Eerste
deel verteld door Jans van de Pol
- Vervoort op 17 april 2007, het tweede deel door Ant
Vervoort op 14 juni 2007; foto uit de jaren veertig:
collectie Harrie Vervoort. |
|
Er
zat een ‘zink’ in het dak van Jan Vervoort. Heintje van
Boxmeer kwam kijken en zei: “Als ge er dit jaar f
1000 aan verbouwd, dan denk ik dat je er volgend jaar
1500 aan verbouwen zult.” “Dan heb ik het vlug bekeken,”
zei Jan, “dan denk ik dat ik het gelijk omstoot en er
een nieuw huis neerzet.”
Het oude huis werd
afgebroken en het gezin woonde tijdelijk in de
varkensschuur. Zoon Harry Vervoort werd in februari
1931 in die schuur geboren. Korte tijd later brandde
de schop van Jan Vervoort af. “Brand, brand,”
werd er geroepen. Er kwam zo’n ouwerwetse brandweer.
Jan Vervoort was net bezig met het nieuwe huis.
Pastoor Kamp was er het eerst. “Ach, ach,
pastoor,” zei Bertha, de vrouw van Jan Vervoort,
“wat zullen de mensen nou toch proaten.” Ze
was bang dat er geroddeld zou worden, dat ze de schop
zelf afgestookt hadden. “De mensen moeten
proaten,” antwoordde de pastoor, “want de
beum (bomen) kunnen het niet.”
|
Vertelt
door Ant Vervoort op 14 juni 2007. |
|
Ant
Vervoort vertelt: “Ik weet nog wel dat onze pap voor
de eerste keer baggen ging kopen op de markt, voor f
2,50 per stuk. Hij kocht toen zes of zeven baggen. “Ik
snap niet wat ze nou prakkizeren,”
zeiden de mensen, “daar kunde toch niks
aan verdienen.” Maar hij liet de zoggen baggen
en geleidelijk aan heeft onze pap toen de varkenskooi
vol gekregen. We slachtten in die tijd twee keer per
jaar een varken.”
|
BHIC, toegang 7698, Archief van de gemeente Veghel, inv.
nr. 84. |
|
Aanvraag door Jan Willem de Visser om op
zijn perceel
E1946 een smederij te mogen oprichten. (op 4 mei
verdaagd J.W. de Visser en op 1 juni krijgt hij deze
vergunning).
Op 8 april 1931 een aanvraag door Martinus A. Bosch om
op zijn perceel,
wijk
G75 sectie E3115 een smederij te mogen oprichten.
|
Verteld
door Nel Rietbergen op 17 december 2007.
|
|
“In
de zomerdag zaten we met zijn allen buiten op de bank
tèine het
huis. Mien en Jaan van Asseldonk zaten dikwijls
bij ons. Op zondagen kwamen van alle kanten dan
dikwijls 5 of 6 jongelui op bezoek. Die zetten de
fietsen dan neer en kwamen dan buurten en doen. Dorus
van Asseldonk kwam dan nogal eens naar zijn
dochters kijken. Jaan van Asseldonk was zo'n beetje
verliefd op Toon van de Zanden, maar dat vond Dorus
niet goed. Dan zat Jaan er neven en dan kwam Dorus
aanzettem: “Jaan, naar huis komen!"
Daar had Jaan dan natuurlijk een hekel aan. Maar ja,
er gebeurde ook niks, we zaten maar gewoon te kletsen.
Ons
Jans die werkte als meid bij ome Wilbertje
Thijssen. Die woonde een kwartier lopen richting
Zondveld. Wij gingen dan met Jaan en Mien, met drie
man, zogenaamd Jans naar huis brengen. Dan konden we
een eindje lopen, want ge mocht eigenlijk niks. Jaan
heeft nog dikwijls gezegd: “Wat was ik toch
altijd blij, dat we jullie Jans naar huis konden
brengen. Dan konden we tenminste efkes weg.” Of
we ooit op de fiets weg mochten? Ja, alleen naar
familie. En ik ben dan toch een keer naar Schijndel
kermis geweest. Ik weet nog wel dat pastoor Kamp een
keer de mis begon met af te roepen vanaf de
preekstoel: “Met het oog op Sint-Oedenrode kermis
wordt aangeraden de meisjes thuis te houden.”
Ja, dat preekte hij vanaf de preekstoel. Rooi kermis
was kennelijk berucht. Van Schijndel kermis werd nooit
niks gezegd, alleen van Rooi.
