Erpse Dijk - toelichting op de uitgiften

1.
Perceel nr. 3

Vanaf 1190 werden percelen die door particulieren van de gemene gronden gekocht werden belast met een cijns aan de "landsheer". Aanvankelijk was dat graaf van Gelre en vanaf 1231 de hertog van Brabant. In 1314 gaf de hertog van Brabant zijn cijnzen over aan de heer van Helmond. Uitgiften van na 1314 werden weer belast met een cijns aan de hertog van Brabant. Hieruit volgt dat percelen belast met een cijns aan de heer van Helmond in de periode 1190-1314 door particulieren van de gemene gronden gekocht zijn.

Ook perceel nr. 3 was belast met een cijns aan de heer van Helmond en is dus in 1190-1314 van de gemene gronden gekocht. Zie hiervoor de toelichting bij Blankenburg, 1.

2.

Perceel nr. 4

Ook uit perceel nr. 4 werd een cijns betaald aan de heer van Helmond. het cijnsbedrag was 3 oude penningen. Omgerekend volgens de gebruikelijke norm was het in 1190-1314 uitgegeven perceel 3 lopens groot. In 1792 was het perceel ongeveer 5 1/2 lopens groot. Het kan in de loop der eeuwen geleidelijk vergroot zijn, ofwel illegaal, ofwel door kleine aankopen. De kleine gronduitgiften zijn pas vanaf 1529 grotendeels gedocumenteerd. Het noordelijke deel, waar het huis staat, is waarschijnlijk van latere datum. Huizen werden vaak op nieuw aangkochte gemeentegrond gebouwd. Bovendien was het aangrenzende perceel aan de westkant (ten noorden van perceel nrs. 5 en 6) in 1832 nog gemeentegrond. Deze uitgifte is echter niet teruggevonden in de archieven van Veghel.

In 1406 werd het perceel "de halve Murepas" genoemd. De andere helft van de Murepas hebben we niet kunnen identificren in de Helmondse cijnsadministratie. "Mure-"zou op een ommuurd perceel kunnen wijzen en "-pas" zou afgeleid kunnen zijn van het Latijnse "pacuum", wat weide betekend.


3.
Perceel nr. 6


Perceel nr. 6 was in 1785 belast met twee cijnzen aan de heer van Helmond. Een cijns van 0-0-14 diende betaald te worden met Peter Versteegde. Deze cijns werd toen door de eigenaar van perceel nr. 6, Aart Dirk Marten van Doorn, betaald samen met Peter Versteegde. Peter Versteegde bezat een deel van het aangrenzende perceel nr. 14, waar eeen cijns aan de heer van Helmond van 0-0-14 op rustte. Kennelijk is deze cijns voor 1785 verdeeld geraakt.

De tweede cijns aan de heer van Helmond die in 1785 op perceel nr. 6 rustte (bedrag: 0-1-12) heeft in de cijnsadministratie van de heer van Helmond vanaf de vijftiende eeuw nr. Hm-64.

Hm-64 komt voort uit 2 cijnzen die in adminstratie van de vijftiende eeuw nrs. Hm-152 en Hm-153 hebben. De cijnsbedragen waren Hm-152: 5 oude penningen en Hm-153: 3 oude penningen.

De nogal uitgebreide omschrijving van Hm-152 in 1406 komt overeen met een cijns die met redelijke zekerheid op Stad, perceel 26 rustte. Beide cijnzen werden betaald uit de Davelaarse Hoef. Vandaar dat we ook Hm-152 daar plaatsen. Zie de toelichting bij Stad.


Hm-153 had vanaf 1406 tot en met de achttiende eeuw dezelfde cijnsbetalers als Hm-152, en ook van deze cijns nemen we aan dat die eerder op Stad, perceel nr, 26 rustte.

De cijnzen aan de heer van Helmond die in 1785 uit dit perceel betaald werden, zijn dus allbei pas later aan dit perceel verbonden geraakt.


4.

