Vanaf rond 1190
moest er een jaarlijkse cijns betaald worden uit percelen die
door particulieren van de gemene gronden gekocht werden. De
peellandse cijnzen - waaronder die van Veghel - werden in 1314
door de hertog van Brabant aan de heer van Helmond overgegeven.
Voor uitgiften van na 1314 werd weer een cijns aan de hertog
betaald. Cijnzen betaald aan de heer van Helmond rustten dus op
percelen die in de periode 1190-1314 van de gemene gronden
verkocht werden. In het hier besproken gebied, Hazelberg vinden
we twee van dergelijke cijnzen aan de heer van Helmond.
1) Marcelius, zoon van Hubertus van Hazelberch betaald in 1406
een cijns van 3 nieuwe penningen aan de heer van Helmond uit een
beemd genaamd Palsdonc
2) Hubertus van Hazelberch betaald
in 1406 een cijns van 3 nieuwe penningen aan de heer van Helmond
uit een beemd genaamd Palsdonc
Het lijkt hier om een
oorspronkelijke cijns van 6 nieuwe penningen te gaan, die al
voor 1406 in twee delen gesplitst is. Omgerekend volgens de
gebruikelijke norm was het oorspronkelijk uitgegeven perceel 1/2
bunder groot.
De eerste cijns grensde in de achttiende
eeuw aan de Beekgraaf. Vermoedelijk was dat perceel 16 (rood gearceerd op onderstaande hoogtekaart
uit 1965). De tweede cijns rustte we in de achttiende eeuw op
een perceel wat noordelijker, aan de Hazalbergse Dijk. Welk
peerceel dat precies was konden we aan de hand van de
beschikbare gegevens niet vaststellen. Omdat uit die percelen de
verponding te Dinther betaald werd, hebben we de van die
percelen de eigenaren niet ver terug in de tijd kunnen volgen.
Bovendien werd die cijns na 1724 niet meer betaald.
In het gebied ten noorden van de Beekgraaf lagen drie
verhogingen. De hoogste was een "berg", de Hazalberg, de andere
twee waren de iets minder hoge "donken". De plaats van de Esdonk
is uit historische bronnen af te leiden. De naam Palsdonk raakte
al eerder in onbruik. We kunnen die niet anders plaatsen dan op
de ene overgebleven donk. De naam Palsdonk werd voor een wat
groter gebied gebruikt dan de eigenlijke Donk. Zo werden de
groen gearceerde percelen (Geerbunders, nrs. 21-23) in 1406
Palsdonc genoemd.
We plaatsen het oorspronkelijk in
1190-1314 uitgegeven perceel van een halve bunder onder het
nodige voorbehoud op perceel nr.
16 (rood gearceerd). We gaan er dus van uit dat de eerste cijns
altijd op hetzelfde perceel is blijven rusten, en dat de tweede
cijns verhuisde naar een perceel aan de Hazelbergse Dijk. Er
zijn enkele aanwijzingen die deze reconstructie ondersteunen.
De eerste cijns wordt in 1714-1783 omschreven als:
"uit een halve bunder
beemd op Haselbergh in de Palsdonck, streckende aen den
Beeckgraef". Het oppervlak van
een halve bunder komt overeen met het oorspronkelijk uitgegeven
perceel. Bovendien was het perceel dat aan perceel nr. 16
grensde (groen gearceerd) in dezelfde periode (1190-1314)
uitgegeven. De percelen die op
de kaart met de data van
uitgiften aangegeven zijn met "1190-1314" waren een halve
bunder groot en in 1792 eigendom van Godefridus Spierings uit
Dinther. Vermoedelijk was hij opvolger van Joannes Aelbert
Joosten Spierincx die in 1732-1783 als cijnsbetaler wordt
vermeld. De betalers van beide cijnzen zijn hier onder gegeven.
De nieuwe mummers komen voort uit de oude nummers; de cijnzen werden niet
verdeeld.
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Hm-214 (oud):
1406: 3 nieuwe penningen uit een beemd genaamd Palsdonc
|
|
Marcelius, zoon van
Hubertus van Hazelberch |
Vermeld in 1406 |
De weduwe van Marcelius,
zoon van Hubertus van Hazelberch |
Vererving in 1406-1421 |
De 4 kinderen van
Marcelius, zoon van Hubertus van Hazelberch |
Vererving in 1406-1421,
vermeld in 1421 |
Hubertus, zoon van
Marcelius, zoon van Hubertus van Hazelberch |
Verwerving in 1421-1447,
vermeld in 1465 |
De weduwe van Hubertus,
zoon van Marcelius, zoon van Hubertus van Hazelberch |
Vererving in 1465-1498,
vermeld in 1507 |
Mercelius, zoon van
Adrianus Kuytbrouwer |
Verwerving ná 1507 |
De 3 kinderen van
Mercelius, zoon van Adrianus Kuytbrouwer
|
Verwerving ná 1507 |
Hubertus, zoon van
Mercelius, zoon van Adrianus Kuytbrouwer
|
Verwerving ná 1507 |
De weduwe van Hubertus,
zoon van Mercelius, zoon van Adrianus Kuytbrouwer, met
haar 3 kinderen
|
Verwerving ná 1507 |
Hm-181a (nieuw):
1714-1783:
Uit een halve bunder beemd op
Haselbergh in de Palsdonck, streckende aen den
Beeckgraef. Belast met
een cijns aan de heer van
Helmond van 3 nieuwe penningen, omgerekend: 0-0-8
|
|
Eijngelken, dochter van
Anneken Simons van Hasselberch |
Vermeld in 1599-1642 |
Jan Matheus (Dinther)
|
Vermeld in 1642 |
De 3 kinderen van Jan
Matheus (Dinther) |
Vererving in 1642-1714 |
Het Gasthuijs van (..)
