Kroniek van het jaar 1934
Willem
van Stiphout, Uit ’n dagboek van een verhuizer
(Oirschot, oktober 1984) 57. |
|
Op 8 januari 1934 werd Henrica Donkers, vrouw
van Hendrikus
Bartholomeuszn van de Ven, in Zijtaart begraven, 44
jaar oud. Willem
van Stiphout was toen 14 jaar oud. Hij vertelt: Het
overlijden van onze buurvrouw Van de Ven verplichtte mij
om met een andere buurman, Jan
van de Tillaart, de familie en vrienden van de
overledene te verzoeken om op begrafenis te komen. Je
mag het niet zeggen, maar het was een plezierige dag. We
kwamen bij allerhande mensen. De meesten waren boer en
soms nog erg ouderwets. Als ze onverwacht (zo was het)
geen eten voor je hadden, gaven ze je wat geld, zodat je
het kon kopen. Op sommige plaatsen kregen we een borrel,
soms meer, en ik kon nergens tegen. Jan werd zelfs wat
dronken, hij dronk ook de borrels op die ik weigerde. Op
een plaats wilden ze pannekoeken voor ons bakken, als we
wat tijd hadden. We hadden tijd en zaten wat in een
krant en boek te kijken. Toen merkten we dat het beslag
in een pispot gemaakt werd. Wat erg. We stonden op om
weg te komen. Toen ze hoorden, dat we weg gingen,
beweerden ze dat die kom nooit als nachtpot gebruikt
was. We waren gedwongen weer te gaan zitten. Omdat we
honger hadden, beten we met lange tanden toch maar in een
pannekoek. Die smaakte zo heerlijk, dat we toch nog
tevreden waren.
|
Nieuwsblad Heusen en
Altena, d.d. 26 januari 1934. Foto: collectie Jan
Versantvoort, Uden. |
|
'Moedige jongen. Te Zijtaart,
gemeente Vechel (Noord-Brabant) geraakte het driejarig
zoontje van den heer K, te water. Toevallig passeerde
daar de tienjarige F. van de D., die blaasjes op het
water zag. Even daarna kwam er een gedeelte van het
schortje boven water. Zonder zich te bedenken, sprong
hij in het water, dat hem tot het middel reikte en het
gelukte hem de kleine op het droge te brengen.
Omwonenden brachten het geredde kind naar zijn ouders,
terwijl de jeugdige redder rood van zenuwachtigheid naar
zijn moeder holde.'
De redder was ongetwijfeld Fransje van de Donk,
het zoontje van meester van de Donk, geboren op
8-12-1923 (zie foto). De drenkeling wordt slechts summier aangeduid.
In het doopboek van Zijtaart voldoet alleen Wilhelmus
Cornelis, zoontje van Wilhelmus Kremers en Maria
Vervoort, geboren op 24-1-1931 aan het “signalement” van
3 jarige jongen, wiens achternaam begint met een “K”.
|
Kookboek,
uitgave N.C.B., (Tilburg, 2de editie 1938). |
|
  In
1934 gaf de N.C.B voor het eerst een kookboek uit. Dat
kookboek werd in de meeste Zijtaartse keukens gebruikt.
Gerechten als bloedworst en balkenbrei worden nu niet
meer gemaakt. Ook zelf brood bakken wordt niet meer
gedaan. De meeste gerechten in het kookboek zijn voor 8
personen. Enkele opmerkelijke passages:
Vis koken. Meestal is de vis reeds dood bij het kopen.
Zo dit niet is dan moet deze eerst gedood worden. Geef
een slag op de kop, en vervolgens met een scherp mesje
een snede door de ruggegraat, vlak achter de kop. (..)
Het villen van haas of konijn. Hang de haas op aan de
achterpoten. Maak met een scherp mes een insnijding aan
de onderkant van de poten tot bij de staart. Ga met de
punt van het mes onder de huid en maak het vel rondom de
poten los. Trek het vel van de poten en vervolgens van
het gehele lichaam tot aan de kop. Moet de kop er
aanblijven, verwijder dan ook hier het vel. Haal de ogen
er uit en snij de voorpoten tot aan het kniegewricht af.
Snijd de haas aan de buikzijde voorzichtig open en haal
de ingewanden eruit. (..)
