1.
Stad nr. 19
Perceel Stad nr. 19 was belast met een
cijns aan de heer van Helmond. Cijnzen aan de heer van
Helmond werden betaald voor percelen die in de periode 1190-1314
van de gemene gronden aan particulieren verkocht zijn.
Op perceel nr. 19 russte zo'n cijns te betalen aan de heer van
Helmond. In de administratie van de heer
van Helmond heeft deze cijns nr. Hm-126. In 1406 werd deze cijns
betaald uit de Dieperrijt.
In 1436 werd deze cijns in twee
helften gesplitst. Een deel, nr. Hm-126.1, was later verbonden
aan onder andere Akert perceel nrs. 24 en 25, het complex
bezittingen van Jan van de Velden. Het andere deel, nr. Hm-126.2
gaat over in Hm-62 (nieuwe nunmers) en werd later betaald uit de
Dieprijt op de Heuvel. Die cijns rustte op Stad, perceel nr. 19.
De
ligging wordt bevestigd door de naam Dieprijt. Een aangelegen
perceel werd in 1791 "aan de Rijt" genoemd. "Rijt" was de
aanduidling voor laaggelegen drassig land naast een loop. Stad
nr. 19 lag inderdaad naast een loop.
Op
de tekening hiernaast is de tiendkaart van Veghel op de
kadasterkaart van 1832 geprojecteerd. Perceel nr. 19 behoorde
tot de persoonstienden. Deze percelen zijn - voor zover nu is te
overzien - voor circa 1650 van de gemene gronden aan
particulieren verkocht. Latere uitgiften behoorden tot de
navalia of nieuwe tienden.
Volgens de tienkaart is de
strook aan de noordwestzijde later uitgegeven. Hier hebben we
perceel nr. 20, een uitgifte uit 1801, gelokaliseerd.
Nog een
onafhankelijke bevestiging voor de vermoedelijk dertiende-eeuwse
uitgifte van dit perceel komt van de
balckcijns die eertijds
op dit perceel rustte. Balkcijnzen kwamen voort uit de omslag van de
cijns voor de gemeint in 1310 en een al eerder gekregen recht
van weerschap. Na 1310 versteende deze omslag, er waren geen
wijzingingen meer. Uit alle
huizen in het hier besproken deel (nrs. 4, 11, 19, 22, 23, 26 en
30) rustte een balckcijns. Dit betekent dat deze huizen er in
1310 al stonden.
Omdat de cijns
aan de heer van Helmond al
voor de splitsing van 1436 uit de Diep(er)rijt betaald werd, rustte de hele cijns in 1406 al op Stad perceel nr. 19. Het
cijnsbedrag van de hele cijns was in 1406 3 1/2 oude penningen
en 3 nieuwe oort. Omgerekend volgens de gebruikelijke norm was
het oorspronkelijk uitgegeven perceel 4 lopens groot.
In
1792 was het perceel ongeveer 5 1/2 lopens groot. Het perceel
kan in de loop der eeuwen aan de voorzijde (kant van de weg)
iets vergroot zijn, ofwel illegaal (bijvoorbeeld door er af en
toe "een voor bij te ploegen"), ofwel door aankopen van kleine
percelen, die we overigens niet hebben gevonden in de Veghelse
archieven. Aantekeningen van dergelijke uitgiften zijn pas
bewaard gebleven vanaf 1529.
De opeenvolgende cijnsbetalers
tussen 1406 en 1542 zijn in onderstaande tabel gegeven.
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Hm-126 (oud) 1406: 3 1/2 oude penningen en 3
nieuwe oort uit het erfgoed van wijlen de kinderen van
Elyzabeth van Middegael, genaamd Dieperrijt
|
De
kinderen van Elyzabeth van Middegael |
Vermeld voor 1406 |
Elizabeth van den Hove (de Atrio) |
Vermeld in 1406 en in 1421 |
Wilhelmus van den Hove (de Atrio) |
Verwerving in 1421-1436 |
Johannes, zoon van Egidius Dekkers (Tectoris) |
Verwerving in 1421-1436 |
In
1436 wordt de cijns in twee delen gesplitst. |
|
Hm-126.1 (1436):
1
3/4 oude penningen en 1 1/2 nieuwe oort uit het erfgoed
van wijlen de kinderen van Elyzabeth van Middegael,
genaamd Dieperrijt |
Hm-95 (nieuw)
Akert |
Johannes, zoon van Egidius Dekkers (Tectoris) |
Vermeld in 1436 en in 1447 |
Anneke, weduwe van Johannes, zoon van Egidius Dekkers
(Tectoris), met haar 2 kinderen |
Vererving in 1447-1465 |
Aleydis, dochter van Godefridus Colen |
Verwerving in 1465-1498 |
Johannes van Lyt, spelmaker van Den Bosch (de Busco) |
Verwerving in 1465-1498 |
Gudela, weduwe van Johannes van Lyt, spelmaker van Den
Bosch (de Busco) |
Verwerving in 1498-1507 |
Johannes, zoon van Marcelius van Ekart, schoonzoon van
Johannes van Lyt, spelmaker van Den Bosch (de Busco) |
Verwerving in 1498-1507 |
De 5
kinderen van Johannes, zoon van Marcelius van Ekart |
Vererving na 1507 |
Mabelia, dohter van Johannes, zoon van Marcelius van
Ekart |
Vererving na 1507 |
Hm-126.2 (1436):
1
3/4 oude penningen en 1 1/2 nieuwe oort uit het erfgoed
van wijlen de kinderen van Elyzabeth van Middegael,
genaamd Dieperrijt |
Hm-62 (nieuw)
Stad 19 |
Johannes, zoon van Egidius Dekkers (Tectoris) |
Vermeld in 1436 en in 1447 |
Henricus, zoon van Wilhelmus Bonen |
Verwerving in 1447-1465 |
Theodoricus, zoon van Theodoricus Houbraken, schoonzoon
van Henricus, zoon van Wilhelmus Bonen |
Verwerving in 1465-1498 |
Gertrudis, weduwe van Theodoricus, zoon van Theodoricus
Houbraken |
Vermeld in 1507 |
De 2
kinderen van van Theodoricus, zoon van Theodoricus
Houbraken |
Vererving na
1507 |
2. Nog twee andere
cijnzen op Stad nr. 19
Hm-128 (oude nummering) was
een cijns van 3 oude penningen en 3 nieuwe penningen betaald aan
de heer van Helmond. Omgerekend volgens de gebruikelijke norm
was het oorspronkelijke perceel 5 lopens groot. In 1455 werd het
perceel in twee delen gesplitst.
