Haan - toponiemen

Naam:

 

Beeckgraeff

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Op hazelberch beemd deusseis van hazelberchs camp aen den beeckgraeff [RAV-23

(1519-1538)]

 

op haselbergh in de palsdonk aen den beekgraeff [HH-147 (1621-1691)]

 

't geerken aen den beeckgraeff [GVE15-3 (1624)]

 

haselbergs (beemt) grenst aan beekgraaf [RAV-159 (1741)]

 

lA hoij op den beeckgraef [GVE12-168v (1778)]

 

de beekgraaf, lopende door sektie A, B en C [kado (1832)]; de beekgraaf [N (1890)]; A 159-162 (w: 1.11.30).

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Schönfeld merkt in verband met het woord "beek" op, dat dit woord een natuurlijk water aanduidt, van minder betekenis dan een rivier; maar later is ten onzent zo'n beek vaak vergraven of gekanaliseerd. Dit laatste geldt dus voor Veghel ook. Beekgraaf is een tautologisch hydronym. Het element "graaf" is de benaming voor een water, dat dienst doet als afvoer naar een ander water (Hoogbergen). Deze niet onaanzienlijke waterloop kronkelt zich vanaf de grens met Erp via de Krekelshof bij Mariaheide, de Hintel en het Ven, zuidelijk van de Hazelberg, naar de Aa. Het meest westelijke gedeelte ervan vormt globaal de grens tussen Veghel en Dinther.

 

Ligging:

 

Perceel nr.1 lag “aen de Beeckgraeff”

Opmerkingen:

 

“Beek” wijst op de natuurlijke oorsprong en “graaf’ op het kanaliseren van deze beek.

 

 

 

 

Naam:

 

Beemtjens

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Cornelissen signaleert deze veldnaam op meerdere plaatsen in Veghel.

 

Cornelissen:

 

Beemd was en is nog steeds de gangbare naam voor hooiland (MM.)

 

Verklaring door Beijers en Van Bussel:

De belangrijkste varianten zijn bemt, be(e)mpt, bemdt en bampt. Sommige auteurs zien er een afleiding in van ban + made = banmade ofwel ‘het hooiland van de heer’. Het verschil tussen beemd en made is, dat een made langer gemeenschappelijk bezit is gebleven. Mogelijk moet ‘ban’ gezien worden als een verbod op toegang tot de beemd, die particulier bezit was. Beemden zullen aanvankelijk net als heidegronden gemeenschappelijk gebruikt zijn door de dorpsgemeenschap. Een term als ‘de gemeyn of gemene beemden’ kan hierop duiden. Het woord beemd verloor in de loop der eeuwen terrein op weide als gevolg van de verbterde ontwatering. In de late middeleeuwen nam de druk op de beekdalen toe.

 

Misschien dat vanaf de 11de - 12de eeuw grootschalige ontginningen in de beekdalen begonnen zijn, mogelijk ten gevolge van of in samenhang met de verplaatsing van de bewoning van de hogere gronden richting beekdalen. De beemden die ontstonden werden in de 12de en 13de eeuw als gemeenschappelijke hooi- en weilanden gebruikt. In de 14de en 15de eeuw werden ze in smallere stroken verdeeld die vaak loodrecht op een beek lagen geconcentreerd. Waarschijnlijk zijn de natste en laagste delen van het beekdal het laatst verbeterd. De drogere delen van een dergelijk dal, die via natuurlijke weg kunnen zijn ontstaan maar ook door menselijk ingrijpen (bv. bezanden, zand van het oude bouwlanddek in het beekdal schuiven of grasplaggen verplaatsen) zijn waarschijnlijk als eerste ontgonnen.

 

Op veel beemden was wegens de venige bodem geen beweiding mogelijk; het vee zou er diep wegzakken en zelfs het hooi moest wel eens op burries van het land gedragen worden. Een beemd, in het latijn pratum, is een natuurlijke weide bij een beek, vooral gebruikt voor hooiwinning. Een weide, pascua, aangeduid met de term ‘eeuwsel’, ligt over het algemeen hoger dan een beemd en wordt alleen gebruikt voor beweiding. Het is vaak een met hooizaad ingezaaide akker. Veel beemden stonden vanwege de hoge waterstand in het najaar, de winter en het voorjaar onder water, waardoor het gras o.a. zaar of zegge, aan de zurige kant was en als minderwaardig gold. Gewoonlijk werd het als hooi (beemdhooi) aan de paarden gegeven (perdshooi). Nadat de waterstand was verlaagd werden veel beemden op den duur geschikter voor permanente beweiding.