Perceel nr. 8


Uit perceel nr. 8 werd in de achttiende eeuw een cijns aan de domeinen betaald van 1/6 hoen + 1/2 oude penning, omgerekend: 0-0-14 (Hg-13.2.1 + Hg-38.1). In deze reconstructie nemen we aan dat het oorspronkelijk uitgegeven perceel zich in de Stad of Haag bevond en dat deze cijns pas later aan perceel nr. 8 verbonden raakte. Zie de toelichting bij Stad.


5.
Perceel nr. 9


Perceel nr. 9 was belast met een cijns aan de hertog van Brabant van 3 hoenderen (omgerekend: 0-15-0). Omgerekend volgens de gebruikelijke norm was het perceel dat in de periode 1190-1340 van de gemene gronden gekocht werd, anderhalve bunder, ofwel 12 lopens groot. Perceel nr. 9 was in 1792  12 1/2 lopens groot, wat goed overeenkomt. De cijns werd nooit gesplitst en er is geen reden om aan te nemen dat deze cijns ooit verhuisd is. De oudst bekende cijnsbetaler is Wilhelmus, genaamd Bigghen, vernmeld in 1340. Omdat er een balckcijns uit het huis en perceel betaald werd, weten we dat het huis er in 1310 al stond.


6.
Perceel nr. 14a+b


Perceel 14, deel a + b was belast met een cijns aan de heer van Helmond van 2 nieuwe penningen en 2 oude penningen, omgerekend 0-0-14. Het betreft Hm-133 en Hm-134 (oude nummering), die in de zestiende eeuw samen opgaan in Hm-4. Er zijn geen aanwijzingen dat deze cijns ooit voor de achttiende verhuisd is.

Omgerekend volgens de gebruikelijke norm was het in 1190-1314 uitgegeven perceel 167 roeden (3 lopens + 17 roeden) groot. Het perceel was in 1792 ongeveer 5 1/2 lopens groot. Vermoedelijk is het perceel aan de noordkant later vergroot. Vergelijk met de strook gemeint ten noorden van perceel nr. 5 en 6. Deze uitgifte werd niet gevonden in de Veghelse archieven, maar niet alle uitgiften of innames van delen van de gemene gronden  hoeven geregisteerd te zijn.


7.
Perceel nr. 15


Perceel nr. 15 was belast met enkele cijnzen aan de heer van Helmond. Hm-122 (oude nummering) was een cijns van 2 oude penningen. De cijns werd nooit gesplitst en er is geen reden om aan te nemen dat de cijns ooit verhuisd is. In de cijnsadminsitratie van de heer van Helmond vanaf de zestiende eeuw heeft deze cijns ook nr. Hm-122. Het oorspronkelijk uitgegeven perceel was 2 lopens groot.

Hm-128 (oude nummering) was een cijns van 3 oude penningen en 3 nieuwe penningen betaald aan de heer van Helmond. Omgerekend volgens de gebruikelijke norm was het oorspronkelijke perceel 5 lopens groot. In 1455 werd het perceel in twee delen gesplitst.

Hm-128.1 (oud): 2 ¼ oude penningen en 2 ¼ nieuwe penningen gaat over in Hm-47 (nieuwe nummering) en rust in de achttiende eeuw op Erpse Dijk, nr. 15. Hm-128.2 (oud): ¾ oude penningen en ¾ nieuwe penningen gaat over in Hm-142 (nieuwe nummering) en was in de achttiende eeuw verbonden aan Stad, nr. 19.
De oudste gegevens uit de cijnsregisters van de heer van Helmond zijn:

 

Cijnsbetalers:

 

Transactie en datum:

Hm-128 (oud) (1406): 3 oude penningen en 3 nieuwe penningen uit het erfgoed van Everardus, zoon van Leunculus, eertijds van Arnoldus van Vrankevoert

 

Arnoldus van Vrankevoert

 

Vermeld vóór 1406

 

Everardus, zoon van Leunculus

 

