Willem
van Stiphout, Uit ’n dagboek van een verhuizer
(Oirschot, oktober 1984) 71. |
|
Het jaar 1938 kwam, van oud op nieuw hadden we in Rooi bij mijn vriendin
thuis, de familie Der Kinderen, gekaart, en een zwaar
schot gelost met een ouderwetse bovenlader die Mies der
Kinderen bijna achterover gooide. We moesten heel
dikwijls met Jaans ouders kaarten, want dat was hun
enige verzet. Op zondagavond mochten we met een klein
oliepitje een uur apart in een kamer zitten, waar we
heel veel hebben gepraat en als afscheid mocht Jaantje
ook heel even mee naar buiten als ik naar huis ging.
Op
een goeie dag kwam Van Rijssel bij ons
thuis om een knecht, want Mies der Kinderen werd te
duur. Mijn broer Gerard was misschien goed genoeg, die
woonde nu op Vernhout bij ome Hannes van de Laar en was
pas verhuurd aan Cor de Leest op Zondveld. Johan was in
Lieshout gebleven. Gerrit was verhuurd aan Van Lankvelt,
die onder de wapenen zou moeten blijven. Ik was de enige
die vrij was, en vader verhuurde me aan Van Rijssel voor
maar 75 gulden voor een heel jaar en 75 cent op zondag.
Het enige voordeel was dat ik dichter bij Sjaan kwam te
wonen. Vader kon nooit nee zeggen en schoonpraters had
hij nooit door. Rond Eindhoven kon ik meer dan 300
gulden verdienen en zondags een rijksdaalder. Maar, zo
werd thuis gezgd: “Bij de stad worden de jongens te
vroeg wijs, daar worden ze bedorven.” Ik was 19
jaar, had vaste verkering, eigenlijk was het tijd om een
vak te leren. Boer kon en zou ik nooit worden. In de
lange avonden was ik een keer per week bij Sjaan, drie keer
naar de landbouwschool en twee avonden verdiende ik wat
bij met het verkopen van land- en tuinbouwzaden.
|
Herinnering
van Graard van Eert verteld op 19 juni 2007. |
|
Graard
van Eert vertelt: "Met mijn kameraden hadden we
keer een ketel pap weggehaald bij
Christ
van de Ven op de Biezen. We zeiden: "Christ komde mee eten. We hebben ergens een ketel pap
weggehaald, kom´t maar mee op eten." Christ kwam mee eten. "Woar hedde dieje kittel
weggehoald." vroeg ie. "Bij
Graard de
Leest," zeiden we. Dat was een grote vijand
van Christ van de Ven, ´t waar zwart tussen die twee.
"Wa zullen we de kittel doen?" "Van
Graard de Leest?" zei Christ van de Ven, "Kapot
sloan! Sloat 'n mar kapot!" En hij
hielp mee om dieje kittel kapot te sloan. Het waar
z´n eigenste kittel!"
Graard:
"Bij Jan van de Linden op het Ham hadden ze veel
meiden. Wij gingen d´r op af, da waar met Piet en
Johan van Boxmeer, en Doruske waar d´r ok bij en
Johan van Sleeuwen. Van de Linden, de waar ´n
gruwelijk rouw huishouwe. We hebben d´r ene keer
worst uit de schoorsteen gehaald. We zijn d´r ook een
keer me ene ketel pap vertrokken. Die hebben we toen
opgegeten bij Voskes, bij Frans de Vos, dat was een
café. Maar toen hebben we de ketel toch wel
teruggebracht."
|
Vertelt door Piet van de
Tillaart (Hoeve Corsica) op 28 juni 2007. |
|
Piet van de Tillaart kent het verhaal van de ketel pap ook, hij was
er zelf bij. Behalve hij en Graard van Eert was er ook Piet
Reijbroek bij, de vader van Frans Reijbroek. Piet
vertelt: "Christ van de Ven was een broer van Driekske
van de Ven. Hij had twee zonen en twee dochters, Miet en
Drieka. Die dochters mochten niet vrijen en zijn dan ook
ongetrouwd gebleven." (De gezusters Van de Ven zijn
geboren in 1918 en 1920.)
