BHIC, Kantongerecht Veghel
toegangsnr. 42 inv. nr. 74 vonnis 84 dd. 1-1-1921 |
|
Franciscus Vervoort, geboren te
Veghel op 26-1-1889, landbouwer op Zondveld G 96
(Jekschotstraat 2A) . Hij was op nieuwjaarsdag dronken,
wat een boete oplevert van f. 15,-.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 74 vonnis 108 dd. 6-2-1921 |
|
Lambertus van Zutphen, geboren
2-11-1896 landbouwer te Zijtaart had geen lichtgevende
lantaarn op zijn rijwiel. Vijf gulden boete.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 74 vonnis 158 dd. 9-2-1921 |
|
Bernardus van den Berg, geboren
Dinther 15-7-1883, wonende te Zijtaart G 73 (Pastoor Clercxstraat 76). Omdat hij geen bel op zijn fiets had
wilde rijksveldwachter Linders hem aanhouden, maar hij
reed gewoon door. Voor het eerste f. 5,- boete en omdat
hij weigerde te stoppen f. 20,- Als er niet betaald
wordt 25 dagen hechtenis.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 74 vonnis 160 dd. 16-2-1921 |
|
Wilhelmus Henricus Rooijakkers,
geboren Beek en Donk 16-12-1892, wonende Zondveld G 99
(Jekschotstraat 10). Hij heeft op zijn huis met stro
bedekt een schoorsteen staan tegen het nok van het dat
welke te kort is. De afstand van de bovenkant van de
schoorsteen tot aan het strooien dat is maar 50 cm,
terwijl minstens 1,50 m. vereist is. f.30,- boete.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 74 vonnis 163 dd. 6-2-1921 |
|
Franciscus van Mierlo, geboren te
Veghel 30-6-1907 zoon van Cornelis van Mierlo en
Antonetta Vogels, schaapherder bij zijn ouders op
Sondveld G84 (Het Gerecht 2). Hij heeft schapen laten
lopen op verboden grond en krijgt een jaar proeftijd.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 74 vonnis. 238 dd. 10-3-1921 |
|
Cornelis Josephus Spruijt,
molenaarsknecht, geboren te Vinkeveen 11-2-1894 en vanaf
5 november 1920 in dienst bij H. van Eert te Zijtaart G
92 (Zondveldstraat 16) heeft niet doorgegeven dat hij
van woonplaats is veranderd. Vrijspraak.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 74 vonnis. 239 dd. 17-3-1921 |
|
Johannes Hendrikus van Eerd,
geboren Veghel 19-11-1884, molenaar Zondveld G 92
(Zondveldstraat 16). Gefietst over een voetpad waar
duidelijk aangegeven stond dat het verboden was voor
rijwielen. f. 5,- boete.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 74 |
|
Franciscus van Mierlo, geboren te
Veghel 30-6-1907 zoon van Cornelis van Mierlo en
Antonetta Vogels, schaapherder bij zijn ouders op
Sondveld G 84 (Het Gerecht 2). Hij heeft schapen laten
lopen ter plaats het Lijnt op het weiland van A. van
Lieshout onder Erp een maand tuchtschool en een jaar
proeftijd. Ook zijn broer Cornelis Johannes van Mierlo
die met schapen op het weiland van H. Timmers te Boekel
heeft gelopen krijgt een boete en wel van 20 gulden.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 74 vonnis 278 dd. 17-3-1921 |
|
Julius Antoon Kolman geboren,
monteur in 1884 geboren in Amsterdam en daar wonende
heeft over den Doorhoek te Zijtaart op de openbare
kunstweg gereden met een tractorvoertuig voorzien van
ijzeren banden met uitstekende delen en een gewicht van
1650 kg. De wielen raakte niet de grond, maar om de
wielen loopt een ijzeren band, die door de wielen in
beweging worden gebracht en dat die ijzeren band van een
uitstekend deel is voorzien, doch dat het gewicht dat op
de weg drukt juist door die band om de wielen zeer
gering is. Voertuigen zoals beschreven zijn boven de 500
kg, en zijn verboden te rijden op kunstwegen, f.10,-
boete.
|
PA Zijtaart,
parochiememoriaal. |
|
In maart 1921
besloot het kerkbestuur om de kerkbanken,
die al 10 jaar niet meer verpacht waren,
opnieuw met de stoelen voor 2 jaren te
verpachten. De reden hiervan was om de
pacht der stoelen in verhouding veel
hoger was opgelopen dan die van de
banken.
|
De Gelderlander,
23 januari 1937. |
|
'Rector I.C.M. Broekman is benoemd tot pastor te Boxtel.
