1. Op perceel
nrs. 6 en 7 rustten
balkcijnzen.
Deze zijn in de dertiende eeuw en 1310 ontstaan door een omslag
van twee cijnzen voor de gemeint over de Veghelse huizen. Dat
betekent dat hier in 1310 al een of twee huizen stonden.
2.
Als er een
perceel van de gemene gronden gekocht werd, moest daaruit
jaarlijks een cijns betaald worden aan de landsheer. Dit gebruik
werd rond 1190 ingevoerd door de graaf van Gelre die optrad als
rechtsvolger van de heren van Rode. In 1231 nam de hertog van
Brabant het graafschap Rode - waartoe de cijnzen behoorden -
over van de graaf van Gelre. Vervolgens gaf de hertog van
Brabant - als deel van een ruil - in 1314 de peellandse cijnzen
weer aan de heer van Helmond. Cijnzen voor uitgiften na 1314
werden weer aan de hertog van Brabant betaald. Cijnzen aan de
heer van Helmond werden dus betaald voor percelen die in de
periode 1190-1314 van de gemene gronden gekocht zijn.
Hierbij dient men in gedachten te
houden dat een cijns bij een verdeling wel eens naar een ander
perceel verhuisde.
In deze reconstructie nemen we aan
dat het hier besproken gebied belast was met cijnzen aan Helmond
en in 1190-1314 van de gemene gronden uitgegeven is. Zie
de toelichting bij Lage Heide, onder 5.
|