Asdonk - toponiemen

 

Naam:

 

Asdonk

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Asdonk naast kilsdonksedijk bij watermolen [RAV-24 (1539)]

 

asdonk [RV-54 (1664)]

 

hoij in de asdonk [GVE12-187 (1777)]

 

de asdonk [N (1872 t/m 1895), V.]. A 778 (h: 40.60) 780 (w: 26.80) 841-843 (h: 2.23.10)

 

Verklaring door Cornelissen:

 

As is een prehistorische waternaam (aska), die op een nederzetting werd overgedragen te

vergelijken met Asse in Brabant (Molemans, Paulissen, 1976, blz. 87).

 

Donk "lichte ophoging in een depressie".

 

Verklaring door Beijers en Van Bussel:

 

As(ch) betekent normaliter esseboom.

 

Sommige schrijfwijzen ondersteunen echter de interpretatie d’Aasbroek [het broek bij de Aa]; of moet uitgegaan worden van d’Asbroek, een broek vol met essebomen?

 

In Assum (NH) ziet men ask = esseboom + heem = woonplaats. Ook een PLN als Overasselt kan geanalyseerd worden als bestaande uit As­le of Asselt = essenbos. In Ast, afgeleid van Asch is het bekende collectief t-suffix aanwijsbaar; de plaats waar essen staan, vgl. Berkt, Eekt, Boekt e.d.

 

Ook is niet uitgesloten dat Ast, in de verbasterde vorm ‘est’ bv., betrekking zou hebben op een droogoven voor mout, graan of hop. Deze wordt aangeduid met ‘eest’. In het oostelijk gedeelte van Brabant spreekt men van een ‘esthuis’ = bakhuisje, huis waar de bak­oven staat. In Aspert is de esp of ratelpopulier te herkennen, de bekende Populus tremula L. Moerman 1956:29; Buiks 1988 dl.4:9; v.Berkel & Samplonius 1989:21,143; Billiet 1955:48

 

 

Waar ‘donk’ zonder bepaling voorkomt wordt het met het lidwoord gebruikt: bv. ‘op de Donc’. Men treft het vrijwel steeds in samenstellingen aan. Over de betekenis is een zekere consensus bereikt. Gijsseling denkt aan een zandige opduiking in een moerassig terrein en gaat uit van een afleiding van ‘dunga’. Bach spreekt van een ‘flache Erhöhung, Sandbank im sumpfigen Gelände’.

 

De Kempische donken zijn oorspronkelijk gelegen in een broek of moerassige laagvlakte met één zijde op een beek of rivier. Het waren over het algemeen uitgestrekte verhevenheden, bewoond of geschikt gemaakt voor kolonisatie.

 

In de bepalingen die bij het woord voorkomen schijnt vaak een diernaam te schuilen of een verwijzing naar de plaatselijke begroeiing, uiterst zelden een persoonsnaam.

 

Mansion verklaart de oorsprong van ‘donk’ uit de ondergrondse kuil die bij de Germanen als winter­verblijf diende voor wevers of ook als vrouwenverblijf en die van buiten werd bedekt met mest om de kou te weren, zodat deze kon uitgroeien tot een kleine heuvel.

 

In de Baronie blijken donken weide- of beemdge­bieden te zijn. De meeste donk-namen komen ten zuiden van de grote rivieren voor. Soms slijt het element af: Spordonc > Sporing, Spoerdonc > Spoeling, Boedonc > Boeding, Beersdonk > Beersing.

 

Van Osta is van mening dat er onvoldoende topografische en etymologische gronden zijn om het woord te verklaren als ‘hoogte’. Volgens hem wijst microtoponymisch onderzoek in de richting van ‘laag’ of ‘afhellend’ en is het een ondiepe put, inzinking of afzakkend terrein. Hij legt een verband met het ww. ‘dompelen’ voor terreindepressies in de direkte omgeving van beken en moerassen, die periodiek overstroomden: een moerassige terreindepressie als tijdelijk ‘ondergedompeld’ land.

