Foto's Huizen Kroniek

Kroniek van het jaar 1933


Utrechts Nieuwsblad, d.d. 11-01-1933   ‘Waren zij trouwlustig? Door uitsnijding van een ruit in de benedenwoning hebben dieven zich toegang verschaft tot de boerderij van den landbouwer R. te Zijtaart. In de hoeve hebben de inbrekers alles overhoop gehaald; alle kasten en laden werden doorgesnuffeld, waarbij een bedrag aan geld werd buitgemaakt. Voorts hebben de dieven het nog nieuwe trouwcostuum van den landbouwer en de trouwjapon van de boerin medegenomen. Een doos, inhoudende een aantal gouden sieraden, die blijkbaar door de inbrekers schijnt te zijn verloren, is door de eigenaars in de nabijheid der boerderij teruggevonden.

GA Veghel, inv. nr. 35, fol. 101.   Raadslid Verberk informeerde op 31 januari 1933 in de gemeenteraad naar het verleggen van een waterloop op Zondveld. Hij verzocht daarmee te wachten, totdat de waterafvoer onder Schijndel verbeterd is. De burgemeester zei dat al twee jaar over deze kwestie is gesproken. De commissie van de waterleidingen kan dit nog wel eens behandelen.

Willem van Stiphout, Uit ’n dagboek van een verhuizer (Oirschot, oktober 1984) 52-53.    Op 1 maart 1933 werd ik voor een jaar verhuurd aan Van de Linden op Zondveld. Ik was 13, bijna 14 jaar. Gewoontegetrouw waren vader en ik daar tevoren uit de hoogmis gaan eten. In het café van Kerkhof werd goed gedronken door de drie gebroers Van de Linden en vader. Ook ik kreeg een glaasje bier, daarna goed eten, wat rond kijken op de boerderij en de huurpenning ontvangen. Van de grote sigaar die ik oprookte in het hete kamertje vol mensen en rook werd ik flink ziek. Ik moest buiten ovegeven en hun maar lachen. Het waren gezellige mensen, die hadden altijd plezier. Ik was er daarom ook graag. Het waren ook goeie boeren, harde werkers, waar ik in de twee jaar dat ik daar woonde veel geleerd heb.

GA Veghel, inv. nr. 35, fol. 161.   De raadsleden Van de Ven Jzn en Van Boxmeer informeerden op 22 maart 1933 in de gemeenteraad naar oefening van de brandweer te Zijtaart en controle op de brandspuit. De Burgemeester zal hierover met de brandmeester spreken.

BHIC, Kantongerecht Veghel toegangsnr. 42 inv. nr. 96 vonnis. 301 dd. 24-3-1933   Martinus van den Akker, geboren Erp 28-11-1914, knecht bij W. van Rijbroek op Zondveld. Wegens dronkenschap f .5,- boete.

Jubileumboek 90 jaar fanfare, 10.   Johan Heesakkers nam het dirigentschap van de fanfare over van Johan van Eerd.

Gesprek met Janus en Dina van Nunen op 15 april 2007; foto: collectie Hendrik Rietbergen.   Johan van Nunen was misdienaar. Koster Rietbergen woonde toen op de pastorie. Als de misdienaars te vroeg waren voor het misdienen, dan gingen ze de tuin van de pastorie in. De pastoor vroeg wel eens: “Wie heeft er aan de druiven gezeten?” Dan kleurden ze wel eens.

Op de foto van links naar rechts: Antoon van de Ven, Graard van de Ven, Johan van Nunen en (zittend) Richard Willems.

Gesprek met jaantje Schepers - van Nunen op 9 juni 2008.   Als er weer een kleine geboren werd bij ons thuis, dan werden we naar ooms en tantes gebracht. Toen onze Harry geboren was, was ik een jaar of acht. De vrouw van Jan Adriaans , dat waren buren, kwam bij ons als vroedvrouw helpen. Het was nog nacht, ze zeiden tegen mij: “Ga maar naar Jan Adriaans verder slapen.” Jan zei: “kruipt maar lekker onder de dekens meidje. Het bed is nog warm.

Verteld door Piet van de Tillaart (Hoeve Corsica) op 28 juni 2007.  