"Christ van de Ven zat jarenlang achter in de kerk op
een stoel, net onder het koor. Vanaf het koor keken wij
naar beneden recht in zijn boekske. Hij had zwarte
handen en dat kerkboek zag zo zwart, zo zwart. Daar
hadden wij op het koor veel plezier in"
"Christ
van de Ven kon gruwelijk kwaad worden. Een keer zat hij
te melken, en de koe sloeg toen met haar staart zijn
pijp uit zijn mond. Christ werd zo kwaad dat hij er
meteen bij die koe de staart afkapte. Dat werd verteld.
Of het waar is weet ik niet, maar er liep in elk geval
wel een koe met een afgekapte staart bij hem in de wei
rond."
|
Vertelt door Piet van de
Tillaart op 28 juni 2007; foto: collectie Hendrik
Rietbergen. |
|
“Betje
Kremers, de vrouw van Has Broek, die werkte af en toe
bij de pastoor, maar die kon helemaal niet met koster
Rietbergen overweg. Op een keer waren ze in de kerk voor
het altaar aan het bekvechten. Het gonk er op, dat
wist heel Zijtaart. De koster was ook een beetje een
aparte. Die kwam ook niet uit Zijtaart, die kwam uit
Lobith of zo.” Op de foto van links naar rechts:
pastoorsmeid Marie, koster Rietbergen en
Betje Kremers.
|
Ongedateerde krantenknipsels van Jeanne Vermetten-Rovers
uit Breda: De Stem, ‘Niet alle zusters zijn
boemannen’, Het Rijke Roomse Leven, door Ad Rooms.
Verteld door Jeanne Vermetten-Rovers; Stadskrant Veghel,
Oude Foto’s; schriftelijke mededeling van
Willem Rovers d.d. 22 december 2008. |
|
De
foto is gemaakt in 1938. Op de foto zijn zuster
Liberatha en de kinderen van Janus Rovers te zien.
Achteraan staan Annie en Tinie. Vooraan zijn Netty, Joke
en Jeanne te zien.
Jeanne Rovers:
Ik
ben met mijn zes zusjes en een broer bij zusters
opgevoed, omdat mijn moeder in 1935 overleden was. Een
zuster die voor de kleuterklas stond, vroeg haar overste
of ze de zorg voor ons op zich mocht nemen. Ze heeft dat
vijf jaar zeer goed gedaan. We waren ’s nachts thuis en
van ’s morgens zeven uur tot ’s avonds zeven uur gingen
we met z’n allen – de oudste was negen, de jongste een
jaar – naar de zusters. Die gaven ons eten voor vader
mee naar huis. De ene zuster breide, de andere naaide
voor ons. We hebben er veel geleerd: stoppen, naaien,
breien en werken. Tot 1940 zijn we bij de zusters
geweest. Ik ben hen daar nog heel dankbaar voor.
Willem Rovers: We werden verzorgd door zuster Liberata (Ardina
van de Ven). Mijn moeder overleed in december 1935, een
dag na de geboorte van een levenloze zoon.
|
Inv. nr.
1103, notulen van de gemeenteraad, d.d. 28 januari 1938. |
|
De RK meisjesschool in Zijtaart verzocht de gemeenteraad
om financiële ondersteuning voor het aanleggen van een
riolering. Toen het verzoek op 24 december 1937
binnenkwam verzochten B&W meester Van de Donk om na te
gaan of dit werkje misschien door het gemeentepersoneel
uitgevoerd zou kunnen worden. De riolering bleek toen al
klaar te zijn. De inspekteur van het Lager Onderwijs gaf
een negatief advies, onder andere omdat de school een
deel van het klooster was. Het verzoek werd door de raad
op 28 januari 1938 met algemene stemmen afgewezen.
|
Herinneringen van de
kinderen van Bakel in de jaren tachting
door Jan van Bakel in Canada op schrift
gesteld, collectie Mari Brugmans. |
|
In 1938 kocht Frans van Bakel voor zijn
dochtertje Corrie een fietsje, zodat ze
niet zo ver meer vanaf Zondveld naar
school hoefde te lopen en eerder thuis
was om moeder te helpen. Deze en andere
herinneringen staan genoteerd in het
relaas op de afbeelding, geschreven in
Canada waar Frans in 1949 met zijn 11
kinderen en twee schoonzoons naar toe
emigreerde.
