Naam:
|
Agterste Heijligt |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Het
achterst heIligt in het heIligt [N (1891)]; F 1022,
1023, 1028 (b en w: 68.60).
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Benoeming naar de ligging |
Ligging:
|
Perceel nr. 19 |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
Berg Bussele |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Het
bergs bussele (creijtenborgh [GVEI2-320 (1777)].
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Berg
is in de Kempen frekwent ter aanduiding van hoger
gelegen, weinig renderend land: Hanenberg, Lochtenberg,
Suikerberg. In de meeste gevallen heeft berg hier
evenwel de betekenis van landduin of zand-, zavelberg
(MM. Verschillende percelen liggend in Eerde en
Zijtaart. Achter het kerkdorp Eerde begint een hoge
zandrug die vrij dicht langs de grens met Sint-Oedenrode
naar het oosten loopt. Deze heuvelrij, door bebossing
grotendeelsaan het oog onttrokken, wordt doorsneden door
de weg Veghel naar Sint-Oedenrode maar zet zich
oostelijk hiervan nog een flink eind voort. Deze heuvels
vormen de hoogstgelegen natuurlijke punten van Veghel en
naderen een hoogte van 13 m. boven NAP.
Bossel, bussel: dimunitief van bos. Dit op Krijtenburg
gelegen perceel ligt nog binnen de beboste heuvelrand
die zich uitstrekt vanaf Eerde in de richting van
Zijtaart-Zontveld.
|
Ligging:
|
Perceel nr. 24 |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
Binnenerf |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Het
binne erff [GO- (1754)].
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Erf: het
W.N. T. geeft als definitie: Omheinde grond die bij een
huis of bij een gebouw behoort (W.N. T. 4165).
|
Ligging:
|
Perceel nr. 20 |
Opmerkingen:
|
Dit perceel heette ook Binneste Heyligt |
Naam:
|
Gerrits Camp |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Geritscamp aan 't heyligt [RAV159-190 (1755)];
Geritscamp op Zijtaert [GVE12-274
(1778)].
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Onbekende ligging aan het Heiligt onder Zijtaart. Het
eerste lid is een persoonsnaam.
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 28, 31-35. Vermoedelijk ook 29 en 30. |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
Heyluuc, Heyluijct, Heilict, Heiligt |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Hoeve lochtenborch ad locum dictum aent heylict [Hs-
(1500)]
ex
heze in heiloect [HH133-16 (1507)]
ad
locum dictum int heylichte [Hs- (1519-1538)]
in
't heiligte [G0126-52 (1684)]
huijs hoft ende aangelegen lant en groese aende kempkens
int heijIligt als op logtenborg is gelegen [N (1711)]
het
heIligt [kad. (1832)]; F 1021-1082, [N (1835, 1840,
1894)]; F 1031 (b: 86.40), 1046 (b: 71.30), 1060-1061 (b
en w: 98.90)
het
heiligt, [N (1836)], [V.]; F 987, 990, 1012, 1013, 1062
(w: 85.00; he: 26.20), 1082
(hh:
66.90)
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Gebied onder Eerde aan de oostzijde van de weg naar St.
Oedenrode, zich uitstrekkend
tot
aan de bosrand van de Koeveringse bossen. Is dit het mnl.
woord heilicht helft
(Verwijs
en Verdam -299). Of ligt er een samenhang met "heilig"
meer voor de hand?
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 10, 11, 13, 14, 16-26, 28-34 |
Opmerkingen:
|
Samengesteld uit Hei en Lookt. Lookt is een omsloten
stuk grond.
|
Naam:
|
Heyligse Bergen |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Een
derde part in den heyligsenberg [GOI26-58 (1710)];
huijsje hof etc. in Veghel aen de kempkens of Biesen,
aen den Heijligse Bergh; eenen houtberg gelegen aldaer
genaemt den heijligse berg [RAVIlO-36v (1788)];
heyligdenberg, biesen [GVIIE13 (1792)].
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Ligging op de Biesen onder Zijtaart, in de omgeving van
het Heiligt. Benoeming naar de
ligging; hooggelegen perceel nabij het Heiligt.
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 23-26. Perceel nr. 24 heette de Platten
Heiligsen Berg.
|
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
Heylicschen Hoeck |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
-
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Grootdonk), respektievelijk aan een hoek in een
lintvormige reeks smalle percelen (Dubbele). Een hoek
duidt op 1) perceel dat een hoek vormt, te vergelijken
met eegde, geer, tip e.a., 2) perceel met een winkel of
haak, 3) kleine agglomoratie in hoekvorm, niet
noodzakelijk aan de uithoek van de gemeente gelegen (M.
Top. Overpelt, -154).
|
Ligging:
|
Perceel nr. 14 |
Opmerkingen:
|
Dit perceel vormde een van de hoeken van het gebied de
Heiligt.
|
Naam:
|
Jan Jacobs Acker |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
-
|
Verklaring door Cornelissen:
|
-
|
Ligging:
|
Perceel nr. 20 |
Opmerkingen:
|
Dit perceel was in de zeventiende eeuw in handen van Jan
Jacobs. Vergelijk met de eigemaren van Logtenburg nr.
