Balkcijnzen
Op perceel nr. 18 en 37 rustten zogenoemde
balkcijnzen of
ballingcijnzen. Deze cijnzen zijn in de dertiende eeuw en in
1310 ontstaan door de omslag van de cijnzen voor de gemeint. Dit
wijst er op dat er in 1310 al huizen stonden op deze percelen.
Perceel 10, 13 en 14:
Vanaf 1190 betaalden lieden die een perceel van de
gemeenschappelijke grond voor eigen gebruik kochten daarvoor een
jaarlijkse cijns aan de landsheer. In 1314 gaf de hertog van
Brabant deze cijnzen (met uitzondering van de hoendercijnzen) aan
de Heer van Helmond. Cijnzen voor nieuwe uitgiften na 1314 inde de
hertog hierna weer zelf. Cijnzen aan Helmond werden dus betaald voor in
de periode 1190-1314 uitgegeven percelen.
Op perceel nr. 10, 13 en 14 rustte in
de zeventiende en acttiende eeuw zo'n cijns aan de heer van
Helmond. De cijns heeft nr. Hm-161 (nieuw) in de Helmondse
administratie vanaf de zestiende eeuw. De cijns komt voort uit
drie oudere cijnzen: Hm-61 (oud), Hm-62 (oud) en Hm-78.1 (oud).
Het totale cijnbedrag was 9 oude penningen, wat omgerekend
volgens de gebruikelijke norm betekent dat het oorspronkelijk
uitgegeven oppervlak 9 lopens groot was.
De drie cijnzen hadden vanaf 1406
dezelfde cijnsbetalers. De oudst bekende cijnsbetalers zijn:
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Hm-61 (oud): Het erfgoed van Elizabeth Andreasdr.,
3 ½ oude penningen + 1 oude oort
Hm-62 (oud): Het erfgoed van Nicolaes, zoon van
Henricus Graets, 3 ½ oude penningen + 1 oude oort
Hm-78.1 (oud): Het goed van Rufus, 3 nieuwe
obolen
|
De 3 kinderen van Johannes Clockghieters (Satoris
Campanarus)
|
Vermeld in 1406 |
Wilhelmus, zoon van Johannes Clockghieters
|
Verwerving 1421-1447 |
Lambertus, zoon van Petrus van de Loe
|
Verwerving 1421-1447 |
Wolterus, zoon van Lambertus Petrus de Loe
|
Vererving 1447-1465 |
de 6 kinderen van Wolterus Lambertus Petrus van Loe
|
Verwerving 1465-1507 |
Rutger Vriessen van Doerne
|
Verwerving ná 1507 |
Arnoldus, zoon van Wautgerus Nicolaus
|
Verwerving ná 1507 |
Catharina, weduwe van Arnoldus, zoon van Wautgerus
Nicolaus, met 5 kinderen
|
Verwerving ná 1507 |
We nemen aan dat deze zcijnzen
behalve op perceel nrs .10, 13 en 14 aanvankelijk ook betrekking
had op perceel nr. 1. Het totale oppervlak van deze
gezamenlijke percelen was 166 roeden groter dan het oppervlak
afgedekt door de cijnzen. Het verschil kan veroorzaakt zijn door
kleine uitgiften aan de rand die onder onze radar gebleven zijn.
Perceel nr. 15:
De cijns aan de heer van Helmond
Hm-63 (oude nummering) gaat over in Hm-41 (nieuwe nummering).
Omstreeks 1600 werd deze cijns in twee delen verdeeld. Een helft
rustte daarna op Berg nr. 17 en de andere helft op Donk nr. 15.
In deze reconstructie nemen we aan dat de hele cijns
oorspronkelijk op Donk nr. 15 rustte. Het cijnsbedrag was 4 1/2 oude penningen en de
oorspronkelijke grootte van het in 1190-1314 uitgegeven perceel
4 1/2 lopens.