Vermeld vóór 1406

 

De weduwe van Everardus, zoon van Leunculus

 

Vermeld in 1406

Petrus, zoon van Hermanus van Bysrervelt

 

Verwerving in 1406-1421, vermeld in 1421

Daniel, zoon van Wilhelmus

 

Verwerving in 1421-1447, vermeld in 1447

De weduwe van Daniel, zoon van Wilhelmus, met haar drie kinderen

 

Vererving in 1447-1455

 

Hm-128.1 (oud) (1455): 2 ¼ oude penningen en 2 ¼ nieuwe penningen uit een stuk grond gelegen achter een hoeve genaamd Zanders Hoefken

 

Hm-47 (nieuw)

Erpse Dijk nr. 15

Gerardus, zoon van wijlen Daniel, zoon van Wilhelmus, en Daniel, zoon van wijlen Johannes van Havelt, schoonzoon van wijlen Daniel, zoon van voornoemde Wilhelmus

 

Verwerving in 1455

 

Wolterus Rodolphus Wolteruss

 

Verwerving in 1460

 

Daniel, zoon van Arnoldus Danielis

 

Verwerving in 1465-1507, vermeld in 1507

Johannes, zoon van Henricus van Houck

 

Verwerving ná 1507

Hm-128.2 (oud) (1455): ¾ oude penningen en ¾ nieuwe penningen uit het erfgoed genaam Braecken

 

Hm-142 (nieuw)

Stad, nr. 19

Johannes, genaamd van der Steen, schoonzoon van wijlen Daniel, zoon van Wilhelmus

 

Verwervng in 1455

 

Johannes, zoon van Theodoricuss van den Broek (de Palude)

 

Verwerving in 1456

 

De twee kinderen uit het eerste huwelijk van Johannes, zoon van Theodoricuss van den Broek (de Palude) en de weduwe met twee kinderen uit het laatste huwelijk

 

Vererving in 1456-1465, vermeld in 1465

De twee kinderen uit het eerste huwelijk van Johannes, zoon van Theodoricuss van den Broek (de Palude) en de weduwe met een kind uit het laatste huwelijk

 

Vereerving in 1465-1498, vermeld in 1498

Henricus, zoon uit het laatste huwelijk van Johannes, zoon van Theodoricuss van den Broek (de Palude)

 

Verwerving in 1498-1507

Daniel, zoon van Gerardus Egidius

 

Verwerving ná 1507

 

De twee kinderen van Daniel, zoon van Gerardus Egidius

 

Vererving ná 1507

 

Johannes, zoon van Daniel, zoon van Gerardus Egidius

 

Verwerving ná 1507

 

 

In deze reconstructie gaan we er van uit dat de cijns oorsponkelijk helemaal betrekking had op Erpse Dijk, nr. 15. Aan dat perceel bleef bij de verdeling in 1455 ook het grootste deel van de cijns verbonden.

 

Perceel nr. 6 was in 1792 6 lopens groot, zodat 1 of 2 lopens van genoemde cijnzen (bijboorbeeld de eerste cijns) oorspronkelijk ook betrekking kan hebben op een van de percelen ten zuiden van de Tillaarse loop.
 


8.
Helmondcijnzen nrs. Hm-140 t/m Hm-143

De volgende cijnzen aan de heer van Helmond worden hieronder in samenhang besproken,

Hm-140 (oud) 1406: 1 nieuwe penning uit het erfgoed van wijlen Yda Lenekinus Brakeners
Hm-141 (oud) 1406: 5 nieuwe penningen uit het goed van Jordanus, eertijds van Wilhelmus Macharius

Deze twee cijnzen gaan op in Hm-1 (nieuwe nummering) zonder dat er sprake is van splitsingen.
Hm-1 (nieuw) rustte in 1642 op perceel Heuvel nr. 2 en verhuisde in 1781 naar Erpse Dijk nr. 14a.