Voorlichting
hebben we nooit gehad. Bende nou toch gek. We waren zo
gruun als gras. We konden ook niet dansen. Ja, bij
Dorus van Asseldonk in de hert, daar hebben we dan
toch ooit gedanst als meiden onder elkaar, Jaan van
Asseldonk, Nel van Asseldonk en ik. En iemand van de
familie of uit de buurt speelde mondharmonica voor de
muziek. Ge waart gauw blij met ‘n beetje. Hè, hè,
wat was er voor de meiden in die tijd toch weinig.
Voor jongens wel. Die gingen er op uit. Op zondagen
was je al blij als er iemand kwam buurten, anders zat
je alleen met alle meiden thuis. In de winterdagen
zaten we dan binnen. Op Maandag riepen Mien en Jaan
van Asseldonk vanuit het tuintje van juffrouw
De Bont over de heg: “Waar het gisteren druk
geweest?” "
|
Gesprek
met Theodosia van Asseldonk op 14 november 2004.
|
|
Was
er ooit Zijtaart of Veghel kermis? "Daar
kwamen wij nooit. Op Soffelt was het kermis, daar
mochten we nog niet naar toe. Dat was ook alleen daar,
hier was het eigenlijk geen kermis, dit hoekje. Nee,
en we vroegen het ook niet, want we wisten dat we het
toch niet mochten. We mochten ieder jaar naar Erp
kermis. Daar woonde alle familie van ons. Al de broers
en zussen van ons moeder die woonden eigenlijk in Erp.
In Keldonk, maar daar was eigenlijk nooit niet veel te
doen, maar dan mochten we wel naar Erp."
|
GA Veghel, inv. nr.
34, fol. 166v. |
|
De R.K.
meisjesschool in Veghel vroeg geld aan de
gemeenteraad voor nieuwe schoolbanken. De
oude schoolbanken zijn versleten. Dit
werd op 15 mei 1931 door de gemeenteraad
goedgekeurd, steun van de gemeente is
verplicht volgens de lagere onderwijswet
van 1920.
|
Limburger Koerier, jrg. 86
(1931), nr. 119. |
|
Het volgende verhaal heeft
betrekking op de Keldonkse brug.
Woensdag heeft te Erp een ingewikkeld auto-ongeluk
plaats gehad. Een auto met zes inzittenden reed met een
vaatje van veertig K.M. in den draai naar de ophaalbrug
over het kanaal en botste tegen de brug aan. Twee aldaar
fietsenden kinderen werden omvergereden en een der
fietsen werd vernield. De chauffeur gooide haastig zijn
stuur naar links om, met het gevolg dat de wagen verder
tegen de leuning van de brug terecht kwam, welke leuning
afknapte. De auto hing nu boven het water, maar bleef
gelukkig op haar achterste wielen hangen, zoodat alle
passagiers hun zitplaats nog konden verlaten. Toen bleek
echter ook een kabel van de brug gebroken te zijn,
zoodat de brug uit haar evenwicht geraakte en de hoogte
inging.
Marcbvan de Berkmortel heeft aan de hand van het kenteken achterhaald dat de auto geregistreerd stond op naam van Bruin van Leeuwen, Brouwersgracht 48 hs, Amsterdam.
|
Verteld door Jans van de Pol
- Vervoort op 17 april 2007. |
|
“Jan van de Hurk (woonde op huidig adres
Meester van de Venstraat 8) werkte bij de gemeente.
Hij ging elke dag met de schop paadjes afsteken. Hij
zett zijn fiets tegen een boom en als hij drie bomen
verder was, dan kuierde hij op zijn gemak terug om zijn
fiets weer op te halen.”
|
Brabants Dagblad,
vrijdag 28 juli 1978. |
|
In 1931 volgde
Bertus Brans samen met de toenmalige
molenaar van Zijtaart, de heer Harry van
Eert, een radiocursus in Esperanto.
Sindsdien liet die taal hem niet meer
los.
|
Willem
van Stiphout, Uit ’n dagboek van een verhuizer
(Oirschot, oktober 1984) 45-46. |
|
Toen
ik eind maart 1931 twaalf jaar werd en er een zevende
klas bij kwam, moest ik nog een jaar naar de nieuwe
katholieke St. Jacobusschool. Ik kreeg toen van mijn
ouders mijn eerste pijp. Een kleine pijp en de nodige
tabak. Ik wilde niet eens roken. Johan had dat wel
eens stiekem gedaan, maar ik niet. Johan (bijna 10
jaar) zei: “Je krijgt een pijp, dan moet je ook
als een grote werken.” Hij zou mijn pijp gauw
versleten hebben, maar dat mocht ik niet toestaan.