Op 19 januari 1919 was hij benoemd tot rector der
zusters Franciscanessen te Zjtaart bij Veghel. Op 31
maart 1921 werd hij rector van Huize Assisië te
Udenhout.'
|
Kranteartikel in bezit van Johan van Sleeuwen. |
|
In
1921 begon Johan van Eert (hij woonde op huidig adres
Zondveldstraat 16) een groothandel. In 1931 kwam Frits, zoon van broers Karel in de zaak. Nadat Johan
in 1936 overleed nam Frits de zaak over. Frits' zoon
karel maakte de zaak groot (de huidige Jumbo).
|
GA Veghel, inv. nr.
31, fol. 82v. |
|
Het hoofd der school
te Zijtaart vroeg om aansluiting op het
electrisch net, zowel voor het schoolhuis
als voor de school. De gemeenteraad gaf
op 18 april 1921 haar toestemming.
|
Brabants Dagblad,
27 januari 1962. |
|
In 1921 kwam er weer
schot in de fanfare. De fanfare stond
onder leiding van de Zijtaartse
hoofdonderwijzer Van de Ven. IJverig werd
er gerepeteerd in de oude school. Stoelen
en banken werden dan opzij geschoven en
in een van de hoeken van het lokaal lag
het ankertje bier, dat de dorstige kelen
moest laven.
|
Brabants Dagblad,
29 april 1984; foto colelctie Albert van Zutphen. |
|
Piet van Zutphen
kwam uit een muzikale familie. Hij vertelde: "We oefenden
met zes broers 's avonds na het werk
onder de lindeboom."
Op deze foto uit
1921 zit Piet midden voor tussen zijn oudere broers.
|
PA Zijtaart,
parochiememoriaal. |
|
Alle leien van het
dak van de kerktoren werden in 1921
vernieuwd. De leien waren erg duur, nl. f
210 per 1.000 stuks, terwijl ze vóór de
oorlog slechts f 21 per 1.000 stuks
kostten. Er waren 10.000 nieuwe leien
nodig. De totale kosten bedroegen f
5.000.
|
BHIC, KR Veghel,
toegangsnr. 42, inv. nr. 74.
|
|
Johannes Petrus
Marinus Kanters, geboren te Helmond op 25
juni 1902, smid, wonende te Veghel,
Zijtaart, werkend bij J. Smits. Hij werd voor de
rechtbank gedaagd omdat dat hij op 31
maart 1921 des namiddag circa acht uur te
Zijtaart op en aan den openbare weg uit
baldadigheid, het electrisch licht, zich
bevindende in een kastje van de
electrische verlichting, heeft aan en
uitgedraaid en op die wijze aldaar een
schroefhouder heeft kapot gemaakt,
waardoor gevaar of nadeel kon worden
teweeggebracht. F.J. van Grinsven heeft
gezien dat Kanters bezig was aan het
ijzeren kastje langs de weg en dat hij
door te stevig vastdraaien van het kastje
er een stuk ijzer af sprong dat nodig was
om de sluitschroef vast te draaien. Een
tweede getuigen H.W. Smits zat op een
bankje voor zijn huis toen hij verdachte
bezig zag hetgeen voorschreven is.