“Ik was muzikaal en toen ik in de vierde klas zat mocht ik samen met Toon Kremers de plechtige communiemis zingen. We moesten ‘Judeica me Deos’ oefenen. De nonnen hadden de notenbalken met rode vierkante noten op een groot bord geschreven. We moesten toen met de nonnen meezingen. Wij waren daar toen heel trots op.” Piet was toen een jaar of tien.

Verteld door Piet van de Tillaart (Hoeve Corsica) op 28 juni 2007.  

Piet van de Tillaart vertelt: “Als we van school naar huis liepen, dan liepen we soms door de Bresser, langs het huis van bakker van de Brand. Die heeft er heel kort een bakkerij gehad. Hij bakte zelf speculaas en zette die dan buiten. Dan gristen we er wel eens een paar mennekes af en renden dan hard weg.”

“De Schreuws, dat was de bijnaam van bakker Piet van den Nieuwenhuizen, die had een hit, een hengst, die hij in de Bresser had getuierd. We maakten het paard los. Ik was niet bang van paarden, ging er thuis ook veel mee om. Hannes van den Brand had een paard in de wei achter zijn huis lopen, hij had een zwart paard, Moor. We lieten de hengst van de Schreuws bij Moor. Het was een heel spektakel, de hengst ging tekeer. Heel de straat was er op het eind mee gemoeid om de hengst weer te vangen. Hannes van den Brand stond er met tranen in zijn ogen bij te kijken: “Maar jongens, dat maagde toch niet doen,” klaagde hij.”

Nieuwe Koerier, 8 september 1933. Foto: collectie Hendrik Rietbergen.

 

De heer W. Tissen (Wilbert Thijssen) uit Zijtaart (N.B.) werd op een wandeling door een weiland plotseling door een koe aangevallen. Het beest wierp hem drie keer op den grond en bewerkte hem met de horens. Geen draad bleef aan zijn kleeren heel. Op zijn hulpgeroep kwam een man toesnellen die hem onder de koe uit wist te halen. Met wonden overdekt is T(hijssen) naar het R.K. Gasthuis overgebracht.

Wilbert Thijssen is de linkse man op de foto. Hij was geboren op 19 oktober 1862, en hij overleed op 13 februari 1952. Wilbert zei vaak: "De jeugd van tegenwoordig, die is niet pluis!"  De koeien ook niet.

 

Gesprek met Nel Rietbergen op 17 december 2007.   “Wilbertoom Thijssen was niet zo geliefd bij ons meisjes, hij was een te secure mens. Wilbert kwam naast ons wonen. Hij stalde zijn koeien bij Hannes van de Brand op stal, want er zat geen stal aan het huis.”

Gesprek met Miet Reijbroek op 27 december 2010.   Onze Frans (Reijbroek) had 6 jaar bij de Daminanen op school gezeten, maar toen hij 18 jaar oud was, veranderde hij van gedachten. Hij zat met Toon de Koning op het seminarie. Toon was een jaar jonger. Onze Frans was bekant 18. In april kwam hij van het seminarie terug naar huis en op 11 mei werd hij 18. Toen ging hij thuis mee helpen.

Een paar maanden later overleed ons moeder aan een gezwel aan haar ruggenwervel. Als er iemand dood was, kwam de buurt het rozenhoedje bidden, drie avonden lang. “Ik heb in de buurt nog wel eens ooit voorgebid. In de regel kwamen de mensen goed af. Het bidden was maar gewoon afrebbelen.

Tante Martina de Leest kwam vanaf 1929 al bij ons in huis helpen. Toen ons moeder overleed kwam ze voor vast voor ons zorgen. Een tante is geen moeder. Toen moeder overleed... dan bende nog jong, ik was toen 13, dan bende met andere dingen bezig. Pas later heb ik dat anders ervaren, later heb ik dat veel sterker gevoeld. Toen moeder dood ging, toen werd er thuis niet over gepraat.

 
Brabants dagblad, 13 maart 1978; mededeling van Johan van Sleeuwen d.d. 13 april 2007.   In 1933 won Willem van Eert van de Zijtaartse rijvereniging met een koudbloedpaard een serie springconcoursen en werd daarmee bondskampioen. Johan van Sleeuwen: "Willem was een rauwe ruiter. Het paard waarmee hij sprong, stond 's maandags weer voor de romkaar, met de strik van de prijs er aangehangen." 