Hm-128.1 (oud):
2 ¼ oude penningen en 2 ¼ nieuwe penningen gaat over in Hm-47 (nieuwe
nummering) en rust in de achttiende eeuw op Erpse Dijk, nr. 15
Hm-128.2
(oud): ¾ oude penningen en ¾ nieuwe penningen gaat over in
Hm-142 (nieuwe nummering) en was in de achttiende eeuw verbonden
aan Stad, nr. 19.
Omdat Stad
19 al "afgedekt" is met een andere Helmondcijns (zie hiervoor),
gaan we er in deze reconstructie van uit dat de cijns
oorsponkelijk helemaal betrekking had op Erpse Dijk, nr. 15. Aan
dat perceel bleef bij de verdeling in 1455 ook het grootste deel
van de cijns verbonden.
Verder raakte in de achttiende
eeuw een cijns aan de hertog van Brabant (deel 2 van Hg-12 +
Hg-13.1.3) aan dit perceel verbonden (zie herina). Ook hier gaan we er van
uit dat deze cijns oorspronkelijk niet op perceel nr. 19 rustte,
omdat die al "afgedekt" is met een andere cijns.
3. Enkele hertogscijnzen gezamenlijk besproken
1: Hg-12
Tussen 1190 en 1340 werd 1 bunder van de gemene gronden
uitgegeven, belast met een cijns van 2 hoenderen aan de hertog
van Brabant.
2: Hg-13 Tussen 1190 en 1340 werd ook
nog 2 1/2 bunder van de gemene gronden uitgegeven,
belast met een cijns van 5 hoenderen aan de hertog van Brabant.
3: Hg-38 Tussen 1380 en 1392 werd 1 lopens uitgegeven, belast
met een cijns van 1 oude penning aan de hertog van Brabant.
De opeenvolgende cijnsbetalers, splitsingen en samenvoegingen
tussen 1406 en 1542 zijn in onderstaande tabel gegeven. Kort
samengevat:
Hg-12 rustte in de achttiende eeuw op:
- Stad nr. 4b - Stad nr. 19
Hg-13 rustte in de achttiende eeuw op:
- Doorn nr.
6 (Dorshout) - Keselaer 2
(Doornhoek)
- onbekend
perceel
- Stad 4b - Stad nr. 19
- Stad 26a - Stad nr. 29
- Erpse Dijk nr. 8 - Blankenburg 1
Hg-38 rustte in de achttiende eeuw op:
- Stad nr.
29 - Erpse Dijk nr. 8
Verder
kan nog opgemerkt worden dat de cijns die op Stad nr. 19 rustte
pas later aan dit perceel verbonden raakte (zie hiervoor). Het
perceel belast met Hg-13.3.3 wordt al in 1384 beschreven als
gelegen in Tillair. Later rustte hiervan de helft op Stad nr.
26a en de helft op Blankenburg 1. Blankenburg 1 was gelegen in
de Tillair, zodat Hg-13.3.3 in 1384 helemaal op Blankenburg 1
gerust zal hebben.
Cijnzen verhuisden bij verdelingen
soms van het ene naar het andere perceel. In overweging nemend
dat de boeren hun grond veelal kort bij huis hadden liggen,
verhuisden de meeste cijnzen niet ver weg. Daarom mogen we aannemen dat de cijnzen die later
op Doorn nr. 6, Keselaar nr. 2 en op het onbekende perceel
rustten, oorspronkelijke ook op een perceel aan het Havelt
rustten.
In deze reconstructie lokaliseren we de oorspronkelijk
uitgegeven 3 bunder + 5 lopens van Hg-12, Hg-13 en Hg-38 in
deel Stad en het aangrenzende deel Haag.
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Hg-12: 2
hoenderen |
|
Godekinus van Weert |
Vermeld in 1340 |
De weduwe van Godekinus van Weert met haar 2 kinderen
|
Vererving in 1340-1353 |
Everus, zoon van Leenkinus van Vleckers |
Verwerving in 1353-1380, vermeld in 1380 |
De weduwe van Everus, zoon van Leenkinus van Vleckers
|
Vererving in 1380-1392 |
Petrus, zoon van Hermannus van Bysterveldt |
Verwerving in 1392-1418, vermeld in 1418 |
Wilhelmus Roelenssoen |
Verwerving in 1418-1443, vermeld in 1450 |
Henrcius en Lambertus, kinderen van Wilhelmus
Roelenssoen |
Vererving in 1450-1499 |
Lambertus zoon van Wilhelmus Roelenssoen |
Verwerving in 1450-1499 |
Katharina, weduwe van Johannes Theodoricus van den
Broeck |
Verwerving in 1450-1499, vermeld in 1499 |
Henricus, zoon van Johannes Dirxs |
Verwerving in 1499-1524 |
Daniel, zoon van Gerardus Egidius |
Verwerving in 1524-1542 |
Johannes en Gerardus, kinderen van Daniel, zoon van
Gerardus Egidius |
Vererving in 1524-1542 |
Hg-12 wordt verder beschreven met Hg-13.1.3
|
|
Hg-38:
1
oude penning |
|
Johannes van Vrankenvoert |
Koop van de gemeente in 1380-1392 |
De weduwe en 3 kinderen van Johannes van Vrankenvoert
|
Vererving in 1380-1392 |
Tussen 1380 en 1392 werd Hg-38 in 2 delen gesplitst.
