Foto's Huizen Kroniek

Kroniek van het jaar 1947


PA Zijtaart, brieven.   In het archief van de parochie bevindt zich een brief van 11 maart 1947 van koster Rietbergen aan de secretaris van de Diocesane Kosterbond te Oss over zijn salaris. Hij is in onderhandeling met het kerkbestuur over zijn salaris. De koster berekent dat hij ca. f 1,-- per uur verdient.

Foto: collectie Margriet van de Rijt  

Adler Trumpf Junior Sport two-seater met 25 of 28 PK motor, waarschijnlijk uit 1935-1937. De carroserie zou gemaakt kunnen zijn door Dörr & Schreck uit Frankfurt. Het Nederlands kenteken N-79153 stond op naam van Frits van Eerd uit Veghel (Fritske de Mulder). De auto was van Jan van Eerd, de broer van Frits. Staand langs de auto Gerard van de Rijt, zijn echtgenote Johanna Maria Lucia (Lies) Heeren en op de motorkap hun dochtertje Margriet. Foto genomen in Zijtaart rond 1947.

Inv. nr. 1104, notulen van de gemeenteraad, d.d. 29 april 1947.   Het raadslid Adrianus van de Ven informeerde naar de uitbreiding van de waterleiding naar Zijtaart. De burgemeester antwoordde met de dooddoener dat dit in behandeling is.

Jubileumboek 40-jarig bestaan VOW, 1987; Brabants Dagblad, 10 mei 1957; de foto's zijn in 1948 gemaakt bij het speelveld bij P. van de Ven aan de Rooise weg en staan afgedrukt in het jubileumboek van het 40-jarig bestaan van VOW in 1987.   Kort na de Tweede Wereldoorlog speelden op het 'Schoapenveld' te Veghel (waar nu bejaardenhuis Joachim en Anna staat) 's avonds een aantal jongemannen voetbal. Men was altijd met dezelfde mensen onder elkaar. Men wilde ook wel eens tegen anderen voetbvallen en zo ontstand het idee om een voetbalclub te beginnen. Van Vorstenbosch, Rovers, Van de Heuvel, Van Kilsdonk, Mosselaar, Raaijmakers, Van de Elzen, Van de Tillaart en Van Boxtel waren direct enthousiast genoeg om er werk van te maken. De KNVB keurde de aanvraag goed, maar er moest wel het enorme bedrag van 175 gulden gestort worden. Gelukkig schonk aannemer Van Doorn aan de Sluisweg dit bedrag. Als clubkleuren werd voor Oranje en Wit gekozen en als naam Juliana. Die naam leverde problemen op en daarom werd de naam veranderd in Veghel Oranje Wit, afgekort tot VOW. Op 9 mei 1947 werd de R.K. Voetbalvereniging Veghel Oranje Wit officieel opgericht. Men vond een speelveld bij P. van de Ven aan de Rooise weg, aan de Zijtaartse kant van de Hoge Brug. Jolu-Panter schonk de doelen. De spelers verzette het nodige werk, zoals kuilen opvullen, een heg verwijderen en graszoden leggen. Ook werd half Veghel afgelopen om de 75 gulden huur per jaar bij elkaar te krijgen. VOW, toen nog een Veghelse vereniging, ging in 1947 van start met twee senioren teams en één jeugdteam.

Marc van den Berkmortel stuurde op 8 october 2013 een bericht van ANnemarie, dochter van Martien van Piet van de Ven  

Annemarie van de Ven schrijft: "Hieronder schrijft mijn moeder hoe het zat. Tenminste zo zit het in de herinnering van mijn vader Martien van de Ven.

De voetbalvereniging VOW is niet zoals gemeld in café Herman van de Ven-van Dijk aan de sluis opgericht maar bij Piet van de Ven en Anna Hurkmans Café ?schop en riek?. Zo was de naam van het café en stond aan de Rooiseweg waar nu de Sligro zijn pand heeft staan iets voor de Mac Donald dus. Je vader heeft me altijd verteld dat de oprichtingsvergadering bij hun in het café was en dat het bestuur van VOW vergaderde in de opkamer bij hun thuis.

VOW huurde een veld bij je grootvader Piet van de Ven en jouw vader moest samen met zijn broers zondagochtend vóór de voetbalwedstrijd begon de paarde- en koeiemoppen uit het veld verwijderen. En voor het einde van de wedstrijd moest je vader samen met zijn broers en zusjes volle wasbakken met water klaar zetten voor de beide teams. je snapt dat mijn vader en zijn broers erg "blij" waren met het klusje stront scheppen. Mijn vader vertelde dan ook smakelijk hoe het niet helemaal lukt om het allemaal te verwijderen met de schop?. En wat er dan gebeurde als de voetballers een mooie sliding maakten? Die bakken met water waren wel nodig!