De ledenlijst en kasboekjes zijn in bezit van Cor Coppens.  

Dit is een oude ledenlijst van de rijvereniging. De vereniging werd in 1928 opgericht. Volgens het kasboekje betaalde Piet van Asseldonk in 1936 inleggeld. Piet staat nog niet op de ledenlijst, zodat die ergens in de periode 1928-1936 gemaakt zal zijn.

Er zijn twee oude slordig bijgehouden kasboekjes van de rijvereniging bewaard gebleven over de periode 1933-1961. De inkomsten bestonden aanvankelijk uit het verkopen van donateurskaarten – aanvankelijk voor één gulden per stuk - aan de middenstand en aanzienlijke burgers in Veghel en Zijtaart. Tijdens het ophalen legde men altijd wel ergens aan om wat te verteren. Driek Opheij heeft dat tientallen jaren gedaan. Hij noemde zichzelf wel eens met wat zelfspot: “De grootste schooier van Zijtaart.”

Interview met Harry van Boxmeer op 16 april 2007.   Rond 1933, de tijd dat Harry (van Tinus) van Boxmeer naar school ging, werd er les gegeven door meester Van de Donk, meester Rooijakkers en meester De Groot-Bruinderink. Harry: “Voor de leraren moesten oe pet afvatten. De meesters en de pastoor, die waren de mán in het dorp, die maakten de dienst uit. Daar moesten de karbonaai naar toe brengen.” Over De Groot – Bruinderink: “Dè waar ‘ne straffe. Zijn handjes hingen er los aon.”

Gesprek met Dina van Nunen op 15 april 2007.     Dina van Nunen: "Ik ging pas naar de bewaarschool in 1933 toen ik 7 jaar was. Dat kwam omdat ons vader in 1932 gestorven was. Ik moest toen met de eerste klas mee leren voor de eerste communie. Daar had ik zuster Josina, die had een houteren been, tenminste het onderste stukske met haar voet."

Interview met Jaantje van de Ven - van Sleeuwen op 28 februari 2007.   De meeste herinneringen van Jaantje, dochter van Toon van Sleeuwen, spelen zich af in de eigen buurt. Ze zegt alle kinderen van buurman Hannes van Zutphen (geboren tussen 1927 en 1945) te hebben leren lopen. Jan van Zutphen (geboren in 1930) kon als peuter niet over het karrespoor en dan riep hij “Antje, Antje,” (Jaantje, Jaantje) en dan moest Jaantje hem over het karrespoor heen zetten. Hannes van Zutphen leende vanalles bij Toon van Sleeuwen, maar vergat het dikwijls terug te brengen. “Halen en brengen, dat is erg,” zei Hannes vaak.

De kinderen van Hannes van Zutphen stonden met hun armpjes omhoog als buurman Toon van Sleeuwen op bezoek kwam. Toon haalde hen vaak uit de box. “Als gij hier gewist bent, doen ons keinder niks dan janken!” mopperde moeder Mie van Asseldonk wel eens. Jaantje herinnerde zich nog dat Mie van Asseldonk borstvoeding gaf. Dan zat ze in een hoek met haar gezicht naar de muur met een grote nuzzik om, zodat alles afgesloten was voor ongewenste blikken.

Interview met Jaantje van de Ven - van Sleeuwen op 28 februari 2007.   Jaantje van Sleeuwen (geboren in 1919) was blij dat ze op zondag naar het lof kon, want anders kwam ze nergens. Met carnaval was het op maandag en dinsdag ‘s avonds lof en ze ging er graag heen, want dan was het avond, en bleven ze in het donker nog wat op straat hangen en met jongens buurten (“wat hengelen”) .

Collectie Doortje van Nunen - Brugmans.   1933 Broerschappen e.jpg (171889 bytes)1933 Broerschappen c.jpg (171463 bytes)1933 Broerschappen b.jpg (160871 bytes)1933 Broerschappen d.jpg (185019 bytes)1933 Broerschappen a.jpg (178252 bytes)







Doortje Brugmans deed op 2 april 1933 haar Plechtige Communie. De Communicanten werden meteen lid van vijf broederschappen.