 

Evenals bij de akkernamen zien we bij beemdnamen samenstellingen met voor- en achtervoegsels, de diminutiefvormen en allerlei adjectiven. Ook persoonsnamen zijn in deze samenstellingen sterk vertegenwoordigd. (Gijsseling 1960; Lindemans 1940/1954; Smulders 1958:12; Gijs­seling 1954; Buiks 1990:51 en 229; de Bont 1969: III:15; Buiks 1983:15; de Bont 1993:93;  Weterings en Taat 1987:68.)

 

Ligging:

 

Perceel nrs. 1

 

Opmerkingen:

 

-

 

 

 

 

Naam:

 

Haen

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Lant byt erf den haen (zontvelt) [GVEI2-272 (1777)]

 

huijs etc. aen de leege heijde, van outs genaamt den Haan [RAVllO-155v (1791)]

 

de haan aan de Lage Heide [kado (1832)] B 355 (hu: 05.10).

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Huis liggende aan de Lage Heide onder Mariaheide, tevens onbekende ligging op het

Zondveld onder Zijtaart. Benoeming naar de diernaam. De kraaiende haan was een

frekwent voorkomend uithangteken. Bekend zinnebeeld der waakzaamheid (M. Top. Zonhove, -133).

 

Ligging:

 

Perceel nrs. 17-18

Opmerkingen:

 

-

 

 

 

 

Naam:

 

aen de Heij

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Dat gelden Aert Claeus kynder aan die heij [GVIE2 (1437)]

 

huis in loco dicto aen die heye den langen ecker in loco dicto henneberch [Hs- (1519-1538)]

 

aen den hertgang de hey [GVE12-1 (1778)]

 

landt over 't heyke, 't campke [GVE12-30 (1778)]

 

de heide [kad. (1832)]; D 361 (b: 10.50) (St.Oed.). de hei, de heide, het heike [N (1886, 1891, V.]; B 171 (he: 9.46.20), C 5, 6 (w: 59), 399 (he: 19.72.30), E 638-640 (w: 55.40; hu: 57.00; de: 1.70.00), 692 (he: 14.72.50), 694 (he: 15.61.40), 1532, 1533 (he: 3.45.20), F 465

(he: 20.63.51).

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Verspreide ligging. Hei, heide werd meestal gebruikt ter aanduiding van het tegenwoordige Mariaheide, maar ook voor het heidegebied (vroeger van St.Oedenrode) zuidelijk van Eerde, en evenals "heike" voor percelen ontgonnen heide. Anno 1832 kende Veghel nog uitgestrekte onontgonnen heidegebieden: Hogerduinen, Beukelaarsbroek, het Reibroek onder Zijtaart, het Dubbele tussen Eerde en Veghel, het Wuiten en het Vensbroekje nabij Vorstenbosch en nog verscheidene kleinere gebieden. De Veghelse heiden zullen meestal laaggelegen geweest zijn. Zoals elders in de Kempen, is heide de gangbare benaming geworden ter aanduiding van de, meestal met heide begroeide, gemeentelijke gronden, die zeer uitgestrekt waren. Andere namen ter aanduiding van deze gemene gronden zijn Aard (zie Eerde), Gemeente en Vroente.

 

Verklaring door Beijers en Van Bussel:

 

Achter elk gehucht lag destijds een uitgestrekte gemene vroente, aard of veld, die in Brabant meestal wordt aangeduid met ‘gemeynt’. Later werd ‘heide’ de gangbare benaming voor deze omvangrijke gemeenschappelijke velden, begroeid met droge heide [Erica] of met dop- of hommelheide, de natte of platte heide. De heidevelden hadden een economische betekenis voor de locale agrarische bedrijfsvoering. Ze dienden als weideplaats voor koeien en schapen geleid door een door een buurtschap aangestelde herder of scheper. De ingezetenen mochten op de heide turf steken, plaggen maaien en leem uitgraven voor de huizenbouw. De talrijke vennen deden dienst als rootputten of als visvijver. Er werd honing gewonnen door het plaatsen van bijenkorven. Regelmatig werden stukken van de gemeynt aan particulieren verkocht.

