De
vondsten van 1937
In de Veghelse Courant
van 12 juni 1937 verscheen het volgende berichtje:
In 1978 deed Wiro Heesters in
samenwerking met Wim Cornelissen een "archeolgische verkenning"
van Veghel. Wim Cornelissen gaf mij destijds daarvan een kopie
waaruit het volgende fragment:
Het krantenbericht in
het Provinciaal Noord-Brantsche Courant van 11 juni 9137
waarnaar Wiro Heesters verwijst luidt:
"Bij
de graafwerken van de normalisatiewerken der Aa onder Veghel
nabij de Mestbrug werden hedenmorgen blootgelegd de fundamenten
van een oud gebouw van vermoedelijk grooten omvang.
Waarschijnlijk heeft men hier te doen met de fundamenten van een
der oude kasteelen, welke in vroeger eeuwen zoo talrijk
voorkwamen langs de Aa. In de nabijheid van dit metselwerk werd
verder aangetroffen een bosch van zware eiken palen, welke nog
zoo hard waren als steen en verder werden opgegraven eenige
aarden potten, die ongelukkig bij het opgraven vernield werden
en een hellebaard, waarvan punt en bijl van elkaar waren
gescheiden, vermoedelijk door het wegrotten van het hout. Men
verwacht nog meerdere vondsten ter plaatse. Van den aarde dezer verschijnselen is
weinig te zeggen, doch hoogst waarschijnlijk stammen deze
vondsten uit den Romeinsche tijd. Mogelijk lag hier een
aanlegsteiger als te Vechten." (Bericht van Heikki Pauts, Rijksmuseum van Oudheden,
met dank aan Jan van Erp.) |
Wiro
Heesters geeft de coordinaten van de vondst als 402.00 en
165.90. Coordinaat 402.00 is de horizontale dunne rode lijn.
Coordinaat 165.90 wijst naar een plek ten
westen van de Aa. We mogen aannemen dat de vondst gedaan is
op een plek die is vergraven bij de normalisatie van de Aa. Dan zou deze cordinaat
niet 165.90 maar 165.99 moeten zijn. Dat punt is
op onderstaande kaart met een rood kruisje gemarkeerd.
Misschien is ergens een typefout gemaakt. Gezien de
onnauwkeurigheid van minstens een van Heesters' cooordinaten lijkt het
verstandig om een slag om de arm te houden wat betreft de
locatie van de vondst.
Er
is een luchtfoto bewaard gebleven uit 1938, dat is kort na de
normalisatie van de Aa. Op nevenstaande afbeelding is de
kadasterkaart van 1832 geprojecteerd op die luchtfoto. De loop
van de Aa is ter plekke naar het oosten verlegd, waar men
op die fundering stuitte.
De vondsten
De volgende archeologische vondsten gedaan en door
het Waterschap van de Aan overgedragen aan het Rijksmuseum voor
Oudheden te Leiden (met dank aan Jan van Erp). Op de op de kaart
gemarkeerde plek werd gevonden:
Een deel van een fundering Een
deel van een lans of speer
Aardewerkscherven Een aarden pot
Zware eiken palen
De vondsten zijn heel globaal gedateerd op 1250-1500. In de
krantenberichten van die tijd wordt gespeculeerd dat de
fundering van een huis geweest zijn. Dat is mogelijk. Andere
mogelijkheden zijn, molen, aanlegplaats of stijger, enz, of een
combinatie van het een en ander. Ook wordt in de bronnen hier in
de buurt een oliemolen vermeld. Zie hiervoor
de Wielse Hoef.
Martien van Asseldonk |