Kruisbroeders - toponiemen

  

Naam:

 

Agterste Dorshout

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Agterste dorshout [Hs- (1675)]

 

hoy agterste dorshout en Jan Willemsbeemt [GVE12-47 (1778)]

 

in het achterste dorshout [N (1846)]; A 865 (w: 22.47.90).

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Ligging in de Amert "achter" (van het dorp uit gezien) het Dorshout. Benoeming naar de

ligging.

Ligging:

 

Perceel nr. 12

 

Opmerkingen:

 

Vanaf de kerk van Veghel en het Hoogeind gezien was dit het achterste deel van het Dorshout, of Dorshout. Het hele hier besproken gebied werd tot het Dorshout gerekend, meer specifiek het Achterste Dorshout.

 

 

 

 

 

Naam:

 

Binnenveld

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Cornelissen signaleert deze naam op veel plaatsen in Veghel.

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Een binnenveld is een door omliggende akkers of aangelagen ingesloten stuk grond en enkel over deze te bereiken. (M. Top. Valk.)

 

Verklaring door Beijers en Van Bussel:

 

Meestal zal het gaan om een ligging direkt bij een hoeve. Men kan denken aan een stuk grond dat besloten ligt tussen andere percelen en dat via het recht van overpad voor buren bereikbaar was. In dit verband kan ook in aanmerking komen de veldnaam ‘bijn’. Grondvorm hiervan is bi-wunda in de betekenis van ‘omheind land’; meer specifiek een (door koop verworven) stuk uit de gemene gronden, vgl. d’n Bijnbeemd. Wegnamen met het element ‘binnen’ duiden verbindingen aan die binnen of midden in een bepaald gebied lopen. Ze zijn veelal de kortste ver­bindingen tussen twee punten. Mogelijk correspondeert ‘binnen’ ook met ‘benne’ (Buiks 1990:58; Molemans 1976:151; Molemans 1975:67; Mennen 1992:322.)

 

Ligging:

 

Perceel nr. 7

 

Opmerkingen:

 

De verklaring van Cornelissen overtuigt niet. In deze reconstructie blijkt het Binnenveld steeds betrekking te hebben op de akker en weilanden bij het huis gelegen. Dit sluit aan bij de verklaring van Beijers en Van Bussel.

 

 

 

 

Naam:

 

Dorshout

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Retro locum dictum Dorhout, campus hoge Dorhout [BPl176-366v (1385)]

 

in dat Dorhout aan die Aa [BP1197-86 (1426)]

 

scragenbeemt aen Dorhout [BP1268-37/37v (± 1500)]

 

int dorhout [HH-147 (1621-1691)]

 

het dornhout [Mrv91-12v (1719)]

 

hertgang Dorshout en Eerd [GVE12-185 (1778)]

 

het Dorshout [kad. (1832)];A 1008-1140

 

Dorhout bouwmanswoning etc. en arbeiderswoning genaamd Puttenburg, gelegen in de

Knokert, de Nieuwe Kopen, Amert, Dorshout de Putten [N (1852)]; A 803, 826-829, 872, 909, 910, 915, 916, 936, 937, 1093, 1100-1104, 1137, 1371-1464 (hu: 08.20; tu: 01.92; ho: 2.15.50; hh: 04.60; og: 74.60; b: 5.20.90; w: 5.72.83).

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Bekende buurtschap in Veghel, die zich vanaf de Oranjewijk noordelijk langs de Aa

uitstrekt, tot aan de Amert en de Knokert. Ook benaming voor een boerenwoning ter

plaatse (anno 1852). Anno 1927 was Dorshout bovendien de naam voor de huidige

N.C.B. -laan. Dorshout is een nog bekende naam. Het eerste element kan droog en dor

betekenen, maar ook dwars. Hout "bos" (M.Top. Valk. -110).

 

Verklaring door Beijers en Van Bussel:

 

Hout, en op andere plaatsen in ons land ‘holt’, komt veel voor in toponiemen, zowel in nederzettings-, gehucht- als veldnamen. Men kan dan denken aan rooiingen van bossen van hoog opgaand hout. Vanaf de 13de eeuw zouden de hout- en lo-namen verdrongen worden door de bosnamen.

 

Buiks 1990: 86; Molemans 1976: 521; Buiks 1988 dl.24: 44; Buiks 1983 dl.4: 4; Verdam 1932: 260; v.Passen 1961; Buiks & Leenders 1993 dl.3: 225, dl.4:422.