te Den Bosch |
Verwerving in 1642-1714 |
Gijsbert Elias
|
Koop in 1642-1714 |
De weduwe van Gijsbert
Elias met haar 2 kinderen |
Vererving in 1642-1714 |
Willem, zoon van
Gijsbert Elias
Bijschrift in 1642-1714:
“Willem lange doot, de weduwe sit in te(..) bij En(..)”
|
Verwerving in 1642-1714 |
Deel a:
|
|
De 6 kinderen van Dynne
Janse van de Laerschot |
Deling in 1642-1714 |
De 3 kinderen van Dynne
Janse van de Laerschot |
Vererving in 1642-1714 |
De 2 kinderen van Dynne
Janse van de Laerschot |
Vererving in 1642-1714,
vermeld in 1714 |
Een kind van Dynne Janse
van de Laerschot |
Verwerving in 1719 |
De weduwe van Hendrick
van de Laerschot met 1 kind |
Vererving in 1719-1783 |
Anna van de Laerschot
|
Verwerving in 1719-1783 |
Deel b:
|
|
Jan Hendrick Gerarts
aent Berg en Jan Hermens van Heeswijck, erfgenamen van
Henrick Gysbert Elias |
Verwerving in 1642-1714 |
Dinge Janssen van de
Laerschot |
Verwerving in 1642-1714 |
Albert Joosten en zijn
zus Jenneken |
Verwerving in 1642-1714,
vermeld in 1714 |
Jan Vrins, man Jenneken,
voor het vruchtgebruik en zijn kind voor het erfrecht
|
Verwerving in 1714-1732 |
De 3 kinderen en 1
kleinkind van Jan Vrins |
Vererving in 1714-1732 |
De 12 kinderen van
Albert Joosten Spierincx |
Verwerving in 1714-1732 |
Joannes Aelbert Joosten
Spierincx |
Koop in 1732 |
De weduwe van Joannes
Aelbert Joosten Spierincx met haar 7 kinderen
|
Vererving in 1732-1783 |
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Hm-211 (oud):
1406: 3 nieuwe penningen uit een beemd genaamd Palsdonc
|
|
Hubertus van Hazelberch |
Vermeld in 1406 |
Henricus van Langvelt
|
Verwerving in 1416, vermeld in 1421 |
Hubertus, zoon van Henricus van Langvelt |
Verwerving in 1421-1447 |
Johannes, zoon van Arnoldus van Hazelberch
|
Verwerving in 1421-1447, vermeld in 1447 |
De weduwe van Johannes, zoon van Arnoldus van Hazelberch,
met haar 4 kinderen
|
Vererving in 1447-1565, vermeld in 1465 en in 1507 |
Wilhelmus, zoon van Henricus Dekkers (Tectoris)
|
Verwerving na 1507 |
Henricus, zoon van Gerardus Danielis
|
Verwerving na 1507 |
Hm-190 (nieuw):
1599-1642:
Wyt eenen hoybempt streckende opten Haselberchsen Dyck,
genampt het Gerij, belast met een cijns aan de heer van
Helmond van 3 nieuwe penningen, omgerekend: 0-0-8 De
cijns wordt na 1724 niet meer betaald.
1714-1783: Uijt Kerck stucken op Haselbergh, groot
ontrent 4 lopens
|
|
Hubertus Aerts van den Haesselberch en Gertruijt Aerts
van den Haesselberch |
Vermeld in 1599-1642 |
Gertruijt Aerts van den Haesselberch voor het geheel
|
Verwerving in 1599-1642 |
Willem Janssen van Schijndel Testament |
Vererving
in 1599-1642, vermeld in 1642 |
De 3 erfgenamen van Willem Janssen van Schijndel
|
Vererving in 1642-1714 |
Gijsbert, zoon van Peter Elias op Haselberch (Dinther)
|
Verwerving in 1642-1714 |
De weduwe van Gijsbert, zoon van Peter Elias op
Haselberch (Dinther), met haar 2 kinderen Gijsbert en
Willem
|
Vererving in 1642-1714 |
Een kind van Gijsbert, zoon van Peter Elias op
Haselberch (Dinther) |
Verwerving in 1642-1714 |
Jan Hendrick Geraerts aent Berg en Jan Hermens van
Heeswyck, erfgenamen van (..) Gijsbert Elias
|
Vererving in 1632-1714 |
Peter Arts |
Koop in 1642-1714 |
De weduwe van Peter Arts met haar 2 kinderen
|
Vererving in 1642-1714 |
Peternelle Janssen van de Ven
|
Koop in 1642-1714, vermeld in 1714 |
|