|
|
Hg-38.1:
1/2
oude penning |
|
Bruystinus, zoon van Johannes van Franckenvoert |
Verwerving tussen 1380 en
1392, vermeld in 1392 |
Hg-38.1 wordt hiena steeds met Hg-13.2.1 beschreven.
|
|
Hg-38.2:
1/2
oude penning |
|
Johannes, zoon van Henricus Colen, schoonzoon van
Johannes van Franckenvoert |
Verwerving tussen 1380 en
1392, vermeld in 1392 |
Hg-38.2 wordt hiena steeds met Hg-13.2.3 beschreven.
|
|
Hg-13: 5
hoenderen |
|
Arnoldus van Vranckenvoort |
Vermeld in 1340 |
Tussen 1353 en 1380 werd Hg-13 in 3 delen gesplitst.
|
|
Hg-13.1:
2 1/3 hoen |
|
Arnoldus van Vranckenvoert |
Vermeld in 1380-1392 |
Tussen 1392 en 1418 werd Hg-13.1 in 3 delen gesplitst.
|
|
Hg-13.1.1: 1/3 hoen |
Doorn nr. 6 |
Hg-13.1.1 wordt verder steeds
met Hg-30 beschreven Voor de namen van de cijnsbetalers, zie de
toelichting bij Doorn.
|
|
Hg-13.1.2: 1 hoen |
Nog
niet gelokaliseerd |
Arnoldus, zoon van Arnoldus van Vranckenvoert |
Verwerving in 1392-1418 |
Andreas, zoon van Lambertus |
Verwerving in 1392-1418, vermeld in 1418 |
Robbertus, zoon van Henricus van Blakenbroec |
Verwerving in 1418-1443 |
De 3 kinderen van Robbertus, zoon van Henricus van
Blakenbroec |
Vererving in 1418-1443, vermeld in 1450 |
Katharina, dochter van Robbertus, zoon van Henricus van
Blakenbroec met haar 6 kinderen |
Verwerving in 1450-1499 |
Johannes en Elisabeth, kinderen van Johannes Petrus
Scheers |
Verwerving in 1450-1499, vermeld in 1499 |
Elisabet, weduwe van Johannes en Elisabeth, kinderen van
Johannes Petrus Scheers |
Vererving in 1499-1524 |
Elisabeth, dochter van Johannes Scheers, alias Robben
|
Verwerving in 1499-1542, vermeld in 1542 |
Anthonis Cuyper, weduwnaar van Lysbet Jan Scheers alias
Robben |
Verwerving in 1542-1639 |
De weduwe van Goossen Geerlix Knoyen |
Voor 1639 |
Jacobus, zoon van Goswinus en de 32 kinderen van
Elisabebth, dochter van Goswinus |
Vermeld in 1639 |
Jacobus, zoon van Goossen Geerlix Knoyen en de 2
kinderen van Lysken, dochter van Gerlincx Knoyen
|
Vermeld in 1646 |
Hg-13.1.3: 1 hoen |
|
Arnoldus, zoon van Arnoldus van Vranckenvoort |
Verwerving in 1392-1418 |
Everardus, zoon van Gerardus Bigghen |
Verwerving in 1392-1418, vermeld in 1450 |
Elisabeth, natuurlijke dochter van Everardus, zoon van
Gerardus Bigghen |
Verwerving in 1450-1499 |
Wilhelmus, zoon van Rodolphus Wouters |
Verwerving in 1450-1499 |
Katharina, weduwe van Johannes Theodoricus van den
Broeck |
Verwerving in 1450-1499, vermeld in 1499 |
Henricus, zoon van Johannes Dirxs |
Verwerving in 1499-1542 |
Daniel, zoon van Gerardus Egidius |
Verwerving in 1524-1542 |
Johannes en Gerardus, kinderen van Daniel, zoon van
Gerardus Egidius |
Verwerving in 1524-1542 |
Hg-13.1.3 wordt hierna steeds met Hg-12 beschreven
|
|
Hg-12 +
Hg-13.1.3, deel 1: 1 1/2 hoenderen |
Stad nrs. 4b |
Hg-12 +
Hg-13.1.3, deel 2: 1 1/2 hoenderen |
Stad nr. 19 |
|
|
Hg-13.2:
1/3 hoen |
|
Johannes van Vranckenvoert |
Vermeld in 1380-1392 |
De weduwe van Johannes van Vranckenvoert met haar
kinderen |
Vererving in 1380-1392 |
Tussen 1392 en 1418 werd Hg-13.2 in 2 delen gesplitst.
