Na de val
van Den Bosch in 1629 werd de uitoefening van het katholieke
geloof verboden. In Veghel werd dat verbod aanvankelijk
genegeerd en dat leidde in 1635 tot problemen. De dorsprekening
van 1635 vermeldt de volgende uitgaven:
Item alnoch hebben Gerit
Ariens ende Anthonis Gysberts ten Bos geweest bij den
hoogen schoutent om met hem te sprecken vant accoort
vant kercken gaen ende als doen geschoncken twee
haessen, daer voor betaelt 3 gulden
Item hebben
de selve borgemeesteren geweest ten Bos bij mijn heer
den hoogen schoutent binnen de stadt Tshertogenbosche,
met hen was als doen Gerit Ariens, prijssedent, ende als
doen met den voorscreven schoutent geaccordeert nopende
het kecke gaen van dat de gemeijnt daer op was bevonden
in de kercke, daer van ghegeven 300 gulden
Item
alnoch betaelt aen Dirck Willem Handerickx voor sijn
vaceeren van twee rijssen dat Dirck in sijnen leeven
voor onsen dorpe van Vechel ten Bos was geweest bij den
hoogen schoutent nopende het kercke gaen, voor syn
vacatie compt 1 gulden
Item noch soo brengen de
selve borgemeesteren voor vuijtgheeven als dat sij
hebben opgenomen die somme van 300 gulden waer van haer
bij scheepenen gelooft is den intreest tegens ieder
hondert ses guldens compt ter somme 9 gulden voor een
halff jaer, welcke voorscreven penningen sijn
vuijtgheeven aenden hoogen schoutent nopende het kercke
gaen gelijck voor in de reeckeninge geschreeven staet |
Hieruit
blijkt dat de inwoners van Veghel gedwongen waren om een zware
boete van 300 gulden te betalen omdat ze de kerk waren blijven
gebruiken. Het jaar erop werd nog met de hoogschout gesproken om
te proberen te kerk toch nog te mogen blijvem gebruiken, getuige
de volgende uitgave.
Item opten 21 augustus
1636 doen waeren Handerick Jan Dirickx ende Handerick
Dirick Jacobs met meevrou van Erp ende Vechel tesamen
ten Bos geweest bij den heere den hoogen schoutent om
hem aen te spreecken ofte mee (= we) egeenen dienste en
soude mogen doen publijck inde kercken ende als doen
vertert 22 stuyvers |
Toen
dat niets uithaalde werd besloten een schuilkerk net over de
grens met Udens te beginnen in het huis van Peter Roelofs. Uden behoorde tot het Land van Ravenstein en daar mocht het katholieke geloof
wel uitgeoefend worden. In 1638 werden daarvoor de eerste
uitgaven gedaan.
Item den 31 julij 1638
voor den pastoor van Vechgel gecocht dackstroij het
welck tot Ueden verdeckt is op het huijs daer men den
dienst in dede, voor de somme van 3 gulden |
Hierna
blijven de dorpsrekeningen geregeld reparaties vermelden aan dit
huis. Ook kreeg Peter Roelofs betaald voor het gebruik van zijn
huis.
Die schuilkerk is tot 1672 in
gebruik gebleven. Na de inval van de Franse troepen in dat jaar
werd het katholieke geloof tot op zekere hoogte
weer gedoogd. Toen werd er op de plaats van de huidige
Sint-Lambertuskerk aan de markt te Veghel een nieuwe schuurkerk
gebouwd.
Om onderwijs
door de protestante schoolmeester te ontlopen werd er in de
schuilkerk ook school gehouden door een katholieke schoolmeester.
Die school bleef ook na 1672 nog in gebruik. We
vonden de school genoemd in 1719 en 1725. Een perceel (Udense
Dijk, nr. 4) grensde op 29 maart 1719 “aen de
school” en op 29 december 1725 aan “het schoolhuijs”.
Aan
het einde van de negentiende eeuw werd op de plaats van de
voornalige schuilkerk een gedenkteken opgericht.
Op
onderstaande kaart zijn de plaatsen van de voormalige schuilkerk,
de huidige kerk van Mariaheide en ook van een Heijs
capelleke aangegeven.
Bronnen:
www.mariaheide.nl (tekening van het gedenkteken);
dorpsrekeningen Veghel inv. nrs. 116, 117, 119, 125-130.
Martien van Asseldonk.
|