1. Het Broederschap van de Gedurige Aanbidding van Jezus in het Allerheiligste Sacrament des Altaars. Het doel van het broederschap is dat er altijd, het hele jaar door, dag en nacht mensen zijn die voor Hem bidden, om wat tegenwicht te bidden aan de oneer en versmaadheden die hem door de ongelovigen en slechte Christenen aangedaan worden. Doortjes biduur was elk jaar op O.H. Hemelvaart van 3 tot 4 uur. Daarmee waren aflaten te verdienen.

2. Het broederschap van het H. hart van Jezus. Het doel was om de leden aan te moedigen het H. Hart van Jezus te eren. Ook daarmee waren aflaten te verdienen.

3. Het Broederschap van den Rozenkrans. Het doel was de H. Maagd te vereren door het bidden van de Rozenkrans. Men moest zich officieel door een pater Dominicaan in laten schrijven. De leden moesten een keer per week een rozenkrans van 15 tientjes of drie maal per week een rozenkrans van vijf tientjes bidden. Ook hiermee waren aflaten te verdienen. Tot in de zestiger jaren werd het rozenhoedje 's avonds in nagenoeg alle Zijtaartse gezinnen gebeden. (Vaak ging dat onder het aardappelen schillen, bonen uitzoeken en koe melken door. Zo kon het gebeuren dat vader vanachter de koe riep: "Heilige Maria, vol van genade... sta stil, verrekte heks!"

4. Broederschap ter uitroeiing der Godslasterlingen en verwenschingen en onkuische gesprekken. Daar was die vader achter die koe dan niet bij, of hij was vergeten dat hij er ooit bij ingeschreven was. Als men niet vloekte kon men weer aflaten verdienen.

5. Broederschap van den St. Pieterspenning. Volgens Doortje Brugmans waren dit allemaal papieren broederschappen die men weer snel grotendeels vergat, met uitzondering van het broederschap van de St. Pieterspening, want ze kan zich herinneren, dat daarvoor gecollecteerd werd. Het doel van het broederschap was om de Paus zowel door gebeden, als door geldelijke ondersteuning te helpen.


BHIC, Kantongerecht Veghel toegangsnr. 42 inv. nr. 97 vonnis. 509  dd. 26-5-1933   Gerard Kremers, geboren  4-8-1863, wonende Biezen G 180 (De Kampen 1). Overtreding van de trekhondenwet waarvoor een boete van 50 cent.

BHIC, Kantongerecht Veghel toegangsnr. 42 inv. nr. 97 vonnis. 582 dd. 23-6-1933   Hendrikus der Kinderen, geboren 3-3-1909, metselaar wonende Zijtaart G 75 (Pastoor Clercxstraat 55). Heeft met een rijwiel zodanig snel gereden dat dit de veiligheid van het verkeer in gevaar bracht. f. 15,- boete.

Het Vaderland, 3 juli 1933.   'Vijf jaar geleden heeft de Noord-Brabantsche Christelijke Boerenbond het initiatief genomen tot stichting van een bond van landelijke rijvereenigingen in deze provincie. (..) Ter viering van dit heugelijke feit zijn gisteren in Oirschot twee ruiterdagen begonnen. (..) Van de tribune wapperden tal van vlaggen en ter eere van het bezoek van Prinses Juliana was in het midden een graai gedrapeerd balkon aangebracht. (..) Toen het hooge gezelschap, levendig toegejuicht door het talrijke publiek, zijn plaats had ingenomen, werd de keuring voor de dressuurwedstrijd, waaraan 40 afdeelingen deelnamen, onderbroken, en betraden ongeveer 400 ruiters op hun forsche paarden het terrein. (..) De uitslagen der wedstrijden volgen hier: (..) Individueel dressuur: 8. W. v. Eerd, Zijtaart., 65 ½ punten (..), 16. H. Ophey, Zijtaart, 56 ¼ punten. (..) Springconcours A, koudbloed 1. W. van Eerd, Zijtaart, Nelly. (..) Sprinconcours B, warmbloed: 7. M. van Stiphout, Zijtaart, Truus.'

BHIC, Kantongerecht Veghel toegangsnr. 42 inv. nr. 97 vonnis. 594 en 767 dd. 14-7-1933   Hendrikus van den Boom, geboren te Dinther 1-4-1888, landbouwer wonende te Zijtaart G 104 (Jekschotstraat 22) Overtreding leerplichtwet waarvoor een gulden boete.

