Gesprek met Miet Reijbroek op
27 december 2010 |
|
“Mijn vader Petrus Reijbroek
(De Kampen 5)
overleed in januari 1922 aan een bezetting (longsontsteking).
Hij had een griep niet goed genoeg uitgevierd. Hij is
maar 42 geworden. Hij liet ons moeder achter met vier
kinderen van 2 (ik, Maria), 4 (Wilhelmina), 7 (Frans) en
10 jaar oud (Jan). Toon van Zutphen kwam toen als knecht
bij ons. Toon was eigenlijk ergens anders verhuurd, maar
pastoor Kamp was gekomen en die zorgde ervoor dat Toon
bij ons kwam wonen en werken. Hij heeft 9 jaar bij ons
gewoond. Dč waar onzen Toon”. (Toon was op 17-2-1900
geboren als zoon van Jan van Zutphen en Anna Maria
Hurkmans,
Corsica 7.)
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 75 vonnis 760 dd. 6-1-1922 |
|
Petrus de Kinderen geboren
Rosmalen, metselaar wonende te Zijtaart (Pastoor
Clercxstraat 55). Hij wordt op 20-10-1921 bekeurd omdat
er geen lichtgevende lantaarn op zijn fiets zit. F. 5,-
boete.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 75 vonnis 764 dd. 6-1-1922 |
|
Petrus Donatus Jochijm Hanzen,
geboren Rotterdam 2-8-1902, timmerman inwonende
dienstknecht bij weduwe G. Willems te Zijtaart (Pastoor
Clercxstraat 47) maar sinds kort verhuisd naar Lierop.
Gefietst zonder licht waarvoor vijf gulden boete.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 75 vonnis 806 dd. 10-1-1922
|
|
Hendrikus Wilhelmus Smits, geboren
Zijtaart 4-2-1891 hoofd van een smederij (Pastoor
Clercxstraat 31-33). Hij heeft in zijn smederij in
dienst Hendricus Johannes Simons, 23 jaar uit Veghel,
Antonius Marinus van der Lee 23 jaar ook uit Veghel,
Joseph van der Linden, smid uit Beek en Donk en de
jeugdige Arie van de Steen, geboren 22-2-1906 te
Dordrecht.
In de werkplaats hangen geen voorschriften
van de arbeidswet en er is geen arbeidsregister
voorhanden. Beklaagde verklaarde dat hij op het ogenblik
hoofd is van de onderneming omdat zijn broer Johannes
Gijsbertus tijdelijk afwezig is. Geldboete van f. 4,-.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel, toegang
42 inv. nr. 76 rol 6 dd. 13-1-1922 |
|
Petrus van den Nieuwenhuizen,
bakker en winkelier, geboren 6 september 1874 te en
wonende te Veghel Zijtaart G 68 (Pastoor
Clercxstraat 39). Petrus heeft in zijn winkel op boter gelijkend
materiaal, dienende om boter te vervangen, maar geen
delen bevat die van melk afkomstig zijn. Boven de
winkeldeur en op het winkelraam staat niet duidelijk
leesbaar dat hij margarine in plaats van boter verkoopt.
Bakker van den Nieuwenhuizen verklaarde “ik ben de
winkelier in dit perceel” fl. 15,- boete.
