Verteld door Jans van de Pol
- Vervoort op 17 april 2007. |
|
Janus Vervoort was misdienaar in de kapel. De rector uit
de tijd was de enige zoon van iemand uit het Noorden van
het land, die was rijk. De misdienaars mochten er bij
sinterklaas de klomp uithalen en kregen zoveel
speelgoed, dat ze het haast met een kruiwagen naar huis
moesten brengen.
|
'Zijtaart', 112. |
|
De 'eiervereniging'
was een plaatselijke coöperatie. Bij
toerbeurt werden de eieren per buurtschap
opgehaald en naar het verzamelpunt
gebracht. Hier werden de eieren gewogen,
gesorteerd en beoordeeld. Hierna werden
ze een keer per week opgehaald door de
eiermijn uit Roermond. Begin jaren zestig
is men gestopt met de eiervereniging. De
laatste verzamelplaats was Pastoor Clercxstraat
25.
Tussen 1925 en 1939 werden er in Zijtaart
veel kippenhokken gebouwd en aangenomen
mag worden dat de eiervereniging in het begin van deze
periode opgericht is.
|
'Zijtaart', 51. |
|
In 1928 trad Adrianus van der
Heijden toe tot het kerkbestuur. Hij bleef bestuurslid
tot 1951.
|
Herinneringen van de kinderen
van Frans van Bakel in Canada, in 1980 op schrift
gesteld door John van Bakel. De foto werd beschikbaar
gesteld door John van Bakel. |
|
Op 21
mei 1928 trouwden Frans van Bakel en Hendrika van der
Zanden. Na de huwelijksmis in Nijnsel gingen Frans en
Hendrika naar het huis van een vriend voor het ontbijt
en daarna gingen ze in Oirschot trouwfoto’s laten maken.
Op weg naar huis begon Frans plotseling te huilen.
Hendrika vroeg waarom hij zo bedroefd was. “Omdat
mijn vader onze huwelijksdag niet mee kan maken.”
Frans’ vader, Cornelis van Bakel, was een paar jaar
daarvoor overleden. Het trouwfeest werd bij van der
Zanden thuis gevierd. Er werd gedanst en ook veel
gekaart. De volgende dag was er nog een groot feest,
hoofdzakelijk voor de jongelui. Vroeg in de avond kwamen
neven en nichten met aanhang. Er werd gedanst en gefeest
en ze maakten er een grote bruiloft van. Ze huurden
het huis
naast vaders
oude boerderij. Omdat ze met de fiets moesten,
bezochten ze moeders familie maar één keer per week.
De boerderij was heel klein en er moest land vrij
gemaakt worden van bomen, kreupelhout en onkruid. Frans
werkte als een paard om de velden schoon te krijgen. Om
bij te verdienen haalde hij bij andere boeren in de
omgeving met een romkaar de melk op, en bracht die naar
het melkfabriek in Veghel.
|
Willem
van Stiphout, Uit ’n dagboek van een verhuizer
(Oirschot, oktober 1984) 36. |
|
Ik
was 9 jaar en zat bij meester Van de Donk in de vierde
klas. Daar werd weinig geleerd, want in de voormiddag
las hij het avondblad en na de middag het ochtendblad
van de Maasbode. Hij had de vierde, vijfde en zesde
klas. Ik zat in de vierde klas, maar dikwijls zat ik
naast iemand uit de zesde. Daar merkte ik niets van. Er
klonk dikwijls het gestommel van onze klompen op
die houten vloer. Ook aten we onze boterham op in die
klas, daarom moesten we ’s morgens eerst de
kippenstront opruimen. Die waren in de tuin en vlogen in
de vroege morgen door de open ramen de school in om de
broodkruimels op te pikken. Onze Godsdienstles hadden we
in de zusterschool, waar elke klas elke dag een uur naar
toe moest. Het schoolgeld was naar gelang men inkomsten
had.
|
Foto's collectie H.
Rietbergen; Jubileumboek 90 jaar fanfare, 9. |
|
In
1928 had de fanfare een uitstapje met de bus naar 'De
Bedriegertjes' in Arnhem. Dit was een park met
fonteinen.
|
Brabants Dagblad,
7 maart 1968; Veghelse Courant, 9
maart 1978. |
|
Het initiatief om
een rijvereniging in Zijtaart op te
richten werd in 1928 genomen door Hendrik
(Driek) Opheij, die zich vooral gesteund
wist door de heer Sijbers, voorzitter en
commandant van de Nijnselse
ruitervereniging en een groot
paardenkenner. De andere intiatiefnemers
waren onder andere Van Asseldonk en Van
Bakel. De oprichting gebeurde op 8 maart
1928, tijdens een vergadering die om 7
uur 's avonds in het café van Gijsberta
van Dam werd gehouden.
