mechteldis, weduwe van Bruystinus, zoon van Johannes van Vrankevoert

Vanaf omstreeks 1439, vermeld in 1450

Mechteldis, weduwe van Bruystinus, zoon van Johannes van Vrankevoert met Bruystinus, Bertha en Mechtelt, haar 3 kinderen

Vererving in 1450-1499

Yda, natuurlijke dochter van Gerardus van Franckenvoert, weduwe van Bruystinus, zoon van Mechteldis

Verwerving in 1450-1499

Arnoldus, zoon van wijlen Roverus Segerssoen

Verwerving in 1450-1499, vermeld in 1499

De 2 kinderen van Arnoldus, zoon van wijlen Roverus Segerssoen

Vererving in 1499-1524

Daniel, zoon van Adrianus Danielsz

Verwerving in 1499-1542
Hg-13.3.2 wordt vanaf 1488 beschreven met Hg-110, een perceel van 1 lopens en 43 1/2 roeden gelegen in Tillair.
 

 


4.

Een cijns aan de hertog van 6 hoenderen

Hg-18: Tussen 1190 en 1340 werd 3 bunder van de gemene gronden uitgegeven, belast met een cijns van 6 hoenderen aan de hertog van Brabant. Deze cijns werd gesplitst en rustte in de achttiende op:

     - Offeren nr. 4:            1  1/2 hoenderen

     - Stad nrs. 21, 22 en 25: 3  5/8 hoenderen

     - Stad nrs. 7, 8 en 11 a:       5/8 hoenderen
 

Een kwart hoen is bij de verdelingen verloren geraakt.

In deze reconstructie nemen we aan dat het oorspronkelijk uitgegeven perceel van 3 bunder in deel Stad naast de weg van Veghel naar Erp gelegen was. De opeenvolgende cijnsbetalers, splitsingen en samenvoegingen tussen 1406 en 1542 zijn in onderstaande tabel gegeven.

 

Cijnsbetalers:

 

Transactie en datum:

Hg-18: 6 hoenderen

 

De kinderen van Essebeen Gintaes

Vermeld in 1340 

De cijns wordt tussen 1353 en 1380 in drie delen gesplitst.

 

Hg-18.1: 1 1/2 hoenderen

Offeren nr. 4

Elisabeth, vrouw van Petrus Gintaes met haar zoon Gerardus 

Verwerving in 1353-1380, vermeld in 1380 

Elisabeth, vrouw van Petrus Gintaes

Verwerving in 1380-1392 

Egidius, zoon van Nicholaus Lambertuss

Verwerving in 1392-1418, vermeld in 1418 

Gerardus, zoon van Johannes Henricuss

Verwerving in 1418-1443 

Elisabeth, weduwe van Gerardus, zoon van Johannes Henricuss

Vererving in 1418-1443, vermeld in 1448 

De 3 kinderen van van Gerardus, zoon van Johannes Henricuss en de 2 kinderen van Johannes, zoon van Gerardus

Verwerving in 1450-1499 

Rodolphus en Hermannus, kinderen van Gerardus, zoon van Johannes Henricuss

Verwerving in 1450-1499 

Gerardus, zoon van Johannes van den Hoek (of Hurk) (de Angulo), genaamd die Vriese

Verwerving in 1450-1499 

Ermgardis, weduwe van Gerardus, zoon van Johannes van den Hoek (of Hurk), met haar 7 kinderen

Vererving in 1450-1499 

De 2 kinderen van Gerardus, zoon van Johannes van den Hoek (of Hurk)

Vererving in 1450-1499 

Andreas, zoon van Gerardus, zoon van Johannes van den Hoek (of Hurk)

Verwerving in 1450-1499, vermeld in 1499 

Zegerus, zoon van Henricus Zegersz

Verwerving in 1499-1542 

Arnoldus, zoon van Theodoricus Smeetsz

Verwerving in 1499-1542, vermeld in 1542 

Hg-18.2: 1 1/2 hoenderen

 

Rodolfus, zoon van Matheus, genaamd Vos

Verwerving in 1353-1380, vermeld in 1380 

Denkinus, zoon van Ancelinus

Verwerving in 1380-1392

Ancelinus, zoon van Denkinus Ancelinus

Vererving in 1391-1418, vermeld in 1418 

Daniel en Henricus, kinderen van Ancelinus Denkinus Ancelinus

Vererving in 1419-1443, vermeld in 1450 

Andreas, zoon van Henricus van Gael

Verwerving in 1450-1499 

Hg-18.2 wordt verder samen met Hg-18.3.1. beschreven.