De oudst bekende cijnsbetalers zijn:
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Hm-63 (oud):
4 ½ oude penningen uit het deel van Rutgerus Bigghe
|
Johannes, zoon van Arnoldus Molners (Multoris)
|
Vermeld in 1406 |
Wilhelmus, zoon van Nycolaus van de Moest
|
Verwervig in 1406-1421, vermeld in 1421 |
De 6 kinderen van Wilhelmus, zoon van Nycolaus van de
Moest
|
Vererving in 1421-1430 |
Lucas, zoon van Johannes van Eyken
|
Verwerving in 1430
|
Henricus, zoon van Marcelius van Kilsdonc
|
Verwerving in 1430-1447, vermeld in 1465 |
Daniel, zoon van wijlen Wilhelmus Aelbertus
|
Verwerving in 1465-1498, vermeld in 1507 |
Henricus, zoon van Danielis van Kilsdonck
|
Verwerving ná 1507
|
Perceel
nr. 16:
Uit perceel nr. 16 werd in de
achttiende eeuw een cijns betaald aan de heer van Helmond (Hm-37
(nieuw) en Hm-44 (nieuw). Deze cijns komt voort uit Hm-74 (oud),
een cijns van 7 1/2 oude penningen en 4 nieuwe penningen die in
1451 in 7 delen verdeeld werd:
Oude nummering |
Nieuwe nummering |
Lokatie in 18de eeuw |
Cijnsbetaler in 1451
|
Cijnsbedrag |
Hm-74.a (oud) |
Hm-37 (nieuw)
|
Leest nr. 13
|
Elisabeth, weduwe van Arnoldus Houbraken |
1 oude penning |
Hm-74.b (oud) |
Hm-44 (nieuw) |
Leest nr. 13
|
De kinderen van Arnoldus, zoon van Wolterus Donckers |
1 oude penning en 1 ½ nieuwe penning |
Hm-74.c (oud) |
Hm-17 (nieuw) |
Leest 31+32
|
Lucas, zoon van Johannes van Eyck |
2 nieuwe penningen |
Hm-74.d (oud) |
Hm-59 (nieuw) |
Donk 25 |
Gerardus, zoon van Egidius
|
1 oude penning |
Hm-74.e (oud) |
Hm-40 (nieuw) |
Donk nr. 16 |
Henricus van Kilsdonck |
1 ½ oude penningen en 1 oude oort |
Hm-74.f (oud) |
Hm-135 (nieuw) |
Bruggen nr. 11 |
Johannes, zoon van Wolterus Donckers |
2 oude penningen |
Hm-75.2a |
Hm-17 (nieuw) |
Leest 31+32 |
Margareta, dochter van Wolterus Donckers |
½ nieuwe penning en 3 oude oort |
In deze reconstructie wordt
beredeneerd dat de cijns oorspronkelijk betrekking gehad kan
hebben op Bruggen, perceel nrs. 9-11.
Perceel nr. 18:
Op perceel nr. 18 rustte een cijns
aan de heer van Helmond met nr. Hm-66 (oud), die overging naar
Hm-50 (nieuw). Er zijn geen aanwijzingen dat deze cijns na 1406
ooit verhuisd of verplaatst is. Het cijnsregister van Helmond
vermeld tussen 1507 en 1590 als cijnsbetaalster: de weduwe van
Goswinus. Vermoedelijk was ze de weduwe van Goessen Geerlyx
Cnoeden, die op 1546 als eigenaar van dit perceel genoemd wordt.
Dit bevestigt dat de volgende reeks namen in de vijftiende eeuw
eigenaren van perceel nr. 18 geweest zijn.
Het
cijnsbedrag van 1 nieuwe penning correspondeert met een in
1190-1314 uitgegeven perceel van 33 roeden.