 

Gijsseling 1954:100; Bach 1953 dl.2:291; Buiks 1986 dl.9:40; Buiks 1990:140; Moerman 1956:53; Schönfeld 1950; Gijs­seling 1981:75; v.Osta 1991:87 - 115; Helsen 1978­:37.

 

Ligging:

 

Perceel nrs. 4-5, 10-12

Opmerkingen:

 

Op de topografische kaart van 1956 is perceel 4 als een verhoogd perceel weergegeven. Vermoedelijk was dit de oorspronkelijke Asdonk.

 

 

 

 

Naam:

 

Asdonkse steegt

Vermeldingen door Cornelissen:

 

-

Verklaring door Cornelissen:

 

-

Ligging:

 

Perceel nrs. 13-14, 20-22 grensden “aen d’ Assdoncsse steegt”

Opmerkingen:

 

Betekenis: “steeg naar de Asdonk”

 

 

 

 

Naam:

 

Bendels Horst

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Een perceel hooiland, houtwas en geregtigheden gelegen te Veghel In het dorshout,

genaamd jan aarts kampke en bendelshout [N (1823)].

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Bendel, gebonden bandhout voor hoepelmakers. Benoeming wsch. naar de plaats waar

hoepelhout groeide.

 

Mndl. horst, hurst, kreupelhout (M.Top. Bocholt, -132).

 

Verklaring door Beijers en Van Bussel:

 

Horst, een afleiding van * hursti, is een beboste of met strui­kgewas begroeide opduiking in een moerassig terrein.

 

Volgens Marley bevindt zich een concentratie van horst-namen in Westfalen. Vanuit dat gebied zou het element zich verbreid hebben over NO Duitsland, Nederland en Engeland.  Hij definieert het als ‘verhevenheid met secundaire begroeiing na oorbaarmaking door vuur’.

 

Het germ. * hursti zou nl. ook brand of gloed betekenen. Een zeer vroege vermelding is die van Bochursti op de Veluwe (806), maar volgens Blok staat deze naam op zichzelf en begint de ‘grote stroom horstnamen’ pas later. Gijsseling 1981; Marley 1972:26; Helsen 1978:48.

 

Ligging:

 

Perceel nr. 13

Opmerkingen:

 

Cornelissen heeft “horst” verkeerd gelezen als “hout”

 

 

 

 

Naam:

 

Bundersen Hoek

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Cornelissen signaleert alleen de Bundersen Hoek aan het Beukelaar.

Verklaring door Cornelissen:

 

Bunder(s): Algemeen voorkomende aanduiding voor vele percelen, verspreid over het veghelse grondgebied. “Bunder” heeft betrekking op [vooral sinds de 16e eeuw) verkochte gemeentegronden (M. Top. Valk.) en is een oude oppervlaktemaat, gelijk aan 1 hectare. Z.o. Keuren en breuken 1629, art. 81.

 

Ligging:

 

Perceel nr. 15: “aan de Bundersen Hoeck, alwaar Schijndel en Veghel sig separeert, van outs genaamt de Colck off Veerdonx Colck”

 

Opmerkingen:

 

-

 

 

   

Naam:

 

Eerderwout

Vermeldingen door Cornelissen:

 

-

Verklaring door Cornelissen:

 

Onbekende ligging onder Eerde. Benoeming naar ligging.

Ligging:

 

Perceel nr. 31

Opmerkingen:

 

Bos genoemd naar buurtschap Eerde. Dit lag niet in Eerde, maar in het Achterste Dorshout. Van perceel 29 en 30 wordt ook geschreven dat deze in Eerde lagen.

 

 

 

 

Naam:

 

Espendonk

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Cornelissen signaleert deze veldnaam op het Middegaal en Zondveld.