|
|
Hg-13.2.1
+ Hg-38.1:
1/6 hoen + 1/2 oude penning |
Erpse Dijk nr. 8 |
Bruystinus, zoon van Johannes van Franckenvoert |
Verwerving tussen 1392 en 1418, vermeld in 1418 |
Segerus, zoon van
Arnoldus, natuurlijke zoon van Segerus Gintaes
|
Verwerving in 1418-1443,
vermeld in 1450 |
Sophia, weduwe van
Segerus, zoon van Arnoldus, natuurlijke zoon van Segerus
Gintaes, met haar 5 kinderen |
Vererving in 1450-1499 |
Arnoldus, zoon van Rover
Segerssoen |
Verwerving in 1450-1499,
vermeld in 1499 |
De 2 kinderen van
Arnoldus, zoon van Rover Segerssoen |
Vererving in 1499-1542 |
Johannes, zoon van
Arnoldus Rover Segerssoen
|
Vererving in 1499-1542 |
Hg-13.2.2 + Hg-38.2: 1/6 hoen + 1/2 oude penning |
|
Johannes, zoon van Henricus Colen, schoonzoon van
Johannes van Franckenvoert |
Verwerving tussen 1392 en 1418, vermeld in 1418 |
De 4 kinderen van Joannes Henricus Colen |
Vererving in 1450-1499 |
Johannes, zoon van Wouterus Lathouwers |
Verwerving in 1450-1499 |
Arnoldus, zoon van Henricus Roefs |
Verwerving in 1450-1499 |
Rodolphus, zoon van Wilhelmus Henricx |
Verwerving in 1450-1499, vermeld in 1499 |
Theodoricus, zoon van Theodoricus Smeetss |
Verwerving in 1499-1524 |
Adriana, weduwe van Theodoricus, zoon van Theodoricus
Smeetss, met haar 2 kinderen |
Vererving in 1499-1524 |
Heylwigis, dochter van Theodoricus, zoon van Theodoricus
Smeetss
|
Verwerving in 1499-1524 |
Hg-13.2.2 + Hg-13.3.2 Hg-38.2: 1 1/6 hoen + 1/2 oude
penning |
Stad nr. 29 |
Heylwigis, dochter van Theodoricus, zoon van Theodoricus
Smeetss |
Vermeld in 1524 |
Arnoldus, zoon van Gisbertus Heymens |
Verwerving in 1523-1542 |
Aleidis, dochter van Arnoldus Vrieskens |
Verwerving in 1523-1542 |
Johannes, zoon van Nicolaus sVriesen |
Verwerving in 1523-1542 |
Henricus, zoon van Theodoricus van Bell
|
Verwerving in 1523-1542 |
Hg-13.3:
2 1/3 hoen |
|
Wilhelmus Friesen (Friso), zoon van wijlen Egidius van
der Voert |
Vermeld in 1380-1384 |
In
1384 werd de cijns in 3 delen gesplitst.
|
|
Hg-13.3.1:
2/3 hoen |
Keselaer nr. 2 |
Egidius, zoon van Wilhelmus Friesen (Frisonis)
|
Vanaf omstreeks 1384 |
Egidius, zoon van Godefridus van Weert |
Verwerving in 1384-1392 |
Jutta, dochter van Egidius, zoon van Godefridus van
Weert |
Verwerving in 1392-1418, vermeld in 1418 |
Wilhelmus, zoon van Nicholaus van der Moest |
Verwerving in 1418-1443 |
De 6 kinderen van Wilhelmus, zoon van Nicholaus van der
Moest |
Vererving in 1418-1443, vermeld in 1450 |
De weduwe na de dood van Eva, een van de kinderen, voor
Katharina, dochter van Arnoldus Batensoen, voor het deel
van voornoemde Eva. |
Bijschrift 1448-1450 |
Johannes, zoon van Wilhelmus, zoon van Nicholaus van der
Moest |
Verwerving in 1450-1499, vermeld in 1499 |
Johannes, een van de kinderen, het deel van Wyendelmodes
zijn zus en diens kinderen. Ook Johannes voor het deel
van Elisabeth zijn zus. De weduwe na de dood van Agnetis,
voor de andere 6 kinderen en de 4 kinderen geven ten
slotte over aan Johannes hun broer, een van de kinderen. |
Bijschrift 1450-1499 |
Elisabeth, weduwe van Johannes Wilhelmus Nicholaus van
der Moest |
Verwerving in 1499-1524 |
De 4 kinderen van Johannes, zoon van Wilhelmus, zoon van
Nicholaus van der Moest |
Vererving in 1499-1524 |
Gertrudis, dochter van Wilhelmus, zoon van Nicholaus van
der Moest
|
Vererving in 1499-1524 |
Hg-13.3.2:
1 hoen |
|
Arnoldus van Vranckenvoort |
Vanaf omstreeks 1384, vermeld in 1392 |
Henrcius, zoon van Andreas Hornkens |
Verwerving in 1392-1418 |
Johannes, zoon van Henricus Colensoen, schoonzoon van
Johannes van Vranckenvoert |
Verwerving in 1392-1418, vermeld in 1450 |
De 4 kinderen van Johannes, zoon van Henricus Colensoen
|
Vererving in 1450-1499 |
Johannes, zoon van Wouterus Lathouwers |
Verwerving in 1450-1499 |
Arnoldus, zoon van Henricus Roefs |
Verwerving in 1450-1499 |
Rodulphus, zoon van Wilhelmus Henrix |
Verwerving in 1450-1499, vermeld in 1499 |
Gerardus, zoon van Rodulphus Gerrits |
Verwerving in 1499-1524 |
Theodorica, weduwe van Gerardus, zoon van Rodulphus
Gerrits met haar 2 kinderen |
Vererving in 1499-1524 |
De cijns wordt hierna verder met Hg-13.2.2 en Hg-38.2
beschreven.
|
|
Hg-13.3.3:
2/3 hoen |
'van
erfgoed in Tillaer' |
Johannes, zoon van Henricus Boertman |
Vanaf omstreeks 1384, vermeld in 1418 |
Bruystinus, zoon van Johannes van Vranckenvoert |
Vermeld in 1418-1420 |
In
1439 werd de cijns in 2 delen gesplitst.