De Gelderlander, 23 augustus 1933.   'Zooals te verwachten was, is het buitengewoon druk geweest bij het grootse concours-hippique te Zeeland. (..) De prijzen zijn behaald als volgt: 4. Rijvereeniging St. Gregorius, Zijtaart. (..) Springconcours: 4. W. van Eert, Zijtaart op Nelly.'

Verteld door Janus van Nunen op 15 april 2007.   In september kregen we vakantie om aardappelen te rapen. Dan zaten ze naast ons bij Van de Linden in het veld ook te rapen. We gooiden dan aardappelen naar elkaar op een stokske. Ik kwam van Zijtaart en Tonia en Jaan van Asseldonk waren op een plak aan het erpel rapen. Willem van Asseldonk deed die uit en Tonia en Jaan raapten ze. Ik maakte een praatje. Ik vroeg: “Willem, witte gij op wie gij stoalt?” “Nee, op wie dan.” “Op de pastoor, want die hi ok witsige hoar.” Nou, iedereen moest lachen. Tonia kwam een week later bij ons eieren ophalen voor de pastoor. En die begon ‘t tegen ons moeder te vertellen: “Ullië Janus, die zin…” Ons moeder en Tonia stonden te lachen en ik werd rood, ik kon er gin een mir gezit hebbe.”

 
Zijtaart, '87'; foto: collectie Jan van Boxmeer.   In die tijd kwamen Tonia van Asseldonk en Trien van de Ven rond om eieren te halen en boter op te halen voor de pastoor (zie foto). In mei gingen ze rond voor boter. Hierbij werd een bon gesschreven, bijvoorbeeld 'goed voor 1 kilo', met de handtekening eronder. De koster kon dan met de bon voor de pastoor boter halen bij de melkfabriek. In de herfst was er de roggeomgang. De pastoor en de koster gingen dan met paar en kar de vaten rogge ophalen. Ook de paters Capucijnen gingen rond voor rogge en boter.

 
Verteld door Junus van Nunen op 15 april 2007.   Op school sloeg Janus van Nunen een keer een flater. Pastoor Kamp vroeg tijdens de katechismusles. “Wat wil dat zeggen, ‘voor levensonderhoud’?"  Ik stak mijn vinger op. “Van Nunen!”  Ik zei: “Haantjes naar de pastoor brengen.” De pastoor sloeg zijn hand voor zijn mond om niet te lachen. Na de les ging hij op de gang en ik hoorde hem tegen meester van de Donk praten. Toen die in de klas kwam, keek hij mij aan en toen wist ik dat ze het er over gehad hadden.

 
BHIC, Kantongerecht Veghel toegangsnr. 42 inv. nr. 97 vonnis 834  dd. 22-9-1933   Antonius Kweens, geboren Beek en Donk 14-2-1912, wonende te Zijtaart G 100 (Het Gerecht 1). Als schaapherder een politieverordening overtreden. f. 3,- boete.

 
BHIC, Kantongerecht Veghel toegangsnr. 42 inv. nr. 97 vonnis. 843  dd. 22-9-1933   Jacobus Hendrikus van Boxmeer (Hein), geboren Uden 23-2-1896, wonende Zijtaart G 71 (Pastoor Clercxstraat 47). Overtreding van de arbeidswet waarvoor vier boetes van elk f. 2,-

 
BHIC, Kantongerecht Veghel toegangsnr. 42 inv. nr. 97 vonnis 904 dd. 13-10-1933   Johannes Martinus Oppers, geboren te Erp 29-12-1893 wonende te Zijtaart. Zonder daartoe gerechtigd te zijn gelopen op verboden grond. f.5,- boete.

 
BHIC, Kantongerecht Veghel toegangsnr. 42 inv. nr. 97 vonnis. 916 dd. 13-10-1933   Hubertus Henricus Petrus Adriaans, geboren Weert 9-11-1913, muldersknecht bij H. van Eerd Zijtaart G 32 (Pastoor Clercxstraat 68). Wegens verkeersdelict drie gulden boete.

