De datum van
uitgifte van perceel nr. 11 is niet precies bekend. Op 19
december 1650 werden perceel nr. 10 en nr. 13 uitgegeven, en
toen grensden deze percelen aan het goed van Geryt Roeffen, dat
is perceel nr. 11. Dit peceel is dus zeker voor 19 december
1650 uitgegeven.
In 1660 was
het perceel met het huis dat er toen op stond in handen van de
kinderen van Geryt Roeffen. In de oudste verpondingboeken van
1657 en 1702 werd dit goed niet teruggevonden. Het lijkt er op
dat dit huis met wat aangelegen grond het enige onroerend goed
was van Geryt Roeffen (in Veghel). Hij was de plaatselijke
ondervorster.
Dat maakt
weer aannemelijk dat de 9 roeden die Gerit Roeffen op 5 februari
1638 van de gemeente kocht, en die gelegen was ‘aen en scuetboom”
en grensde aan zijn erf, een deel was van dit perceel nr. 11.
Vóór 1638
vonden geen transacties van dit huis meer vermeld in de Veghelse
bronnen. We veronderstellen daarom dat dit huis niet heel oud
was. Mogelijk bouwde Geryt Roeffen op een gegeven moment een
huisje op gemeentegrond. Misschien was hem dat gegund vanwege
zijn functie als ondervorster.
Wanneer zou
dat dan gebeurd zijn? In 1660 blijkt Geryt Roeffen al te zijn
overleden. Als we aannemen dat hij leefde van ongeveer 1590 tot
1660, dan zal het perceel rond 1620 van de gemeint ingenomen
zijn. Voor deze reconstructie houden we een wat ruimere marge
aan: circa 1600-1638.
Dit perceel
is goed te vergelijken met Beukelaars Broek, perceel nr. 9. Dat
perceel werd in 1649 uitgegeven en lag ook afgezonderd (maar
niet ver van) het andere cultuurland omgeven door de wildernis.
Beide percelen werden later omgeven door meer recente uitgiften. |