Op de stal was hun kleedruimte achter de koeien of ze stonden gewoon buiten.  Dat was het eerste vrijwilligerswerk voor VOW van je vader. Hij doet nu op zijn drie en zeventigste jaar nog nog steeds vrijwilligerswerk voor VOW zoals je weet. En hij heeft tot zijn zeven en vijftigste mee gevoetbald. VOW zit er dus diep in bij je vader. Het is waar dat veel voetballers uit Eikelkamp kwamen.

Interview met Johan van Sleeuwen op 1 maart 2007.   Johan van Sleeuwen: "Toen ik trouwde wist ik niks. Ik ben voorgelicht in de biechtstoel. Toen ik trouwde (op 13 mei 1947) moest ik dag van tevoren naar de kerk, en de Veghelse kapelaan vertelde in de biechtstoel hoe dat allemaal moest. En we waren thuis beerboer en stierboer, maar ik wist van niks."

Herinneringen van de kinderen van Bakel in de jaren tachting door Jan van Bakel in Canada op schrift gesteld, collectie Mari Brugmans.   Corrie (geboren op 1 maart 1929) en Frieda (geboren op 3 mei 1930), dochters van Frans van Bakel gingen als tieners vaak dansen. Ze moesten wel voor het donker thuis zijn. Op een dag, het zal rond 1947 geweest zijn, ging Corrie in St. Oedenrode dansen en ze had er geen erg in dat de tijd zo vlug voorbij ging. Toen ze op haar horloge keek rende ze de danstent uit en fietste zo hard mogelijk naar huis. Corrie wist dat het veel te laat was. Toen Corrie binnen kwam, zei moeder: “Zie je wel, ik had tegen je gezegd dat het tegen 8 uur donker zou zijn!” Corrie wist dat het later was. Toen moeder naar buiten ging om het kippenhok te sluiten, zette Frieda de klok weer vooruit. Ze had in de gaten gehad dat Corrie te laat kwam en ze had de klok voor haar terug gezet.

Herinneringen van de kinderen van Bakel in de jaren tachting door Jan van Bakel in Canada op schrift gesteld, collectie Mari Brugmans.   Jan van Bakel, geboren op 17 februari 1936, vertelde over vroeger: ‘Een van de vervelende werkjes die we moesten doen was de aren van de tarwe van het veld rapen. Deze vielen als het graan gemaaid, gebonden en opgezet werd. Ik herinner me dat mij zusje Tonnie en ik aangewezen werden om dit werkje uit te voeren op het veld helemaal achter de boerderij. We hadden er allebei een hekel aan. Nadat we in een paar uren slechts een paar aren geraapt hadden, zagen we vader op zijn fiets aankomen om naar ons te kijken. Tonnie stelde voor dat ik moest doen alsof ik ziek was, dan zouden we allebei wel naar huis mogen. Toen vader naderde, begon ik met mijn toneelstukje, met mijn lichaam voorover gebogen, klaagde ik bitter over mijn maagkrampen en over het feit dat ik niet rechtop kon staan van de pijn. Vader keek naar me en zei: “Jongen, je hebt nu een geweldige houding om die aren te rapen, dus nu wordt het tijd dat je flink gaat werken.”'

Herinneringen van de kinderen van Bakel in de jaren tachting door Jan van Bakel in Canada op schrift gesteld, collectie Mari Brugmans.   Marinus van Bakel, geboren op 16 november 1937 herinnerde zich uit die tijd: ‘Mensen die bij ons op het land werkten hadden een soort muur van stro gebouwd om tegen te gaan zitten. Ze gebruikten deze muur om zichzelf tegen de zon en wind te beschermen tijden hun thee- of eetpauze. Uit louter kattekwaad brandden we deze muren vaak helemaal af. Onze verzameling van vogeleieren was ook iets wat ons vaak in grote problemen bracht. We zwierven door de hele omgeving zonder op de borden 'Verboden Toegang' te letten. De Erpse bossen waren verboden gebied voor ons, maar we brachten veel tijd door in die bossen, op zoek naar eieren. Vader bakte zijn eigen brood in een klein bakhuis dat tussen het huis van ome Bert en het volgende huis lag.' Marinus herinnerde zich de oude man die bij hen kwam om op de boerderij te blijven. Ze noemden hem Grijze Sjef. Om zijn kost te verdienen maakte hij sigaren. Marinus herinnert zich dat, als ze wat van deze sigaren te pakken konden krijgen, ze die sigaren met de jongens van Scheepers konden ruilen tegen zakmessen en dat soort dingen.