|
|
Hg-13.3.3.1:
1/3 hoen |
Stad nr. 26a |
Segerus, zoon van Arnoldus, natuurlijke zoon van Segerus
Gintaes |
Vermeld in 1439-1450 |
Sophia, de weduwe van Segerus, zoon van Arnoldus,
natuurlijke zoon van Segerus Gintaes, met haar 6
kinderen |
Vererving in 1450-1499 |
Arnoldus, zoon van Rover Segerssoen |
Verwerving in 1450-1499, vermeld in 1499 |
De 2 kinderen van Arnoldus, zoon van Roverus Zegersz. |
Vererving in 1499-1542 |
Daniel, zoon van Adrianus Danielsz
|
Verwerving in 1499-1542 |
Hg-13.3.3.2:
1/3 hoen |
Blankenburg nr. 1 |
Mechteldis, weduwe van Bruystinus, zoon van Johannes van
Vrankevoert |
Vanaf omstreeks 1439, vermeld in 1450 |
Mechteldis, weduwe van Bruystinus, zoon van Johannes van
Vrankevoert met Bruystinus, Bertha en Mechtelt, haar 3
kinderen |
Vererving in 1450-1499 |
Yda, natuurlijke dochter van Gerardus van Franckenvoert,
weduwe van Bruystinus, zoon van Mechteldis |
Verwerving in 1450-1499 |
Arnoldus, zoon van wijlen Roverus Segerssoen |
Verwerving in 1450-1499, vermeld in 1499 |
De 2 kinderen van Arnoldus, zoon van wijlen Roverus
Segerssoen |
Vererving in 1499-1524 |
Daniel, zoon van Adrianus Danielsz
|
Verwerving in 1499-1542 |
Hg-13.3.2 wordt vanaf 1488 beschreven met Hg-110, een
perceel van 1 lopens en 43 1/2 roeden gelegen in Tillair.
|
|
4.
Een cijns aan de hertog van 6
hoenderen
Hg-18:
Tussen 1190 en 1340 werd 3 bunder van de gemene gronden
uitgegeven, belast met een cijns van 6 hoenderen aan de hertog
van Brabant. Deze cijns werd gesplitst en rustte in de
achttiende op:
- Offeren nr.
4:
1 1/2 hoenderen
- Stad nrs.
21, 22 en 25: 3 5/8 hoenderen
- Stad nrs.
7, 8 en 11 a: 5/8 hoenderen
Een kwart hoen is bij de verdelingen
verloren geraakt.
In deze reconstructie nemen we aan dat
het oorspronkelijk uitgegeven perceel van 3 bunder in deel Stad naast de weg
van Veghel naar Erp gelegen was.
De opeenvolgende cijnsbetalers, splitsingen en samenvoegingen
tussen 1406 en 1542 zijn in onderstaande tabel gegeven.
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Hg-18: 6 hoenderen |
|
De kinderen van Essebeen Gintaes |
Vermeld in
1340 |
De cijns wordt tussen 1353 en 1380 in drie delen gesplitst.
|
|
Hg-18.1: 1 1/2 hoenderen |
Offeren nr. 4 |
Elisabeth, vrouw van Petrus Gintaes met haar zoon
Gerardus |
Verwerving in 1353-1380, vermeld in 1380 |
Elisabeth, vrouw van Petrus Gintaes |
Verwerving in 1380-1392 |
Egidius, zoon van Nicholaus Lambertuss |
Verwerving in 1392-1418, vermeld in 1418 |
Gerardus, zoon van Johannes Henricuss |
Verwerving in 1418-1443 |
Elisabeth, weduwe van Gerardus, zoon van Johannes
Henricuss |
Vererving in 1418-1443, vermeld in 1448 |
De 3 kinderen van van Gerardus, zoon van Johannes
Henricuss en de 2 kinderen van Johannes, zoon van
Gerardus |
Verwerving in 1450-1499 |
Rodolphus en Hermannus, kinderen van Gerardus, zoon van
Johannes Henricuss |
Verwerving in 1450-1499 |
Gerardus, zoon van Johannes van den Hoek (of Hurk) (de
Angulo), genaamd die Vriese |
Verwerving in 1450-1499 |
Ermgardis, weduwe van Gerardus, zoon van Johannes van
den Hoek (of Hurk), met haar 7 kinderen |
Vererving in 1450-1499 |
De 2 kinderen van Gerardus, zoon van Johannes van den
Hoek (of Hurk) |
Vererving in 1450-1499 |
Andreas, zoon van Gerardus, zoon van Johannes van den
Hoek (of Hurk) |
Verwerving in 1450-1499, vermeld in 1499 |
Zegerus, zoon van Henricus Zegersz |
Verwerving in 1499-1542 |
Arnoldus, zoon van Theodoricus Smeetsz
|
Verwerving in 1499-1542, vermeld in 1542 |
Hg-18.2: 1 1/2 hoenderen |
|
Rodolfus, zoon van Matheus, genaamd Vos |
Verwerving in 1353-1380, vermeld in 1380 |
Denkinus, zoon van Ancelinus |
Verwerving in 1380-1392 |
Ancelinus, zoon van Denkinus Ancelinus |
Vererving in 1391-1418, vermeld in 1418 |
Daniel en Henricus, kinderen van Ancelinus Denkinus
Ancelinus |
Vererving in 1419-1443, vermeld in 1450 |
Andreas, zoon van Henricus van Gael |
Verwerving in 1450-1499 |
Hg-18.2 wordt verder samen met Hg-18.3.1. beschreven.
|
|
Hg-18.3: 3 hoenderen |
|
De kinderen van Zegerus Gintaes die het heeft met Gosele
Voskens |
Verwerving in 1353-1380, vermeld in 1380 |
Segerus, zoon van Arnoldus, natuurlijke zoon van Zegerus
Gintaes (1/4 deel) en Segerus, zoon van Belen (1/4)
|
Verwerving in 1392-1418, vermeld in 1418 |
In 1418 wordt de cijns in 2 delen gesplitst.
|
|
Hg-18.3.1: 2 1/8 hoenderen |
|
Segerus, zoon van Arnoldus, natuurlijke zoon van Zegerus
Gintaes |
Verwerving in 1418,
vermeld
in 1418-1450 |
Hg-18.3.1 wordt verder samen met Hg-18.2 beschreven.