. |
BHIC, Kantongerecht Veghel, toegang
42 inv. nr. 76 vonnis 12 dd. 15-1-1922 |
|
Maria Gijsberta van Dam,
winkelierster, geboren 16-5-1879 te Zijtaart en aldaar
wonende G 35 (Pastoor
Clercxstraat 60). Ze had op 27
oktober 1921 in haar winkel een inhoudsmaat van een
halve liter, een inhoudsmaat van van een deciliter
zonder dat deze waren voorzien van het goedkeuringsmerk
de letter Z. Twee boetes van een gulden.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 76 vonnis 76 dd. 15-1-1922 |
|
Lamberdina van Berlo, geboren Erp
27-3-1869, huisvrouw van J. van Stiphout Zijtaart G 94
(Zondveldstraat 20) Ze had op 23 november 1921 in haar
winkel tot verkoop van waren een ijzeren gewicht van 5
kg. voorzien van een afkeuringmerk. Een gulden boete.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 76 vonnis 83 dd. 27-1-1922 |
|
Cornelis van Bakel, geboren te
Heesch 25-2-1874 wonende Zondveld G 110 (Jekschotstraat
11). Hij had op 13 november 1921 met een hond bespannen
kar niet voorzien van steunsels en dat op de hond drukte
als deze uit rustte. Op de kar was ook niet goed
leesbaar van welke gemeente de kar kwam en hij had geen
nummer. Ook geen nummerbewijs. Cornelis verklaard dat
het nummer wat nog leesbaar was van Erp kwam, waar hij
eerder woonde, en hij had dit nog niet veranderd. Een
gulden boete.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 76 vonnis 113 dd. 27-1-1922 |
|
Petrus van den Nieuwenhuizen,
bakker en winkelier, geboren 6 september 1874 wonende
Zijtaart G 68 (Pastoor
Clercxstraat 39) Op 2 december
1921 lag er in zijn winkel vers geslacht varkensvlees
voor de verkoop. Het vlees was niet voorzien van een
keuringsmerk. Geen rechtsvervolging.
. |
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 76 vonnis 153 dd. 10-2-1922 |
|
Johannes Hendrik van Eerd geboren
1884, molenaar, wonende Zijtaart G 93 (Zondveldstraat
5A). Hij had op 15 december 1921 in zijn molen;
1. een ijzeren gewicht van 5 kilogram
2. een
ijzeren gewicht van 2 kilogram
3. een ijzeren
gewicht van 1 kilogram
4. een koperen gewicht van 2
hectogram
5. een koperen gewicht van 1 hectogram
Deze
gewichten zijn niet voorzien van het goedkeuringsmerk Z.
Zes geldboetes van een gulden. Ook zijn broer Hendrikus
van Eerd, geboren in 1889, molenaar Zijtaart G 82
(Korenmolenweg2) had een ijzeren gewicht van 5 kilogram
wat niet was voorzien van een geldig goedkeuringsmerk
met letter Z.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 76 vonnis 161 dd. 10-2-1922 |
|
Johannes Antonius Oppers,
landbouwer geboren Erp 7-5-1892 en wonende Soffelt G 97
(Jekschotstraat 6). Hij had op 20 december 1921 in het
Lijnt schadelijk gedierte opgespoord met een gewapend
pistoolgeweer. Beklaagde liep over het perceel met een
helder wit verspreidende Carbidlantaarn welke het
terrein fel verlichtte om het wild te verblinden en als
dan te kunnen schieten. Oppers nam de vlucht maar werd
achterhaald.
De lantaarn en het pistoolgeweer met vier
patronen werden in beslag genomen. Beklaagde had vanaf
zijn woning een fluijm (bunzing) gevolgd welke hij op
deze manier wilde schieten. De in beslag genomen lamp
bleek een platte zaklantaarn te zijn en het
pistoolgeweer een eenvoudig ruiterpistool wat met een
patroon kan worden geladen. F. 10,- boete en het
pistoolgeweer en de lamp worden in beslag genomen.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 76 vonnis 176 dd. 24-2-1922 |
|
Carolus Maria van den Nieuwenhuizen,
geboren 23-5-1905 zoon van Petrus en Johanna Maria
Jansen Zijtaart G 68 (Pastoor
Clercxstraat 39). Hij
fietste zonder lichtgevende lantaarn.
|
BHIC, toegang 7698,
Gemeentebestuur Veghel, inv. nr.219 |
|
Op 28
februari 1922 schreef Cor van de Velden uit Zijtaart
(hij woonde op huidig adres
Jekschotstraat 2A) de volgende brief aan het
gemeentebestuur van Veghel. Deze of een soortgelijke
brief stuurde hij ook naar de Commissaris van de
Koningin van Noord Brabant
'Mijn Heren,
Met verschuldigde eerbiet kom
ik u mede delen alsdat ik zeerveel last heb van den
veldwachter Embrechts uit Veghel. Deze heeft al
meermalen mijne vrouw aangerant, zodanig vastgegrepen
dat ze met gewelt uit zijn armen heeft moeten losrukken.