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Hm-66 (oud):
Huis en hof van Denekinus Snijders (Sartoris), te
betalen aan de Heer van Helmond een grondcijns van 1
nieuwe penning
|
Denekinus Snijders (Sartoris)
|
Vermeld vóór 1406 |
Theodoricus, natuurlijke zoon van Arnoldus Heymen
|
Vermeld in 1406 |
Margareta, dochter van Denekinus
|
Verwerving 1506-1421 |
Johannes ... van Cucstege
|
Verwerving 1421-1430 |
Egidius, zoon van Gerardus, zoon van Petrus
|
Verwerving ± 1430 |
Johannes, zoon van Egidius Gerardus Petrus
|
Verwerving 1430-1447 |
Gerardus die Vriese (Frisonis), zoon van wijlen
Egidius Bathen
|
Verwerving 1447-1465 |
Elisabeth, weduwe van Gerardus die Vriese, zoon van
wijlen Egidius Bathen, met 6 kinderen
|
Verwerving 1465-1498 |
Ermgardus, dochter van Gerardus die Vriese
|
Verwerving 1498-1507 |
De weduwe van Goswinus
|
Verwerving ná 1507 |
Nog een cijns
aan de heer van Helmond uit perceel nr. 18:
Volgens een akte uit 1773 werd
toen een cijns uit perceel Donk nr. 18 betaald van 1 stuiver. De
cijns bestond uit twee "texten" of delen, die we in de
administratie van de heer van Helmond vanaf de zestiende eeuw
aantreffen als nrs. Hm-50 (nieuw) en Hm-138 (nieuw). Hm-50 (nieuw)
hebben we hiervoor al besproken.
Hm-138 (nieuw) komt voort uit een
oudere cijns Hm-72 (oud). De cijns is niet gesplitst geweest. Er
zijn twee aanwijzingen dat deze cijns verplaatst is. In de
eerste plaats is uit de belendingen van de omschrijving van
cijns Hm-138 (nieuw) af te leiden dat de cijns toen op Leest nr.
20b rustte. We nemen aan dat de cijns eerder op Leest nr. 18
rustte, welk perceel rond 1700 in dezelfde handen was als Leest
nr. 20b. In de tweede plaats wijken de namen van de
cijnsbetalers van Hm-72 (oud) af van de namen in bovenstaande
tabel, waarvoor we een onafhankelijke bevestiging vonden in het
rechterlijk archief van Veghel. Perceel
nr. 22 en 25:
Hm-71 (oud) werd tussen 1406 en 1421 in
2 delen gesplitst. Een deel rustte later op Donk nr. 22 (Hm=102
(nieuw)) en een deel op Donk nr. 25 (Hm-59 (nieuw)). Het
cijnsbedrag van de hele cijns was 3 nieuwe penningen, wat
betekent dat het in 1190-1314 uitgegeven perceel 100 roeden
groot was. Er zijn geen aanwijzingen dat deze cijns ooit
verhuisd is.
Hm-59 (nieuw) kwam op gedeeltelijk ook voort uit
Hm-74 (oud). Zie voor dat deel hierboven de toelichting bij
perceel nr. 16.
De oudst bekende cijnsbetalers zijn:
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Hm-71 (oud):
3 nieuwe penningen uit het erfgoed van Arnoldus Molners
(Multoris), genaamd dat Loect
|
Arnoldus Molners (Multoris)
|
Vermeld vóór 1406
|
Denekinus, zoon van Denekinus Sophia
|
Verwerving in 1406-1421 |
In 1406-1421 wordt de cijns gesplitst.
