Een kaart
van H. Verhees van 1806 (Algemeen Rijksarchief den Haag,
collectie Hingeman, inv. no: VTH-801a) heeft als opschrift ter
hoogte van perceel nr, 4 en 5: 'Alhier heeft een Olymolen
gestaan'.
Volgens de cijnsregisters van de Hertog heeft de
Hertog van Brabant omstreeks 1343 aan Willem van Hamvelt het
recht voor deze molen geschonken, tegelijk met het gebruik van
het Ketelwiel. In de zeventiende eeuw waren deze rechten in
handen van de eigenaars van de Wielse Hoef. Voor de oude
cijnsbetalers van deze cijns, zie deel Wielse Hoef, perceel no:
12. Volgens Gerard Wonders (zie
M. van Asseldonk, 'de oliemolen
bij het Ketelwiel', van Vehchele tot Veghel, 1989, blz. 69), is deze oliemolen al vóór 1739 buiten bedrijf geraakt.
Waar de
oliemolen precies gestaan heeft is nog onduidelijk. Het zal op
het gebied van de Wielse Hoef geweest zijn, dus perceel no: 4 of
5 is mogelijk, maar ook een lokatie aan de overkant van de Aa
nabij het Ketelwiel is niet uitgesloten.
Martien van Asseldonk |