Eenmaal is dit zelf gezien door zekere Pepers.
Nu moet ik alle dagen naar
Boekel gaan werken en durf bijna niet van huis omdat als
ik weg ben mijn vrouw alleen niet thuis durf te laten
daar Embrechts steeds in onze woning mijn vrouw lastig
valt. Den eersten dag dat ik met mijn vrouw getrout was
kwan hij savonds omstreeks 11 uur op de raam kloppen om
binne komen. Denkelijk ook met geen goede bedoelingen.
Nu heeft hij een ander mensch
vertelt, zeggen de menschen tegen mij, dat hij mij eens
af zou randselen zo ik en mijn vrouw veel schrik heb, en
de heele zaak niet meer kan vertrouwen. Zouwt U menheer
nie kunnen zorge dat zo’n smeerlap hier weg kwam daar de
menschen zeggen dat er veel vrouwen zijn die last van
hem hebben.
Hoogachtent. Cor van de
Velden, Veghel'
De burgemeester van Veghel,
Völker, liet het een en ander uitzoeken en steunde zijn
veldwachter. Hij antwoordde op 20 april 1922 aan de
Commissaris van de Koningin:
'Het is mij niet gebleken,
dat de gemelde veldwachter zich aan handelingen hebben
schuldig gemaakt, als waarvan hij in dat schrijven
beticht wordt. Van der Velden, die ik in
tegenwoordigheid van den veldwachter gehoord heb, heeft
mij in geen enkel opzicht het dien veldwachter ten laste
gelegde aannemelijk kunnen maken, terwijl daarintegen de
houding van Embrechts bij mij de overtuiging heeft
gevestigd, dat deze geheel vrijuit gaat.
Wat Van der Velden schrijft,
had hij van horen zeggen, terwijl Pepers mij niet anders
heeft verklaard, dan dat hij voor ongeveer vier jaren
Embrechts eens met vrouw Van der Velden, toen deze nog
niet gehuwd was, in een veld in de buurtschap Zondveld
in gezelschap heeft gezien, doch niet gezien heeft of
hij enige handtastelijkheden bij haar heeft verricht.
Van der Velden is 8 september 1919 gehuwd, terwijl hij
bij zijn vrouw voor diens huwelijk reeds een kind
verwekt had. Het is bekend, dat dat het geen gelukkig
huwelijk is, terwijl Van der Velden geenzins gunstig
bekend staat.'
Burgemeester Völker
veronderstelde in zijn antwoord aan de Commissaris van
de Koningin dat de vorige veldwachter, Kwaks, de brief
geschreven had voor Van de Velden, die te slecht
ontwikkeld zou zijn om in deze stijl een klacht te
schrijven. Kwaks was een vijand van de nieuwe
veldwachter Embrechts en had de burgemeester al eerder
een brief gestuurd met dezelfde beschuldigingen. Kwaks
ontkende overigens dat hij de brief voor Van de Velden schreef.
Kwaks strooide volgens de
burgemeester Völker in die tijd in herbergen en op
straat allerlei lasterpraatjes uit over Embrechts ,
“waartoe,” zo schreef de burgemeester, “hij alle
gelegenheid heeft, omdat hij geregeld met lappen
manufacturen vent, en het moet gezegd dat hij een deel
van het publiek de laster ingang vond, ook omdat
veldwachter Embrechts nu niet de persona grata is bij
een niet onbelangrijk deel van de gewonen volksklasse,
hetgeen ook voor een groot deel moet worden
toegeschreven aan zijn niet altijd tactische optreden.
Ik kan niet anders dan U hoogedelgestrenge voorstellen,
de klacht terzijde te leggen.”
Dat zal dan ook wel gebeurd
zijn, maar was dat terecht? Cornelis van der Velden uit
Boekel huwde in 1919 in Veghel met Adriana
Vervoort, geboren te Zijtaart 21 mei 1894 als dochter
van Johannes Vervoort en Wilhelmina van Hout.