Gevogelte wordt direct na het doden geplukt. Dit gebeurt
door er veren uit te trekken in de richting van de
staart naar de kop. Na het plukken worden de haartjes
boven een vlam afgebrand en de stoppeltjes met een mesje
verwijderd.. De huid mag niet verwijderd worden. Bij het
uithalen wordt begonnen met een snede te maken in de
huid aan de hals en slokdarm, luchtpijp en krop
losgemaakt en de krop er uitgehaald. Maak een snede in
het borstbeen naar de darmopening, maak met 2 vingers de
ingewanden los en trek ze eruit. (..)
Stamppotten. Deze worden in ons land veel gegeten, vooral
in de winter. Het is een eenvoudig, goed gerecht, mits het
met zorg bereid is. We sparen
er vuur mee, daar meestal alles in één pan gekookt
wordt, en we hebben niet zoveel pannen af te wassen (..)
|
Kookboek,
uitgave N.C.B., (Tilburg, 2de editie 1938). |
|
 Het
kookboek van de N.C.B. geeft ook voedingtips voor
kinderen. Moedermelk wordt geprezen, want die is
o.a. 'altijd vers en altijd op de goede temperatuur'.
Daaraan kan nog toegevoegd worden: 'mooie verpakking en
de kat kan er niet bijkomen'.
|
Het Vaderland: staat- en
letterkundig nieuwsblad van 4 februari 1934, dageditie. |
|
Felle brand te Sijtaart.
Gisteren
is een felle brand uitgebroken in de landbouwschuur van
den landbouwer Pennings op het gehucht Sijtaart, onder
de gemeente Veghel. De brandweer slaggde er niet meer in
het brandende gebouw te redden, doch wist de nabij
gelegen boerderij, welke meermalen ernstig gevaar liep,
te behouden. Een groote partij hooi en de
landbouwwerktuigen zijn eveneens verloren gegaan. De
oorzaak van den brand is onbekend; verzekering dekt de
schade.
Het zal de schuur van Marinus Pennings (De
Kampen 6) geweest zijn, dat was toen de enige
Pennings op Zijtaart.
|
Uit de levensloop van Piet
van Asseldonk, toen die in 1979 65 werd, verteld door
zijn zus Theodosia van Asseldonk. |
|
Theodosia: ‘In schrijven was Piet van Asseldonk geen
held. Hij was kameraad met buurjongen Wim Thijssen
(later pastoor in Budel). Die was een keer ziek en Piet
zei: “Ik zal hem ook wel eens een brief schrijven.”
Die brief werd bewaard:
“Beste Wim.
Ik wil ook wel eens een keer een brief schrijven.
Ik weet wel niet veel, maar het is toch iets.
Het is toch beter dan niks.
Dag Wim.”
Hij vergat zelfs om Wim beterschap te wensen.’
|
Uit de levensloop van Piet
van Asseldonk, toen die in 1979 65 werd, verteld door
zijn zus Tonia van Asseldonk. |
|
Tonia:
‘Herkennen zulde me wel niet,
Toch ben ik Tante Tonia, een zuster van onze Piet,
Die, moet je weten,
Van vroeger wel veel, maar niet alles is vergeten.
Want wij meiden wilden toen wel eens weten,
Waar onze Piet en Willem hadden gezeten.
Da was altijd hetzelfde liedje,
Bij Kaot de Wèver: maar dat was helemaal geen grietje.
Da waar een ouwe kwezel,
En van alles leerde ie daar van, dien ezel.
Van de roos af helpen heeft hij daar geleerd,
Maar werkelijk, thuis heeft hij dat nooit geprobeerd.
En volgens zijn zeggen, en dat is niet mis,
Leerde hij daar de koe helpen over de wis,
Maar dat elke boer dat kan,
Daar hadden zijn kinderen geen weet van.
Want een koe zijn poot opvatten,
Dat kan elke boer met een paar behoorlijke jatten.’
|
Verteld door Janus van Nunen
op 15 april 2007. |
|
"Jan de Booi (De Visser) vroeg altijd of hij de konten
van de bomen af mocht zagen. Die maakte hij dan kort
voor brandhout. Die mocht hij dan voor niks hebben."
|
Verteld door Johan van Nunen
op 3 juni 2007. |
|
“Hannes
van de Brand heeft zich op 11 maart 1934 opgehangen.