 

Hg-18.3: 3 hoenderen

 

De kinderen van Zegerus Gintaes die het heeft met Gosele Voskens

Verwerving in 1353-1380, vermeld in 1380 

Segerus, zoon van Arnoldus, natuurlijke zoon van Zegerus Gintaes (1/4 deel) en Segerus, zoon van Belen (1/4)

Verwerving in 1392-1418, vermeld in 1418 

In 1418 wordt de cijns in 2 delen gesplitst.

 

Hg-18.3.1: 2 1/8 hoenderen

 

Segerus, zoon van Arnoldus, natuurlijke zoon van Zegerus Gintaes

Verwerving in 1418, vermeld in 1418-1450 

Hg-18.3.1 wordt verder samen met Hg-18.2 beschreven.

 

Hg-18.2 + Hg-18.3.1: 3 5/8 hoenderen

Stad nr. 21, 22 en 25

Johannes Zuermonts Segerssoen

Verwerving in 1450-1499 

Aleidis, weduwe van Johannes Zuermont, zoon van Zegerus Arnoldus, met haar 4 kinderen

Vererving in 1450-1499, vermeld in 1499

Heer Ghysbertus van Erp

Verwerving in 1499-1524

Lambertus, genaamd die Vriese

 Verwerving in 1499-1524

De 8 kinderen van Lambertus, genaamd die Vriese

Verwerving in 1524-1542 

Henricus, zoon van Thomas Melis, getrouwd met Beatrix, dochter van Lambertus genaamd die Vriese

Verwerving in 1524-1542

Beatrix, weduwe van Henricus Thomas

Vererving in 1524-1542 

Hg-18.3.2: 5/8 hoenderen

 

Segerus, zoon van Belen

Vermeld in 1418-1448 

Margriet, weduwe van Segerus, zoon van Belen

Vererving in 1448-1450, vemeld in 1450 

Hilla en Aleidis, kinderen van Segerus, zoon van Belen

Vererving in 1450-1461 

Aleidis, dochter van Segerus, zoon van Belen

Verwerving in 1450-1461 

Willelmus en Theodoricus, kinderen van Johannes, zoon van Theodoricus van den Broek (de Palude)

 Verwerving in 1450-1461

In 1461 wordt de cijns in twee delen gesplitst.

 

Hg-18.3.2.1: 5/16 hoenderen

 

Willelmus en Theodoricus, voorkinderen van Johannes, zoon van Theodoricus van den Broek (de Palude)

Vermeld in 1461, vermeld in 1488 

Deze cijns wordt verder steeds met 18.3.2.2 beschreven.

 

Hg-18.3.2.2: 5/16 hoenderen

 

Johannes, zoon van Theodoricus van den Broek (de Palude)

Vermeld in 1461 en in 1488 

Katharina, weduwe van Johannes, zoon van Theodoricus van den Broek (de Palude) en haar 2 nakinderen

Verwerving in 1450-1499 

De twee voorkinderen van Johannes, zoon van Theodoricus van den Broek (de Palude)

Verwerving in 1450-1499, vermeld in 1499

Hg-18.3.2.1 + Hg-18.3.2.2: 5/8 hoenderen

Stad nr. 7, 8 en 11a

Arnoldus, zoon van Theodoricus Johannes Dircxss

Verwerving in 1499-1524 

De 4 kinderen van Arnoldus, zoon van Theodoricus Johannes Dircxss

Vererving in 1499-1524 

Arnoldus, zoon van Waltgerus Huben

Verwerving in 1499-1524 

Gertrudis, weduwe van Arnoldus, zoon van Waltgerus Huben

Vererving in 1499-1524, vermeld in 1524 

Henricus, zoon van Petrus Willems

Verwerving in 1524-1542 



 

4.

Cijnzen aan de heer van Helmond uit Stad nr. 26
 

Uit Stad, perceel nr. 26c werd een cijns betaald aan de heer van Helmond van 4 1/2 oude penningen en 10 oude penningen aan de heer van Helmond. Omgerekend volgens de gebruikelijke norm was het uitgegeven perceel 14 1/2 lopens groot.

 

De opeenvolgende cijnsbetalers tussen 1406 en 1542 zijn in onderstaande tabel gegeven.  Beide cijnzen hadden vanaf 1406 dezelfde cijnsbetalers. In de cijnsadministratie van de heer van Helmond vanaf de zestiende eeuw zijn deze cijnzen samengevoegd met als nummer Hm-152.