Verklaring door Cornelissen:

 

Donk "lichte ophoging in een depressie". Benoeming naar de begroeiing met espen en naar de ligging op een hoogte.

Ligging:

 

Perceel nr. 27

Opmerkingen:

 

-

 

 

 

Naam:

 

Int Goor

Vermeldingen door Cornelissen:

 

-

Verklaring door Cornelissen:

 

Bij de bespreking van Goordonk: De primaire betekenis van mnl. gore, vr. goor, o is slijk, moeras. Mits een goede ontwatering kan een goor sekundair ook hooiland aanduiden. Vele goren waren ook geschikte terreinen voor klotwinning (M. Top. Valk. -122).

 

Verklaring door Beijers en Van Bussel:

 

Het mnl. goor of gore betekent slijk, moerassig land met venige bodem. Indien een goede ontwatering bestaat kan een goor secundair ook hooiland aanduiden. Goor wordt ook wel gebruikt voor turfgrond; in dat geval is de bepaling wit in bv. Witgoor begrijpelijk. Er was immers witte en zwarte moer. De eerste bevatte meer zand en was van mindere kwaliteit. In de zwarte moer daarentegen zaten meer plantenresten en deze had daardoor een donkere kleur. Gijsseling 1954; Molemans 1976:357; de Jongh 1972:184; Buiks 1990:95.

 

Ligging:

 

Perceel nr. 29

Opmerkingen:

 

-

 

 

 

Naam:

 

Haagkamp

Vermeldingen door Cornelissen:

 

-

Verklaring door Cornelissen:

 

Mnl. hage(n) 1) bosje van laag hout of kreupelhout, 2) heg, heining. Buiten de betekenis van "omheining van levend hout, secundair een met houtgewas omheind perceel" had haag dus ook de betekenis van "laagstammig bos, doornstruiken: (M. Top. Valk. -126).

 

Verklaring door Beijers en Van Bussel:

 

Over het algemeen is een haag bedoeld van doornstruiken als terreinafsluiting, vgl. het woord ‘heg’. Andere auteurs geven de verklaring van ‘omheind bosje’. Een derde betekenis is: afgesloten jachtgebied.

 

De haagnamen vormen vermoedelijk een bijzondere groep en zijn moeilijk te dateren. Opvallend is dat haagtoponiemen binnen de cijnskring vaak op lokaties liggen die archeologisch interessant zijn, zoals bv. ‘die Haghe’ onder Helmond, waar de oude Helmondse burcht is blootgelegd en ‘ter Haghe’ in Everse onder St. Oedenrode, waar de Haagakkers archeologische schatkamers bleken te zijn.  Qua ligging zijn de haagtoponiemen in de meeste gevallen binnen de oude kern van de nederzettingen te traceren.

 

Hagelveld zou ont­staan kunnen zijn uit haag + el-uitgang in de betekenis van veld met hagen of struiken omgeven. Moerman 1956:78; Helsen 1978:61; Gijsseling 1981:76; Verdam 1932:234; Schönfeld 1950:134; Mennen 1992: 300.

 

Ligging:

 

Perceel nrs. 16-19

Opmerkingen:

 

Het is ook mogelijk dat deze kamp genoemd is naar een persoon.

 

 

 

 

Naam:

 

Jan Aerts Campke

Vermeldingen door Cornelissen:

 

-

Verklaring door Cornelissen:

 

-

Ligging:

 

Perceel nrs. 13-14

Opmerkingen:

 

Genoemd naar Jan Aart Reijnders van der Mee die in 1702-1722 als eigenaar genoemd wordt.

 

 

 

 

Naam:

 

Het Kilsdonkske

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Het kilsdonkske hendrick geert roef [Hs- (1590)]

 

een hoijbempt gelegen tot Vechel genompt het kilsdonckxe [N (1653)]

 

hoy het kilsdonkje [GVEI2-79 (1778)]

 

in het achterste dorshout op het kilsdonk nabij de sluis [N (1819)].