De notulen van de eerste vergadering
luidden als volgt: Den heer Opheij
opent de vergadering met den
Christelijken groet en heet alle
aanwezigen hartelijk welkom en zegt dat
ze hier gekomen zijn om een ruiterclub op
te richten en geeft het woord aan
Sijbers, voorzitter en commandant der
ruiterclub Nijnsel, welke in het kort
uiteenzet het doel en nut wat aan een
ruiterclub verbonden is en zegt dat er
geen bezwaren bestaan, noch voor paard
noch voor man als alles maar kalm en met
overleg geschiedt. Dit gezegd hebbende
geeft Sijbers het woord aan Opheij welke
Sijbers bedankt voor de moeite en woorden
die hij tot hun gesproken had en vraagt
de aanwezigen af of er zijn die zich als
lid willen opgeven. Als toen gaven zich
14 leden op en werd een bestuur gekozen
uit de leden. Als voorzitter Adriaan van
Zutphen, als secretaris Gerard Opheij,
als penningmeester Adriaan Oppers en als
commandant Hendrik Opheij, waarna de
vergadering gesloten werd door Opheij met
den Christelijken groet. Het Bestuur.'
Al gauw na de oprichting moest er weer
vergaderd worden, omdat er een
oefenterrein moest worden gehuurd. Dat
lukte vrij snel, maar wel voor het forse
bedrag van f 40 per jaar. Beschermheer
pastoor Kamp schonk twee nieuwe
trompetten. Bij de oprichting viel de
keuze op de naam St. Joris.
|
PA Zijtaart,
parochiememoriaal. |
|
In 1928 werd door
het kerkbestuur een electro-ventilator
voor het orgel aangeschaft, geleverd door
Theo Nöhren uit Nijmegen.
|
Willem
van Stiphout, Uit ’n dagboek van een verhuizer
(Oirschot, oktober 1984) 35-36. |
|
In 1928 kocht vader een stuk grond van
Cornelis Scheepens. Het was naast onze grond gelegen.
Toen Scheepens daar voor de laatste keer aardappelen
rooiden, gooide hun zoon Jan Scheepens regelmatig
aardappelen naar ons, omdat tante Marie naast hun
hetzelfde werk deed. Zij was toen 22 jaar, zowat
dezelfde leeftijd als Jan. Eerst gooide ik de
aarappelen terug, maar niet lang. Ik kon ze beter in
onze manden gooien. Bij het ploegen raapten we nog een
paar manden op.
Ook
was er veel wild, zoals hazen, konijnen, fazanten en
patrijzen. Op bepaalde tijden mochten jagers met een
vergunning daar op schieten. Ome Dorus
van Eerdt was ook jager. Hij was bijziende en
schoot op van alles, soms op zijn eigen hond en op de
houten hamers die achter bleven als de koeien naar
huis waren, nodig om de palen in de grond te slaan. De
malse spurrie moest helemaal afgeweid worden. De palen
waaraan de koeien getuierd waren, werden meter voor
meter verzet. Was het ver van huis, dan bleef daar iemand
bij, want het was nooit langer dan drie uur, dan was
de pens van de koe vol.
|
Willem
van Stiphout, Uit ’n dagboek van een verhuizer
(Oirschot, oktober 1984) 36-37. |
|
In
de zomer van 1928 kreeg tante Marie verkering met
Adrianus Rooijakkers uit Beek en Donk. Hij bracht zijn
vriend, Sjef Huijbers, mee naar ons om te kaarten.
Wij, als kinderen, genoten van deze kaartspelers,
vooral van Sjef, die riep om het hardste, ook sloeg
hij het meeste op tafel. Wij kenden niets van het
spel, maar deelden in de opwinding. Vader leefde
altijd naar die avonden toe. Wij konden dan onmogelijk
slapen. We moesten wel naar bed, maar we keken naar
beneden door het gaatje in de zolder waar het touw van
de petroleumlamp door ging, recht boven de tafel. We
konden alle vuisten en kaarten zien.
|
Dagblad Het
Centrum (via www.kb.nl) |
|
1 augustus 1928:
Te Zijtaart
bij Veghel sloeg de bliksem in de
boerderij van A. van der Heijden. Zijn kapitale
boerderij op den Biezen ging geheel in de
vlammen op. Ook van de M. die juist uit
de kerk thuis was werd door de bliksem
getroffen. Zijn toestand is ernstig. Hij
is aan een zijde geheel lam.
|
BHIC, kantongerecht Veghel,
toegang 42 inv. nr. 88 vonnis 907, d.d. 26-10-1928 |
|
Cornelius Johannes van Mierlo,
geboren te Deurne 28-3-1903 en wonende te Zijtaart G 101
(Het Gerecht 2). Hij veroorzaakte op 15 september 1928
een aanrijding op de rijksweg Helmond – Veghel.
