Vrij recent akkerland op al vroeg
uitgegeven percelen
In 1190 was het hele gebied dat in dit deel
behandeld wordt al van de gemeint uitgegeven. Opvallend is dat
perceel no: 1 t/m 26 laag scoren wat betreft de kwaliteit van
het bouwland volgens
de
classificatie in het kadaster van 1832
(klasse 3-4 en klasse 4).
- De
derde klasse bestaat uit eene schraaldere
zandgrond ter diepte van 3 palmen, gelegen op
een redelyk doorzygend zandbed, vorderende tot
den teelt van rogge en boekweit een betere
bemesting dan de landeryen der vorige klassen.
- De
vierde klasse bestaat uit schrale gryze
zandgronden. Dezelven zyn voor een gedeelte laag
gelegen en vorderen eene zware bemesting. |
|
Uit statistische analysen van het al
bestudeerde deel van Veghel blijkt dat grond met klasse 2-3 en
klasse 3 voor het grootste deel voor 1314 uitgegeven is. Maar
grond met klasse 3-4 en klasse 4 vinden we meestal pas
uitgegeven na 1700.
De conclusie moet zijn dat perceel no: 1 t/m
26 al wel voor 1200 uitgegeven zijn (wat ook gestaafd wordt door
het feit dat perceel nr. 19 een deel van het leengoed Havelt
van de Hertog was, welk leengoed al in 1312 vermeld wordt), maar
dat deze percelen pas laat als bouwland in gebruik genomen zijn.
Perceel 13 t/m 18 (klasse 4) heetten in 1702 'Schuiffelbergh'.
Schuifelen is vermoedelijk turf steken. De klasse 3-4 van de
bouwlanden van de aanliggende percelen (no: 1 t/m 12 en 19 t/m
26) doen vermoeden dat ook deze bouwlanden laat ontstaan zijn
door het steken van turf. Dat zal wel eerder gebeurd zijn, dan
op de percelen 13 t/m 18. Ook de nabij gelegen veldnaam "Cluijter"
(perceel nrs. 4, 43 en 48) wijst naar turf.
Grondcijnzen
Perceel 3 behoorde tot een complex
landerijen (de Wielse Hoef) waaruit cijnzen werden betaald aan
de hertog van Brabant en de heer van Helmond. In deze
reconstructie nemen we op basis van de ligging aan dat die
cijnzen oorspronkelijk niet op Schijfelaar, perceel nr. 3
betrekking hadden. |