Alleen ´s zondags mocht ik roken. Zo rookte ik
onderweg naar de kerk, de hoogmis om 10 uur. Ziek dat
ik werd. Toen mijn maag leeg was, dronk ik water uit
een bijna droge sloot. Johan zei: “Ik rook die
pijp wel leeg en moet je die kikkers zien, die kijken
je allemaal aan, omdat je zo wit ziet.” Na de
kerk vulde ik weer evengoed mijn pijp en ik werd weer
ziek en dronk weer water uit diezelfde sloot. Johan
deed nog een paar trekken en helemaal fit kwamen we
weer thuis.
|
Verteld door Janus van Nunen
op 15 april 2007. |
|
Janus van Nunen: "Als we naar school
liepen, dan kwamen we langs Koat de Wever (bijnaam van
Catharina Oppers, huidig adres
Pastoor Clecxstraat 88). Daar zat een gat in de de
deur voor de kat. Koat had een hond op stal en we staken
dan een hout door het gat om er door te rokelen om de
hand op stang te jagen.
Sommige jongens gingen kersen jatten bij Koat de Wever.
Wij stonden dan bij de loop te kijken. Eentje zat er in
de kersenboom, en Koat wilde hem er uit jagen. "Ik
kom niet naar beneden als ge niet naar binnen gaat en
dat hout weg doet," zei die jongen, "anders blijf
ik hier in de boom kersen zitten te eten." Wie dat
was? Zal
ik het zeggen?" Kijkt zijn zus Dina aan. "O, is ie pas
dood gegaan? Nou vooruit, dat was
Harrie van Driek Schepers."
|
Verteld door Jans van de Pol
- Vervoort op 17 april 2007. |
|
Jans
Vervoort was ongeveer 16 toen ze voor de eerste keer
ongesteld werd. Jans: “Ik ontdekte het toen ik naar bed
ging. O, foei, ik stond op om het te vertellen. “O,”
zei ons moeder, “nou bende ’n grote meid geworden.”
Dat was alles, verder geen uitleg of niks. Ik kreeg geen
doeken of zo, dat was toen nog niet. Ik moest het gewoon
laten lopen. En ik mocht me vier dagen niet verschonen.
Dat was toen de gewoonte, vrouwen die ongesteld zijn
mochten d’r eigen niet verschonen. Dan liep ik vier
dagen rond met vuil dingen. Een keer had ik op de bank
gezeten, toen zat er achter een grote rode plak in mijn
zomerjurk."
Harry Vervoort vertelde dat als hun moeder door de hert
liep ooit druppeltjes bloed verloor. De hert was gezaand
en dan schoof zijn moeder met haar voet over het bloed
door het zand. Een paar stappen verder viel er weer een
druppeltje, weer weggummen met d’r voet.
"De
onderbroeken hadden toen geen kruis. Deze werden boven
hoog om het middel met een lintje gestrikt en met lange
pijpen tot onder de knieen ook vast gestrikt. Maar
onder was het open. Er hing wel een lang hemd overheen. In bad
gaan gebeurde nooit. In de zomer wasten we ons met een
emmer regenwater, in de winter werd het water wel eens
warm gemaakt.” Zie ook kroniek
1950.
|
BHIC, kantongerecht Veghel.
toegang 42, inv. nr. 92 vonnis 386 dd. 24-4-1931 |
|
Martinus Opheij, geboren
31-7-1907, wonende Zondveld G 103 (Jekschotstraat
20). Hij had met een dier arbeid verricht op een
voor dat dier kwellende wijze, waarvoor 3 gulden boete.
|
BHIC, kantongerecht Veghel. toegang 42, inv. nr. 92
vonnis 559 dd. 12-6-1931 |
|
Petrus van den Nieuwenhuijzen, bakker, geboren 6-9-1874,
Zijtaart G 66 (Pastoor Clercxstraat 39). Voor de
kantonrechter bekent Petrus dat hij aan de linkerzijde
van de weg heeft gefietst.“Ik beken dat ik links
reed, maar ik was echter niet dronken. Ik moest
uitwijken voor een boomstam en kwam zodoende aan de
linkerkant van de weg.” Toch drie gulden boete.
|
De Gelderlander,
5 augustus 1931. |
|
'Zondag had te Erp het groot national concours-hippique
plaats. Uitslag: (..) 7e prijs: Rijvereniging B.
