Kempens 3 - toponiemen

Naam:

 

Aude Hostad

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Cornelissen signaleert de veldnaam Hofstad op meerdere plaarsen in Veghel.

Verklaring door Cornelissen:

 

De oude vorm -stad- is hier bewaard in plaats van de gewone vorm uit de casus obliqui -stede-. Hof betekent omsloten tuin, maar het kan ook een verkorting zijn van hoeve.

 

Ligging:

 

Perceel nr. 12. Perceel nr. 10 lag bij de Aude Hostad

Opmerkingen:

 

-

 

 

 

 

Naam:

 

by ‘t Heyligt

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Hoeve lochtenborch ad locum dictum aent heylict [Hs- (1500)]

 

ex heze in heiloect [HH133-16 (1507)]

 

ad locum dictum int heylichte [Hs- (1519-1538)]

 

in 't heiligte [G0126-52 (1684)]

 

huijs hoft ende aangelegen lant en groese aende kempkens int heijIligt als op logtenborg is gelegen [N (1711)]

 

het heIligt [kad. (1832)]; F 1021-1082, [N (1835, 1840, 1894)]; F 1031 (b: 86.40), 1046 (b: 71.30), 1060-1061 (b en w: 98.90)

 

het heiligt, [N (1836)], [V.]; F 987, 990, 1012, 1013, 1062 (w: 85.00; he: 26.20), 1082

(hh: 66.90)

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Gebied onder Eerde aan de oostzijde van de weg naar St. Oedenrode, zich uitstrekkend

tot aan de bosrand van de Koeveringse bossen. Is dit het mnl. woord heilicht helft

(Verwijs en Verdam -299). Of ligt er een samenhang met "heilig" meer voor de hand?

 

Ligging:

 

Perceel nr. 16

Opmerkingen:

 

Samengesteld uit Hei en Lookt. Lookt is een omsloten stuk grond.

 

 

 

 

Naam:

 

Kempkens

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Cornelissen signaleert de veldnaam Kamp op meerdere plaatsen in Veghel.

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Kamp, lat. campus, is oorspronkelijk een synoniem van veld in de betekenis van "open, onbebouwd veld". Hier heeft kamp de secundaire betekenis van: een individueel uit het veld gewonnen en door een heg of een houtkant besloten perceel (M. Top. Valk., -160).

 

Als meervoud duidt het hoofdzakelijk een gebied aan onder Eerde, enige kilometers

ten zuiden van het viaduct, aan de oostelijke zijde van de weg naar St.Oedenrode.

Diminutief van kamp.

 

Verklaring door Beijers en Van Bussel:

Kamp-namen komen veelvuldig voor in het oostelijk deel van Brabant en vormen de tegenhanger van de Westbrabantse ‘heiningen’. Het woord is afgeleid van het lat. * campus en lijkt oorspronkelijk dezelfde betekenis gehad te hebben als ‘veld’, nl. de open, woeste, soms hoger gelegen vlakte en in een latere fase als aanduiding voor omheinde of afgesloten ruimte of een door tuinen of hagen omgeven perceel. Het Brabantse cultuurlandschap wordt omschreven als een typisch landschap van kampontginningen.

 

Volgens Vervloet zouden individuele kampontginningen zich op deze zandgronden in optima forma ontwikkeld hebben, omdat het systeem van de ‘gemeynten’ bestond, die aanvankelijk door de bewoners gemeenschappelijk werden gebruikt, maar waaraan men op gezette tijden percelen kon onttrekken door verkoop aan individuele ontginners. Andere benamingen die hetzelfde begrip benaderen zijn look of gelookt, hof, goed en erf. Ze worden veelal vermeld in combinatie met een persoonsnaam of familienaam . Volgens Jansen gaat het vnl. om kleine akkertjes ontgonnen uit hei of bos, waaromheen een haag van de oorspronkelijke begroeiing is blijven staan. Dit type ontginning zou m.n. in West-Frankrijk op een uitgebreidere schaal voorkomen; daar spreekt men van ‘boccage’ en ook deze dankt die naam aan individuele ontginningen. Hendrikx spreekt over een ontwikkeling, die zich ongeveer vanaf de 10de eeuw inzette, van oorspronkelijke eenmansvestigingen of los gegroepeerde boerderijenzwermen, bestaande uit boerderijen met huiskampen en veebochten waaromheen zich langrepelakkers en aangelagen bevonden. Deze werden omringd door bos, dat voor beweiding werd gebruikt. Door afsplitsing groeiden hier bepaalde gehuchtkernen uit.

 

Vervloet 1984:54; Claes 1987:67; de Vries 1962:90; v.Berkel & Samplonius 1989:94; Jansen 1978:242; Hendrikx 1989:56.

 

Ligging:

 

Perceel nrs. 1-7, 10-18

Opmerkingen:

 

Een kamp is over het algemeen een uitgifte van de gemeint uit de late middeleeuwen of recenter.

 

 

 

 

Naam:

 

Thomasacker

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Een stuk lant genaemt thomasacker gelegen binnen de parochie van veghel [GOI26-11

(1555)]

 

van een stuck lants genaamt den thomasacker [HHI63-7 (1714-1783)]

 

dirk thomasse de horstjens, dirk thomasse in de grootdonk [N (1844, 1886)]; F 280 (b: 47.10), 286 (b: 61.40)

 

thomasse ter plaatse keseler [N (1883)]; E 393 (b: 37.70)

 

dirk thomassen [V.-]; F 280-281 (b en w: 47.10 en 49.20).

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Verspreide ligging. Benoeming naar de mansnaam Thomas of de persoonsnaam.

 

Ligging:

 

Perceel nr. 10

Opmerkingen:

 

-

 

 

 

 

Naam:

 

in die Vuytcampen

Vermeldingen door Cornelissen:

 

(U)uytcampen, dorhout [Hs- (1532)];

 

de boschkamp in ruybroek in uuytcampen [Hs(1539)];

 

zijn moeders hoff ende lant bij thuys in de uuytcampen [GVE15-132 (1624)];

 

vossenhooI in uuytcampen dorshout by gelijke beemden [GVIIE13 (1792)].

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Verspreide ligging. Benoeming naar de afgelegen ligging.

 

Ligging:

 

Perceel nr. 4, 10

Opmerkingen:

 

Er zijn in Veghel twee gebieden die “Uitkampen” genoemd werden. Een deel van het Dorshout en het gebied tussen de Doornhoek, de Biezen en de Kempkens. Het laatste gebied werd wel aangeduid als “in die Vuijtcampen aen die Heye”. Het betreft klampen of percelen die aan alle kanten door de gemene gronden omgeven waren. Ze waren overigens niet afgelegen. Ze lagen niet ver van de andere huizen en cultuurgronden.

 

 

 

 

 

Naam:

 

de Weij

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Cornelissen signaleert deze veldnaam op meerdere plaatsen in Veghel

Verklaring door Cornelissen:

 

Perceel gebruikt als weiland

Ligging:

 

Perceel nr. 15

Opmerkingen:

 

-

 

 

Afkortingen Cornelissen     Afkortingen Beijers-Van Bussel     Kaart van Veghel     Kempkens 3