Naam:
|
Geerits Camp |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Geeritscamp op Zijtaert [HVE12-274 (1778)].
Cornelissen signaleert nog een andere Gerritskamp aan
het Heiligt en denkt dat het om hetzelfde perceel gaat.
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Onbekende ligging aan het Heiligt onder Zijtaart. Het
eerste lid is een persoonsnaam.
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 7, 8
|
Opmerkingen:
|
Deze kamp die in 1625 van de gemeint uitgegeven is, is
genoemd naar Gerrit Aert Geerlings die deze percelen
rond 1650 bezat.
|
Naam:
|
't Campke over de Straat |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
-
|
Verklaring door Cornelissen:
|
In de enkelvoudsvorm is het een veel voorkomend toponiem
voor het hele grondgebied van Veghel. Kamp, lat.
campus, is oorspronkelijk een synoniem van veld in
de betekenis van “open, onbebouwd veld”. Hier heeft kamp
de secundaire betekenis van: een individueel uit het
veld gewonnen en door een heg of een houtkant besloten
perceel. (M. Top. Valk., -160)
|
Verklaring door Beijers en Van Bussel: |
Kampnamen komen veelvuldig voor in het oostelijk deel
van Brabant en vormen de tegenhanger van de
Westbrabantse ‘heiningen’. Het woord is afgeleid van het
lat. * campus en lijkt oorspronkelijk dezelfde betekenis
gehad te hebben als ‘veld’, nl. de open, woeste, soms
hoger gelegen vlakte en in een latere fase als
aanduiding voor omheinde of afgesloten ruimte of een
door tuinen of hagen omgeven perceel. Het Brabantse
cultuurlandschap wordt omschreven als een typisch
landschap van kampontginningen.
Volgens Vervloet zouden individuele kampontginningen
zich op deze zandgronden in optima forma ontwikkeld
hebben, omdat het systeem van de ‘gemeynten’ bestond,
die aanvankelijk door de bewoners gemeenschappelijk
werden gebruikt, maar waaraan men op gezette tijden
percelen kon onttrekken door verkoop aan individuele
ontginners.
Andere benamingen die hetzelfde begrip benaderen zijn
look of gelookt, hof, goed en erf. Volgens Jansen gaat
het vnl. om kleine akkertjes ontgonnen uit hei of bos,
waaromheen een haag van de oorspronkelijke begroeiing is
blijven staan. Dit type ontginning zou m.n. in
West-Frankrijk op een uitgebreidere schaal voorkomen;
daar spreekt men van ‘boccage’ en ook deze dankt die
naam aan individuele ontginningen.
Hendrikx spreekt over een ontwikkeling, die zich
ongeveer vanaf de 10de
eeuw inzette, van oorspronkelijke eenmansvestigingen of
los gegroepeerde boerderijenzwermen, bestaande uit
boerderijen met huiskampen en veebochten waaromheen zich
langrepelakkers en aangelagen bevonden. Deze werden
omringd door bos, dat voor beweiding werd gebruikt. Door
afsplitsing groeiden hier bepaalde gehuchtkernen uit. (Vervloet
1984:54; Claes 1987:67; de Vries 1962:90; v.Berkel &
Samplonius 1989:94; Jansen 1978:242; Hendrikx)
|
Ligging:
|
Perceel nr. 2
|
Opmerkingen:
|
Met 'over de straat' wordt waarschijnlijk bedoeld 'over
de straat, gezien vanuit Zondveld'.
|
Naam:
|
Den Lynsen Boom |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Op den
hoek na den lynsen boom (op den zontveltsen dijk)
[GVIIB26 (1787). |
Verklaring door Cornelissen:
|
Onbekende ligging, mogelijk wordt hier een afsluitboom
bedoeld. Deze zou dan kunnen liggen ter plaatse van het
Heigat, dat inderdaad aan de Zondveldsedijk (nu
Zondveldstraat) ligt en dat toegang gegeven zal hebben
tot het voormalige heidegebied het Leinsven. Benoeming
naar de ligging.
|
Ligging:
|
Perceel nr. 43 grenst ten zuiden aan “den dijk lopende
van den Zontveltse dijk na de Lynse boom”
|
Opmerkingen:
|
Deze
afsluitboom lag niet aan het Heigat meer dichter bij
Zijtaart aan de grens met Erp. De hier vermeldde
Zondveldsedijk is ook niet de tegenwoordige
Zondveldstraat, maar het verlengde van de tegenwoordige
Leinserondweg. Bij de bespreking van de naam Zondvelde
Dijk plaatst Cornelissen deze weg wel correct
op de
kaart.
|
Naam:
|
De Leinse Del |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
De
leinsche del [kad. (1832)]; E 590-671]
de
lijnschedel [N (1875)]; E 611 (w: 55.70)
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Gebied
onder Zijtaart aan de grens met Erp. Benoeming naar de
ligging nabij ‘t Lijnt onder Erp. het gebied is
gedeeltelijk betrekkelijk laag gelegen, vooral in
kontrast met het aangrenzende Zondveld aan de zuidzijde
ervan.