Zijtaart (..) Aangespannen paarden: 5e prijs: L. Opheij,
(..) Springconcours voor leden van de landelijke
rijvereenigingen en andere landbouwpaarden: 5e prijs: H.
Opheij, Zijtaart.'
|
Het Vaderland,
6 augustus 1931. |
|
'Geslaagd voor examen Engels L.O., Utrecht, P. Konings,
Zijtaart.'
|
Deel van het
programmaboekje van het Concours Hippique
dat op 16 augustus 1931 in Zijtaart
gehouden werd. Het origineel berust in
de collectie van Mari Brugmans. |
|
|
Brabants dagblad,
13 maart 1978; foto's: collectie Hendrik
Rietbergen. |
|
Enkele foto's
van hetzelfde Concour Hippique op 16
augustus 1931 in Zijtaart. Pastoor J.C.
Kamp reikt een door hem beschikbaar
gestelde beker uit. Op de rechtse foto is
de fanfare te zien. Het was het eerste
concours dat in Zijtaart werd gehouden.
Er werd toen voornamelijk op Belgische
paarden gereden, die door de week voor
het werk op de boerderij werden
ingeschakeld.
|
Willem
van Stiphout, Uit ’n dagboek van een verhuizer
(Oirschot, oktober 1984) 58-59. |
|
Ik
herinnerde mij dat ik een rol prikkeldraad moest halen
en deze werd voor op de drager van de damesfiets
gehangen, zonder vast te binden. Bij een greppel in
het fietspad vloog de drager in de spaken. Ik vloog
over het stuur en had daar minstens twintig minuten
gelegen, voordat iemand mij overeind zette en ik weer
naar huis moest, want ik wist niet meer waarom ik daar
was. Dat was in mijn schooljaren, toen ik niet wist
wat te worden.
|
Collectie Mari
Brugmans. GA Veghel, inv. nr. 1103, notulen
gemeenteraad, juli 1939. |
|
In een satirische
verkiezingskrant uit 1931 werd de draak
gestoken met een van de kandidaten uit
Zijtaart. Janus van de Ven woonde aan de Doornhoek. Op 15 september 1931 werd Janus
van de Ven in de gemeenteraad gekozen. |
Foto: collectie
Harrie Vervoort. |
|
Op 20 september 1931
vierde de Boerenleenbank in Zijtaart haar
25-jarig bestaan. Op 22 september 1931
werd een feestvergadering voor alle
mannelijke leden gehouden. In een
jubileumlied werd hulde gebracht aan
onder andere Doctor Deckers, kassier
Willem van de Ven, meester van Hoof
(schoolhoofd in Eerde), Christ van de
Ven, Jan van Asseldonk en aan de pastoor:
Naast onzen dank der Godheid gegeven
Zonder wiens zegen gedijt niets op aard
Klinkt, Heer Pastoor, ook ons dankwoord U
tegen
Die eens de Stichter der Leenbank waart.
In overleg met Docter Deckers
En 't flink bestuur van den Boerenbond
Wist, heer Pastoor, Gij de Bank op te
richten
Was het dat zij spoedig wasdom ook vond.
(op de wijze van 'Roomsch Blijdschap')
|
Nieuwe Tilburgse Courant,
d.d. 14-10-1931 |
|
Die sliepen vast.
Te Zijtaart (Noord-Brabant) hebben dieven des nachts bij
den landbouwer J. V. het heele raam van het voorhuis uit
het kozijn gelicht. Door dit weidsche entrée is men toen
de kamer binnengestapt en heeft men daar uit een kast
twee spaarpotten van f 60,-- weggehaald. Een gouden
horloge liet men liggen. De spaarpotten vond men ‘s
anderen daags leeg terug in de weide, dat wil zeggen
ontledigd van het geld, maar gevuld met knoopen.
De landbouwer en zijn vrouw hadden des nachts wel
gerucht gehoord, maar dit was blijkbaar de aftocht der
dieven geweest, want daarop volgde slechts stilte en
ging men rustig verder slapen.
|
Nieuwe Tilburgse Courant,
1931 |
|
Een landlooper klopte op de
deur bij J. B. te Zijtaart. Hij vroeg en kreeg een
aalmoes. of hij zich ook even mocht warmen. Dit mocht en
de man kreeg een stoel bij de kachel in de kamer. Toen
werd er weer aan de voordeur geklopt. De boerin ging
kijken. 't Was weer een landlooper, die naaigaren etc.
verkocht. De juffrouw kocht wat en kwam weer binnen bij
landlooper no. 1. Men praatte over koetjes en kalfjes.