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Ligging op het drielandenpunt Veghel, Schijndel, Dinther aan de Aa ter hoogte van de Kilsdonkse molen onder Dinther. Het diminutief duidt wellicht op een klein perceel hooiland, dat deel uitmaakte van de Kilsdonk.

 

Het eerste lid is waarschijnlijk afgeleid van "kil" volgens W.N.T. Al) diep, geul, smal kanaal tusschen banken, droogten of platen in zee voor de kast, geul, kanaal waterloop tusschen buitendijksche gronden - gorzen, schorren, slikken, waarden, zanden - in rivieren en stroomen; smalle en diepe natuurlijke waterloop in het algemeen (W.N.T. -2916). B2) boezem, inham in den oever eener rivier als (natuurlijke) havenplaats voor schepen (W.N.T. -2920).

 

Bij de Kilsdonk vertakte de Aa zich in twee beddingen die iets verderop weer ineenvloeiden. De oostelijke Aa-oever ter plaatse is wat hoger gelegen, zodat het tweede lid "donk" hier wel toepasselijk is. Mogelijk had het toponiem ook specifiek betrekking op het tussen de beide Aa-armen gelegen stuk grond, waarop de Kilsdonkse molen (waarvan een restant nog bestaat) zich

bevond.

 

Ligging:

 

Perceel nrs. 6-9

Opmerkingen:

 

De donk bevond zich aan de westzijde van de Aa en behalve Kilsdonk had ook het toponiem Asdonk op deze donk betrekking. Op de topografische kaart van 1956 is perceel nr. 4 als een terreinverhoging gemarkeerd. Dit zal de oorspronkelijke donk geweest zijn.

 

 

 

 

Naam:

 

Kilsdonkse Dijk

Vermeldingen door Cornelissen:

 

De colck naast sluysbeemd in kilsdonksedyk [Hs- (1541)]

 

naast vierkante bemt en corstencamp naast kilsdonksedijk by watermolen [Hs- (1607)]

 

asdonk naast kilsdonksedijk by watermolen [Hs- (1711)]

 

naast kilsdonksedijk bij watermolen [GVIIE13 (1792)].

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Dit zal het weggetje zijn dat vanaf de dorpenweg naar 's-Hertogebosch ter hoogte van

Beugt via de Kilsdonkse molen in de richting van het Dorshout loopt. Op Veghels

grondgebied tegenwoordig Pater V.d. Elsenlaan genaamd. Benoeming naar de ligging.

 

Ligging:

 

Identiek aan de Sluijsdijk

 

Opmerkingen:

 

-

 

 

 

 

Naam:

 

Aan de Kilsdonkse Molen

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Sluysbeemt by kilsdonksesluis en kilsdonkse molen (bunders agter de straat) [Hs- (1540)]

 

sluysbeemt by kilsdonksesluis en kilsdonkse molen (bunders agter de straat) [GVIIE13 (1792)]

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Watermolen liggende op de Kilsdonk onder Dinther. Benoeming naar de ligging.

Ligging:

 

Perceel nr 1.

Opmerkingen:

 

Zie de kaart van Verhees uit 1806 en het kaartje uit 1847.

 

 

 

Naam:

 

Den Colck

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Cornelissen signaleert deze veldnaam op verschillende plaatsen in Veghel.

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Benoeming naar de (vroegere) aanwezigheid van een waterplas. De kolk in Blankenburg is het kleinste van de twee vennen geweest die gelegen hebben nabij het huidige waterpompstation (zie Mergelven, Grote en Kleine). Dichtbij het perceel de Kolk in de Knokert bevindt zich een kleine inzinking, waarin vroeger mogelijk water stond. In het gebied Bouwlust, oostelijk van de Weihoef nabij Huigenbos en niet ver van de Bundersehoek, ligt, waar de spoorlijn de Bunderstraat kruist, nu nog een klein vennetje, het lijkt aannemelijk, dat dit vennetje bedoeld wordt met de Kolk bij de Weihoef.