Beklaagde bekent wel, maar zegt dat hij
niets heeft kapot gemaakt.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 74 vonnis 277 dd. 14-4-1921 |
|
Martinus Opheij, geboren 8-10-1897
te Erp, knecht bij A. van den Oever op Jekschot onder
St. Oedenrode. Hij heeft wildstrikken gezet te Jekschot
in een elzenschaarhoutheg, die eigendom is van Henrica
Helena Maria Bernardina Smits, f. 20,- boete.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 74 vonnis 288 dd. 10-4-1921 |
|
Johanna Maria van Mierlo, geboren
Zijtaart 17-9-1904 dochter van Cornelis van Mierlo en
Antonetta Vogels, schaapherderin bij haar ouders op
Sondveld G 84 (Het Gerecht 2). Ze heeft een kudde
schapen laten grazen op het weiland van A. Bijsterveld
op het Lijnt te Erp. Ze verklaart voor de rechter dat
haar hond ziek was geworden en dat ze de schapen niet
alleen kon tegen houden. F. 3,- boete of anders een week
tuchtschool.
|
Het Vaderland,
24 juli 1921. |
|
'Examens hoofdakte. Nijmegen. Geslaagd: A.H. van den
Donk te Zijtaart.'
|
BHIC,
Kantongerecht Veghel toegangsnr. 42 inv. nr. 75 vonnis
535 dd. 7-8-1921 |
|
Pieter
Hansen, geboren te Rotterdam op 2-8-1902, timmerman bij
de weduwe G. Willems Zijtaart G 74 (Pastoor
Clercxstraat 47) heeft op een fiets gereden zonder
licht waarvoor vijf gulden boete. Ook Julius Zwinkelman
geboren te Hamburg op 4-8-1900, als smid werkende bij J.
Smits te Zijtaart (Pastoor
Clercxstraat 31-33) krijgt een dergelijke boete.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 75 vonnis 571 dd. 21-10-1921 |
|
Johannes Adriaans, landbouwer geboren 17-11-1891 wonende
Zondveld G 98 (Jekschotstraat 8). Hij heeft te Veghel
gedurende 29 kalenderweken van 3 december 1919 tot 25
september 1920 als verzekeringsplichtige in die periode
de premie aan de rijks verzekeringsbank voor zijn zegels
geen belasting betaald. Krijgt 29 boetes van elk 50
cent.
|
BHIC, KR Veghel,
toegangsnr. 42, inv. nr. 75, rol 6.
|
|
Petrus van den
Nieuwenhuizen, bakker en winkelier,
geboren 6 september 1874 te en wonende te
Veghel Zijtaart G 68. Petrus heeft in
zijn winkel op boter gelijkend materiaal,
dienende om boter te vervangen, maar geen
delen bevat die van melk afkomstig zijn.
Boven de winkeldeur en op het winkelraam
staat duidelijk leesbaar dat hij
margarine verkoopt. Hij werd op 21
oktober 1921 gedaagd.
|
BHIC, KR Veghel,
toegangsnr. 42, inv. nr. 76, rol 51. |
|
Jacobus Henricus
(Heintje) van Boxmeer, geboren te Uden op
23 februari 1896, timmerman, wonende te Zijtaart G 96. Hij heeft op 9
november 1921 na de middag ca 5 uur in
zijn timmerwerkplaats arbeid laten
verrichtten door Petrus van de Hurk,
geboren te Son op 12 mei 1905 terwijl
deze geen arbeidskaart heeft. Genoemde
Petrus van de Hurk sloeg spijkers in een
deur. Heintje keeg
op 9 november 1921 een boete van 50 cent.
|
25 november 1921
Bron: BHIC,
KR Veghel, toegangsnr. 42, inv. nr. 75.
|
|
Petrus van den
Nieuwenhuijzen, bakker en
winkelier, geboren 6 september 1874 te en
wonende te Veghel Zijtaart G 68.
