Huigenbos - toponiemen

Naam:

 

Dijk naar Uden

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Udense dyk [GVEIIE13 (1792)]

 

aan den udensche dijk [kad. (1832)]; C 1-92

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Dit is de oude benoeming voor de weg naar Uden, tevens gebruikt voor een gebied aan de zuidzijde van de weg onder Mariaheide, vanaf de Goordonksedijk tot het gebied genaamd de Heiakker, “aan de Udense dijk”. Benoeming naar ligging.

 

Ligging:

 

Deze dijk grensde aan de oostzijde van perceel nrs. 1-3.

Opmerkingen:

 

Een dijk is een gebruikelijke aanduiding voor een weg door een nat gebied. Men groef twee sloten en hoogde de nieuwe weg of dijk daarmee op. De naam betekent “weg naar Uden”.

 

 

 

 

Naam:

 

Eeusel

Vermeldingen door Cornelissen:

 

De veldnaam “Eeussels” kwam in Veghel op verschillende plaatsen voor.

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Eeusel, afgeleid van eeuwen “voeren” is gangbare Kempische benaming voor weiland meestal van minderwaardige kwaliteit (M. Top. St. Huibr.Lille, -133).

Verklaring door Beijers en Van Bussel:

Eeuwsel wordt verklaard als een droge zomerwei­de, veelal in particulier bezit en omheind, een schrale weide of een weide in de bossen. Dit toponiem komt in het zuiden van de Baronie geregeld voor, maar in het oostelijk gedeelte van Brabant is het al even frequent [redactie].

 

Te Overpelt was een ‘eusel’ een kunstmatige weide i.c. ontgonnen heide of woeste grond met buntgrassoorten begroeid en in gebruik als veeweide, primair voor schaapskudden. Volgens Lindemans zijn de eeuwsels in de Belgische Kempen het eerste stadium bij de ontginning van heide tot cultuurland. Het is niet precies te achterhalen tot wanneer de eeuwsels als veeweiden hebben dienst gedaan, maar zeker niet langer dan de 16de eeuw.

Dat de eeuwsels goede hooilanden waren is onwaarschijnlijk vanwege de bodemgesteldheid, nl. matig natte zandgronden. Veel eeuwsels zijn thans als weiland in gebruik omdat de grond voor hooiland niet vochtig genoeg is en voor bouwland te nat.

 

(Lindemans 1946:2; Pijnenburg 1976:1; Buiks 1984 dl.9:32; Mennen 1992:217; Buiks & Leenders 1993 dl.4:383; Molemans 1976:314; Lindemans 1952; Helsen 1978:116.)

 

Ligging:

 

Perceel nr. 6

Opmerkingen:

 

 

 

 

 

Naam:

 

Goort Jans Buender

Vermeldingen door Cornelissen:

 

-

 

Verklaring door Cornelissen:

 

-

 

Ligging:

 

Perceel nr. 16

Opmerkingen:

 

Genoemd naar een voormalige eigenaar.

 

 

 

 

Naam:

 

aen de Heijde

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Dat gelden Aert Claeus kynder aan die heij [GVIE2 (1437)]

 

huis in loco dicto aen die heye den langen ecker in loco dicto henneberch [Hs- (1519-1538)]

 

aen den hertgang de hey [GVE12-1 (1778)]

 

landt over 't heyke, 't campke [GVE12-30 (1778)]

 

de heide [kad. (1832)]; D 361 (b: 10.50) (St.Oed.). de hei, de heide, het heike [N (1886, 1891, V.]; B 171 (he: 9.46.20), C 5, 6 (w: 59), 399 (he: 19.72.30), E 638-640 (w: 55.40; hu: 57.00; de: 1.70.00), 692 (he: 14.72.50), 694 (he: 15.61.40), 1532, 1533 (he: 3.45.20), F 465

(he: 20.63.51).

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Verspreide ligging. Hei, heide werd meestal gebruikt ter aanduiding van het tegenwoordige Mariaheide, maar ook voor het heidegebied (vroeger van St.Oedenrode) zuidelijk van Eerde, en evenals "heike" voor percelen ontgonnen heide. Anno 1832 kende Veghel nog uitgestrekte onontgonnen heidegebieden: Hogerduinen, Beukelaarsbroek, het Reibroek onder Zijtaart, het Dubbele tussen Eerde en Veghel, het Wuiten en het Vensbroekje nabij Vorstenbosch en nog verscheidene kleinere gebieden. De Veghelse heiden zullen meestal laaggelegen geweest zijn. Zoals elders in de Kempen, is heide de gangbare benaming geworden ter aanduiding van de, meestal met heide begroeide, gemeentelijke gronden, die zeer uitgestrekt waren. Andere namen ter aanduiding van deze gemene gronden zijn Aard (zie Eerde), Gemeente en Vroente.

 

Verklaring door Beijers en Van Bussel:

 

Achter elk gehucht lag destijds een uitgestrekte gemene vroente, aard of veld, die in Brabant meestal wordt aangeduid met ‘gemeynt’. Later werd ‘heide’ de gangbare benaming voor deze omvangrijke gemeenschappelijke velden, begroeid met droge heide [Erica] of met dop- of hommelheide, de natte of platte heide. De heidevelden hadden een economische betekenis voor de locale agrarische bedrijfsvoering. Ze dienden als weideplaats voor koeien en schapen geleid door een door een buurtschap aangestelde herder of scheper. De ingezetenen mochten op de heide turf steken, plaggen maaien en leem uitgraven voor de huizenbouw. De talrijke vennen deden dienst als rootputten of als visvijver. Er werd honing gewonnen door het plaatsen van bijenkorven. Regelmatig werden stukken van de gemeynt aan particulieren verkocht.