 

 

Cijnsbetalers:

 

Transactie en datum:

Hm-155 (1406): 4 1/2 oude penningen uit het erfgoed van de kinderen van Henricus van Hezelaer, uit de Davelaerse Hoef (Manso de Davlaer) en uit het goed van Danielis van Juta

 

Hm-156 (1406): 10 oude penningen uit het goed van Davelaer (bonis de Davelaer)

 

Theodoricus, zoon van Hannen

Vermeld in 1406 en in 1421

Petrus, zoon van Henricus Wautgherus

Vererving in 1421-1447

De weduwe van Petrus, zoon van Henricus Wautgherus met haar 7 kinderen

Vererving in 1421-1447, vermeld in 1465

Gerardus, zoon van Wilhelmus van Dorhout

Verwerving in 1465-1498

Petrus, zoon van Egidius

Verwerving in 1465-1507

Lambertus, zoon van Anthonius Egidius, schoonzoon van Petrus, zoon van Egidius

Verwerving in 1465-1507

De weduwe van Lambertus, zoon van Anthonius Egidius met haar 6 kinderen

Vererving na 1507

Johannes, zoon van Adrianus, zoon van heer Leonis

Verwerving na 1507

 

 

 

De beschrijving van Hm-152 (oud) komt overeen met die van Hm-155 (oud). In de achttiende eeuw rustte Hm-152 (oud) op Erpse Dijk nrs. 6 + 14c. Mede gezien de vermelding van de Davelaerse Hoef zal ook deze cijns van 5 oude penningen eertijds betrekking hebben gehad op perceel Stad nr. 26. In de cijnsadminstratie van de heer van Helmond vanaf de zestiende eeuw heeft deze cijns nr. Hm-64 (nieuw).

 

De opeenvolgende cijnsbetalers tussen 1406 en 1542 zijn in onderstaande tabel gegeven. 

 

 

Cijnsbetalers:

 

Transactie en datum:

Hm-152 (1406): 5 oude penningen uit het erfgoed van de kinderen van Henricus van Hezelaer, uit de Davelaerse Hoef (Manso de Davlaer) en uit het goed van Danielis van Juta

 

Lambertus, zoon van Lambertus Cost

Vermeld in 1406

Egidius, zoon van Margareta

Verwerving omstreeks 1411

De 5 kinderen van Egidius, zoon van Margareta

Verwerving in 1411-1421, vermeld in 1421

Johannes, zoon van Egidius, zoon van Margareta

Verwerving in 1421-1447, vermeld in 1465

Adrianus Thomas

Verwerving in 1465-1498

Adrianus, zoon van Rutgerus Rodulphus

Verwerving in 1465-1498

Henricus, zoon van Wilhelmus Bonen

Verwerving in 1465-1498

Theodoricus, zoon van Theodoricus Houbraken, schoonzoon van Henricus, zoon van Wilhelmus Bonen

Verwerving in 1465-1498

Gertrudis, weduwe van Theodoricus, zoon van Theodoricus Houbraken

Vererving in 1465-1498, vermeld in 1507

Ermgardis, dochter van Theodoricus, zoon van Theodoricus Houbraken

Verwerving na 1507

 

 

Hm-153 had vanaf 1406 tot en met de achttiende eeuw dezelfde cijnsbetalers als Hm-152 en deze cijns plaatsen we daarom ook hier. Het cijnsbedrag was 3 oude penningen.

 

 

5.
Nog een cijns aan Helmond uit Stad nr. 26

 

Op perceel nr. 26d rustte eertijds een cijns van 12 oude penningen en 1  1/2 oude oort. Het deel van 12 oude penningen heeft nr. Hm-150 in de administratie van de cijnzen van de heer van Helmond voor 1500 en Hm-205 in de cijnsboeken vanaf de zestiende eeuw.

 

In 1406 wordt de cijns omschreven als: 12 oude penningen uit de Davelaerse Hoef (ex manso de Davelaer).

 

Omdat er geen splitsingen zijn en vanwege de omschrijving "Davelaer" nemen we aan dat deze cijns vanaf de uitgifte van het perceel in 1190-1314 hier thuis hoort.

 

De opeenvolgende cijnsbetalers tussen 1406 en 1542 zijn in onderstaande tabel gegeven.