|
|
Hm-71.1 (oud):
1 ½ nieuwe penningen
|
Hm-59 (nieuw) |
Elizabeth en Arnoldus, kinderen van Denekinus Sophia
|
Verwerving in 1406-1421 |
Arnoldus, zoon van Daniel
|
Verwerving in 1428
|
Gherardus, zoon van Egidius Bathen
|
Verwerving in 1428-1447, vermeld in 1465 |
Wilhelmus Zuermont
|
Verwerving in 1465-1498 |
Gerardus, zoon van Henricus van Doren, genaamd die
Vriese
|
Verwerving in 1465-1498, vermeld in 1507 |
Daniel, zoon van Theodorus Wolteruss
|
Verwerving ná 1507
|
Hm-71.2 (oud):
1 ½ nieuwe penningen
|
Hm-102 (nieuw) |
Denekinus, zoon van Denekinus Sophia
|
Vermeld in 1406 |
de weduwe en 2 kinderen van Henricus, zoon van Denekinus
Sophia
|
Deling in 1406-1421 |
Wilhelmus, zoon van wijlen Arnoldus Henricus
|
Verwerving 1447-1465 |
Ludovicus, zoon van Johannes, zoon van wijlen Daniel
|
Verwerving 1447-1465 |
Henricus, zoon van wijlen Rodolphus Danielis
|
Verwerving 1447-1465 |
Johannes, zoon van Thomas, zoon van Henricus
|
Verwerving 1465-1507 |
Anthonius, zoon van Arnoldus Stanssen
|
Verwerving ná 1507 |
Perceel nr. 25 + 27:
Uit perceel nrs. 25 + 27 werd een cijns betaald aan de heer van
Helmond van 3 oude penningen voor een in de periode 1190-1314
uitgegeven perceel van 3 lopens. In de administratie van de heer
van Helmond heeft deze cijns in de vijftiende eeuw nummer Hm-183
(oud) en daarna Hm-28 (nieuw). Er zijn geen aanwijzingen dat
deze cijns na 1406 ooit verdeeld of verhuisd is. De oudst
bekende cijnsbetalers zijn:
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Hm-28 (oud):
uit een stuk grond genaamd Ertstrepen en Paelecker, 3
oude penningen
|
Egidius, zoon van Johannes Donkers
|
vóór 1406 |
De 3 kinderen van Johannes Clockghieters (Sartoris
Campanaris)
|
Vermeld in 1406 |
Wilhelmus, zoon van Johannes Clockghieters
|
Verwerving 1421-1447 |
Lambertus, zoon van Petrus van Loe
|
Verwerving 1421-1447 |
Henricus, zoon van Wilhelmus Danielis
|
Verwerving ± 1454 |
Wilhelmus, zoon van wijlen Henricus van Doeren
|
Verwerving 1447-1465 |
Arnoldus, zoon van Wilhelmus Henricus van Doeren
|
Verwerving 1498-1507 |
Daniel Theodoricus Woltherus
|
Verwerving ná 1507 |
Perceel nrs. 34, 35 en 36:
In 1592 rustte op percelen
nrs. 34, 35 en 36 een cijns aan de heer van Helmond van 3
stuivers. In de achttiende eeuw vinden we deze cijns verbonden
aan het nabijgelegen perceel nr. 5. Deze cijns is dus verhuisd.
De cijns heeft nummer Hm-130 (nieuw) in de administratie van de
cijnzen van de heer van Helmond vanaf de zestiende eeuw.
Hm-130 (nieuw) komt voort uit drie oudere cijnzen: Hm-65 (oud),
Hm-78.2 (oud) en Hm-78.3.2 (oud), dat is een deel van Hm-78.3.
Hm-78.3.1, rustte later op Keselaer nr. 2. We veronderstellen
dat heel Hm-78.3 op Donk rustte.
Gezien de
omschrijvingen in 1406 vormden Hm-65 (oud) en Hm-64 (oud) (zie
hieronder) voor 1406 samen een cijns. Hm-64 (oud) rustte op het
aangrenzende perceel nr. 37. De reeks met namen van Hm-64 (oud)
krijgt voor de 16de eeuw steun van onafhankelijke gegevens uit
het rechterlijk archief.