Opmerkelijk is dat de veldwachter Jacobus Hendrik
Embrechts een van de getuigen was bij dat huwelijk. Dit
ondersteunt het verhaal van Pepers dat Embrechts een
emotionele band had met Adriana Vervoort in de tijd dat
Adriana in verwachting raakte van Cor van de Velden. Dat
Embrechts op de eerste huwelijksnacht bij van de Velden
op de slaapkamerraam klopte, kan dan ook heel goed waar
zijn, dat was mogelijk een uiting van een miskende
verliefdheid. Zo'n miskende liefde kan jaren duren en
sommige mensen zeggen dat een miskende liefde nooit
helemaal weg gaat. Kwaks zal het verhaal wel wat
aangedikt hebben, maar laster is geloofwaardiger en
effectiever als die dicht tegen de waarheid aan leunt.
|
BHIC,
Kantongerecht Veghel, toegangsnr. 42 inv. nr. 76 vonnis
204 dd. 10-3-1922 |
|
Johannes van
den Broek, landbouwer geboren 15-11-1892 wonende
Doornhoek G 9 (Hemel 3). Hij had op 29 december 1921 als
begeleider van een voor de kar gespannen paard door in
draf door de Stationsstraat gereden, zonder het
gebruikelijk dubbel leidsel. Een gulden boete.
|
GA Veghel, inv. nr.
31, fol. 130v en 135. |
|
Raadslid Van
Asseldonk weer er op 7 maart 1922 op dat
de brandspuit te Zijtaart dringend
reparatie behoeft, De burgemeester zei
toe er direct werk van te zullen maken.
Dat werk bleef liggen, zodat Van
Asseldonk op 12 april 1922 het in de
gemeenteraad opnieuw onder de aandacht
bracht. Dit keer droeg burgemeester de
gemeentebode op om koperslager Hexspoor
direct opdracht te geven de brandspuit te
Zijtaart na te zien.
|
BA, parochie Zijtaart: gesprek met
Graard Brugmans op 23 februari 2007. |
|
Op 22 april 1922
schreef zuster Isidora, algemeen overste
van de zusters, een brief aan de
bisschop. Ze had een brief van zuster
Edmunda uit het klooster te Zijtaart
gekregen, die klaagde: 'Elken dag
geregeld komen 2 klassen jongens hier om
de beurt, om uitleg van den cathechismus
van mijnheer pastoor!' Enkele weken
geleden had zuster Isidora de pastoor van
Zijtaart gezegd, dat ze er op tegen was
dat de jongens catechismus van de zusters
kregen, en dat de jongens in de
meisjesschool kwamen. De pastoor zei dat
hij de jongens en meisjes op eigen
verantwoording samen nam. Het bisdom
ondernam geen stappen. Graard Brugmans (geboren in 1915)
vertelde dat in zijn tijd (zo rond 1925) de jongens en
meisjes wel apart katechismus les kregen.
|
'Zijtaart', 114-115;
Brabants Dagblad, 28 april 1962 (collectie Sjan
Rovers te Breda) en 2 februari 1982. |
|
Brabants Dagblad,
28 april 1962: 'De heer Rovers gaf een uiteenzetting
over het ontstaan van de vereniging, die met 27 leden
begon. Hun eerste taak was het houden van ’n
aardappelinzameling ter leniging van de hongersnood in
Oostenrijk. De contributie bedroeg 50 cent per jaar. De
algemene opinie was dat de Jonge Boerenstand de jeugd
uit het huiselijk leven zou halen en dat er niet veel
van haar terecht zou komen. De Zijtaartse pioniers
hebben niettemin een van de eerste verenigingen van
Jonge Boeren in Brabant opgericht. In jaarverslagen is
terug te vinden dat de leden allen lid waren van de
Heilige Familie, merkte de heer Rovers op.'
Brabants Dagblad, 2 februari
1982: 'De
Rooms Katholieke Jonge Boeren Stand werd opgericht
door rector W. van Kessel, destijds geestelijk
adviseur van de NCB, die een oproep deed om de
bestaande bond van oudleerlingen om te zetten in
afdelingen van de RKJB voor alle jonge boeren van
zestien tot dertig jaar. De afdeling Zijtaart werd in
februari 1922 opgericht door A. (Janus) Rovers. Het was een afsplitising van
de boerenstandsorganisatie, de NCB. Al
vrij snel na de oprichting werd er een
uitstapje naar de Heilige Landstichting
in Nijmegen georganiseerd voor de leden.