 

Verklaring door Beijers en Van Bussel:

 

Percelen met dit element lagen vermoedelijk in de direkte omgeving van een kolk of draaikolk in een rivier. Een kolk was een op natuurlijke wijze door uitspoeling of kunstmatig aangebrachte verbreding of uitdieping van een waterloop. In de buurt van watermolens zijn de kolken of wielen bekend. Molemans 1976:848; Mennen 1992:8; de Vries 1962:95; v.Berkel & Samplonius 1989:100.

 

Ligging:

 

Perceel nrs. 15, 20-24.

Opmerkingen:

 

-

 

 

 

 

Naam:

 

Corsten Camp, Korsche Kamp

Vermeldingen door Cornelissen:

 

hoy in corstcamp in dorshout [GVEI2202 (1778)]

 

eenen beemt hoijlands houtwasch en geregtigh. int Dorshout ontrent de Sluijs, genaamt corstencamp, 4 karren hoijgewas [RAV112-228 (1799)]

 

korstenkamp [N (1835, 1886, 1892)]; A 813 (ho: 93.30), 814 (ho: 91.60), 815 (ho: 89.50).

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Het eerste lid is wellicht een persoonsnaam.

Ligging:

 

Perceel nr. 27

Opmerkingen:

 

-

 

 

 

 

Naam:

 

Lange Breede

Vermeldingen door Cornelissen:

 

-

Verklaring door Cornelissen:

 

-

Ligging:

 

Perceel nrs. 31, 33.

Opmerkingen:

 

Genoemd naar de vorm en ter onderscheid van het aangrenzende perceel Lange Smalle. Deel van de Lange Buenders.

 

 

 

 

Naam:

 

Lange Buenders

Vermeldingen door Cornelissen:

 

-

Verklaring door Cornelissen:

 

-

Ligging:

 

Perceel nrs. 26, 31-33. Ook deel Amer, nrs. 1-2, 4.

Opmerkingen:

 

Genoemd naar de vorm.

 

 

 

Naam:

 

Lange Smalle

Vermeldingen door Cornelissen:

 

-

Verklaring door Cornelissen:

 

-

Ligging:

 

Perceel nrs. 30, 32

Opmerkingen:

 

Genoemd naar de vorm en ter onderscheid van het aangrenzende perceel Lange Breede. Deel van de Lange Buenders.

 

 

 

 

Naam:

 

Mijssen Camp, Mijssen Velt

Vermeldingen door Cornelissen:

 

-

Verklaring door Cornelissen:

 

-

Ligging:

 

Perceel nr. 25

Opmerkingen:

 

Genoemd naar een eigenaar.

 

 

 

  

Naam:

 

Mortel

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Beemd die mortel [BP1195-228v (1425)]

 

de mortel, dorshout [Hs- (1535)]

 

de mortel, hantfoirtse tiende op middegaal [Hs- (1614)]

 

erf en landt de mortel [GVE12-60 (1778)]

 

de mortel in het rijbroek [N (1879)]; E 693, 695 (ged) (wen he: 2.12.50)

 

op 't hezelaar, ook de heeze, de mortel [Mh- (1954)].

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Verspreide ligging. Mortel mndl. mortele, moortel "steengruispuin, beslagen kalk" enz. In de toponymie heeft mortel de betekenis gekregen van wat op de eigenlijke mortel lijkt nl. slijk, modder. Het betreft percelen die bij regenval drassig zijn, vermoedelijk te wijten aan steensubstraat (M. Top. van Bocholt, -170).

 

Verklaring door Beijers en Van Bussel:

 

Mortel, mnl. morter, komt van het lat. * mortarium = metselspecie, gruis of pulver. Als toponiem heeft het betrekking op laaggelegen moerassige gronden.