 

 

Cijnsbetalers:

 

Transactie en datum:

Hm-150 (1406): 12 oude penningen uit de Davelaerse Hoef (manso de Davelaer)

 

In 1411 wordt een deel van cijns nr. Hm-146 (oud) bij Hm-150 (oud) gevoegd: 1 1/2 oude oort uit het erfgoed van zijn vader. Zie de toelichting op de uitgiten van het deel Frankevoort.

 

De kinderen van Gerardus de Vriese (de Frisonis) Vermeld voor 1406
Bruystinus, zoon van Johannes van Vrankevoert Vermeld in1 406 en in 1421
In 1439 wordt de cijns in 2 delen gesplitst.
 
Hm-150.1 (oud) (1439): 6 oude penningen uit de helft van de Davelairse Hoef (manso de Davelair) en 3/4 oude oort
 
Zegerus, zoon vam Arnoldus Zegerus Verwerving in 1439 en in 1447
De weduwe van Zegerus, zoon vam Arnoldus Zegerus met haar 6 kinderen Vererving in 1447-1465
Arnoldus, zoon van Zegerus, zoon vam Arnoldus Zegerus Verwerving in 1447-1465
(..) zoon van Arnoldus, zoon van Zegerus, zoon van Arnoldus Zegerus Verwerving in 1465-1498
Henricus Oems Verwerving in 1465-1498
Wolterus, zoon van Wolterus van de Pals Verwerving in 1465-1498
De cijns wordt verder samen met Hm-150.2 (oud) beschreven.
 
Hm-150.2 (oud) (1439): 6 oude penningen uit de helft van de Davelairse Hoef (manso de Davelair) en 3/4 oude oort
 
Aleydis, dochter van Bruystinus, zoon van Johannes van Vranckenvoert Verwerving in 1439 en in 1465
Katharina, dochter van Aleydis, dochter van Bruystinus, zoon van Johannes van Vranckenvoert Verwerving in 1465-1498
Wolterus, zoon van Wolterus van de Pals Verwerving in 1465-1498
De cijns wordt verder samen met Hm-150.1 (oud) beschreven.
 
Hm-150.1 (oud) + Hm-150.2 (oud)
Hm-205 (nieuw)
Wolterus, zoon van Wolterus van de Pals Vermeld in1 507
Mathias, zoon van Johannes Fredericus Verwerving na 1507

 

 

 

6.

Stad nr. 27
 

Ook uit Stad perceel 27 werd een cijns betaald aan de heer van Helmond. In de administratie van de heer van Helnmond heeft deze cijns in de vijftiende eeuw nummer Hm-161 en vanaf de zestiende eeuw nummer Hm-195. Er zijn verder geen splitsingen.

In 1406 wordt de cijns omschreven als: 12 oude penningen uit de hofstad van Davelaer (ex domistadio de Davelaer).

 

Omdat er geen splitsingen zijn en vanwege de omschrijving "Davelaer" nemen we aan dat deze cijns vanaf de uitgifte van het perceel in 1190-1314 hier thuis hoort.

 

Het oorspronkelijk uitgegeven perceel was 12 lopens groot. Perceel nr. 27 is ongeveer 4 lopens groot, zodat het oorspronkelijk uitgegeven perceel behalve op perceel nr. 27 ook op aangrenzende percelen gerust zal hebben.

 

7.

Op deel Offeren 18 russtte vermoedelijk later Hm-157 (oud) t/m Hm-160 (oud). Zie deel de toelichting bij deel Offeren. We nemen aan dat deze cijns oorspronkelijk ergens in deel Stad thuis g=hoorde. Het oppervlakte aan cijnsgoed was oorspronkelijk 7 1/2 lopens
 

 

8.

Hm-181 (nieuw) komt voort uit Hm-132 oud. In de tweede helft van de zeventiende of begin van de achttiende eeuw verhuisde deze cijns vermoedelijk van Stad nr. 26 naar Ronde Bult nr. 9. Het cijnsoppervlak was 7 1 /2 lopens.

