1.
Perceel nrs. 16-22 zijn een aantal
naast elkaar gelegen smalle langgerekte percelen.
Uit een oude tiendkkaart blijkt dat
uit de de rechtse of oostelijke deelvan deze percelen de tienden
in Sint-Oedenrode afgedragen werden. Dit deel is blauw gearceerd
op onderstaande kaart. Uit hel linkse of westelijke deel werden
de tienden in Veghel afgedragen.
Ook uit perceel 13 en 14, die in
1449 uitgegeven werden, werden de tienden in Sint-Oedenrode
afegdragen. Mogelijk werden de tienden in Sint-Oerdenrode
betaald omdat de eerste eigenaren van deze perdelen parochianen
van Rooi waren. Het is ook mogelijk dat wat later afspraken
gemaakt zijn tussen Veghel en Sint-Oedenrode over uit welke
percelen waar tienden betaald werden. In "Hoe
Krijtenburgs Veghel werd" heb ik beredeneerd dat die
afspraken dan van voor 1484 zouden dateren.
2.
Cijnzen aan de heer van helmond rustten op percelen die in de
periodce 1190-1314 van de gemeint gekocht werden. Veel cijnzen
verhuisden in de loop der eeuwen naar een ander perceel. Vaak
een perceel dat in de buurt van het oorspronkelijk uitgegeven
perceel lag.
Lage
Biezen, nr. 2 was belast met een cijns aan de heer van Helmond
van 3 ½ schellingen.
Omgerekend volgens de norm betrof het een in 1190-1314
uitgegeven perceel van 3 ½ bunders groot. De cijns heeft nr.
Hm-19 in de administratie van de cijnzen van de heer van Helmond
in de vijftiende eeuw en nr. Hm-209 vanaf de zestiende eeuw. Er
zijn geen aanwijzingen dat de cijns na 1406 ooit gesplitst is.
De omschrijving in 1406: “een
kamp gelegen in de gemeint van Veghel” wijst er op dat deze
cijns pas later naar perceel Lage Biezen 2 verhuisd is. Een
ander argument is dat er in dit gebied geen plaats is voor deze
3 ½ bunder, zie daarvoor
de toelichting bij Krijtenburg.
In deze reconstructie nemen we onder wat voorbehoud aan dat het
oorspronkelijk uitgeven perceel van 3 1/2 bunder gevormd werd
door het westelijke deel van perceel nrs. 16-21 (1 bunder) en
perceel nrs. 28-36 (2 1/2 bunder). De oudst bekende
cijnsbetalers waren.
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Hm-19 (oud)
(1406):
Een kamp gelegen in de gemeint van Veghel, belast met
een cijns aan Helmond van 3 ½ nieuwe schellingen
|
De 3 kinderen van Arnoldus, zoon van Zedewigh
|
Vermeld 1406-1409 |
De weduwe en kinderen van Wilhelmus Beskens
|
Vermeld 1409-1447 |
Thomas Beskens
|
Vermeld 1409-1447 |
Daniel, zoon van Egidius Boenen
|
Vermeld in 1447 |
De weduwe en 4 kinderen van Daniel, zoon van Egidius
Boenen
|
Vermeld 1447-1465 |
De 4 kinderen van Daniel, zoon van Egidius Boenen
|
Vermeld in 1465 |
Johannes, zoon van Egidius Bathen
|
Vermeld 1465-1498 |
De weduwe van Johannes, zoon van Egidius Bathen
|
Vermeld 1465-1498 |
Leonius, zoon van Arnoldus Egidius Donckers
|
Vermeld 1465-1498 |
Gerardus, zoon van Egidius van der Heijde (de Merica),
genaamd Glaesmeker van Den Bosch
|
Vermeld 1465-1498 |
Wilhelmus, zoon van Johannes van der Moest
|
Vermeld in 1507 |
Antonius, zoon van Wilhelmus, zoon van Johannes van der
Moest
|
Vererving 1507-1599 |
Petrus, zoon van Theodoricus Leeuwen
|
Verwerving 1507-1599 |
De weduwe en 4 kinderen van Petrus, zoon van Theodoricus
Leeuwen
|
Verwerving 1507-1599 |
3.
Op perceel nrs. 16 en 35 rustte in de
achttiende eeuw een cijns aan de heer van Helmond. In deze
reconstructie nemen we aan dat deze cijns oorspronkelijk op
Kempkens 3 rustte. Zie
de toelichting bij Kempkens 3.
4.
Het oostelijk deel van perceel nrs.
21 en perceel nrs. 22 is ongeveer 2 bunder groot. Gelet op de
belendende percelen is de uitgifte van deze percelen op
1190-1449 gedateerd. We identificeren deze uitgifte als Hg-52, 2
bunder uitgegeven in 1445. Voor de gegevens uit de
cijnsregisters, zie
de toelichting bij Willebrordushoek.
|