De kinderen van Frans van Bakel hadden 45
minuten nodig om van Zondveld naar school
te lopen en Frida (geboren op 3 mei 1930)
zei: Ons buurmeisjes Jaan, Door
en Tonnie Scheepers kwamen ons
altijd ophalen. Na vijf minuten lopen
waren we bij de meisjes van Oppers. Daarna die van Van Sleeuwen en de twee
meisjes van Kerkhof. Tegen de tijd
dat we bij de school kwamen, waren we met
bijna twintig meisjes bij elkaar.
De meeste kinderen aten hun brood op
school op, maar de kinderen Van Bakel
gingen altijd naar tante Door, (getrouwd met Jan
van de Biggelaar) die dicht
bij de school woonde. Ze had 8 kinderen,
en een ervan, Mien, was Frieda's beste
vriendin. Tante Door maakte voor alle
kinderen boterhammen, maar Frieda
verwende ze een beetje, en vroeg haar
vaak: Frida wil jij wat
mùlksepap?
|
Nieuwe Tilburgse Courant,
d.d. 5-4-1938 |
|
Verkiezing St, Norbertusgesticht te
Elshout. Op vrijdag 1 april had onder voorzitterschap
van Monseigneur Hendriks, Vicarus-Generaal van het
Bisdom Den Bosch in het Vroederhuis te Elshout de
verkiezing plaats der congregatie van de broeders van
Sint Norbertus.
(..) tot eerste assistent van het
Hoofdbestuur werd benoemd broeder Joseph (Adrianus van
Asseldonk, Zijtaart). Hij was van 1920 tot 1932 eerste
assistent, van 1932 tot 1935 tweede assistent en van
1935 tot heden eerste assistent en novicenmeesteer. Tot
overste van het moederhuis te Elshuis: broeder Joseph (voorbenoemd).
Adrianus van Asseldonk was een zoon van Antonius
van Asseldonk (Pastoor Clercxstraat 22).
|
Inv. nr.
1103, notulen van de gemeenteraad, d.d. 4 maart en 27
juni 1938. |
|
Raadslid Adrianus Jzn van de Ven verzocht de
gemeenteraad op 4 maart 1938 de duiker te Zijtaart zo
spoedig mogelijk af te werken, en ook om aandacht te
schenken aan het onderhoud van de weg van Sluis IV naar
Zijtaart. Op 27 juni vroeg hij dit opnieuw.
|
Doc. GAvB; foto's:
collectie Martien van Asseldonk (1973) en
BHIC (1989). |
|
In 1938 werd er een
nieuwe duiker gelegd bij het begin van de
weg naar Zijtaart bij de kanaaldijk.
Op de foto's: de duiker op 3 maart 1973
en in 1989.
|
Doc. GAvB. |
|
Eind maart 1938 haalden de boeren zoals gebruikelijk de
koeien van stal en deden de beesten in de
wei. Maar op 25 maart volgde een
onverwacht strenge kou met 's nachts
vorst. Vooral op 30 april 1938 was het
bitter koud. De koeien stonden in de wei
te bibberen, en werden door de boeren met
dekkleden enigszins beschermd. De kou
hield aan tot 12 mei.
|
Interview met Johan van
Sleeuwen op 1 maart 2007. |
|
Rond 1938
werd er een melkerscursus georganiseerd bij Piet
van Berkel. De cursus werd georganiseerd door de
co-operatieve melkfabriek. Er werd op toegezien dat de
koeien goed gemolken werden, met de juiste
vingertechniek en met flinke stralen. Er werd examen
afgenomen. Johan van Sleeuwen: ”As ge ’n taai koe
troft, waard’r wel on.”