 

In het westen van Brabant zouden volgens Weynen de vormen martel, marter en mertel overheersen, terwijl meer naar het oosten ‘mortel’ de gewone vorm is. In België komt ‘regenmortel’ voor waarin Lindemans een afleiding ziet van ‘reen’ = een grensaandui­ding, vgl. reengenoten. De mortelgebieden zijn modderig en slijkerig van aard.

 

Moerman 1956:163; Helsen 1944:143; Lindemans 1946:114; Ditt­maier 1963:207; Buiks 1986 dl.16:92; Weynen 1965:49.

 

Ligging:

 

Perceel nrs. 2-3 en 28. Perceel nrs. 2-3 werden ook “Lange Mortel” genoemd.

 

Opmerkingen:

 

-

 

 

 

 

Naam:

 

Peter Adriaan Goossen Camp

Vermeldingen door Cornelissen:

 

-

Verklaring door Cornelissen:

 

-

 

Ligging:

 

Perceel nrs. 16-19

Opmerkingen:

 

Genoemd naar een eigenaar. Peter Adriaan Goossen wordt in 1732 als eigenaar vermeld.

 

 

 

 

Naam:

 

Sluijsbeemt

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Sluysbeemt by kilsdonksesluis en kilsdonkse molen [Hs- (1540)]

 

hoy op middegael het sluys of geweerbeemtje [GVEI2-263 (1777)]

 

den sluijsbeemt [GVEI2-67 (1778)]

 

een perceel hooiland genaamd sluisbeemd in het dorshout [N (1842)]; A 777 (ho: 1.83.00)

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Benoeming naar de ligging nabij de sluis bij de Kilsdonkse molen.

 

Ligging:

 

Perceel nr. 1

 

Opmerkingen:

 

-

 

 

 

 

Naam:

 

Sluijsdijk

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Sluysdijk [RAA V159-57 (1742)]

 

de sluisdijk [N (1897)]; A 835-838 (ho: 1.5.00)

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Ligging in de Knokert. Benoeming naar de ligging nabij een sluis.

Ligging:

 

Perceel nr. 6 grensde aan de Sluijsdijk

 

Opmerkingen:

 

De dijk liep naar de sluis bij de Kilsdonkse molen. Zie de topografische kaart van 1956.

 

 

 

 

Naam:

 

Veerdoncx Colk

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Hoijvelt in verdonks colk [GVEI2-81 (1778)]; veerdoncs kolk, een eind aan de oude beke langs de tegenwoordige sluisdijk [Ms-].

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Onbekende ligging in de Knokert of in het Oost-Dubbele. Het eerste lid kan een genitief zijn van een persoonsnaam vgl. Martina v.d. Veerdonk, 1879 (Kl.Bev. V.). Misschien ook te lezen als kolk bij een plaats genaamd de Veerdonk.

 

Ligging:

 

Perceel nr. 15

Opmerkingen:

 

-

 

 

 

 

Naam:

 

Vierkanten Beemt

Vermeldingen door Cornelissen:

 

Viercantige beemd, dorshout aan de sluis, valt onder schijndel [Hs- (1582)]

 

asdonk naast vierkante beemt en corstencamp [Hs- (1607)]

 

viercantige beemd, dorshout aan de sluis, valt onder schijndel [RAV159-220 (1759)].

 

Verklaring door Cornelissen:

 

Onbekende ligging in of nabij de Knokert. Benoeming naar de vorm.

 

Ligging:

 

Perceel nr. 6

Opmerkingen:

 

Genoemd naar de vierkante vorm. De door Cornelissen geciteerde bron van 1759 vermeldt niet dat deze beemd in Schijndel lag, maar “binnen desen dorpe van Veghel”.

 

 

Afkortingen Cornelissen     Afkortingen Beijers-Van Bussel     Kaart van Veghel     Asdonk