 

Ligging:

 

Perceel nrs. 2-4, 7-9, 12-34

Opmerkingen:

 

-

 

 

 

 

Naam:

 

Heesch

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Cornelissen signaleerde deze veldnaam op meerdere plaatsen in Veghel, onder andere:

 

heesch = de heeze, agter dorshout bij gelijke beemden [Hs- (1535)]

 

huis gen't de hees, int dorshout [RAV97-203v (1721)]

 

huis int agterste dorshout genaamt de Hees van ouds bekend met den naem van

cruijsbroere hoeve [RAV101-170 (1740)]

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Hees is een frekwent voorkomende naam ter aanduiding van kreupelbos en van (vaak uitgestrekte) kompleksen land (gerooid bos of door hees kreupelbos omheind land) (M. Top. v. Bochholt -44).

 

Verklaring door Beijers en Van Bussel:

 

‘Hees’ is over het algemeen laagstammig hout, struikgewas of jonge bomen, afgeleid van het germ. * haisi > hasi > hesi > hees. Het komt frequent voor, zowel in plaats-, gehucht- als veldnamen.

 

Veldnamen zijn deels afgeleid van de gehuchtnaam ‘Hees’ zodat niet altijd sprake is van verwijzing naar de oorspronkelijke begroeiing. Hezemans meldt dat ‘hees’ aanvankelijk zowel in Nederland, België, Duitsland als Engeland voorkomt als jong beukenbos en later struikgewas van allerlei loofhout. Het kan ook de benaming zijn voor een open plek in een bos waar de Keltische god Hesus of Esus werd vereerd.

 

Op de Hees onder Erp stond een heilige eik. In 1761 werd daar ter plaatse het ‘land aan de H.Eik op Heesch’ vermeld. Langs de oude handelsroute Aken-Gulik-Nijmegen moet in de buurt­schap Hees bij Weeze een heiligdom met offeraltaar voor Hesus opgericht zijn geweest. Afleidingen van ‘hees’ zijn heester en heister met als oude betekenis jonge loofboom, speciaal jonge beuk, maar ook jonge eik. Het element ‘hees’ komt in Brabant al vroeg voor. Het oorkondenboek meldt o.a. Hezia (784), een gehucht onder Eersel, Hese (1203), Hesebenne (1225), Heseuuic (1233). 

 

Moerman 1956; Molemans 1976:477; Helsen 1978:56; Molemans 1975:44; Mennen 1992:46; Hezemans 1970:68; Meu­wese 1955:125; vd Schaar 1969:118; Gijsseling 1960; Smulders 1962; Beijers & Koolen 1988; Beijers 1992: 148,149, 239.

 

Ligging:

 

Perceel nrs. 3, 5

 

Opmerkingen:

 

-

 

 

 

Naam:

 

Hontstart

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Cornelissen vond deze veldnaam op de Boekt en op het Dorshout. Wat het Dorshout betreft:

 

de hondstaedse beemden agter dorshout, by gelijke beemden [GVEII13 (1792)]

 

de hondstaart [N (1841, 1885, 1920, V.-]; A 1014 (b: 47.70), 1044 (ho: 1.28.00).

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Benoeming naar de vorm.

Ligging:

 

Perceel nr 2. Perceel nr. 3 lage “neve de Hontstart”

 

Opmerkingen:

 

Genoemd maar de vorm. Op de kaart is de lange smalle uitloper naar het noorden te zien, waaraan deze beemd haar naam te danken heeft.

 

 

 

 

Naam:

 

Hopveltje

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Cornelissen signaleerde deze naam op berschillende plaatsen in Veghel, onder andere:

 

het hopveld, het hopveldje [N (1847, 1856, 1861, 1883), V.-]; A 1062 (b: 31.90)

 

Verklaring door Cornelissen:

 

-

Ligging:

 

Perceel nrs. 14, 16

Opmerkingen:

 

Op deze percelen werd eens hop geteeld.

 

 

 

Naam:

 

Jan Dircx Hoff

Vermeldingen door Cornelissen:

 

-

Verklaring door Cornelissen:

 

-

Ligging:

 

Perceel nr. 12

Opmerkingen:

 

Genoemd naar Jan Dierck Peters, die dit perceel op 5-1-1599 toebedeeld kreeg.