Met deze oprichting beoogde men de
specifieke behoeften die bij de jonge
boeren leefden te kunnen behartigen. Het
eerste bestuur bestond uit A.(Janus) Rovers,
H. (Driekske) van de Ven, L. van Zutphen en A. van
Asseldonk. Bij de oprichting telde de
vereniging 27 leden in de leeftijd tussen
15 en 39 jaren. Er werden cursussen
gegeven aangaande bemesting van gewassen
en er werd gewerkt met proefveldjes. Ook
hielp men boeren bij brand en dergelijke
en werden er uitstapjes georganiseerd.'
|
Brabants Dagblad,
23 februari 1986. |
|
Hein van Boxmeer
kwam in 1922 definitief naar Zijtaart om
er de zaak van Willems over te nemen. Ik
werkte er al enige jaren als knecht. Maar
mijn baas werd ziek en overleed. Ik heb
toen ook de weduwe getrouwd. En dat
betekende dat hij ook vader werd van twee
opgroeiende kinderen.
|
1-5-1922 Kantongerecht
Helmond BHIC toegang 34 inv. 147 rol.753 |
|
Petronella van Eerdt, geboren
te Zijtaart 5 april 1876, winkelierster en echtgenote
van Gerard Coppens, wonende te Lieshout A 50. Ze had in
haar woning te Lieshout een halve litermaat, welke niet
was voorzien van het vereiste ijkletter Z of A waarvoor
drie gulden boete.
|
BHIC,
Kantongerecht Veghel, toegangsnr. 42 inv. nr. 76 vonnis
309 dd. 5-5-1922 |
|
Cornelis van
Mierlo, geboren Erp 26-10-1876, landbouwer op Zondveld G
101 (Het Gerecht 2). Hij heeft zijn 70 schapen laten
lopen op het land van W. Verbakel te Erp en in pacht bij
Adrianus Vossenberg. Wist niet van wie het land is en
ook niet dat het verboden is. fl. 25,- boete.
|
PA Zijtaart,
brieven. |
|
Op 9 mei 1922 vroeg
pastoor Kamp aan de bisschop toestemming
om als dienstbode te mogen huren
Josephine Vogels, die 25 jaar oud en een
nicht is van mijn keukenmeid. Aangezien
geen andere boven de 30 jaar verkrijgbaar
is geschikt voor mijnen dienst
gelieve (..) de noodige permissie
te geeven.'
|
http://www.
abspoelendeckers.nl/
geschiedenis/
index.php?option=com_content&
view=article&id=70&
Itemid=74 |
|
In 1916 verhuisde Jan van
Sleeuwen met zijn gezin van
Jekschotstraat 5 naar
Zondveldstraat 15. In mei 1922 verhuist het gezin
naar Dinther. Deze keus maken ze (volgens de
overlevering in de familie) niet geheel vrijwillig. Een
van de oudste zoons (wie precies is niet bekend) zouden
in de schuur van de gehuurde boerderij met vuur hebben
gespeeld. Hierdoor is brand ontstaan, waardoor de schuur
forse schade heeft opgelopen.
De huisbaas zegde het
echtpaar aan dat zij naar andere woonruimte moeten
zoeken. De huisbaas verhuurde het huis na hun vertrek
aan Hein van Sleeuwen (een jongere broer van Jan). Harry
van Sleeuwen uit Heerlen, kent het verhaal niet. Volgens
hem moest Hein verhuizen naar een beter en gezonder huis.
|
BHIC,
Kantongerecht Veghel, toegangsnr. 42 inv. nr. 76 vonnis
313 dd. 15-5-1922 |
|
Wilhelmus van
de Rijdt, geboren 25-7-1902 en landbouwer (knecht)
Zondveld G 129 (Krijtenburg 13). Geen bel op zijn fiets
waarvoor drie gulden boete.
|
BHIC,
Kantongerecht Veghel, toegangsnr. 42 inv. nr. 76 vonnis
339 dd. 19-5-1922 |
|
Adrianus van Zutphen, geboren Veghel 4-3-1899 landbouwer
op den Biezen G 145 (Corsica 7). Hij fietste over de
Doornhoek zonder licht op zijn fiets. Vijf gulden boete.
|
PA Zijtaart,
prociememoriaal. |
|
Op 28 mei 1922 het
50-jarig bestaan van de parochie gevierd.