 
Gesprek van Marc van den Merkmortel met Tijn em Mien van den Tillaart op 13-2-2011     De jaren dertig werden gevormd door de crisis. Na de beurskrach van 1929 ontstond er wereldwijd een grote werkloosheid. De overheid probeerde met allerlei steunmaatregelen de crisis te bezweren: “rogge verven” door de molenaar om de rogge ongeschikt te maken voor menselijke consumptie, “erpel prikken” ook om deze ongeschikt te maken voor menselijke consumptie. Op deze manier kon men maar éénmaal in aanmerking komen voor steun. Voorkómen van fraude was de reden.

Daarnaast voerde men een soort biggenvergunning in, die nodig was om te kunnen beschikken over biggenmerken. Dit werd gedaan om overproductie te voorkomen. Boeren kwamen hiervoor alleen in aanmerking als men voorheen ook biggen had gefokt. Verder werd de “fietsbelasting” ingevoerd; men was verplicht om met een fietsplaatje te fietsen. Zo’n plaatje kostte fl. 2,50; vaak werd er in één gezin door meerdere mensen met 1 plaatje gedaan. Werklozen hoefden minder voor een plaatje te betalen en kregen dan een gaatje in dit plaatje. Kon men ook gelijk zien of iemand werkloos was.

 
BHIC, Kantongerecht Veghel toegangsnr. 42 inv. nr. 97 vonnis 998 dd. 10-11-1933   Martinus Opheij, geboren 30-6-1908, wonende Zondveld G 103 (Jekschotstraat 20). Overtreding van het crisisreglement. Boete f. 2,-.

 
Archief parochiebestuur Zijtaart.   In november 1933 had het mannekoor van Zijtaart de volgende leden:

- Hendrik van de Ven
- Johan van Eert
- Wilbert Thijssen
- Adriaan van de Ven
- Antonie van de Tillaart
- Petrus Raaijmakers
- Antonie van Zutphen (Doornhoek)
- Hendrik Rietbergen
- Johan van de Broek
- Jan de Visser
- Petrus van de Linden
- Adriaan vanZutphen
- Petrus van Zutphen
- Petrus van Rijzingen
- Hendrik van de Linden
- Wilhelmus Kremers
- Adriaan Kremers
- Antonie van Zutphen (Straat)
- Theo van de Nieuwenhuizen

 
Archief Jekschot.   Bernard van Dam schreef in het kerstnummer van de 'Boer en Tuinder', dat uitkwam op 21 december 1933 een artikel over Jekschot. Bernard van Dam was molenaar en bakker in Eerde en heeft veel geschreven over de Meierijse toestanden. Veel van deze artikelen werden door hemzelf met tekeningen verlucht. Hij is vooral bekend gebleven om het boek 'Oud Brabants dorpsleven'. In het artikel uit 1933 beschrijft hij het isolement van de heerlijkheid Jekschot en de vredige rust van het landschap daar:

'En ik moet dan ook bekennen', schrijft hij, 'dat het uitsluitend deze laatste eigenschappen waren, welke er mij toe brachten meer dan gewone belangstelling voor het afgelegen stuk grond aan den dag te leggen. Er zijn zo van die landschappen wier eenzaamheid en stilte zo veel indruk op ons maken, dat zij ons aan het nadenken zetten; en als wij van die eenzaamheid en stilte 'het geluid verstaan' dan kan ons ontvankleijk gemoed diep ontroerd worden door die overpeinzingen. Het landgoed Jekschot ligt zeer geïsoleerd en nog minstens 20 minuten gaans verwijderd van den naasten kunstweg; het beslaat het middelpunt van den driehoek, welke gevormd wordt door de dorpskommen der gemeenten Sint-Oedenrode, Lieshout en Veghel en ressorteert onder de gemeenten Sint-Oedenrode en Veghel. Het werd bij openbare verkooping in 1893 aangekocht door heer Henri J.M. Smits, brouwer te Veghel, voor de som van fl. 61.750. Tevoren was het eigendom geweest van de familie Van Oldenbarneveld.'