Johannes
Franciscus Schampers, 24 jaar, koopman wonende te
Helmond reed op bewuste dag omstreeks half acht in de
voormiddag met zijn vierwielig voertuig over de rijksweg
langs de Zuid Willemsvaart onder de gemeente Veghel toen
op ongeveer 500 meter voor sluis 4 hij een met een paard
bespannen kar inhaalde.
De geleider van de kar liep op
circa 2 meter bezijden de kop van zijn paard te praten
met een voerman van een kar die voor hem reed. "Ik gaf," zo verklaarde Schampers,
"vroegtijdig signalen met den
hoorn, omdat ik wenste te passeren toch de kar van
verdachte bleef midden op de weg rijden. Er was zo
weinig ruimte en toen ik links wilde voorbij rijden met
mijn voertuig tegen het linkerwiel van de kar aan reed."
De tweede getuige Andreas van Stiphout, 41 jaar,
landbouwer te Veghel, reed op voornoemde tijd ook met
zijn kar, geladen met melkbussen over deze rijksweg vlak
voor de kar van verdachte. "Ik liep samen met verdachte
Van Mierlo ter hoogte van de wielen van mijn kar. Het
paard van verdachte was een 2 à 3 meter achter mijn kar.
Ik heb geen signalen gehoord."
Thomas Lambertus Slaats,
29 jaar arbeider wonende te Helmond, reed samen met
Schampers in diens vierwielig voertuig toen ze nabij
sluis 4 de met paard bespannen kar naderde. Slaats
vertelde dat. ondanks het
feit dat Schampers herhaaldelijk signalen gaf met de
hoorn, bleef de kar midden op de weg rijden, terwijl de
voerman op enige afstand van zijn paard liep te praten
met een andere voerman. De rechter geeft verdachte een boete van tien gulden.
|
GA Veghel, inv. nr.
33, fol. 146. |
|
De Directeur van het
Post- en Telegraafkantoor te Veghel
schreef een brief aan de gemeente over de
oprichting van een telefoonstation te
Zijtaart. De burgemeester zei dat B&W
er voor zijn, dat Zijtaart telefoon
krijgt. Het kan de gemeente nooit veel
kosten, daar slechts gegarandeerd behoeft
te worden tot een bedrag van ca. f 77 en
de gemeente zich slechts voor 3 jaren
behoeft te verbinden. Voor de mensen daar
is het een groot gemak zoals bij het
ontbieden van een dokter of veearts. De
gemeenteraad ging op 24 augustus 1928
accoord. Op 18 december 1928 werd de raad
meegedeeld dat de het Post- en
Telegraafkantoor besloten had om een
telegraaf telefoonstation te Zijtaart op
te richten. De eerste telefoon werd
gevestigd in de herberg-winkel van
Van Dam tegenover de kerk.
|
Sint-Jansklokken, 22
september 1928 |
|
|
BHIC, toegang 7698, archief
van de gemeente Veghel. |
|
Hier volgt de lijst van
militairen uit Zijtaart van de lichting van 1928 die om vrijstelling verzochten:
Naam |
Geboren
|
Ouders |
Adres |
Beroep |
Vrijgesteld wegens: |
Johannes Brugmans |
25-1-1908 te Sint-Oedenrode |
Johannes Brugmans en Johanna Maria Beets |
Ouders:
Zondveld G 119 |
landbouwer |
Lid van de vrijwillige landstorm |
Joseph Corsten |
16-1-1908 te Veghel |
Antonius Corsten en Johanna Vereijken |
Ouders:
Zondveld G 107 |
landbouwer |
broederdienst |
Hendricus Petrus van Lankvelt |
30-10-1908 te Erp |
Christiaan van Lankvelt en Lamberdina Verbruggen |
Ouders:
Biezen G 158 |
landbouwer |
broederdienst |
Hendricus Petrus van der Linden |
6-12-1908 in Dinther |
Johannes van der Linden en Johanna Rijkers |
Ouders:
Zijtaart G 32 |
landbouwer |
broederdienst |
Johannes Lambertus van der Linden |
16-10-1908 in Veghel |
Hendrikus van der Linden en Elisabeth Bouw |
Ouders:
Zondveld G 122 |
landbouwer |
Lid van de vrijwillige landstorm |
Martinus van der
Linden |
26-1-1908 te Veghel |
Antonius van der
Linden en Hendrica van Weert |
Ouders:
Zijtaart G 21 |
landbouwer |
broederdienst |
Arnoldus van den Nieuwenhuizen |
10-11-1908 in Veghel |
Antonius van den Nieuwenhuizen en Hendrica van
Zutphen |
Ouders:
Doornhoek G 58 |
landbouwer |
broederdienst |
Johannes Antonius de Visser |
16-9-1908 te Veghel |
Johannes Willem de Visser en Catharina van
Heeswijk |
Ouders:
Doornhoek G 62
|
timmerman |
volgde de kweekschool voor onderwijzer en was
lid van de vrijwillige landstorm |
|