Dit feest werd voorafgegaan door een
5-daagse geestelijke oefening (een
missie) voor alle parochianen. De missie
begon op 22 mei en werd gegeven door de
paters Capucijnen Apolllinaris en
Theophilus, die zich uitstekend kweten
van hun taak. Op zondag 28 was er een
plechtige Hoogmis die werd gecelebreerd
door pastoor Kamp, met assistentie van de
paters Capucijnen en de rector van he
Liefdesgesticht, Andreas van Rijswijk. De
kerk en het vóórplein der kerk waren
smaakvol versierd, onder leiding van
onderwijzer Antoon van de Donk. Na het
Lof trokken de geestelijken en gelovigen
naar het voorplein van de kerk, waar door
de pastoor het H. Hart monument onthuld
werd en de intronisatie verricht werd. Na
afloop der godsdienstige plechtigheid
werd van 6 tot 9 uur door fanfare St.
Cecilia op het vóórplein een concert
gegeven. Het feest was buitengewoon
geslaagd.
|
Brabants Dagblad d.d. 20-05-1972; doc. GAvB; bidprentje van Ties
Thijssen, collectie Erna van den Elsen, Boxtel. |
|
Tijdens zijn
feestpreek bij het 50-jarig bestaan van
de parochie zei pastoor Kamp dat nog
niemand, uit Zijtaart geboortig, een
geestelijk ambt bekleedde en dat er ook
nog niemand was die ervoor studeerde.
Enkele jaren later werden de Eerste
Zijtaartse priesterstudenten
ingeschreven. nl. de gebroeders Thijssen. Pater Thijssen,
later werkzaam in Angola, en pastoor
Thijssen, die pastoor was in
Budel-Dorpsplein. Ties Tijssen, toen 16 jaar, was al
enkele jaren van school af en werkte thuis op de
boerderij. Kennelijk geďnspireerd door pastoor Kamp
begon hij in 1923 aan zijn priesterstudie.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42, inv .nr. 77 vonnis. 693 dd. 6-8-1922 |
|
Johannes Gijsbertus Smits, geboren
22-2-1867, smid te Zijtaart (Pastoor Clercxstraat
31-33). Hij reed met zijn auto over de Rooise weg nabij
sluis vier en wordt aangehouden door de marechaussee.
Hij kon geen rijbewijs overleggen, omdat hij vergeten
was dit mee te nemen. Beloofde aan de marechaussee dat
hij het zal halen en laten zien, maar toen hij terug
kwam warende heren marechaussee nergens meer te zien,
aldus zijn verklaring voor de rechtbank. fl. 15,- boete en
bij in gebreke te daarvan te vervangen met dertig dagen
hechtenis.
|
BHIC, Kantongerecht
Veghel, toegangsnr. 42, inv .nr. 77 vonnis. 861 dd.
15-8-1922 |
|
Arie van de Steen, geboren
Dordrecht 22 februari 1906 zoon van Albertus van de
Steen en Josepha Gubbels thans wonende te Zijtaart G 66
(Pastoor Clercxstraat
31-33). Hij had uit baldadigheid
een glasruit bij zogenaamde oude boterfabriek te
Zijtaart (Pastoor Clercxstraat
68) stuk gegooid, fl. 10,- boete bij gebreke te vervangen door een maand
hechtenis.
|
Dagblad Het Centrum
(via www.kn.nl) |
|
1 september 1922:
Ongeluk in
Nederhemert. De auto van de heer Smits uit Zijtaart moest
uitwijken voor een hondenkar doch week te
ver uit waardoor hij van de dijk rolde.