|
Herinneringen
van Graard van Eert verteld op 23 februari 2007. |
|
Graard
van Eert reed vanaf 1938 de ‘romkaar’ (ophalen van
melkbussen bij de boeren met paard en wagen). Een neef
van hem, ‘Graard van Dorusome’, een zoon van Dorus
van Sleeuwen reed toen de romkaar en Graard wilde die
voor de helft mee gaan rijden. Zijn neef was niet accoord, maar gaf uiteindelijk toe onder druk van
Bierens, de directeur van de melkfabriek. Elke vrijdag
brachten de rijders van de romkaar het geld naar de
boeren. Dan kregen ze vaak een fooi, en Graard van
Dorusome wilde dat niet afgeven. Na veel praten mocht
Graard van Eert zelf de boeren uitbetalen. Hij heeft
de romkaar gereden tot 1959.
De romkaar werd elk jaar aanbesteed bij de melkfabriek
in Veghel. Veel Zijtaartse boerenzonen hebben in de
loop der jaren de romkaar gereden, een van Boomkes,
Harry van Eindhoven, Graard van Sleeuwen, Bertje van
Sleeuwen, Hannes van Zutphen, Ties van Zutphen, Jan
van de Hurk, Jan van Bakel en nog meer. Zijtaart was
voor de romkaar verdeeld in vier wijken:
-
Soffelt,
voorbij de bocht bij het pakhuis tot aan de Heihoef.
-
Soffelt,
nu de weg Krijtenburg, met de huizen aan de huidige Zondveldstraat van het pakhuis tot aan Johan van
Nunen.
-
Leinserondweg
met de huizen van de Doornhoek
-
De
Biezen,
dat was ‘de kleinste kaar’
Graard van Eert had een nieuwe romkaar laten
maken door Toon Munsters. Hij had niks en de
Boerenleenbank heeft er een week over moeten
vergaderen om hem al dan niet een lening van 2.000
gulden voor die wagen te geven. Graard: “Toon
Munsters ging er toen groot op dat hij zo’n kar kon
maken. Er zat een zwaar onderstel onder. Ik heb die
kaar lang gehad.”
Graard legde een schot over de
eerste laag romkannen en dan kon er nog een tweede laag boven op. De boeren hadden van de melkfabriek
grote 40 liter romkannen voor op maandag gekregen.
Graard: “Ik was mar een klein mènneke, mar ik
kreeg ze er toch op.”
|
Mededeling Marc van den
Berkmortel 22 mei 2013 |
|
Jan
Diels was op 20 augustus 1901 in Dreumel geboren en
werd op 2 juni 1928 tot priester gewijd. Hij was
kapelaan in Steensel van 1928 tot 1929, kapelaan te
Goirle van 1929 tot 1932, kapelaan te Made van 1932
tot 1933 en kapelaan in Best van 1933 tot 1938.
Daarna werd hij Rector in Zijtaart van 1938 tot 1940
en Rector in Diessen van 1940 tot 1946. In 1946
volgde hij in pastoor Van den Heuvel in Huisseling
op. Hij bleef hier pastoor tot 1971.
|
Inv. nr.
1103, notulen van de gemeenteraad, d.d. 6 mei 1938. |
|
De burgemeester deelde de raad mee
dat er na een vergadering met belanghebbenden zich
96 personen aangemeld hebben voor aansluiting op het
electrisch net, dat is ongeveer de helft van de
aansluitbare percelen. Verder was er een verzoek
binnengekomen van 35 bewoners van Zondveld, die ook
graag op het electrisch net aangesloten willen
worden. B&W willen nog eens gaan onderhandelen met
de P.N.E.M. en ondertussen mensen de kans te geven
zich alsnog op te geven. De burgemeester lichtte toe
dat de kosten voor drie-kwart door de baatbelasting
kunnen worden gedekt, de gemeente betaalt de rest.