Sindsdien was er veel veranderd op Jekschot. Bernard van Dam: 'Aan den desolate toestand, waarin het 175 ha. groote landgoed bij de overname verkeerde, kwam al spoedig een einde. Het probleem van de waterlossing werd grondig aangepakt, de voorpotingen op wegen en dreven kwamen in orde, mooie complexen bosch werden aangelegd, aan de woonhuizen en schuren werd de nodige zorg besteed,
de boerderij aan de kant van Veghel werd hoofdingang en kreeg een sierlijken lusttuin met inrijpoort, kortom, het aanzien van het landgoed veranderde zienderoogen. Ongeveer midden in het goed werd een nieuwe boerderij van ca. 20 ha. ontworpen, op welks grond een hechte en grote hofstede verrees. Het was de tijd van de opkomst der meststoffen en daar het onder de familie Smits niet slecht wonen was en de pachtboeren, wat betreft het aanwinnen en in cultuur brengen van nieuwe perceelen goeden heidegrond, van de eigenaresse op zeer aannemelijke voorwaarden 'carte blanche' kregen, ging de economische toestand van Jekschot en zijn bewoners met reuzenschreden voorwaarts.

Het armoedige geboer van vroeger in vervallen en onvoldoende behuizingen op verwilderde gronden, wier waterlossing nauwelijks aan de allerbescheidenste eischen voldoet, met vee waarvoor tegenwoordig de destructor zich schamen zou het te moeten verwerken; het heele dóór en dóór armoedige heidebedrijf van Jekschot behoorde weldra tot het verleden en zoo bestaat vandaag de oude heerlijkheid uit een achttal mooie en vruchtbare boerderijen waar de landbouw op intensieve manier beoefend wordt.' Bernard van Dam besloot met een wens: 'Laat ik hier de hoop uitspreken, dat de opbloei van de oude Heerlijkheid nog verder moge doorgevoerd worden; er liggen nog gronden genoeg die geschikt zijn voor in cultuur brengen en waarop nijvere handen werk en brood kunnen vinden.'

BHIC, toegang 7698, archief van de gemeente Veghel.   De lijst van militairen uit Zijtaart van de lichting van 1933 die om vrijstelling verzochten:

Naam

Geboren

 

Ouders

Adres

Beroep

Vrijgesteld wegens:

Lambertus Henricus Brans

23-7-1913 te Veghel

Adrianus Brans en Johanna Vogels

Ouders: Zijtaart G 31

landbouwer

persoonlijke  onmisbaarheid, student op de Ruwenberg te St. Michielsgestel en is ook bij de vrijwillige landstorm geweest.

Gerardus Cornelis Brugmans

2-7-1913 te Veghel

Hendrikus Brugmans (overleden) en Petronella van Weert

Moeder: Biezen G 139

landbouwer

persoonlijke onmisbaarheid

Franciscus Henricus van der Heijden

17-7-1913 te Veghel

Adrianus van der Heijden en Maria Cathariena Kanters

Ouders: Biezen G 141

landbouwer

broederdienst

Theodorus Martinus Ketelaars

12-8-1913 te Veghel

Adrianus Ketelaars en Hendrica van den Bogaard

Ouders: Doornhoek G 12

landbouwer

ongeschikt

Johannes Cornelis de Koning

8-7-1913 te Veghel

Petrus de Koning en Johanna Maria Vissers

Ouders: Zondveld G 126

landbouwer

broederdienst

Hendrikus Antonius van der Linden

29-8-1913 te Veghel

Hendricusvand er Linden (0verleden) en Elisabeth Bouw

Ouders: Zondveld G 122

landbouwer

Lid van de vrijwillige landstorm 

Hendricus Leonardus Raaijmakers

16-3-1913 te Veghel

Martinus Raaijmakers en Hendrika Adriaans

Ouders: Zondveld G 112

landbouwer

Lid van de vrijwillige landstorm 

Lambertus van Sleuwen

25-4-1913 te Veghel

Hendricus van Sleuwen en Catharina van den Hurk

Ouders: Zondveld G 117

landbouwer

Lid van de vrijwillige landstorm 

Johannes van den Tillart

10-7-1913 te Veghel

Antonius van den Tillart en Anna Maria Vissers

Ouders: Biezen G 159

student mulo

persoonlijke onmisbaarheid



Bouwstijlen - Thema's - Groei - Organisaties - Veldnamen
Afkortingen - Toelichting verenigingen - Toelichting Huizen - Toelichting Kroniek - Downloads