Del. laaggelegen bouwland 1) tegenover berg c.s. staan dal en
de bijvorm del (Top. Neerpelt -200)
|
Verklaring door Beijers en Van Bussel: |
Dal- en daal-namen zijn reliëfnamen die wijzen op een
depressie in het landschap. Meestal zijn het laaggelegen
hooilanden die vanwege hun bodemstructuur bij regen
makkelijk onder water lopen. Ze werden ‘dal’ genoemd
omdat ze lager lagen dan de aangrenzende percelen. Later
verschijnt het identieke begrip ‘del’ of ‘dellen’. (Moerman
1956: 56; Molemans 1976: 239; Buiks en Leenders 1993
dl.3: 234; Buiks 1988 dl.24: 23; Buiks 1990: 77.)
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 17, 35-37, 41, 50-57
|
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
De Lynse Campen |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Zijn
lant in de lijnsse campen [GVE15-65 (1624)
geerlincamp in leynse campen zontvelt [RAV159-194v
(1755)]
de
lijnsecamp in de lijnse del [N (1893)] E 606 (w: 216.80)
de
leinse kamp, de leinse kampen 9V,-]; E 148 (b: 81,4, w:
12.20), 606 (w: 21.40)
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Ligging
in de Leinse del. Benoeming naar ligging.
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 1-16
|
Opmerkingen:
|
De percelen langs de grens met Erp (perceel no: 1 t/m
13) werden de Lynse Campen genoemd. De naam betekent 'Campen
op het Lijnt.' De Erpse gemeint aldaar heette het Lijnt.
|
Naam:
|
De Lijndsen Dijk |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
- |
Verklaring door Cornelissen:
|
- |
Verklaring door Beijers en Van Bussel: |
Een dijk is meestal een iets verhoogde weg, vaak
loodrecht op een beek of waterloop, maar ook wel dwars
door de heide lopend. In Akkerdijk herkent men een dijk
door een akkercomplex heen of langs een akkercomplex
lopend. De Eikdijk zal een met eiken beplante dijk zijn.
De dijken die meestal door de woeste gronden liepen
moesten door de plaatselijke bevolking onderhouden
worden. In de Baronie is het aantal dijknamen
aanzienlijk. Het aantal straat-, weg- en steeg-namen is
nog groter. Eenzelfde beeld treft men ook in de regio
van de Helmondse cijnskring aan. Volgens Gijsseling
wordt in bepaalde streken van België ‘dijk’ gebruikt in
de betekenis van ‘gracht’. Soms wordt daar een dijk ook
wel ‘dam’ genoemd, een verhoogde weg door drassige
grond.
(Buiks 1990: 138; Buiks 1990: 197; Buiks 1992: 36,
Gijsseling 1954)
. |
Ligging:
|
Perceel nr. 50 grensde hier aan, is een deel van de
tegenwoordige Hoolstraat.
|
Opmerkingen:
|
Betekenis: weg naar het Lijnt (onder Erp) |
Naam:
|
Het Lijnsmortelsche Loopje |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Het
leinsmortelsche looptje [kad. (1832)]
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Waterloop in het Reibroek, uitkomend op de Biezenloop.
Benoeming naar de ligging; waterloop heeft zijn
oorsprong aan de rond van de Leinsedel.
Mortel,
mndl. mortele, moortel: “steengruispuin, beslagen kalk”
enz. In de toponomie heeft mortel de betekenis gekregen
van wat op de eigenlijke mortel lijk nl. slijk, modder.
Het betreft percelen die bij regenval nogal drassig zijn,
vermoedelijk te wijten aan steensubstraat (M. Top. van
Bocholt, -170)
|
Ligging:
|
Zie
kaart. |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
De Nieuwe Campen |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Cornelissen signaleert dit toponiem op verschillende
plaatsen in Veghel, maar niet in de Leinse Del.
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Benoeming naar het (recente) tijdstip van ontginning of
ingebruikname.
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 2-5, 9-13
|
Opmerkingen:
|
In
plaats van “benoeming naar het (recente) tijdstip van
ontginning of ingebruikname” is het beter om te spreken
van “benoeming naar het (recente) tijdstip van koop van
de gemeente of ingebruikname”. Sommige percelen bleven
na koop nog lang onontginnen liggen.
De percelen die in 1650 uitgegeven zijn worden in het
oudste verpondingsregister van 1657 'nieuwe campen'
genoemd. In latere verpondingsregisters is deze naam
overgenomen.
|
Naam:
|
Den Zontveltsen Dijk, De Dijk naar Zontvelt |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Aan den
zondveldschen dijk [N (1843)]; E 641, 642 (he: 94.50; w:
17.80) |
Verklaring door Cornelissen:
|
Dit was
de vroegere verbinding van Veghel-Zijtaart met het
Zondveld en de gemeente Lieshout. Benoeming naar de
ligging. |
Ligging:
|
Perceel nrs. 29-45, 48, 49 grensden aan den Zontveltsen
Dijk. |
Opmerkingen:
|
Aangelegd bij de uitgifte van de percelen in de periode
1792-1802. De naam betekent: weg naar Zondveld.
|
|