1.
Uit
perceel nr. 18 werd eertijds een cijns aan de heer van Helmond
betaald. Dergelijke cijzen werden betaald voor percelen die in
de periode 1190-1314 van de gemene gronden aan particulieren
verkocht waren. In de cijnsadminstratie van de heer van Helmond
van de 15de en 16de eeuw vinden we deze cijns terug onder nr.
Hm-83 en in de 17de en 18de eeuw onder nr. Hm-96.
Rond 1408 werd deze cijns in 3 delen
gesplitst. 2/3 deel rustte later op Hoogeind nr. 5 en 7 (Hm-55,
nieuwe nummering), 1/6 deel op op perceel Zijtaart nr. 2 (Hm-79,
nieuwe nummering) en 1/6 deel op Kruisbroeders nr. 18 (Hm-96,
nieuwe nummering). In onze reconstructie gaan we er van uit dat
het oorspronkelijke perceel op de Hoogeinde lag. Zie de
toelichting bij Zijtaart voor de namen van de
vijftiende-eeuwse cijnsbetalers.
2.
Ook uit percceel nr. 14 werd een
cijns aan de heer van Helmond betaald. In de administratie van
de heer van Helmond betreft het nrs. Hm-96, Hm-97 en Hm-98 (oude
nummering) en Hm-151 (nieuwe nummering). Opgeteld betreft het
een cijnsbedrag van 12 1/2 oude penningen, wat omgerekend
volgens de gebruikelijke norm 12 1/2 lopens, ofwel 1 bunder en 4 1/2 lopens oplevert.
Nu was
perceel 14 slechts ongeveer 3 lopens groot. Kennelijk was het
oorspronkelijk in 1190-1314 uitgegeven perceel groter. We veronderstellen in deze
reconstructie dat het oorspronkelijke perceel nr. 12, nr. 14,
nr. 16 en nr. 18 was.
In de periode
1406-1433 hadden de drie cijnzen nog verschillende eigenaren:
Deel a:
|
|
Heylwigis
van Dorhout
|
Voor 1406 |
Deel a1:
|
|
Ghiselbertus, zoon van Wilhelmus van Dorhout
|
Vemeld in
1406 |
De 6
kinderen van Ghiselbertus, zoon van Wilhelmus van
Dorhout
|
Vererving
in 1421-1447 |
Deel a2 +
c:
|
|
Johannes
de Brouwer (fermentatoris), zoon van Wilhelmus
van Dorhout
|
Vermeld
in 1406 |
De 6
kinderen van Ghiselbertus, zoon van Wilhelmus van
Dorhout
|
Verwerving in 1443 |
Deel b:
|
|
Godescalcus van Bladel
|
Vermeld
vóór 1406 |
Ghiselbertus, zoon van Wilhelmus van Dorhout
|
Vermeld
in 1406 |
De 6
kinderen van Ghiselbertus, zoon van Wilhelmus van
Dorhout
|
Vererving
in 1406-1421 |
Vanaf
ca. 1433 al die cijnzen door dezelfde persoon betaald. In andere
woorden: volgens onze reconstructie
waren perceel nr. 12, nr. 14, nr. 16
en nr. 18 vanaf rond 1433 in een hand. Later kwamen de
verschillende percelen weer in verschillende handen, maar toen
bleef de hele cijns aan perceel nr. 14 verbonden. Tot aan 1820.
Bij een koop in
1820 verhuisde de
cijns naar perceel nr. 4.
Zie ook de
toelichting bij het
deel
Visser.
|