Dat komt omdat zijn dochter Frida ten dode opgeschreven
was. Frida had een gezwel in haar keel. Hannes Brand
vroeg de dokter: “Dokter, wordt ze beter?” De
dokter vroeg: “Ben je ’n sterke man?” “Dat
ben ik”, zei Hannes. “Dan zal ik het je
zeggen. Je dochter wordt nooit meer beter. Ze moet
sterven.” Ze had kanker. Kort daarna, op een
zondag was zijn vrouw Net Pepers naar de kerk. Toen
heeft Hannes zijn kans gezien. Net kwam thuis uit de
kerk en Frida zei: “Kijk eens waar vader is, ik heb
hem al lang niet gezien.” Net vond hem op de
balken. Hij had zich opgehangen aan het leint van het
paard, hij had een zwart paard, Moor, en het leint, daar
heeft hij het mee gedaan. Net viet een mes en heeft hem
zelf losgesneden, maar het was al te laat.” Frida
overleed enkele maanden later, op 21 mei 1934.
|
Verteld door Nel Rietbergen
op 17 december 2007; de foto komt uit de collectie van
Antoon Vissers. |
|
“Wij
waren altijd met drieën bij elkaar, Anna de Visser,
Mien van Asseldonk en ik. We liepen over straat en
hoorden kermen, jammeren. “Oeioei… wat is er toch
gebeurd..” Wij gingen kijken. Daar stond Netje op de
hooibalken, haar man Hannes van de Brand had zich net
opgehangen. Wij hebben hem nog zien hangen. We
waarschuwden ons vader en de buren en die gingen er
direct naar toe. Die hebben hem los gemaakt. Of Netje
erg overstuurd was? Nee, dat was een heel sterk mens.
Hannes' enigste dochter was lang heel ziek geweest. Als
Hannes van de Brand met een ploeg aan het werken was,
steunde hij vaak voorovergebogen met zijn hoofd op de
ploeg. Dan stond hij te tobben en te prakizeren over
zijn zieke dochter. Frida was trouwensklaar toen ze
stierf. Ze zou trouwen met iemand uit Veghel. Frida had
TBC en de dokters wisten er geen raad mee. Dat was ene
hele goeie mens, Hannes.”
Op
de foto: An de Visser, Jans van Zutphen en Jans
Thijssen, getrouwd met Driek van Rijbroek. Vooraan: Nel
Thijssen (getrouwd met Hendrik Rietbergen) en Mien van
Asseldonk.
|
PA Zijtaart, brieven
en register van overlijden. |
|
Op 12 maart 1934
schreef pastoor Kamp aan de bisschop:
Daar het volgens U geëerd
schrijven van gisteren niet vaststaat,
dat Johannes van den Brand zich met
voorbedachte rade van het leven heeft
beroofd, vinden wij geen termen aanwezig
om hem de kerkelijke begrafenis te
weigeren en wordt die bij deze
toegestaan.' Volgens het parochieregister
overleed Johannes van den Brand op
59-jarige leeftijd en was hij getrouwd
met Antonetta Pepers.
 |
Verteld door Marinus van de
Biggelaar op 20 november 2007. |
|
Marinus van de Biggelaar, geboren in 1926, herinnerde
zich nog goed dat Hannes van de Brand zich had
opgehangen, omdat Hannes niet kon verwerken dat zijn
enigste dochter Frida eerder zou sterven dan hijzelf.
Marinus: “We kwamen geregeld daar. We mochten dan
dikwijls het paard mee gaan halen bij de hooiberg.”
|
Verteld door Ant Vervoort op
14 juni 2007. |
|
Ant
Vervoort: “Drika Delisse woonde toen bij haar tante Netje
Pepers.
Die hielp er al toen Frida Brans ziek was. Drika heeft
de hele troep daar toen ingepalmd. Wie het dichtst bij
het vuur zit, die warmt zich het beste.”
Volgens het kadaster kocht Drika het goed in of kort
voor 1943 van de weduwe van Hannes Brand. Drika ligt in
Zijtaart begraven in het graf van haar oom Hannes van de
Brand en tante Netje Pepers.
|
Verteld door Johan van Nunen
op 3 juni 2007. |
|
Johan
van Nunen vertelt: “Jans van Jan van de Hurk (gedoopt
29-03-1888) was ongetrouwd en woonde bij haar zus Mie,
die was getrouwd met Jan Adriaans. Johan van Nunen
(geboren 22-08-1922) vertelt: “Toon Habraken uit Rooi
was knecht bij Jan Adriaans en zei tegen Jans: “Voor
een kwatta leer ik jouw fietsen, zondag na de mis.”
Hij deed dat samen met Ben, een broer van Jan Adriaans.