De oudst bekende cijnsbetalers
zijn:
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Hm-65 (oud) (1406):
Uit Bigghe's hoef (manso Bigghe), te betalen aan
de heer van Helmond: 8 oude penningen + 1 oude obol + 1
oude oort
Hm-65 (oud) (1447):
Uit Bigghe's hoef, uit een huis en erfgoed gelegen aen
die Donc, te betalen aan de heer van Helmond: 8 oude
penningen + 1 oude obol + 1 oude oort
|
Mechtildis, dochter van Gerardus Philippus
|
Vermeld in 1406 |
Egidius, natuurlijke zoon van Johannes van Ham
|
Verwerving in 1412 |
Wilhelmus, Elizabeth en Ermgardis, natuurlijke kinderen
van Egidius, natuurlijke zoon van Johannes van Ham
|
Vererving 1447-1449 |
Henricus, zoon van Egidius Batens
|
Verwerving in 1449 |
De 9 kinderen van Henricus, zoon van Egidius Batens
|
Vererving 1465-1498 |
Theodoricus, zoon van Johannes Landmeters
|
Verwerving 1498-1507 |
Rodulphus, zoon van Godefridus Lensen
|
Verwerving 1498-1507 |
Marcelius van Kilsdonk
|
Verwerving 1507-1590 |
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Hm-78.2 (oud):
Henricus Graet, 3 nieuwe obolen uit het erfgoed van
Wilhelmus Rufus
|
Wilhelmus Rufus
|
Vermeld vóór 1406 |
Henricus Graet
|
Vermeld in 1406 |
Wilhelmus Clocghieter
|
Verwerving in 1406-1421 |
Lambertus, zoon van Petrus van Loe
|
Verwerving in 1424
|
Henricus, zoon van Wilhelmus Daniels
|
Verwerving in 1429
|
Arnoldus Donkers
|
Verwerving in 1435
|
De weduwe en 3 kinderen van Arnoldus
Donckers, en de kinderen van Elizabeth, dochter van
Arnoldus Donckers
|
Vererving in 1435-1447
|
De kinderen van Arnoldus Donckers, en
de kinderen van Elizabeth, dochter van Arnoldus Donckers
|
Vererving in 1435-1447
|
Zie verder bij Hm-78.3.2.
|
|
Hm-78.3 (oud):
3 ½ nieuwe penningen uit het erfgoed van Marcelius, zoon
van Henricus Graet, van het goed van Rufus
|
Rufus
|
Vermeld vóór 1406
|
Marcelius, zoon van Henricus Graet
|
Vermeld vóór 1406
|
Wilhelmus, zoon van Denekinus, zoon van
Sophia
|
Vermeld in 1406 en in 1421 |
Heylwigis, weduwe van Wilhelmus, zoon
van Denekinus, zoon van Sophia
|
Vererving in 1421-1434 |
Wilhelmus, zoon van Wilhelmus van
Hamvelt
|
Verwerving in 1421-1434 |
In 1434 wordt de cijns gesplitst.
|
|
Hm-78.3.1 (oud):
1 nieuwe penning
|
Hm-83 (nieuw) Keselaer 2 |
Wilhelmus, zoon van Wilhelmus van
Hamvelt
|
Vermeld in 1447
|
Johannes, zoon van Wilhelmus, zoon van
Wilhelmus van Hamvelt
|
Verwerving in 1447-1465 |
Hillagondis, weduwe van Johannes, zoon
van Wilhelmus, zoon van Wilhelmus van Hamvelt
|
Vererving in 1465-1498
|
Theodoricus, zoon van Johannes van
Hamvelt, genaamd Landmeter
|
Verwerving in 1498-1507
|
Petrus, zoon van Theodorus Ameliuss
|
Verwerving ná 1507
|
De 4 kinderen van Petrus, zoon van
Theodorus Ameliuss
|
Verwerving ná 1507
|
Theodricus, zoon van Petrus, zoon van
Theodorus Ameliuss
|
Verwerving ná 1507
|
De weduwe van Theodricus, zoon van
Petrus, zoon van Theodorus Ameliuss, met haar 6 kinderen
|
Vererving ná 1507
|
Hm-78.3.2 (oud):