33-34.
|
Naam:
|
Jan Gorts Camp |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
-
|
Verklaring door Cornelissen:
|
-
|
Ligging:
|
Perceel nr. 26 |
Opmerkingen:
|
Genoemd naar een voormalige eigenaar.
|
Naam:
|
Jan Lemmens Berg |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
-
|
Verklaring door Cornelissen:
|
-
|
Ligging:
|
Perceel nr. 22 grensde in 1825 aan de Jan Lemmens Berg |
Opmerkingen:
|
Genoemd naar Jan
Lambers van de Ven die perceel nr. 25 rond 1738-1753 het
perceel in bezit kreeg.
|
Naam:
|
aen de Kempkens |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Cornelissen signaleert de veldnaam Kamp op meerdere
plaatsen in Veghel.
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Kamp, lat. campus, is oorspronkelijk een synoniem van
veld in de betekenis van "open, onbebouwd veld". Hier
heeft kamp de secundaire betekenis van: een individueel
uit het veld gewonnen en door een heg of een houtkant
besloten perceel (M. Top. Valk., -160).
Als
meervoud duidt het hoofdzakelijk een gebied aan onder
Eerde, enige kilometers
ten
zuiden van het viaduct, aan de oostelijke zijde van de
weg naar St.Oedenrode.
Diminutief van kamp.
|
Verklaring door Beijers en Van Bussel: |
Kamp-namen komen veelvuldig voor in het oostelijk deel
van Brabant en vormen de tegenhanger van de
Westbrabantse ‘heiningen’. Het woord is afgeleid van het
lat. * campus en lijkt oorspronkelijk dezelfde betekenis
gehad te hebben als ‘veld’, nl. de open, woeste, soms
hoger gelegen vlakte en in een latere fase als
aanduiding voor omheinde of afgesloten ruimte of een
door tuinen of hagen omgeven perceel. Het Brabantse
cultuurlandschap wordt omschreven als een typisch
landschap van kampontginningen.
Volgens Vervloet zouden individuele kampontginningen
zich op deze zandgronden in optima forma ontwikkeld
hebben, omdat het systeem van de ‘gemeynten’ bestond,
die aanvankelijk door de bewoners gemeenschappelijk
werden gebruikt, maar waaraan men op gezette tijden
percelen kon onttrekken door verkoop aan individuele
ontginners. Andere benamingen die hetzelfde begrip
benaderen zijn look of gelookt, hof, goed en erf. Ze
worden veelal vermeld in combinatie met een persoonsnaam
of familienaam . Volgens Jansen gaat het vnl. om kleine
akkertjes ontgonnen uit hei of bos, waaromheen een haag
van de oorspronkelijke begroeiing is blijven staan. Dit
type ontginning zou m.n. in West-Frankrijk op een
uitgebreidere schaal voorkomen; daar spreekt men van
‘boccage’ en ook deze dankt die naam aan individuele
ontginningen. Hendrikx spreekt over een ontwikkeling,
die zich ongeveer vanaf de 10de eeuw inzette,
van oorspronkelijke eenmansvestigingen of los
gegroepeerde boerderijenzwermen, bestaande uit
boerderijen met huiskampen en veebochten waaromheen zich
langrepelakkers en aangelagen bevonden. Deze werden
omringd door bos, dat voor beweiding werd gebruikt. Door
afsplitsing groeiden hier bepaalde gehuchtkernen uit.
Vervloet 1984:54; Claes 1987:67; de Vries 1962:90;
v.Berkel & Samplonius 1989:94; Jansen 1978:242; Hendrikx
1989:56.
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 1-7, 9, 15, 16, 22, 24, 35 |
Opmerkingen:
|
Een kamp is over het algemeen een uitgifte van de
gemeint uit de late middeleeuwen of recenter.
|
Naam:
|
Cort Heijlich |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Vuijt een stuck ackerlants gelegen onder Vechel op
creijtenborch aent cort heilicht [RG169-12 (1646)]
51
r. akkerland te Vechel op creytenborgh aen het cort
heijlicht [Dom.171 (1731-1756)].
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Onbekende ligging op Krijtenburg onder Eerde. Benoeming
naar de vorm en naar de ligging aan of nabij het
Heiligt.
|
Ligging:
|
Perceel nr. 14 |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
in de Laarse Heyde |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Het
laars [N (1860, 1894), V.-]; F 996-1009 (b: 2.05.20; bh:
57.93; de: 17.30), 1207
(w:
31.60), 1210 (he: 65.60).
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Een
aantal percelen liggende op Logtenburg en op de Hoge
Biezen onder Eerde. Mogelijk op een of andere manier
afgeleid van "laar" (zie laar). Juist ten zuiden van
deze percelen lag vroeger op het grondgebied van
St.Oedenrode een groot ven, genaamd het Laarsven.