Toon zei tegen Jans: “Fietsen leren, dat kunde in
één keer niet.” Tegen ons, wij waren klein jong,
zei hij: “Nou moette dadelijk goed opletten,
dadelijk rijdt ze in de sloot, en ze heeft ’n
onderboks aan met onderin een wijd gat.” Toon, die
duwde haar aan en daar ging ze, recht de droge loop
in.” Johan glundert als hij het zich weer herinnert.
|
Parochiearchief Zijtaart |
|
Hendricus Wilhelmuszoon van de Ven werd
in 1934 door Monseigneur
Diepen benoemd tot kerkmeester en armmeester.
|
Het Vaderland, Staat- en
letterkundig nieuwsblad, 17-07-1934, avondeditie. |
|
Gisteravond is de motorrijder v. d. B. uit Zijtaard op
den provincialen weg bij St. Oedenrode geslipt en van
zijn motor geslingers. Met inwendige kneuzingen en een
gebroken been is hij in het ziekenhuis opgenomen, Het
motorrijwiel werd vernield.
|
Verteld door Piet van Zutphen
op 28 juni 2007. |
|
Piet: “Grootmoeder Raaijmakers kwam veel bij ons op
bezoek. Dan kwam ze te voet van de Klaverhoeve naar
Hoeve Corsica. Ze werd dan over de zandweg met de
hoogkaar teruggevaren. Ze zat dan op de plank. Op een
keer bracht ik haar naar huis. Bij Graard Brugmans
(Corsica 15) waren ze varken aan het laaien om naar de
beer te brengen. Dat varken ging te keer en ons paard
schrok daarvan. Het was een jong paardje en het
steigerde. Grootje duikelde achterover in het zand. Ik
kreeg haar niet meer op de hoogkaar, ze durfde er niet
meer op, ze sukkelde te voet naar huis.”
|
Herinneringen van de kinderen
van Frans van Bakel in Canada, in 1980 op schrift
gesteld door John van Bakel. |
|
In de zomer van 1934 kreeg Hendrika, de vrouw van
Frans van
Bakel, geregeld een blaasontsteking. Dokter
Kersemakers vertelde haar om acht weken in bed te
blijven, maar Hendrika vond twee weken wel genoeg. Zij
en haar man hoorden van een kruidendokter. Daar haalde Frans
kruiden. Hendrika kookte die en dronk het als thee. Ze
dronk er een hele liter per dag van. Die avond voelde
Hendrika zich al wat beter en hierna ging ze iedere dag
wat vooruit. Dokter Kersemakers was verbaasd over het
voorspoedige herstel.
|
verteld door Nel Rietbergen
op 17 december 2007. |
|
"We
dronken vaak vlierthee. We plukten de bloemen die we
droogden. Later werd daar thee van gezet."
|
Jubileumboek 90 jaar
fanfare, 11. |
|
In 1934 werd Toon van Zutven
ondervoorzitter en secretaris van de fanfare. Hij was
een erg actief persoon en werd ook regisseur van de
toneelclub van de fanfare.
|
Interview van zuster Theodosia van Asseldonk door
Martien van Asseldonk op 4 november 2004; foto:
collectie Oda Timmers. |
|
Maria Odilia
(roepnaam Miet) van Asseldonk werd op 29 april
1912 in Zijtaart gedoopt. Desgevraagd
vertelde ze:
Heb je ooit verkering gehad?
Stiekem (lacht). Echt verkering... ja,
wat moet ik zeggen. Op het laatst was het
toch niet meer zo stiekem. Eerst met Cor
van Berkel, dat was nummer één. Ja, dat
was een vriend van jullie pap, dus dat
liep niet zo in de gaten. Toen ik
bij ons Mie woonde, die was
dikwijls ergens onderweg of zo... dat we
dan elkaar ontmoetten, want dat moest
vroeger allemaal stiekem gebeuren hè.
Ja... ik hield van hém... en later hield
ik van Frans Kanters, uit Veghel. Maar
toen was ik al in de twintig. Maar
dat is toen ook uit geraakt en toen begon
ik onderhand zin te krijgen om iets
anders te doen. Toen ben ik het klooster
ingegaan.
Wat zou je met je leven doen als je
opnieuw mocht beginnen?
Tsja. Dat kan ik nou niet zeggen, nou ik
zo oud ben (lacht). Nou heb je heel
andere ideeën, als toen je jong was.
Want toen ik naar het klooster ging, nou,
ik had nooit gedacht eigenlijk dat ik
ooit in het klooster zou komen. Nee, echt
niet. Ik zag veel liever een jongen, als
het klooster. Maar ik weet goed, dat toen
wij een keer naar tante Agatha gingen dat
was dan in Rooi, dat tante dan een keer
zegt, Hè Miet, dan moest jij
toch ook in het klooster gaan.