Raadslid Van Lieshout dacht
dat sommige mensen afwachten, omdat ze niet precies
weten waar ze aan toe zijn. Hij vond dat de
gemeenteraad eerst een duidelijk standpunt in moet
nemen. Hij zei dat veel mensen niet aansluiten
vanwege de hoge baatbelasting. Misschien gaan mensen
wel hun eigen stroom opwekken. Vanwege het verzoek
van Zondveld moet de zaak opnieuw bekeken worden.
Het Zijtaartse
gemeenteraadslid Adrianus Jzn van de Ven voelde
weinig voor een baatbelasting alleen voor de nieuw
aansluitbare percelen. Het zou beter te zijn de
kosten over alle aangesloten en nog aansluitbare
percelen te verdelen. Wethouder De Folter zei dat de
kerkdorpen altijd verliezen hebben opgeleverd
vanwege het grote stroomverlies en het lage
stroomverbruik. De kom moest het altijd goedmaken.
Van de Ven betoogde dat de kerkdorpen ook het
verlies van vroegere jaren hebben gedragen.
“Nee,” zei De Folter, “de verliezen zijn
afgeschreven tegen de winsten van latere jaren.”
Hij vond dat alleen de direct belanghebbenden – dus
de boeren in de kerkdorpen – de baatbelasting moeten
betalen.
Raadslid Bongaerts was van
mening dat de verliezen niet aan de mensen van
Zijtaart, Eerde en Maria-Heide geweten moeten
worden, dat lag aan de exploitatieopzet. Hij zag wel
wat in een algemene baatbelasting, omdat de
verlichting een algemeen gemeentebelang betreft. Het
motief dat de ene wijk voor de andere op moet
draaien vond hij niet zo zwaar wegen. Een andere
keer werkt het weer de andere kant op, zoals met de
opbrengst van f 1.800 subsidie voor de veehouderij.
De raad keurde goed dat B&W het verzoek van Zondveld
doorstuurt naar de P.N.E.M. en om een nieuw plan
vragen.
|
Verteld door Janus van Nunen
op 15 juni 2007. |
|
De
winterlandbouwcursus duurde twee jaar en werd gegeven
door meester Van Rooij. Dokter Dekkers reikte in 1938
de diploma’s uit. Janus van Nunen vertelde: "Ze
waren allemaal geslaagd, op één na: Bert Corsten
niet. Dokter Dekkers zei: “Ik kan je het diploma
helaas niet geven.” Bert antwoordde: “Ik
zal trachten m’n eigen sterk te houden. Ik zal toch trachten een goeie boer te worden.” Enkele jaren
later kocht hij een boerderij
en vervolgens werd hij de grootste boer van heel
Soffelt en Jekschot. Zo heeft onze Johan het dikwijls
verteld."
|
Verteld door Dina van Nunen
op 15 juni 2006.
Foto's:
collectie Janus en Dina van Nunen. |
|
Rond
1938 had
Johan van Nunen verkering met Drika
Delissen. Het werd niks en Johan is ongetrouwd
gebleven. Het verklaart waarom deze foto van
Drika zich in de verzameling foto's van Dina en Janus
van Nunen bevindt. Drika trouwde wel.
|
Inv. nr.
1103, notulen van de gemeenteraad, d.d. 6 mei en 27 juni
1938. |
|
Raadslid Adrianus Jzn van de Ven Jzn vroeg in de
raadsvergadering van 6 mei 1938 om tijdens het maken
van een brug over de loop bij de zandweg naar
Zijtaart ter plaatse een noodbrugje te laten maken
ten grieve van de omwonende boeren voor de
melklevering. Op 27 juni informeerde hij naar de
stand van zaken van de werkzaamheden aan ‘den
Zondveldschen loop’. Verder informeerde Adrianus van
de Ven op 6 mei 1938 naar de aankoop van een nieuwe
brandspuit.
|
Brabants Dagblad,
18 mei 2006. |
|
Voor de oorlog hield
de fanfare elke eerste zondag van mei
rond door het dorp en hield pauze bij elk
van de vier dorpscafé's. Er was toen nog
geen kermis en dit was een van de weinige
vormen van vermaak in het dorp. In 1938
dreigde een wandeling niet door te gaan,
omdat de penningmeester niet genoeg geld
in kas had. Het was de gewoonte dat elke
muzikant bij iedere kroeg een rondje
kreeg en de benodigde acht en een halve
gulden was er niet! De kasteleins hebben
daarop het heft in eigen handen genomen
en beloofd een rondje van het huis te
geven, zodat de wandeling toch door kon
gaan.
|
Jubileumboek 90 jaar
fanfare, 24. |
|
Meester Frans van
Eerd werd in het hoofdbestuur van de fanfare gekozen.