Misschien dat bij het verdwijnen van het Laarsven als
een soort verkorting hiervan een toponiem 't Laars
overbleef, hoewel een afleiding van Laarsven van laars
voor de hand liggender lijkt.
|
Ligging:
|
Perceel nr. 27 |
Opmerkingen:
|
Het ligt meer voor de hand dat het Laars Ven en de
Laarse Heyde beiden naar een gebied met de naam het Laar
genoemd zijn.
|
Naam:
|
aan Logtenborg |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Hoeve lochtenborch ad locum dictum int heIlicht [Hs-
(1268)]
huis
lochtenborch ad locum dictum int heIlicht [Hs-
(1519-1538)]
van
claes wilm tonisland op lochtenborch [GVEI5-91 (1624)]
't
rot van logtenborg (dijk naar rode) [GVIIB26 (1787)]
logtenburg [kad. (1832)] F 969-1020
lochtenburg [N (1839), V.-]; F 991-995 (b: 1.42.90; he:
12.80), 995 (b en he: 31.00).
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Gebied liggende onder eerde, grenzend aan de weg naar
St.Oedenrode, aan de oostzijde
en
aan de Koeveringse bossen.
Te
Neerpelt vormen de lochten een uitgestrekt
beemdkomplex,terwijl te Eksel de buurtschap de Locht
bekend is. Deze laatste gaan terug op looktuninge
(tuun), waarin mndl. loke "omheining, sekundair omheinde
ruimte", en mndl. tuun, tuninge, heining, vooral
vlechtwerk van teen" (Mnl.Wb. VIII, 769, 786). Of deze
verklaring ook geldt voor de Bocholtse Locht is
twijfelachtig. Een verband willen zoeken met West-Vlaams
lochting "moestuin" (cfr. C. Tavenier-Vereecken, De
etymologie van lochting Med. 1952: 81-84) is ons inziens
uitgesloten (M.Top.Bocholt, -164).
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 8, 34 |
Opmerkingen:
|
Samengesteld uit Lookt- (omheind gebied) en –burg
(flinke hoeve).
|
Naam:
|
Logtenburgse weg |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
-
|
Verklaring door Cornelissen:
|
-
|
Ligging:
|
Perceel nr. 27 grensde aan de Logtenburgse weg |
Opmerkingen:
|
Weg lopende naast het gebied met de naam Logtenburg.
|
Naam:
|
’t Lorstuk |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
-
|
Verklaring door Cornelissen:
|
-
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 29 en 30 |
Opmerkingen:
|
Verbastering van Laarstuk. Laarstuk betekent “perceel
gelegen aan ’t Laar”.
|
Naam:
|
Rooise Dijk, Oude Rooise Dijk |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Schutsboombroekje op den Rooisen Dijk [GVIIB26 (1796)]
den
rooischendijk [N 91842, 1882)]; F591, 592 (w: 55.80),
628-630 (b en w: 1.18.60)
Den
nieuwen rooisendijk [GVIIB26 (1806)]
Op
den ouden rooysen dijk [GVIIB26 (1804)]
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Dit
is de oud benaming voor de weg naar St. Oedenrode, ook
de huidige Violenstraat behoorde daarbij, tevens enkele
percelen aan de Rooisedijk gelegen. Benoeming naar de
ligging.
Blijkbaar is een gedeelte van de Rooisedijk ooit verlegd,
zodat een Nieuwe en een Oude Rooisedijk ontstonden.
Welke gedeeltes de Nieuwe en Oude Rooisedijk werden
genoemd is niet bekend. Benoeming naar het (vroege of
recente) tijdstip van aanleg/ingebruikname.
|
Ligging:
|
Perceel nr. 27 grensde aan de Oude Rooise Dijk |
Opmerkingen:
|
Er zijn twee wegen die 'Roijsen dijk', of 'dyck na St.
Oedenrode lopende' genoemd werden. In een register van
schouwverbalen (Veghel oud archief, II-B-26) worden deze
wegen 'den ouden rooysen dijk' (vermeld in 1804), en
'den nieuwen rooisen dijk' (vermeld in 1806) genoemd.
Den ouden Rooysen dijk liep het meest oostelijk. Deze
dijk wordt in dit deel voor het eerst als 'den dyck na
St. Oedenrode lopende' vermeld in 1791. Het is de
oudste verbindingsweg tussen Veghel en St. Oedenrode.
Het traject volgde de huidige Hemel. Komende vanuit
Veghel boog de weg vervolgens rechtsaf, om via
Logtenburg op de Santsteegt (later: de nieuwe Roijsen
dijk genaamd) uit te komen. Ook het traject van de
Biezendijk in het gebied van het huidige
industrieterrein de Doornhoek werd wel Nieuwe Rooise
DIjk genoemd.)
|
|