Ik zeg, Tante, houdt alsjeblieft
stil over dat klooster, anders ben ik al
weg. Ja, dat heeft ze heel...,
dat is heel hard aangekomen. Toen heeft
ze schijnbaar ons moeder een brief
geschreven of iets, want die wist daar
niks van, van dat ik dat gezegd heb. En
ja, dus die is het zo aan de weet
gekomen. Ze zegt, ons moeder, Wat
prakkizeer je ook. Ik zeg, ja,
ze zit er ook altijd over dat klooster te
praten. Ik heb dat klooster niet
nodig. Dat dacht ik toen ook
nog niet aan. Maar hoe dat komt, dat kan
ik eigenlijk geen naam geven. Want ik
weet wel dat ik toen lang eigenlijk heel
sterk heb gehad dat ik graag jongens zag.
En dat was ook met Frans Kanters en met
Cor van Berkel. Dat was dan meer stiekem.
Dan hield ik er ontzettend veel van, maar
als ze weg waren, zo 's maandags of zo,
ik denk, God ja, ik ben toch blij dat ik
er weer van af ben. Ja, zo heb ik er
eigenlijk voor gestaan. Dat is een teken
dat je met je eigen geen raad wist. En je
durfde er met niemand over te praten.
Want als ik hun ook zag, ja, dan hield ik
er gewoon dolveel van, dat was net als
iedereen.
|
GA Veghel, inv. nr.
35, fol. 161v. |
|
De weg langs de
Zuid-Willemsvaart tussen Sluis 4 en de
keiweg over Zijtaart naar Zondveld zou
opgeheven worden. Raadslid Verberk vroeg
op 22 maart 1934 in de gemeenteraad naar
wat B&W hier tegen zouden kunnen
doen. De burgemeester antwoordde dat
B&W hiertegen bezwaren zullen
indienen.
|
Interview met Jaantje van de
Ven - van Sleeuwen op 28 februari 2007. |
|
In 1934 ging Jaantje van Sleeuwen bij de missienaaikring.
Jans van Zutphen en Trien Ven knipten de patronen uit
en de andere leden naaide de kleren in elkaar.
|
De Bannier d.d. 19-5-1934 |
|
Boschbrand te Veghel. Door nog
onopgehelderde oorzaak is gisteravond brand uirgebroken
in de gemeentebosschen op de Coevering te Veghel. Met
vereende krachten is men er in geslaagd het vuur te
dooven. Een perceel bosch ter grootte van eenige aren is
verwoest.
|
PA Zijtaart,
register van overlijden; de foto uit 1933
komt uit de collectie van Jan
Versantvoort uit Uden. |
|
Op 22 mei 1934
overleed in Zijtaart de in 1924
gepensioneerde hoofdonderwijzer Adrianus
van de Ven. Deze foto van Van de Ven
dateert uit 1933.
|
Nieuwe Koerier, 31 mei 1934. |
|
50 jaar
priester, 30 mei 1934: J.C. Kamp, geboren te Waspik,
pastoor te Zijtaart.
|
Interview met Jaantje van de
Ven - van Sleeuwen op 28 februari 2007. |
|
In mei trok elk jaar de harmonie door de straat en dan
trokken en hosten de jongelui er achteraan. Tot aan de
Doornhoek en terug richting Zondveld, tot aan de
Klaverhoeve of
zo. Jaantje van Sleeuwen was toen een jaar of 15.
In de zomerdag ging Jaantje naar het veld,
ze werkten vaak tot ‘s avonds door. De kinderen van
Hannes Habraken, die van
Toon van Eert en van
Toon van
Sleeuwen zaten dan vaak
bij Hannes van Zutphen
voor de schuurdeuren in het gras wat af te koelen.