 

De heidevelden, de onontgonnen gemeenschappelijke grond, was begroeid met heidestruiken en andere lage vegetatie. In Brabant was het de naam voor de gronden met een typische flora en fauna: struikheide op de droge gronden, dopheide op de wat nattere heide­gronden samen met gagel, jeneverbes en brem. Na ontginning kon heide ook een perceel bouwland aanduiden dat door middel van een omheining van levend hout uit de zgn. ‘gemene heide’ werd geïsoleerd.

 

Enklaar 1941; de Bont 1993:93; Molemans 1976:338; Spierings 1984:31,32,225,226. ; Berkel & Samplonius 1989:106; Mennen 1992:53; Buiks 1990:­103; Helsen 1978:119.

 

Ligging:

 

Perceel nrs. 5-9, 14-24

Opmerkingen:

 

-

 

 

 

 

Naam:

 

Couwenoort

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Couwenoort, hooge heide [Hs- (1664)]

 

stuck ackerland genaamd de bersmanshoeve of couwenoirt 1 malders te Vechel aen de heyde [Dom.-171 (1731-1756)]

 

huis aent heselaer genaamt den couwenoort [RAV103-102v (1751)]

 

kouwenoord [kad. (1832)]; D 11391142 (b: 40.60; w: 41.40).

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Onbekende ligging aan de Hoge Heide onder Mariaheide, tevens ligging aan het Hezelaar. Benoeming naar persoonsnaam Kouwenoord? Misschien ook samengesteld uit koude en oord. "Oord" = uiteinde, kant, rand, hoek (M.Top. Valk. -113) een koude hoek.

 

Ligging:

 

Perceel nrs. 5, 6, 9. Perceel nr. 7 lag “tegens haar velt den Koudenoord”

Opmerkingen:

 

-

 

 

 

 

Naam:

 

aen de Leege Heyde

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Leege hey [Hs- (1664)]

 

de leegh hey bestaet in 23 huyssen ende begint in den buender genaemt den junger aen muylengraeff is toegemeten yder 4 roeden [GVIIB28 (± 1700)]

 

van eenen acker aen de leeg heyde [HH163-4 (1714-1783)]

 

lege hei [Mh- (1954)]

 

de lage heide [kad. (1832)]; B 351-393; [N (1843)]; B 409-415 (hu: 09.10; mo: 03.42; w:

89.60; b: 1.64.30).

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Gebied onder Mariaheide aan de noordzijde van de weg naar Uden, ongeveer vanaf de kerk oostwaarts tot aan de Beekgraaf vlakbij het gedenkteken. Benoeming naar de ligging. Ten oosten van dit gebied begint het niveau van de bodem te stijgen. (Uden ligt aanmerkelijk hoger dan Veghel)

 

Ligging:

 

Perceel nrs. 1-5, 10-14, 17-18

Opmerkingen:

 

-

 

 

 

 

Naam:

 

Udense Dijk

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Udense dyk [GVEIIE13 (1792)]

 

aan den udensche dijk [kad. (1832)]; C 1-92

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Dit is de oude benoeming voor de weg naar Uden, tevens gebruikt voor een gebied aan de zuidzijde van de weg onder Mariaheide, vanaf de Goordonksedijk tot het gebied genaamd de Heiakker, “aan de Udense dijk”. Benoeming naar ligging.

 

Ligging:

 

Deze weg grensde aan de oostzijde van percelen nrs. 7 en 20-23.

 

Opmerkingen:

 

Een dijk is een gebruikelijke aanduiding voor een weg door een nat gebied. Men groef twee sloten en hoogde de nieuwe weg of dijk daarmee op. De naam betekent “weg naar Uden”.

 

  

Afkortingen Cornelissen     Afkortingen Beijers-Van Bussel     Kaart van Veghel     Haan