 

 

 

 

 

Naam:

 

Cruysbroeren Hoeve

Vermeldingen door Cornelissen:

 

streepenhoek dorhout naast convent cruysbroeders [Hs- (1551)]

 

van cruysbroeders bij namer dorhout [Hs- (1569)]

 

± 1600 op dorshout goed van convent van cruysbroeders [Mb- (1954)]

 

Van de cruysbroerenhoefie [GVEI5-116 (1624)]

 

cruysbroeders hoeff gebruyker ruth daendels [GVIIB28 (± 1700)]

 

huis int agterste Dorshout gen't de Hees, van ouds bekend met den naem van cruijsbroere hoeve [RAV101-170 (1740)]

 

huis int achterste dorshout, van ouds bekend met den naam van cruijsbroere hoeve [RAV106-262v (1772)]

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Onbekende ligging nabij de Amert en het Dorshout. Benoeming naar de kruisbroeders van

Den Bosch die hier een goed bezaten.

 

Ligging:

 

In 1657 behoorde tot de Cruysbroeren Hoeve: Visser, nr. 16 en 18, Elshorst, nr. 8a, 8b, 10, 12, 13, 17 en 18, Kruisbroeders, nr. 5 en 10.

 

Opmerkingen:

 

Deze hoeve werd in 1648, met alle kerkelijke en geestelijke goederen in de Meierij van ’s-Hertogenbosch, door de overheid geconfisqueerd.

 

 

 

 

Naam:

 

Mestweg

Vermeldingen door Cornelissen:

 

-

Verklaring door Cornelissen:

 

-

Ligging:

 

Ten westen van percelen nrs. 23 en 24 liep in 1781 de mestweg.

Opmerkingen:

 

Weg waarover mest naar de akkers vervoerd werd.

 

 

 

 

Naam:

 

Nieuwen Camp

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Cornelissen signaleert dit toponiem op meerdere plaatsen in Veghel.

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Benoeming naar het (recente) tijdstip van ontginning / ingebruikname.

Ligging:

 

Perceel nr. 22. Perceel nrs. 20, 25, 30, 32 en 34  lagen tegen de Nieuwen Camp. Deze veldnaam heeft betrekking op de in 1781 uitgegeven percelen nrs. 21-24, 28-29, 31 en 33.

 

Opmerkingen:

 

Deze percelen werden in 1781 van de gemeente gekocht.

 

 

 

  

Naam:

 

Peters Acker

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Cornelissen signaleert deze veldnaam op het Dorshout en in het Keselaar onder Zijtaart. Wat het Dorshout betreft:

 

Peters akker [N (1836), V.-]; A 1035-1042 (hu, erf, ben w: 1.89.70)

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Het eerste lid is de genitief van een mansnaam; de bezitter van deze percelen droeg ± 1840 de naam Antonius Peter Verhoeven.

 

Ligging:

 

Perceel nr. 9

Opmerkingen:

 

De naam Peters Ackers wordt al in 1825 vermeld en is niet afgeleid van Antonius Peter Verhoeven, maar ofwel van diens vader Peter Jan Verhoeven die deze akker in 1786 kocht, of van diens voorganger Peter Hendrix van Eert die deze akker in 1781 toebedeeld kreeg, ofwel van diens grootvader Peter Jan Tonis van Eert die in 1722 als eigenaar vermeld wordt, ofwel van voorganger Peter Jan Dircx (vóór 1722).

 

 

 

 

Naam:

 

Schimmelaer

Vermeldingen door Cornelissen:

 

De schimmelaar aan de aa agter dorshout [RAV157-11v (1679)]

 

den schimmelaart van arien aart geerlings (dorhoudt) [GVE2-188 (1702)]

 

landt den schimmelaer int dorshout [GVE12-190v (1777)]

 

eenen beemt hoijlands gelegen agtert dorshout genaamt de schimmelaer off Jan Willemsbeemt, groot ontrent 4 karren hoy [RAV112-326v (1801)]

 

de schimmelaar [N (1838, 1840, 1841, 1893)]; A 1024 (b: 85.30), 1096 (ho: 44.90),

1098, 1099 (w: 1.02.70)

 

schimmelers beemd [V.-]; A 1094 (ho: 47.30)

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Ligging in het Dorshout. Benoeming naar een persoonsnaam. Of benoeming naar

"schimmelaar" in de betekenis van "klaplooper" (W.N.T. -690). Had de eigenaar een

slechte reputatie?