Dat was altijd daar, want
Hannes van Zutphen en Mie kwamen er bij zitten en die
konden niet weg vanwege de kleine kinderen. Jaantje zegt:
“Hannes van Zutphen en Mie van Asseldonk waren sterke mensen. Hannes
kon 2 zakken slakkenmeel op zijn schouders dragen.”
|
Herinneringen van de
kinderen van Bakel in de jaren tachting
door Jan van Bakel in Canada op schrift
gesteld, collectie Mari Brugmans. |
|
Frida, dochter van
Frans van Bakel, geboren op 3 mei
1930, herinnerde zich dat ze vier jaar
was en naar de kleuterschool ging. Ze
kreeg nieuwe klompen en twee nieuwe
jurken, die door Drieka van Weert gemaakt
waren. Drieka kwam twee dagen per week om
voor Frans van Bakel te naaien. Frieda
stond er van te kijken wat de naaister
allemaal maakte en ze zat altijd naast
het naaimachine om het allemaal te
volgen. Drieka was een erg aardige vrouw
en de kinderen Van Bakel hielden allemaal
van haar.
|
BHIC, toegang 6743, Familiearchief Sopers, inv. nr.168. |
|
Johan van Eerdt had een molen in Zijtaart (nu
Pastoor Clercxstraat 68). Op 19 juli 1934 schreef
hij een brief aan de weduwe J. Sopers-Smits in Den
Bosch, eigenaresse van de boerderijen met de huidige
adressen
Pastoor Clerctraat 76 en
85,
dat hij van waar wat grond wilde kopen.
'Geachte mevrouw,
Voorzeker zal U nog herinneren dat voor jaren terug door
de geachte familie Smits uit Veghel een melkfabriek
gebouwd werd te Zijtaart. Welke fabriekje gelegen was in
de boerderij welke in huur is door Johannes Raaijmakers
welke gelegen is nabij de kerk. Zoo U ook zeker
bekend, werd bij overlijden der zeer geachte Mejuffrouw
Smits dat fabriekje verkocht, en werd gekocht door
Henrie van Eerdt, welke daar een maalderij stichtte.
Ongelukkiger wijze komt genoemde Van Eerdt voor twee
maanden terug te sterven, welke familie kinderloos is,
en zodoende de weduwe de zaak van de hand wil doen.
Aangezien ik, een broer van de overleden Van Eerdt, die
zaak over wilde nemen, doch wegens de zeer beperkte
plaats verplicht ben de zaak wat te verbouwen. Wegens
mijn huishouden is mijn beleefd verzoek of U misschien
‘n 500 meter grond van dat zelfde stuk land waar
bedoelde gebouw gevestigd is, zou willen verkopen.
Wanneer U geachte mevrouw in dit geval mij zou willen
tegemoet komen, zal mij een bericht zeer aangenaam zijn,
wanneer U mij kunt ontvangen om deze zaak verder te
bespreken. In afwachting tekent hoogachtend J. H. van
Eerdt, molenaar te Zijtaart bij Veghel.
Op 9 augustus 1934 schreef molenaar van
Eerdt opnieuw aan Weduwe J.Sopers-Smits met een
situatieschetsje met uitleg en over een ‘verloren
hoekje’ welke hij erbij wilde kopen.
Op de achterkant van deze brief schreef
de weduwe Sopers-Smits het volgende: “Jan, ik ontving heden morgen
bijgaand schrijven. Hoe hij aan dien verloren hoek komt
weet ik niet, maar ik moet van het terrein 708 gulden
hebben. Die verloren hoek moet hij er maar bij nemen.
Als hij hier aankomt heb ik de boodschap afgegeven: “dat
mevrouw ongesteld is en hem niet kan ontvangen en hij
zich aan U kantoor moet vervoegen. Oma."Nu is hij erbij om het terrein van een goede 500 te
bemachtigen.
De weduwe Soper-Smitss schreef ook nog een keurig briefje
naar Jan van Eerdt waarin ze te kennen gaf het stuk
grond te verkopen voor 708 gulden en dat dit voor
notaris Sopers in de Putstraat 43 in Den Bosch diende te
gebeuren. De zoon van weduwe Sopers-Smits stuurde op 8 augustus
een briefje naar Jan van Eerdt, Zijtaart G92. Hij
schreef dat zijn moeder vanwege haar hoge leeftijd zich
er niet mee wilde bemoeien. Hij gaf aan dat het te kopen
stukje grond bij het voormalig boterfabriek aan de
verharde weg 2 gulden de meter kostte en aan de zandweg
1 gulden de meter. Op 12 augustus meldde de zoon van de
weduwe Sopers-Smits aan J.
H. van Eerdt, nu als “Grossierderij Zuid Willemsvaart”,
dat zijn moeder het niet nodig vindt minder te vragen.