Graard van de Ven werd secretaris-penningmeester.
|
'Zijtaart', 89-90 en
101; PA Zijtaart, parochieregisters. |
|
In mei 1938 trouwde
Piet van Zutphen met Anna van Genugten.
Toen Piet en Anna trouwden gingen ze 's
morgens eerst naar de communie en
biechten. Op die dag trouwde ook Martina
Raaijmakers. Het koor moest daar zingen.
Aangezien Piet, die ook bij het koor was,
het koor ook op zijn bruiloft graag
hoorde zingen, was zijn trouwerij pas
tegen de middag. Piet reed toen op zijn
fiets naar Nijnsel waar zijn aanstaande
bruid op hem stond te wachten. Ze liepen
vervolgens samen naar de kerk. De familie
ging alvast op de fiets. "Eigenlijk
zijn we twee keer getrouwd, vertelde
Piet, Johan en Janus, de getuigen,
waren aan het biljarten en kwamen te
laat. De pastoor had zijn zegen eigenlijk
al gegeven! Toen heeft hij het nog maar
een keer gedaan, maar dan mét
getuigen." De moeder van Piet
was enkele weken voor de trouwerij, op 1
mei 1938, gestorven en dus was de hele
familie nog in de rouw. Er werd daarom
ook geen groot trouwfeest gegeven.
Rouwen betekende zes weken lang zwarte
kleren dragen. Sommige vrouwen droegen
een falie (zwarte omslagdoek). Wanneer er
iemand gestorven was, ging men in twee
groepjes van twee de buurt rond om te
vertellen wanneer de uitvaart was. 's
Avonds bad men dan de rozenkrans. Voor
het vertrek naar de uitvaart, werden bij
de kist vijf onze vaders en vijf
weesgegroeten gebeden. Daarna maakte men
kruisjes over het lijk, met de palmtak
gedoopt in wijwater. Hierna werd de kist
gesloten en op een kar naar de kerk
gebracht. Men ging te voet naar de kerk
met een kaarsendrager voorop. Daarna de
mannen een voor een, gevolgd door de
vrouwen, ook een voor een. Voorbijgangers
bleven staan en mannen namen de pet af.
In een huisje bij de kerk stond de baar,
waar de kist op moest. Vlak voor de kerk
nam men het lijk van de kar en ging men
het dragen.
|
'Zijtaart', 63. |
|
Op 30 juli 1938 werd
Tonia Vermeer werkster ('meid') in het
klooster. Ze bleef tot 1 maart 1939. Miet
van Eindhoven, de vorige meid, moest
voortaan in de keuken werken, omdat
zuster Theodeta wegens ziekte niet meer
in de keuken kon blijven.
|
'Zijtaart', 125. |
|
Uit de notulen van
de Rabobank: 'Bij de rondvraag waarschuwt
onzen Zeer Eerwaarde Heer Pastoor de
menschen, nu de rente verlaagd is, geen
gehoor te geven aan lokvogels die soms
met een mooie auto de boer opgaan, geld
toe te vertrouwen aan zeer hooge rente
soms wel 7 tot 8 % naar zij zeggen voor
gemeenschappelijke aankoop van fondsen,
doch waar men zeker van is dat men zijn
centen nooit terug krijgt. Het ware te
wenschen, zei de spreker, dat er op die
auto's geschreven moest staan met grote
letters: Firma Oplichters en Co.'
|
Inv. nr.