 

Verklaring door Beijers en Van Bussel:

 

scymmelrot (1425, fiches collectie Smulders/Spierings )

 

In Schimmelrode is het 1ste lid onduidelijk; is het een persoonsnaam, het gerooid bos van een zekere familie Schimmel [redactie]? Of bestaat er een verband met ‘schom’. Schom-namen verwijzen naar hoger gelegen, droge en onvruchtbare gronden, vgl. schomme = onvruchtbare heidegrond. Er bestaat ook een etymologie die uitgaat van ‘schimmel’ als zijnde een draadvormige plant. Ook kennen we het mnl. ‘schime’ = schijnsel of glans in de betekenis van ‘het glanzende of wittige’. Valt hier te denken aan een bepaalde bodemstructuur of een landschappelijk restant na rooiing ? Verdam MW dl.7:629; v.Dale 1991:667.

 

fLigging:

 

Perceel nr. 1, ook deel Dorshout, nrs. 1-2 en deel Klopperdam, nr. 21

Opmerkingen:

 

-

 

 

 

 

Naam:

 

Vossenhool

Vermeldingen door Cornelissen:

 

VossenhooI in uuytcampen dorshout by gelijke beemden [Hs- (1562)]

 

vossenhooI in uuytcampen dorshout by gelijke beemden [Hs- (1615)]

 

landt en groes int dorshout 't vossenhooI [GVEI2-23 (1778)]

 

het voschhol [N (1834)]; A 913 (b: 65.10)

 

het vossenhol [N (1834, 1842)]; A 914 (w: 44.10)

 

het vossenhooI [N (1836, 1837, 1888, 1891), V.-]; A 866 (w: 13.14.00), 911, 912 (b en w: 1.31.50), 915, 916 (w: 58.10), 1296, 1297 (w: 48.40).

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Ooit zullen hier vossen gehuisd hebben. Misschien ook figuurlijk bedoeld en had de bezitter Vos als persoonsnaam of als bijnaam.

 

Verklaring door Beijers en Van Bussel:

 

Vossen waren vroeger tamelijk algemeen. Voor de bouw van hun hol prefereerden zij lemig zand of klei. Holen in niet-lemig zand zouden snel instorten. Ze werden zwaar vervolgd. Er stond eeuwenlang een premie op het doden van een vos.

 

Buiks 1990:208; Buiks 1983 dl.5:112; Buiks 1986 dl.18:80; Trommelen 1994:472; Buiks & Leenders 1993 dl.2:83.

 

Hool en hol duiden volgens het mnl. adjectief op een lage ligging. Ook bestaat er een verband met de ligging bij een hoge brug met een hool of duiker ter plaatse. In het mnl. kon ‘hool’ ook de betekenis hebben van een houten of stenen boogbrug over een sloot of andere waterleiding. Hoolstraten verwijzen naar een laaggelegen of uitgeholde ligging of gelegen langs een waterloop. Een nevenvorm is ‘heul’ of ‘hoel’, zoals bv. in ‘de stenen hoele’. Helsen citeert hool / ­heul als een benaming in de Ant­werpse Kempen voor een wa­ter­loop­je.

 

Hool kan afgeleid zijn van het germ. * huli = hol of gat. De oudste betekenis van het woord zou zijn: een gat dat in een dijk of een landscheiding gegraven wordt om twee wateren met elkaar te verbinden, ter wille van de afwatering of de scheepvaart. Een ‘heul’ te Kalmthout was een ronde houten of stenen buis met ongeveer een doorsnede van 20-30 cm, waarover zoden of iets dergelijks gelegd werden. Andere auteurs geven de voorkeur aan een verklaring die verwijst naar het steken van turf of klot, waardoor er uitgeholde moerbodems ontstonden.

 

Buiks 1990:113,191; Helsen 1978:15; Goossenaerts 1956:295; Mennen 1992:66; Buiks & Leenders 1993 dl.4:409; Mo­le­mans 1976:532; Verdam 1932; de Bont 1969.

 

Ligging:

 

Perceel nrs. 2, 34. Perceel nr. 6 werd ’t Vossenhools beemtje genoemd. Deze veldnaam  werd ook gebruikt voor het gebied ten zuiden van perceel 34. Zie deel Vossenhool.

 

Opmerkingen:

 

De naam zal verwijzen naar holen van vossen.

 

Afkortingen Cornelissen     Afkortingen Beijers-Van Bussel     Kaart van Veghel     Kruisbroeders