|
|
Hg-18.2 + Hg-18.3.1: 3 5/8 hoenderen |
Stad nr. 21, 22 en 25 |
Johannes Zuermonts Segerssoen |
Verwerving in 1450-1499 |
Aleidis, weduwe van Johannes Zuermont, zoon van Zegerus
Arnoldus, met haar 4 kinderen |
Vererving in 1450-1499, vermeld in 1499 |
Heer Ghysbertus van Erp |
Verwerving in 1499-1524 |
Lambertus, genaamd die Vriese |
Verwerving
in 1499-1524 |
De 8 kinderen van Lambertus, genaamd die Vriese |
Verwerving in 1524-1542 |
Henricus, zoon van Thomas Melis, getrouwd met Beatrix,
dochter van Lambertus genaamd die Vriese |
Verwerving in 1524-1542 |
Beatrix, weduwe van Henricus Thomas
|
Vererving in 1524-1542 |
Hg-18.3.2: 5/8 hoenderen |
|
Segerus, zoon van Belen |
Vermeld in 1418-1448 |
Margriet, weduwe van Segerus, zoon van Belen |
Vererving in 1448-1450, vemeld in 1450 |
Hilla en Aleidis, kinderen van Segerus, zoon van Belen
|
Vererving in 1450-1461 |
Aleidis, dochter van Segerus, zoon van Belen |
Verwerving in 1450-1461 |
Willelmus en Theodoricus, kinderen van Johannes, zoon
van Theodoricus van den Broek (de Palude) |
Verwerving
in 1450-1461 |
In
1461 wordt de cijns in twee delen gesplitst.
|
|
Hg-18.3.2.1: 5/16 hoenderen |
|
Willelmus en Theodoricus, voorkinderen van Johannes,
zoon van Theodoricus van den Broek (de Palude)
|
Vermeld in 1461, vermeld in 1488 |
Deze cijns wordt verder steeds met 18.3.2.2 beschreven.
|
|
Hg-18.3.2.2: 5/16 hoenderen |
|
Johannes, zoon van Theodoricus van den Broek (de
Palude) |
Vermeld in 1461 en in 1488 |
Katharina, weduwe van Johannes, zoon van Theodoricus van
den Broek (de Palude) en haar 2 nakinderen |
Verwerving in 1450-1499 |
De twee voorkinderen van Johannes, zoon van Theodoricus
van den Broek (de Palude)
|
Verwerving in 1450-1499, vermeld in 1499 |
Hg-18.3.2.1 +
Hg-18.3.2.2: 5/8 hoenderen |
Stad nr. 7, 8 en 11a |
Arnoldus, zoon van Theodoricus Johannes Dircxss |
Verwerving in 1499-1524 |
De 4 kinderen van Arnoldus, zoon van Theodoricus
Johannes Dircxss |
Vererving in 1499-1524 |
Arnoldus, zoon van Waltgerus Huben |
Verwerving in 1499-1524 |
Gertrudis, weduwe van Arnoldus, zoon van Waltgerus Huben
|
Vererving in 1499-1524, vermeld in 1524 |
Henricus, zoon van Petrus Willems
|
Verwerving in 1524-1542 |
4.
Cijnzen aan de heer van Helmond
uit Stad nr. 26
Uit Stad, perceel nr. 26c werd een cijns
betaald aan de heer van Helmond van 4 1/2 oude penningen en 10
oude penningen aan de heer van Helmond. Omgerekend volgens de gebruikelijke norm was het uitgegeven
perceel 14 1/2 lopens groot.
De opeenvolgende cijnsbetalers
tussen 1406 en 1542 zijn in onderstaande tabel gegeven.
Beide cijnzen hadden vanaf 1406 dezelfde cijnsbetalers. In de
cijnsadministratie van de heer van Helmond vanaf de zestiende
eeuw zijn deze cijnzen samengevoegd met als nummer Hm-152.
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Hm-155 (1406):
4 1/2 oude penningen
uit het erfgoed van de kinderen van Henricus van
Hezelaer, uit de Davelaerse Hoef (Manso de Davlaer)
en uit het goed van Danielis van Juta
|
Hm-156 (1406):
10 oude penningen uit het goed van Davelaer (bonis de
Davelaer)
|
Theodoricus, zoon van Hannen |
Vermeld in 1406 en in 1421 |
Petrus, zoon van Henricus Wautgherus |
Vererving in 1421-1447 |
De weduwe van Petrus, zoon van Henricus Wautgherus met
haar 7 kinderen |
Vererving in 1421-1447, vermeld in 1465 |
Gerardus, zoon van Wilhelmus van Dorhout |
Verwerving in 1465-1498 |
Petrus, zoon van Egidius |
Verwerving in 1465-1507 |
Lambertus, zoon van Anthonius Egidius, schoonzoon van
Petrus, zoon van Egidius |
Verwerving in 1465-1507 |
De weduwe van Lambertus, zoon van Anthonius Egidius met
haar 6 kinderen |
Vererving na 1507 |
Johannes, zoon van Adrianus, zoon van heer Leonis
|
Verwerving na 1507 |
De beschrijving van Hm-152 (oud) komt
overeen met die van Hm-155 (oud). In de achttiende eeuw rustte
Hm-152 (oud) op Erpse Dijk nrs. 6 + 14c. Mede gezien de
vermelding van de Davelaerse Hoef zal ook deze cijns van 5 oude
penningen eertijds betrekking hebben gehad op perceel Stad nr.
26. In de cijnsadminstratie van de heer van Helmond vanaf de
zestiende eeuw heeft deze cijns nr. Hm-64 (nieuw).
De opeenvolgende cijnsbetalers
tussen 1406 en 1542 zijn in onderstaande tabel gegeven.