Feestgids, 25-jarig bestaan Jong Nederland, 1970.   In 1947 ging de Jonge Wacht voor het eerst op bivak in Mariahout. Cor de Visser schreef: 'Nog vaak heb ik teruggedacht aan ons eerste heerlijke kampement op de Breugelse hei bij Has van de Sanden, waar de rijstepap stijver was dan de stevigste Breugheliaanse balkenbrei en waar je uitschoof over de wilde konijnen in de bossen van de Nederlandse Heidemij.'

Jan van de Ven vertelde: "We sliepen nog met de jongens in een hooiberg. Ik kan me nog herinneren dat we op een nacht wakker werden van een eng geluid. Er was een koe losgebroken en die stond voor een gat in de hooiberg naar binnen te blazen."


Doc. GAvB.   De zomer was zeer droog en het waterpeil in de put was erg laag. Notities van Gerard van Boxmeer:

22 augustus 1947: 'Zeer droog, met de gierton water gehaald uit de Zuid-Willemsvaart voor de wasch.'

31 augustus 1947: 'Ook voor 't vee moesten vele boeren water halen uit de Zuid-Willemsvaart.'

25 oktober 1947: 'Zo droog, bijna geen drinkwater voor de koeien en ons zelf. Pomp gaf geen water meer. Er was ook geen gras meer, doordat er geen water voldoende was, moesten de koeien buiten blijven.'

Cor van de Ven in 'Zijtaart', 39-40.   Kort na onze bevrijding zijn 15 jongelui uit Zijtaart - 3 vrijwillig en 12 dienstplichtig - naar Indonesië vertrokken, omdat Soekarno op 17 augustus 1945 de onafhankelijke republiek Indonesië uitgeroepen had. De Zijtaartse vrijwilligers kregen hun opleiding in Engeland. Alleen Harry Rovers kreeg zijn opleiding in Amerika als marinier. Het schip voer via de Middelandse zee en het Suez kanaal, de tocht duurde ongeveer een maand. In Indonesie werden ze met landingsvaartuigen van het schip opgehaald en in Belawan aan land gebracht. Een generaal hield een toespraak en vertelde dat men, ondanks alle gevaren, moest roeien met de riemen die er niet zouden zijn.

Een groep van ongeveer zevenhonderd man moest een KNIL-batiljon aflossen in een gebied dat groter was dan de provincie Utrecht. Vooral de mannen die op buitenposten zaten, waren ver weg van stad of dorp. Het vele wachtlopen en patrouille lopen was lang niet gemakkelijk in dit tropische land. De Dienst Welfare spande zich in om op de buitenposten enig vermaak te brengen. Alle buitenposten beschikten, na veel inspanning, over een kantine, waar men tafeltennis kon spelen en er kwamen ook volleybalveldjes.

De meeste jongens ontvingen post van dorpsgenoten en mede-parochiane en het dagelijks schrijven naar familie en vrienden kon een aanvang nemen. In Zijtaart werkte het thuisfromt onder de bezielende leiding van Cor de Visser. Rond kerstmis kregen de jongens een pakketje uit het vaderland, en sommigen warden verblijd met een grammofoonplaatje van thuis.

De Zijtaartse jongens die in de tropen hebben gediend zijn: Bertus van den Hurk, Cor Kremers, Piet Kremers, Albert Oppers, Frans Peters, Martien Peters, Harry Rovers, Toon Schevers, Harrie van Sleeuwen, Theo van den Tillaart, Thieu van den Tillaart, Ben van de Ven, Jan van de Ven, Johan van de Wetering en Cor van de Ven. Frans Peters raakte op Java gewond en kreeg het gewonden-insigne. Cor Coppens is als dienstplichtig soldaat uitgezonden geweest naar Nieuw-Guinea. Alle jongens keerden weer behouden huiswaarts na perioden varierend van 15 tot 40 maanden.

Inv. nr. 1104, notulen van de gemeenteraad, d.d. 28 oktober 1947.  

Raadslid Adrianus van de Ven zei in de gemeenteraad  teleurgesteld te zijn over het uitblijven van de uitbreiding van het electrisch net in Zijtaart. De burgemeester heeft eens gezegd: “Mariaheide is nummer één voor de waterleiding en Zijtaart voor de electriciteit.”

De burgemeester antwoordde dat wij wel allerlei wensen kunnen hebben, maar dat toch niet alles ineens uitgevoerd kan worden. Dat Zijtaart nummer één zou zijn voor de uitbreiding van het electrisch net, kan hij zich niet herinneren gezegd te hebben. Bij het onderhoud dat hij had met de directeur van de P.N.E.M. werd hij voor de keus gesteld: een ondergronds net in de kom van de gemeente, ofwel uitbreiding naar Dorshout, Ham en Havelt. Zijtaart was niet aan de orde.

Bouwstijlen - Thema's - Groei - Organisaties - Veldnamen
Afkortingen - Toelichting verenigingen - Toelichting Huizen - Toelichting Kroniek - Downloads