De prijs bleef zo.
|
De Gelderlander,
4 oktober 1934. |
|
'Ruiterfeesten te Uden. Begunstigd door het mooiste weer
hield Zondag j.l. onze Rijvereeniging St. Martinis het
ruiterfeest, Er was zeer veel belangstelling, niet
alleen van de landbouwers, maar ook van de burgerij. De
aanwezigen hebben genoten. Ook kramen met versnaperingen
en verfrisschingen ontbraken niet. De jury bestond uit
de heeren: Sijbers, Van Hoof en van de Burgt uit
Nijnsel. De prijzen warden toegekend als volgt: (..)
Springen: Van Stiphout, Zijtaart, met verhooging
springen 3 hindernissen 10 c.m. 1e prijs (..)
Behendigheidswedstrijd: (..) Van Stiphout, Zijtaart, 3e
prijs. (..) Behendigheidswedstrijd: 1e drietallen: (..)
Van Stiphout, Zijtaart, 3e prijs.'
|
GA Veghel, inv. nr.
35, fol. 186v. |
|
Raadslid Van de Ven
Jzn vestigde op 11 oktober 1934 in de
gemeenteraad de aandacht op de vacature
van brandmeester te Zijtaart.
B&W zal hier aandacht aan schenken.
|
GA Veghel, inv. nr.
36, fol. 1v. |
|
Schoolhoofd Antoon
Hendrik van de Donk, was per 1 november
1934 ontslag verleend. Hij was
schoolhoofd geworden te Gronsveld in
Limburg. Hij verzocht de gemeenteraad
ontheffing van betaling van huur voor
zijn voormalig woonhuis te Zijtaart. Op
advies van B&W ging de raad op 20
december 1934 accoord, onder voorwaarde
dat huis en tuin, uitgezonderd de
tuinkoepel, gelaten worden zoals bij zijn
vertrek.
|
Verteld door Jans van de Pol
- Vervoort op 17 april 2007. |
|
Tinus Vervoort overleed op 24 november 1934 op
zestien-jarige leeftijd. Zijn zus Jans herinnerde zich
het een en ander nog levendig: “Onze Tinus (Vervoort)
had zondagsavonds een wit puntje op z’n neus. Ons mam
deed er een beetje Purol overheen en klaar. Hij werkte
toen bij Graard van Boxmeer als knecht. ‘s Anderdaags ‘s
morgens had hij zich op stal gewassen, hij stond buiten
en zei: “Ik ben toch zo ziek.” Ons moeder stond
vlug op en zei: “Ga maar gauw te bed.” Dat was op
een maandag. ‘s Avonds kwamen Driek Jonkers en Hanneske
van Sleeuwen buurten en onze Tinus die was daar graag
bij, die hoorde die proat graag. “Mag ik opkomme
moeder?” “Ja, dat mag wel.” Maar hij was een
wijlke op en zat al gauw met z’nne kop op zijn arm, zo
ziek was hij. “Ik ben nie goed, ik ga weer te bed.”
Twee weken later is hij gestorven.
De tweede week dat
hij op bed lag kreeg hij allemaal korstjes rond zijn
ogen en een krinteboard rond z’nne mond. Op advies van
de dokter deed ons moeder de ogen pappen met lijnzaad of
zoiets, gerei in een natte doek en dan erop. De dokter
zei: “Als de wond naar buiten doorgaat is het goed,
maar die etternest moet niet naar binnen openbreken,
want dan wordt hij niet meer beter.” Buurman
Willem van Asseldonk kwam om 2 uur ‘s middags naar
onze Tinus keken en hij zei: “Hij proat er allemaal
nève.” Op vrijdagmorgen kwam de dokter en die zei:
“Ik zou ‘m maar laten bedienen.” Hij lag die
middag met zijn been uit bed op een tafel. We deden dat
been terug, maar hij zwaaide die er weer uit. Hij was
toen al een heel eind weg. ‘s Nachts is hij gruwelijk
tekeer gegaan. Om 12 uur ‘s nachts waren we allemaal
wakker. Onze Piet en ik zijn er toen bijgebleven. Ons
moeder zei: “Het zal zo gedaan zijn.” De etter
stond in zijn keel, hij is gestikt. Het werd geleidelijk
aan minder en ‘s morgens om half vijf is hij gestorven.
Ons moeder heeft naderhand heel ‘t bed, al het kaf,
leeggeladen en zo op de mestvaalt gegooid, zo nat was
het. Op de vloer van de opkamer onder het bed zat een
grote natte bruine plak."
|
Verteld door Ant Vervoort op
14 juni 2007. |
|
Ant
Vervoort vertelde: "Onze Ties lag op de opkamer.