Bij dit ongeluk werd de heer M. den Otter
uit Gemonde opslag gedood. De heer
Schellekens uit Gemonde raakte ernstig
gewond en ene van Boxtel licht gewond. De
chauffeur Smits en zijn passagier bleven
ongedeerd.
|
De NRC,
20 september 1922. |
|
'Faillisement vernietigd van handelsvennootschap onder
de firma J. Smits & Zonen en haren vennooten G.F. Smits,
J.M. Smits, J.G. Smits en H.W. Smits, Zijtaart, gemeente
Veghel.'
|
'Zijtaart', 51. |
|
In 1922 traden Johannes van
Asseldonk en Wilhelmus van de Ven toe tot het
kerkbestuur. Van Asseldonk bleef bestuurslid to 1948 en
Van de Ven tot 1934.
|
Veghelse Courant, 30-09-1922. |
|
Zijtaart. Dezer dagen werd
door een ambtenaar van den Raad van Arbeid proces
verbaal opgemaakt tegen een landbouwer alhier wegens het
weigeren van rente zegels plakken. De strafrechter zal
dat zaakje wel verder opknappen.
|
Veghelse Courant, 30-09-1922. |
|
Naar wij vernemen zal een
proefveld aangelegd worden door den R. K. Jonge
Boerenstand.
|
Veghelse Courant,
14-10-1922. |
|
In den nacht van Dinsdag op Woensdag werd ten nadeele
van
W. Kremers alhier een partijtje wasch ontvreemd,
terwijl bij
den
heer Smits een groote partij nog vuile wasch uit een
fornuisketel werd gehaald. De politie stelt een
onderzoek in, doch tot heden zonder resultaat. Mede een
waarschuwing voor vele andere die zoo als eerstgenoemde
de wasch ’s nachts buiten laten liggen ter besparing van
werk.
|
Veghelse Courant,
21-10-1922. |
|
In de deze week gehouden rondgang door de leden van den
Jonge Boerenstand voor het inzamelen van aardappelen
voor Oostenrijk werd toezegging gedaan voor 10,000 Kg
aardappelen en benevens f 10,95. Wij kunnen dan ook met
genoegen zeggen dat alle inwoners van Zijtaart op
slechts een paar uitzonderingen na, hebben bijgedragen
met een hul hart en milde hand.
|
Veghelse Courant,
21-10-1922. |
|
Woensdagavond hebben een paar dieven getracht hun slag
te slaan bij
A. Vervoort, rundslager alhier. De hond waarschuwde
nog bijtijds, zoo dat alleen het slot werd verbroken van
’t slachthuis, waar een beest aan den haak hing en de
dieven in hun werk gestoord werden en ijlings de vlucht
namen.
|
HIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42, inv .nr. 77 vonnis. 839 dd. 24-11-1922 |
|
Petrus van den Hurk Adriaanszoon, geboren te Son,
12-5-1905, landbouwer (knecht) te Zijtaart G 47 (Pastoor
Clercxstraat 40). Hij had geen licht op zijn fiets
waarvoor vijf gulden boete en bij gebreke te vervangen
door een week hechtenis.
|
Veghelse Courant,
2-12-1922. |
|
Op
Donderdag 7 December zal de Stierhouderij St. lambertus
eene algemeene vergadering houden in het café van
P.
der Kinderen. In deze vergadering zal den heer
Tonkes Struijf een lezing houden over Stalverbetering,
terwijl door den heer Ariëns het onderwerp zal behandeld
worden over "Opfok van Kalveren". Zie verder de
advertentie voorkomende in dit blad.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42, inv .nr. 77 vonnis. 895 dd. 8-12-1922 |
|
Johannes Hendrikus van Eerd,
grossier, geboren 19-11-1884 wonende Zondveld G 92
(Zondveldstraat 16). Hij had in zijn magazijn van
koloniale waren te Sint Oedenrode, waarvan hij beklaagde
verklaarde bedrijfsleider te zijn, voorhanden een
ijzeren gewicht van twee kilogram, voorzien van het
afkeuringmerk. Twee gulden boete.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42, inv .nr. 77 vonnis. 936 dd. 22-12-1922 |
|
Franciscus Wilhelmus Josef van de
Ven, horlogemaker, geboren 22-3-1892 en wonende te
Zijtaart G 45 (Pastoor Clercxstraat 48). Hij had in
Veghel, op een voetpad dat verboden was voor
rijwielen gefietst. Vijf gulden boete.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42, inv .nr. 77 vonnis 970 dd. 22-12-1922 |
|
Hubertus van den Berg, geboren te
Heesch 31-3-1902, wonende op Jekschot bij A. van den
Oever. Hij had op 15 oktober in de boomgaard van
landbouwer Biemans, zo verklaard diens zuster Maria
Biemans, 39 jaar oud, met een stuk hout appels van de
boom geslagen.