Gedagvaard omdat hij zijn minderjarige
zoon Petrus Josephus laat werken in zijn
bakkersbedrijf. Dit is in strijd met de
arbeidswet van 1919. De agent verklaart
'dat hij op 25 november 1921 des
namiddags omstreeks 8 uur een blijkbaar
jeugdig manspersoon als bestuurder op een
rijwiel had gezien en daarmede voortreed
over den openbaren kunstweg te Veghel
nabij sluis 4 in de richting van
Zijtaart, terwijl hij in een mand, welke
op het rijwiel was bevestigd eenige
pakjes gist vervoerde, verleend voor de
bakkerijonderneming van beklaagde. Dat
die persoon opgaf genaamd te zijn Petrus
Johannes van den Nieuwenhuijzen, geboren
te Veghel 18 maart 1907 inwonende zoon
van beklaagde en verklaarde: "Ik
ben volgens opdracht van mijn vader gist
wezen halen. Deze gist, dien ik thans
naar huis vervoer, moet mijn vader
gebruiken voor de door hem gehouden
broodbakkerij. Ik werk geregeld voor de
onderneming van mijn vader, doch altijd
buiten de werkplaats, daar ik het brood
bezorg bij de klanten. Toen mijn vader
mij die opdracht gaf, kon ik niet thuis
zijn om 7 uur namiddag, want ik heb mij
te Veghel niet langer opgehouden dan
noodzakelijk was." De beklaagde
verklaarde: "In dit perceel wordt
door mij een broodbakkerij gehouden, van
welke onderneming ik hoofd en bestuurder
ben."
|
BHIC,
Kantongerecht Veghel, toegangsnr. 42 inv. nr. 75 vonnis
641 dd. 2-12-1921. |
|
Antonius Josephus Munsters,
geboren 10-9-1902 te Erp en wonende aldaar straat B 98,
smid. (woonde later in Zijtaart,
Pastoor Clercxstraat 17). Toon heeft te Erp op 5
juli in de namiddag om kwart over drie als bestuurder
van een tweewielig motorvoertuig op de Erpsche Dijk
verzuimd met een hoorn een signaal te geven bij het
naderen van een met een paard bespannen kar. Het paard
schrok van de motor en reed met de kar tegen een boom.
Op de kar stonden twee kalveren die de voerman van de
kar in Veghel moest af leveren.
Het ongeval gebeurde rijdende
richting Veghel nadat twee bochten waren gepasseerd en
de motor in snelle vaart naderde en aan de linkerkant
voorbij reed zonder eerst geclaxonneerd te hebben.
Voerman L.H. van Schijndel liep naast de kar, maar kon
zijn paard niet meer in bedwang houden daar het
schrikte. Het is echter niet wettig en overtuigend
bewezen hetgeen beklaagde is ten laste gelegd en Toon
wordt vrij gesproken.
|
Kantongerecht Veghel
toegangsnr. 42 inv. nr. 173 |
|
Op 19-9-1921 Johannes
Biemans, wonende op den Doornhoek G 8 (Hemel
2) geeft aan dat zijn vrouw Hendrina van den
Tillart, waarmee hij nog maar 5 maanden mee getrouwd is,
als patiënt dient worden opgenomen in een krankzinnigen
gesticht.
De arts A.C. Vervoort, Stationsstraat 280 te Veghel,
geeft aan dat Hendrina van den Tillart geboren 7-3-1877
te Erp in staat van krankzinnigheid verkeerd en dat
opneming in een krankzinnige gesticht noodzakelijk is
en wil haar zo spoedig mogelijk plaatse in Voorburg te
Vught.
In 1924, 1928 en 1931 werd verlenging aangevraagd. Voor
haar huisgenoot is genoemd patiënt soms geheel wezenloos
en dan weer opvliegend. Heeft pogingen tot zelfmoord,
maar dreigt ook naar familieleden met moord. Kan niet
zonder hulp.
|
GA Veghel, inv. nr.
31, fol. 113v. |
|
De burgemeester
vroeg in de raadsvergadering van 7
december 1921 aan raadslid Van Asseldonk
hoe het gesteld was met de bermsloot
langs de kanaaldijk. Van Asseldonk
antwoordde dat er wel wat aan is gewerkt,
maar lang niet voldoende, waarop de
burgemeester zei dat hij nogmaals kontakt
op zal nemen met Rijkswaterstaat om de
bermsloot eens goed onderhanden te nemen.
|