Ten slotte stond de man op, betuigde zijn dank en trok
af. Spoedig daarna bleek, dat hj uit een kast f 25 had
gestolen.
|
Parochiearchief Zijtaart |
|
Om te voldoen aan het
uitdrukkelijk verlangen van onzen H. vader de paus en
aan het voorschrift van onze bisschop Monseigneur Diepen,
is in onze parochie opgericht een crisis comité tot
ondersteuning van de werkenloze en noodlijdende in de
komende winter.
Dit comité is als volgt samengesteld: Voorzitter is
Martinus van Boxmeer, secretaris en penningmeester wordt
Antoon van den Donk, hoofd der school, leden zijn: Jan
van Asseldonk, Gerard Opheij en Willem van Asseldonk.
Besloten is dat elke tweede zondag van de maand een
collectie zal gehouden worden door de leden van de jonge
boerenstand, die zich daartoe bereidwillig hebben
beschikbaar gesteld.
De opbrengst zal hoofdzakelijk worden besteed tot
ondersteuning van de noodleidende van Zijtaart, terwijl
het mogelijke overschot zal worden opgezonden aan het
r.k huisvesting comité te ‘s- Hertogenbosch.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel. toegang
42 inv. nr. 93 vonnis 1002 dd. 13-11-1931 |
|
Johannes Hubertus Zijlmans, geboren
5-10-1906, betonwerker, wonende op Biezen G183
(Biezendijk 8), werd bekeurd voor dronkenschap en
verstoren van de openbare orde. F.10,- boete.
|
Kantongerecht Veghel
toegangsnr. 42 inv. nr. 173 |
|
Johannes Raaijmakers, geboren
20-3-1892 te Zijtaart G 79 (Pastoor
Clercxstraat 85) dient op 1-12-1931 een verzoek in
voor opname in een krankzinnige gesticht voor Martinus
Raaijmakers, geboren 14-3-1862 en man van Maria van den
Tillaart wonende Zijtaart G 84 (Pastoor
Clercxstraat 76).
Dr. A.C. Vervoort geeft aan dat genoemde patiënt
onrustig, vagebondig en onmaatschappelijk is. Bedreigt
zijn vrouw. Is enige malen door zijn kinderen verpleegd,
maar loopt telkens weg. Plaatsing in huize Padua te
Boekel.
|
Tilburgsche Courant d.d.
17-4-1931 |
|
Te Zijtaart is de
landbouwschuur van den landbouwer V. afgebrand. Ook
eenige beesten kwamen in de vlammen om, de
landbouwgereedschappen werden vernield. Verzekering dekt
de schade. Oorzaak onbekend.
|
BHIC, toegang 7698, archief
van de gemeente Veghel. |
|
De lijst van
militairen uit Zijtaart van de lichting van 1931 die om vrijstelling verzochten:
Naam |
Geboren
|
Ouders |
Adres |
Beroep |
Vrijgesteld wegens: |
Lambertus Johannes van Boxmeer |
11-12-1911 te Veghel |
Martinus van Boxmeer en Anna Maria Vissers |
Ouders:
Zijtaart G 23 |
landbouwer |
Lid van de vrijwillige landstorm |
Wilhelmus Antonius van Eert |
14-2-1911 te Veghel |
Theodorus van Eert en Wilhelmina van der Sande |
Ouders:
Biezen G 137 |
landbouwer |
broederdienst |
Martinus Lambertus
van den Hurk |
15-7-1911 te Son |
Adrianus en Johanna
Maria Sanders |
Ouders:
Zijtaart G 34 |
fabrieks-arbeider |
broederdienst |
Antonius Henricus van de Linden |
17-2-1911 te Veghel |
Antonius van der Linden en Hendrika van Weert |
Ouders:
Zijtaart G 18 |
landbouwer |
broederdienst |
Petrus van Mierlo |
18-5-1911 te Veghel |
Cornelis van Mierlo en Antonet Vogels |
Ouders:
Zondveld G 101 |
landbouwer |
broederdienst |
Antonius van den Oever |
17-12-1911 te Veghel |
Johannes van den Oever en Gijsberdina van Weert |
Ouders:
Biezen G 151 |
landbouwer |
had oogafwijking |
Adrianus van den Tillart |
28-9-1911 te Veghel |
Adrianus van den Tillart en Johanna Maria van
der Linden |
Ouders:
Doornhoek G 59 |
landbouwer |
ongeschikt |
|