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Hm-152 (1406):
5 oude penningen
uit het erfgoed van de kinderen van Henricus van
Hezelaer, uit de Davelaerse Hoef (Manso de Davlaer)
en uit het goed van Danielis van Juta
|
Lambertus, zoon van Lambertus Cost |
Vermeld in 1406 |
Egidius, zoon van Margareta |
Verwerving omstreeks 1411 |
De 5 kinderen van Egidius, zoon van Margareta
|
Verwerving in 1411-1421, vermeld in 1421 |
Johannes, zoon van Egidius, zoon van Margareta
|
Verwerving in 1421-1447, vermeld in 1465 |
Adrianus Thomas |
Verwerving in 1465-1498 |
Adrianus, zoon van Rutgerus Rodulphus |
Verwerving in 1465-1498 |
Henricus, zoon van Wilhelmus Bonen |
Verwerving in 1465-1498 |
Theodoricus, zoon van Theodoricus Houbraken, schoonzoon
van Henricus, zoon van Wilhelmus Bonen |
Verwerving in 1465-1498 |
Gertrudis, weduwe van Theodoricus, zoon van Theodoricus
Houbraken |
Vererving in 1465-1498, vermeld in 1507 |
Ermgardis, dochter van Theodoricus, zoon van Theodoricus
Houbraken
|
Verwerving na 1507 |
Hm-153 had vanaf 1406 tot en met de
achttiende eeuw dezelfde cijnsbetalers als Hm-152 en deze cijns
plaatsen we daarom ook hier. Het cijnsbedrag was 3 oude
penningen.
5. Nog een cijns aan Helmond
uit Stad nr. 26
Op perceel nr. 26d rustte eertijds een cijns van 12 oude penningen en 1 1/2
oude oort. Het deel van 12 oude penningen heeft nr. Hm-150 in de
administratie van de cijnzen van de heer van Helmond voor 1500
en Hm-205 in de cijnsboeken vanaf de zestiende eeuw.
In 1406 wordt de cijns omschreven als:
12 oude penningen uit de Davelaerse Hoef (ex manso de
Davelaer).
Omdat er geen splitsingen zijn en
vanwege de omschrijving "Davelaer" nemen we aan dat deze cijns
vanaf de uitgifte van het perceel in 1190-1314 hier thuis hoort.
De opeenvolgende cijnsbetalers
tussen 1406 en 1542 zijn in onderstaande tabel gegeven.
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Hm-150 (1406):
12
oude penningen uit
de
Davelaerse Hoef (manso de Davelaer)
In 1411 wordt een deel van cijns nr. Hm-146 (oud) bij
Hm-150 (oud) gevoegd: 1 1/2 oude oort uit het erfgoed
van zijn vader. Zie de
toelichting
op de uitgiten van het deel Frankevoort.
|
De
kinderen van Gerardus de Vriese (de Frisonis) |
Vermeld voor 1406 |
Bruystinus, zoon van Johannes van Vrankevoert |
Vermeld in1 406 en in 1421 |
In
1439 wordt de cijns in 2 delen gesplitst.
|
|
Hm-150.1 (oud) (1439): 6 oude penningen uit de helft
van de Davelairse Hoef (manso de Davelair) en 3/4
oude oort
|
|
Zegerus, zoon vam Arnoldus Zegerus |
Verwerving in 1439 en in 1447 |
De
weduwe van Zegerus, zoon vam Arnoldus Zegerus met haar 6
kinderen |
Vererving in 1447-1465 |
Arnoldus, zoon van Zegerus, zoon vam Arnoldus Zegerus |
Verwerving in 1447-1465 |
(..)
zoon van Arnoldus, zoon van Zegerus, zoon van Arnoldus
Zegerus |
Verwerving in 1465-1498 |
Henricus Oems |
Verwerving in 1465-1498 |
Wolterus, zoon van Wolterus van de Pals |
Verwerving in 1465-1498 |
De
cijns wordt verder samen met Hm-150.2 (oud) beschreven.
|
|
Hm-150.2 (oud) (1439): 6 oude penningen uit de helft
van de Davelairse Hoef (manso de Davelair) en 3/4
oude oort
|
|
Aleydis, dochter van Bruystinus, zoon van Johannes van
Vranckenvoert |
Verwerving in 1439 en in 1465 |
Katharina, dochter van Aleydis, dochter van Bruystinus,
zoon van Johannes van Vranckenvoert |
Verwerving in 1465-1498 |
Wolterus, zoon van Wolterus van de Pals |
Verwerving in 1465-1498 |
De
cijns wordt verder samen met Hm-150.1 (oud) beschreven.
|
|
Hm-150.1 (oud) + Hm-150.2 (oud)
|
Hm-205 (nieuw) |
Wolterus, zoon van Wolterus van de Pals |
Vermeld in1 507 |
Mathias, zoon van Johannes Fredericus |
Verwerving na 1507 |
6.
Stad nr. 27
Ook uit Stad perceel 27 werd een cijns
betaald aan de heer van Helmond. In de administratie van de heer
van Helnmond heeft deze cijns in de vijftiende eeuw nummer
Hm-161 en vanaf de zestiende eeuw nummer Hm-195. Er zijn verder
geen splitsingen.
In 1406
wordt de cijns omschreven als: 12 oude penningen uit de hofstad
van Davelaer (ex domistadio de Davelaer).
Omdat er geen splitsingen zijn en
vanwege de omschrijving "Davelaer" nemen we aan dat deze cijns
vanaf de uitgifte van het perceel in 1190-1314 hier thuis hoort.
Het
oorspronkelijk uitgegeven perceel was 12 lopens groot. Perceel
nr. 27 is ongeveer 4 lopens groot, zodat het oorspronkelijk
uitgegeven perceel behalve op perceel nr. 27 ook op aangrenzende
percelen gerust zal hebben.
7.