Zijn bed stond tegen de muur aan. Het bed van ons Bet
(toen 7 jaar) en van mèn (toen 10 jaar) stond tegen
dezelfde muur, aan de andere kant van die muur. Hij ging
die nacht zo gruwelijk tekeer, dat wij niet konden
slapen. Wij mochten toen bij ons vader en moeder in bed
komen. Ons vader en moeder hadden geen foto van onze
Ties, daarom heeft koster Rietbergen toen een foto van
hem gemaakt, toen hij in de kist lag." En daar ligt
hij, de arme jongen, zestien jaar jong.
Peniciline werd in 1928 al ontdekt,
maar dit antibioticum werd pas na de tweede Wereldoorlog
in voldoende hoeveelheden in produktie gebracht. Uit het
begraafboek van de parochie Zijtaart blijkt dat
indertijd geregeld jonge mensen, en ook veel babies
overleden.
|
Verteld door Nel Rietbergen
op 17 december 2007. |
|
“Als
er kinderen overleden, dan droegen de misdienaars het
kistje. Dan maakte de buurt papieren bloemen. Dat heb ik
dikwijls gedaan.”
|
St. Jansklokken, 1 december
1934 |
|
 |
BHIC, toegang 7698, archief
van de gemeente Veghel. |
|
De lijst van
militairen uit Zijtaart van de lichting van 1934 die om vrijstelling verzochten:
Naam |
Geboren
|
Ouders |
Adres |
Beroep |
Vrijgesteld wegens |
Adrianus van den Akker |
23-11-1914 te Veghel |
Petrus van den Akker en Antonia van Stiphout |
Ouders:
Zijtaart G 39
|
landbouwer |
afgekeurd |
Petrus van Asseldonk |
9-6-1914 te Veghel |
Theodorus van Asseldonk en Lamberdina Kerkhof |
Ouders:
Doornhoek G 50
|
landbouwer |
broederdienst |
Cornelis van Berkel |
7-2-1914 te Veghel |
Petrus van Berkel en Maria Habraken (overleden) |
Ouders: Zondveld G131
|
landbouwer |
lid van de vrijwillige landstorm |
Rudolphus van Eindhoven |
11-1-1914 te Veghel |
Henricus van Eindhoven en Johanna Jagers |
Ouders:
Zondveld G 108
|
landbouwer |
ongeschikt |
Petrus van den Hurk |
29-11-1914 te Son |
Adrianus van den Hurk en Johanna Maria Sanders |
Ouders:
Zijtaart G 41
|
timmerman |
broederdienst |
Johannes Henricus Kweens |
24-4-1914 te Veghel |
Christiaan Kweens en Johanna van den Elsen |
Ouders: Zondveld G 100
|
landbouwer |
lid van de vrijwillige landstorm |
Adrianus G. M. van den Nieuwenhuizen |
18-5-1914 te Veghel |
Petrus van den Nieuwenhuizen en Johanna Maria
Jansen |
Ouders:
Zijtaart G 68
|
timmerman |
broederdienst |
Cornelis Pennings |
22-12-1914 te Veghel |
Marinus Pennigns en Johanna Essens |
Ouders: Biezen G 179
|
landbouwer |
lid van de vrijwillige landstorm |
Phillippus Petrus Pepers |
27-5-1914 te Veghel |
Martinus Pepers en Ardina van den Tillart |
Ouders:
Zijtaart G 56
|
landbouwer |
lid van de vrijwillige landstorm |
Henricus Martinus Rovers |
5-1-1914 te Veghel |
Johannes Hendricus Rovers en Hendrina van
Duijnhoven |
Ouders:
Zijtaart G 25
|
Seminarist (heeft een jaar op het seminarie
gezeten) |
ongeschikt |
Theodorus Lambertus van der Sanden |
14-1-1914 te Veghel |
Martinus vand er Sanden en Helena van Berkel |
Ouders: Doornhoek G 7 |
landbouwer |
lid van de vrijwillige landstorm en vanwege
lengte |
Wilhelmus Antonius Thijssen |
31-3-1914 te Veghel |
Antonus Thijssen en Maria van Lieshout |
Ouders:
Zijtaart G 48
|
geestelijke |
student godgeleerdheid op de Ruwenberg in St.
Michielsgestel |
Franciscus Josephus de Visser |
6-3-1914 te Veghel |
Johannes Willem de Visser en Catharina van
Heeswijk |
Ouders:
Doornhoek G 60
|
wagenmaker |
voorlopig vrijstelling |
|
|