3 nieuwe obolen
|
Hm-130 (nieuw)
Donk 34-36 |
Arnoldus Donkers
|
Verwerving in 1434
|
De weduwe en 3 kinderen van Arnoldus
Donckers, en de kinderen van Elizabeth, dochter van
Arnoldus Donckers
|
Vererving in 1434-1447
|
De kinderen van Arnoldus Donckers, en
de kinderen van Elizabeth, dochter van Arnoldus Donckers
|
Vererving in 1434-1447
|
Hm-78.2 + Hm-78.3.2 (1434):
uit het erfgoed genaamd die Amer, 6 nieuwe obolen, eerst
van Wilhelmus Danielis en zijn zoon Henricus
|
Henricus, zoon van Wilhelmus Danielis
en zijn zoon Gerardus
|
Verwerving in 1442 |
Henricus, zoon van Egidius Batensoen
|
Verwerving in 1442-1447, vermeld in 1447 |
De 9 kinderen van Henricus, zoon van
Egidius Batensoen
|
Verwerving in 1465-1498, vermeld in 1498 |
Theodoricus, zoon van Johannes
Landmeters
|
Verwerving in 1498-1507
|
Rudolphus, zoon van Godefridus Lensen
|
Verwerving in 1498-1507
|
Marcelius van Kilsdonck
|
Verwerving in 1507-1590 |
Perceel nr.
37:
Op perceel nr.
37 rustte een cijns aan de heer van Helmonmd. De cijns heeft nr.
64 (oud) en vanaf de zestiende eeuw Hm-176 (nieuw). Er zijn geen
aanwijzingen dat de cijns ooit verplaatst is. De namen van de
cijnsbetalers in de zestiende eeuw komen overeen met de
eigenaren van het perceel volgens gegevens uit het rechterlijk
archief van Veghel. De omschrijvingen van Hm-64 (oud) en Hm-65 (oud)
in 1406 komen overeen, zodat deze cijnzen eerder een cijns
gevormd zullen hebben. De oudst bekende cijnsbetalers zijn:
Cijnsbetalers:
|
Transactie en datum: |
Hm-64 (oud) (1406):
Uit Bigghe's hoef (manso Bigghe), te betalen aan
de heer van Helmond: 8 oude penningen + 1 oude obol + 1
oude oort
|
Bigghe
|
Vermeld vóór 1406 |
Johannes, zoon van Gerardus Philipss
|
Vermeld in 1406 |
Egidius, zoon van Gerardus Philippuss
|
Verwerving 1421-1447 |
De weduwe van Egidius, zoon van Gerardus Philippuss met
4 kinderen
|
Vererving 1421-1447 |
Arnoldus, zoon van Egidius, zoon van Johanness
|
Verwerving 1421-1447 |
Rodulphus, zoon van Johannes Roveruss van Thuyfthuysen
|
Verwerving 1465-1498 |
Waulterus, zoon van Wilhelmus, zoon van Henricus
Haubraken
|
Verwerving ná 1507 |
Arnoldus, zoon van Wilhelmus, zoon van Henricus
|
Verwerving ná 1507 |
In deze reconstructie nemen we aan
dat de cijnzen van perceel nrs. 34-37 ook op perceel nrs. 4-9
rustten. Het totale oppervlakte van al deze percelen (afgezien
van de nieuwere uitgiften) was ongeveer 20 % groter dan het
berekende oppervlakte van het cijnsgoed. Het verschil kan
veroorzaakt zijn door kleine uitgiften aan de rand die onder
onze radar gebleven zijn.
Conclusie:
De meeste cijnzen aan Helmond treffen
we aan in het oosten van De Donk. Dit sluit goed aan bij het
gegeven dat de veldnaam Donk aangetroffen wordt in het westen
van het gebied, op perceel nr. 28 en een deel van nr. 29. Een
Donk was een terreinverhoging, die wat droger was als de directe
omgeving en daarom ook eerder geschikt voor landbouw en bewoning.
|