Maria zag dat hij vier appels in zijn
hand had. Toen ze tegen beklaagde zei dat het verboden
is appels te plukken of te rapen uit de boomgaard van
haar broer zei deze “Ik moet appels hebben” en
bleef gewoon staan. Op een later tijdstip heeft de
kantonrechter deze zaak opnieuw geopend. Beklaagde
bekend de appeldiefstal, maar ontkend dat hij bedreigd
heeft tot brandstichting. Wordt wel schuldig geacht aan
appeldiefstal, vallend onder stroperij, waarvoor hij
vijf gulden boete krijgt.
|
Veghelse Courant,
23-12-1922. |
|
Door enkele kaartliefhebbers is alhier een
kaartgezelschap opgericht, hetwelk den naam draagt van
Landmans Vreugdekring. Het gezelschap is gevestigd in
het café van
J. de Leest op Zondveld. Degenen die wenschen lid te
worden, kunnen zich opgeven bij den heer Secretaris
Penningmeester
L. van
Meltfoort.
|
Veghelse Courant,
23-12-1922. |
|
Naar wij vernemen zal door 12 jongelieden uit onze
Parochie worden deelgenomen aan de vooroefening
Militairen Dienst.
|
Veghelse Courant,
30-12-1922. |
|
Maandag Eerste Kerstdag werd alhier een missiedag
gehouden. In de beide H.H. Missen werd gecollecteerd
voor de Missie der Eerwaarde Paters Capucijnen op Borneo
en Sumatra, terwijl door een Eerwaarde Pater een
lichtbeeldenvoorstelling werd gegeven in de zaal van
den
Heer L. van Dam, welke voorstelling aller
verwachting verre overtrof, de zaal was dan ook telkens
tot in de uiterste hoeken stampvol. Onder de
voorstelling werd ook telkens met de schaal omgegaan,
zoodat de collecte tenslotte opbracht de som van fl.
297,63, waarvoor de Pater dan ook hartelijk dank bracht
aan onze Parochianen voor de milde bijdragen, waarvoor
zij zoo duidelijk de liefde voor het Missiewerk aan het
licht bracht, en tevens aan de leden onzer Fanfare, die
zoo welwillend waren de avondvoorstelling met muziek op
te luisteren. Voorwaar een toonbeeld voor andere
Parochies.
|
BHIC, gemeente Veghel, toegang 7698, inv. nr. 2436. |
|
In de winter van 1922-1923 was er weer
herhalingsonderwijs voor jongens van 13 tot 18 jaar. De
cursus begon op 16 oktober 1922 met 11 leerlingen. In
november en december waren er 12 leerlingen. In januari
en februari 1923 (laatste cursusdag op 28 februari) werd
er herhalingsonderwijs gevolgd door 9 jongens. Er werd
vier avonden per week les gegeven door meester Van de
Donk, en wel op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag
van 5 tot 7 uur.
|
Veghelse Courant,
30-12-1922; GA Veghel, inv. nr. 31, fol. 177. |
|
Adrianus van de Ven,
hoofd der school te Zijtaart, stelde voor
om, vanwege het geringe
aantal leerlingen, alleen onderwijzer
Antoon Hendrik van de Donk met de cursus
vervolgonderwijs 1922-1923 te belasten.
Dit werd op 21 december 1922 door de
gemeenteraad goedgekeurd.
|
'Zijtaart', 88. |
|
Meester Van de Donk had zelf bijen en
heeft eens een 'bieën-cursus' gegeven.
mensen uit Veghel, Mariahout en Nijnsel
kwamen allemaal naar Zijtaart om alles
over de bijen te horen.
|