 

De heidevelden, de onontgonnen gemeenschappelijke grond, was begroeid met heidestruiken en andere lage vegetatie. In Brabant was het de naam voor de gronden met een typische flora en fauna: struikheide op de droge gronden, dopheide op de wat nattere heide­gronden samen met gagel, jeneverbes en brem. Na ontginning kon heide ook een perceel bouwland aanduiden dat door middel van een omheining van levend hout uit de zgn. ‘gemene heide’ werd geïsoleerd.

 

Enklaar 1941; de Bont 1993:93; Molemans 1976:338; Spierings 1984:31,32,225,226. ; Berkel & Samplonius 1989:106; Mennen 1992:53; Buiks 1990:­103; Helsen 1978:119.

 

Ligging:

 

Perceel nrs. 1, 4, 6, 8-17, 20, 23, 26

Opmerkingen:

 

-

 

 

 

 

Naam:

 

Heijcamp

Vermeldingen door Cornelissen:

 

De heycamp, scheiding met Lieshout [Hs- (1546)]

 

gelegen ter plaatse aan d'Eerde genaemt den heycamp [GOI26-39 (1638)]

 

die heydecamp [(1747-1794)]heische camp [N (1836)]; A 809 (w: 46.20); heikampen [kado (1832)]; F 455 (w: 21.49.30), 457-460 (w: 10.37.00; he: 46.16.90), 465 (he: 20.63.50), 467 (he: 23.56.90), 470-471 (he: 11.16.60)

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Verspreide ligging. Benaming naar de ligging.

 

Ligging:

 

Perceel nrs. 11-14

Opmerkingen:

 

Cornelissen verklaart deze veldnaam met “gelegen in de Hei”. In dit geval is een andere verklaring beter: kamp begroeid met heide. Hei perceel direct ten zuiden van dit perceel heette Heyvelt.

 

 

 

 

Naam:

 

Heijveldt

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Cornelissen signaleert deze veldnaam op verschillende plaatsen in Veghel.

 

Verklaring door Cornelissen:

 

-

 

 

Ligging:

 

Perceel nr. 15

Opmerkingen:

 

Perceel (eertijds) begroeid met heide.

 

 

 

 

Naam:

 

(bij, in, aen) het Huijgenbos

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Een perceel hoeijlant genampt huijghen bosch [N (1660)]

 

hey in huygenbus [GVEI2-132 (1778)]

 

het huigenbosch [kad. (1832)]; B 732-807

 

huigenbus [N (1836, 1839)]; B 753 (w: 25.50), 767, 768 (w: 36.10), 779 (bh: 18.90); huigenbosch [N (1862)]; B 761, 762 (w: 1.20.50).

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Gebied onder Mariaheide, westelijk van het dorp, grenzend aan hoeve Bouwlust. Delen

van dit gebied waren anno 1832 beplant met loofbos.

 

Ligging:

 

Perceel nrs. 17-21

Opmerkingen:

 

Genoemd naar een voormalige eigenaar.

 

 

 

 

Naam:

 

aen de Lege Heij

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Leege hey [Hs- (1664)]

 

de leegh hey bestaet in 23 huyssen ende begint in den buender genaemt den junger aen muylengraeff is toegemeten yder 4 roeden [GVIIB28 (± 1700)]

 

van eenen acker aen de leeg heyde [HH163-4 (1714-1783)]

 

lege hei [Mh- (1954)]

 

de lage heide [kad. (1832)]; B 351-393; [N (1843)]; B 409-415 (hu: 09.10; mo: 03.42; w:

89.60; b: 1.64.30).

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Gebied onder Mariaheide aan de noordzijde van de weg naar Uden, ongeveer vanaf de kerk oostwaarts tot aan de Beekgraaf vlakbij het gedenkteken. Benoeming naar de ligging. Ten oosten van dit gebied begint het niveau van de bodem te stijgen. (Uden ligt aanmerkelijk hoger dan Veghel)

 

Ligging:

 

Perceel nrs. 5, 7, 18, 19, 21, 23-26

Opmerkingen:

 

Voor een bespreking van de ligging van de Hoge en Lage Heide, klik hier.

 

 

 

Naam:

 

Nieuw Erff

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Huis, hoff aen de leege heij genaemt het nieuw erff [RAV102-275 (1749)].

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Het W.N. T. geeft als definitie van erf: Omheinde grond die bij een huis of bij een ander gebouw behoort (W.N. T. 4165).

Ligging:

 

Perceel nrs. 5, 7, 23-26

Opmerkingen:

 

Het “nieuw” betekent hier recente ontginning van de heide. Het eprceel was al vóór 1190 in particuliere handen.

 

 

 

 

Naam:

 

Streepje

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Cornelissen signaleert deze veldnaam op meerdere plaatsen in Veghel.

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Benoeming naar de vorm, langwerpig perceel.

Ligging:

 

Perceel nr. 9

Opmerkingen:

 

-

 

 

 

 

Naam:

 

Voetpad naar Uden

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Widerseyts den udense pad [GVE12-47 (1778)]

 

het udense voetpad in den bundersenhoek [N (1847)]’ B 1302-1304 (w: 1.02.10)

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Ligging aan de noordzijde van de weg naar Uden; het begin ervan werd gevormd door de huidige Krayenhoffstraat. Benoeming naar de ligging.

Ligging:

 

Perceel nr. 22 grensde aan de voetpad naar Uden

Opmerkingen:

 

-

 

Afkortingen Cornelissen     Afkortingen Beijers-Van Bussel     Kaart van Veghel     Huigenbos