Op deel Offeren 18 russtte
vermoedelijk later Hm-157 (oud) t/m Hm-160 (oud). Zie deel
de
toelichting bij deel Offeren. We nemen aan dat deze cijns
oorspronkelijk ergens in deel Stad thuis g=hoorde. Het
oppervlakte aan cijnsgoed was oorspronkelijk 7 1/2 lopens
8.
Hm-181 (nieuw) komt
voort uit Hm-132 oud. In de tweede helft van de zeventiende of
begin van de achttiende eeuw verhuisde deze cijns vermoedelijk
van Stad nr. 26 naar Ronde Bult nr. 9. Het cijnsoppervlak was 7
1 /2 lopens.
De
omschrijving uit (1599-1642) was: wyt huys ende hoff met
toebehoren, gelegen in Franckevort
-
e.z.: Gort Vrijnssen
-
voorts: de gemeente
Lasten:
-
een cijns aan de heer van
Helmond van 2 blanken en 2 penningen
De cijnsbetalers:
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Hm-132 (oud)
- 3 ½ nieuwe penningen uit het erfgoed van zijn vader
- 1 oude penning uit het erfgoed van Gerardus
Vrankevoort
- 4 oude penningen uit het erfgoed van Wilhelmus de
Vriese (Frisonis)
|
(1406)
|
Arnoldus Vrankenvoort, zoon van Arnoldus |
Vermeld in 1406 |
De kinderen van Arnoldus Vrankenvoort, zoon van Arnoldus
|
Vererving in 1406-1421, vermeld in 1421 |
Elizabeth, dochter van Arnoldus Vrankenvoort, zoon van
Arnoldus |
Verwerving in 1421-1447, vermeld in 1447 |
|
Verwerving in 1447-1465 |
Arnoldus, zoon van Henricus Rodulhus Verdonc
|
Verwerving in 1465-1498 |
Rodolphus, zoon van Wilhelmus, zoon van Henricus
Rodulphus |
Verwerving in 14765-1498, vermeld in 1498 |
Theodoricus, zoon van Theodoricus Smits (Fabri)
|
Verwerving in 1498-1507 |
De weduwe van Theodoricus, zoon van Theodoricus Smits
(Fabri) met haar kinderen |
Vererving na 1507 |
Johannes, zoon van Nycolaus Johannes de Vriese (Frisonis)
|
Verwerving na 1507 |
Henricus van Vel(?) 7 |
Verwerving na 150 |
Henricus, zoon van Arnoldus die Vriese |
Verwerving na 1507 |
Everardus, zoon van Henricus van Strybosch |
Verwerving na 1507 |
Hanrick Aerts de Vries en zijn 3 kinderen |
Vermeld in 1599-1642 |
Welt Peter Roeffen |
Koop in 1599-1642 |
Peercken, dochter van Welt Peter Roeffen |
Vermeld in 1642
|
Jan Claessen Timmernan |
Koop in 1642-1714, vermeld in 1714 |
Jan Claes Janssen de Jonge, zoon van Jan Claessen
Timmerman |
Verwerving in 1714-1735 |
Margriet, weduwe van Jan Claes Janssen |
Vererving in 1735 |
Jan Claes Janssen en zijn zus Jenne |
Verwerving in 1735-1763 |
De weduwe van Jan Claes Janssen |
Vererving in 1763 |
Jan Ariens Versteege |
Vererving in 1764 |
Wynand Tys Goossens |
Koop op 19-3-1764 |
De 2 kinderen van Wynand Tys Goossens, genaamd Mathijs
en Hendrik |
Vererving in 1764-1782 |
Een kind van Wynand Tys Goossens |
Verwerving in 174-1782 |
Johannes van den Hurk
|
Koop in 1782 |
8.
Reconstructie
We koppelden de volgende cijnzen aan
de heer van Helmond en de hertog van Brabant aan percelen in het
hier besproken deel Beukelaar. Perceel nr. 19 grensde aan alle
kanten aan de gemene gronden of wegen en dat perceel laten we in
de onderstaande tabel buiten beschouwing.
Perceel
nr.
|
Cijns nummer |
Oppervlakte van de oorspronkelijk uitgegeven percelen |
Periode
van uitgifte |
Stad
4b, 19 |
Hg-12 |
1
bunder |
1190-1340 |
Stad
4b, 19, 26a, 29 + elders
(elders?) |
Hg-13 |
2
bunder + 4 lopens |
1190-1340 |
Stad
29 + elders |
Hg-38 |
1
lopens |
1380-1392 |
Stad
7, 8, 11a, 21, 22, 25 + elders |
Hg-18 |
3
bunder |
1190-1340 |
Stad
26 (eerst
elders?) |
Hm-132 (oud) |
7 1/2
lopens |
1190-1314 |
Stad
26 |
Hm-152 (oud) |
5
lopens |
1190-1314 |
Stad
26 |
Hm-153 (oud) |
3
lopens |
1190-1314 |
Stad
26 |
Hm-155 (oud) |
4 1/2
lopens |
1190-1314 |
In de
buurt van Stad 26 |
Hm-154 (oud) |
1
bunder + 5,3 lopens |
1190-1314 |
Stad
26 |
Hm-156 (oud) |
1
bunder + 2 lopens |
1190-1314 |
Stad
26 |
Hm-150 (oud) |
1
bunder + 4 lopens |
1190-1314 |
Stad
27 |
Hm-161 (oud) |
1
bunder + 4 lopens |
1190-1314 |
Stad |
Hm-157-160 (oud) |
7 1/2 lopens |
1190-1314 |
Totaal |
16 bunder |
|
Het totale oppervlakte van de
percelen van Stad en Haag (zonder de latere uitgiften) was 13
bunder + 3 lopens. In deze reconstructie gaan we er van uit dat
genoemde cijnzen deel Stad en Haag geheel afdekten. |