1103, notulen van de gemeenteraad, d.d. 7 oktober 1938. |
|
De herdenking van het veertig-jarig
ambtsjubileum van koningin Wilhelmina op 6 september
1938 is achter de rug. De burgemeester sprak in de raad
een passelijk woordje en zei onder andere “dat wij
gelukkig de bange dagen van mobilisatie- en
oorlogsgeruchten ook weer achter de rug hebben.” Hij
bedankte het personeel van de secretarie dat onder
leiding van de gemeentesecretaris de
mobilisatiebescheiden keurig in orde had, waardoor alles
een vlot verloop had, en verder voor de verrichtte
onafgebroken diensten dag en nacht in die dagen.
Het raadslid Van Doorn merkte op dat er in Veghel maar
een sober feestprogramma was, dat hoofdzakelijk bestond
uit kinderspelen en concerten. Hij vond het een schande
dat er op 6 september in heel Veghel geen auto meer te
krijgen was, omdat alles weg was naar andere plaatsen.
De avondconcerten trokken weinig publiek en in de meeste
café’s was maar weinig volk. Het Zijtaartse raadslid
Adrianus Jzn van de Ven hoopte dat er volgend jaar in
Veghel een kermis georganiseerd zal worden, zodat het
volk voor elke feestviering in Veghel kan blijven.
|
Dr. Frans Goorts, Corridor naar het verleden. Veghel
een snijpunt in Oost-Brabant 1940-1945 (Hapert 1983)
32. |
|
In september 1938 wordt een ‘Luchtbeschermingsplan
Veghel’ vastgesteld. Daarvoor wordt de
Luchtbeschermingsdienst Veghel opgericht. Deze dienst
bestond uit vijf afdelingen: de waarschuwingsdienst, de
politie-afdeling, de brandweer, de technische afdeling
en de geneeskundige afdeling. Vanaf oktober 1940 was
G.H.L. van Hout hoofd van deze afdeling, bijgestaan door
A.C. Hoyng als plaatsvervangend hoofd.
|
Inv. nr.
1103, notulen van de gemeenteraad, d.d. 7 oktober 1938. |
|
Het raadslid Adrianus Jzn van de Ven vroeg in de
raadsvergadering van 7 oktober 1938 om verbetering van
het rijwielpad bij de duiker in de weg naar Zijtaart. De
burgemeester zei dat toe.
|
BHIC, toegang 7698, archief
van de gemeente Veghel. |
|
De lijst van
militairen uit Zijtaart van de lichting van 1938 die om vrijstelling verzochten:
Naam |
Geboren
|
Ouders |
Adres |
Beroep |
Vrijgesteld wegens |
Lambertus van Bakel |
11-4-1918 te Erp |
Cornelis van Bakel (overleden) en Hendrika van
Grinsven |
Ouders:
Zondveld G 110 |
landbouwer |
Geschikt, naar korps geneeskundige troepen te
Breda |
Gerardus van den Boom |
26-1-1918 te Veghel |
Hendrikus van den Boom en Geertrui van Stiphout |
Ouders:
Zondveld G 104 |
landbouwer |
ongeschikt |
Wilhelmus Corsten |
28-9-1918 te Veghel |
Antonius Corsten en Johanna Vereijken |
Ouders:
Zondveld G 107 |
landbouwer |
broederdienst |
Johannes Franciscus
van Nunen |
3-10-1918 |
Johannes van Nunen en
Hendrika van Doorn |
Ouders:
Zondveld G 123 |
landbouwer |
Kostwinner-schap |
Lambertus van Sleuwen |
12-6-1918 te Veghel |
Adrianus van Sleuwen en Regina van Hoof |
Ouders:
Zondveld G 118 |
landbouwer |
broederdienst |
Antonius Johannes Vogels |
17-3-1918 te Veghel |
Hendrikus Vogels en Antonia van den Biggelaar |
Ouders:
Biezen
G 145 |
Landbouwer |
ongeschikt |
Gerardus Cornelius van de Ven |
17-4-1918 te Veghel |
Hendrikus van de Ven en Johanna Vogels |
Ouders:
Biezen
G 144 |
landbouwer |
ongeschikt |
|