 

De omschrijving uit (1599-1642) was: wyt huys ende hoff met toebehoren, gelegen in Franckevort

-          e.z.: Gort Vrijnssen

-          voorts: de gemeente

Lasten:

-          een cijns aan de heer van Helmond van 2 blanken en 2 penningen

 

De cijnsbetalers:

 

 

Cijnsbetalers:

 

Transactie en datum:

Hm-132 (oud)

- 3 ½ nieuwe penningen uit het erfgoed van zijn vader

- 1 oude penning uit het erfgoed van Gerardus Vrankevoort

- 4 oude penningen uit het erfgoed van Wilhelmus de Vriese (Frisonis)

 

(1406)

 

Arnoldus Vrankenvoort, zoon van Arnoldus

Vermeld in 1406 

De kinderen van Arnoldus Vrankenvoort, zoon van Arnoldus

Vererving in 1406-1421, vermeld in 1421 

Elizabeth, dochter van Arnoldus Vrankenvoort, zoon van Arnoldus

Verwerving in 1421-1447, vermeld in 1447 

 

Verwerving in 1447-1465 

Arnoldus, zoon van Henricus Rodulhus Verdonc

Verwerving in 1465-1498 

Rodolphus, zoon van Wilhelmus, zoon van Henricus Rodulphus

Verwerving in 14765-1498, vermeld in 1498 

Theodoricus, zoon van Theodoricus Smits (Fabri)

Verwerving in 1498-1507 

De weduwe van Theodoricus, zoon van Theodoricus Smits (Fabri) met haar kinderen

Vererving na 1507

Johannes, zoon van Nycolaus Johannes de Vriese (Frisonis)

Verwerving na 1507 

Henricus van Vel(?) 7

Verwerving na 150 

Henricus, zoon van Arnoldus die Vriese

Verwerving na 1507

Everardus, zoon van Henricus van Strybosch

Verwerving na 1507 

Hanrick Aerts de Vries en zijn 3 kinderen

Vermeld in 1599-1642

Welt Peter Roeffen

Koop in 1599-1642 

Peercken, dochter van Welt Peter Roeffen

Vermeld in 1642  

Jan Claessen Timmernan

Koop in 1642-1714, vermeld in 1714 

Jan Claes Janssen de Jonge, zoon van Jan Claessen Timmerman

Verwerving in 1714-1735 

Margriet, weduwe van Jan Claes Janssen

Vererving in 1735

Jan Claes Janssen en zijn zus Jenne

Verwerving in 1735-1763 

De weduwe van Jan Claes Janssen

Vererving in 1763 

Jan Ariens Versteege

Vererving in 1764 

Wynand Tys Goossens

Koop op 19-3-1764 

De 2 kinderen van Wynand Tys Goossens, genaamd Mathijs en Hendrik

Vererving in 1764-1782 

Een kind van Wynand Tys Goossens

Verwerving in 174-1782 

Johannes van den Hurk

 

Koop in 1782 


 

8.

Reconstructie

We koppelden de volgende cijnzen aan de heer van Helmond en de hertog van Brabant aan percelen in het hier besproken deel Beukelaar. Perceel nr. 19 grensde aan alle kanten aan de gemene gronden of wegen en dat perceel laten we in de onderstaande tabel buiten beschouwing.

 

Perceel nr.

 

Cijns nummer

Oppervlakte van de oorspronkelijk uitgegeven percelen

Periode van uitgifte

Stad 4b, 19 Hg-12 1 bunder 1190-1340
Stad 4b, 19, 26a, 29 + elders (elders?) Hg-13 2 bunder + 4 lopens 1190-1340
Stad 29 + elders Hg-38 1 lopens 1380-1392
Stad 7, 8, 11a,  21, 22, 25 + elders Hg-18 3 bunder 1190-1340
Stad 26 (eerst elders?) Hm-132 (oud) 7 1/2 lopens 1190-1314
Stad 26 Hm-152 (oud) 5 lopens 1190-1314
Stad 26 Hm-153 (oud) 3 lopens 1190-1314
Stad 26 Hm-155 (oud) 4 1/2 lopens 1190-1314
In de buurt van Stad 26 Hm-154 (oud) 1 bunder + 5,3 lopens 1190-1314
Stad 26 Hm-156 (oud) 1 bunder  + 2 lopens 1190-1314

Stad 26

Hm-150 (oud) 1 bunder + 4 lopens

1190-1314 

Stad 27

Hm-161 (oud) 1 bunder + 4 lopens

1190-1314 

Stad

Hm-157-160 (oud) 7 1/2 lopens

1190-1314 

Totaal 16 bunder

 



Het totale oppervlakte van de percelen van Stad en Haag (zonder de latere uitgiften) was 13 bunder + 3 lopens. In deze reconstructie gaan we er van uit dat genoemde cijnzen deel Stad en Haag geheel afdekten.

Kaart van Veghel     Stad     Haag