Hm-142 (oud) 1406: 3 oude penningen uit het erfgoed van wijlen Gerardus van Vrankevoert
Hm-143 (oud) 1406: 1 nieuwe penning uit het erfgoed van wijlen Yda Lenekinus Brakeners


Deze twee cijnzen gaan op in Hm-49 (nieuwe nummering) zonder dat er sprake is van splitsingen.
Hm-49 (nieuw) rustte in 1642 op perceel Erpse Dijk nr. 14a verhuisde in 1781 naar Heuvel nr. 2.

In deze reconstrutie nemen we aan dat beide cijnzen eerijds op percelen in het hier besproken deel (Erpse Dijk) rustten. De opeenvolgende cijnsbetalers van deze cijnzen tussen 1406 en 1542 zijn in onderstaande tabellen gegeven.
 

Cijnsbetalers:

 

Transactie en datum:

Hm-140 (oud) 1406: 1 nieuwe penning uit het erfgoed van wijlen Yda Lenekinus Brakeners  

 

Yda Lenekinus Brakeners

Vermeld vóór 1406 

De weduwe en kinderen van Fredericus Hornkens

Vermeld in 1406 

Bernier, zoon van Fredericus Hornkens

Verwerving in 1410, vermeld in 1421 

Arnoldus van der Heijden (de Merica)

Verwerving in 1421-1447 

Arnoldus, zoon van Arnoldus van der Heijden (de Merica)

Verwerving in 1421-1447, vermeld in 1465 

De weduwe van Arnoldus, zoon van Arnoldus van der Heijden (de Merica)

Vererving na 1507 

Maria, dochter van Arnoldus, zoon van Arnoldus van der Heijden (de Merica)

Vererving na 1507 

Godefridus, zoon van Pertrus Wautgerus

Verwerving na 1507 

De weduwe en 3 kinderen van Godefridus, zoon van Pertrus Wautgerus
 
Verwerving na 1507

 

 

 

Cijnsbetalers:

 

Transactie en datum:

Hm-141 (oud) 1406: 5 nieuwe penningen uit het goed van Jordanus, eertijds van Wilhelmus Macharius Jordanus

 

Jordanus, eertijds van Wilhelmus Macharius

Jordanus

Vermeld vóór 1406 

Wilhelmus Macharius

Vermeld vóór 1406 

De weduwe en kinderen van Fredericus Hornkens  

 Vermeld in 1406

Hierna dezelfde reeks cijnsbetalers als bij Hm-140
 

 

 

 

 

Cijnsbetalers:

 

Transactie en datum:

Hm-142 (oud) 1406: 3 oude penningen uit het erfgoed van wijlen Gerardus van Vrankevoert 

 

Gerardus van Vrankevoert

Vermeld vóór 1406

De kinderen van Johannes Leenvolgher

Vermeld in 1406 en in 1421 

Johannes, zoon van Johannes Leenvolgher

Verwerving in 1421-1447 

De weduwe van Johannes, zoon van Johannes Leenvolgher met haar 7 kinderen

Vererving in 1431-1447, vermeld in 1447 

Erngardis, natuurlijke dochter van Henricus de Vriese (Frisonis)

Verwerving in 1447-1465, vermeld in 1498 

De 3 kinderen van Erngardis, natuurlijke dochter van Henricus de Vriese (Frisonis)

Vererving in 1498-1507 

Aleydis, dochter van Erngardis, natuurlijke dochter van Henricus de Vriese (Frisonis)
 

Vererving na 1507

Godefridus Lensen Verwerving na 1507 

 

 

 

Cijnsbetalers:

 

Transactie en datum:

 Hm-143 (oud) 1406: 1 nieuwe penning uit het erfgoed van wijlen Yda Lenekinus Brakeners 

 

Yda Lenekinus Brakeners

Vermeld vóór 1406  

De kinderen van Johannes Leenvolgher

Vermeld in 1406 en in 1421 

Dezelfde reeks namen als bij Hm-142 (oud)
 

 

 

Kaart van Veghel     Erpse Dijk