Kroniek van het jaar 1903
BHIC toegang 7698 inv.nr.2358/2394, d.d. 5 februari
1903. |
|
Werkgeverskaart aangevraagd door:
Antonius van Asseldonk, medebestuurder der
roomboterfabriek te Zijtaart “Eendracht maakt macht”,
huisadres Doornhoek nr. 888, geboren 30-11-1836 Veghel,
roomboterfabrikant in 1902
Johannes van Asseldonk, medebestuurder der
roomboterfabriek te Zijtaart “Eendracht maakt macht”,
huisadres Doornhoek nr. 889a, geboren 24-9-1866 Veghel.
roomboterfabrikant in 1902
Lambertus van Dam, medebestuurder der
roomboterfabriek te Zijtaart “Eendracht maakt macht”,
huisadres Zijtaart nr. 870, geboren 3-12-1838 Veghel,
werkgever 1902
Hendrikus
Vogels, medebestuurder der roomboterfabriek te
Zijtaart “Eendracht maakt macht”, huisadres Zijtaart nr.
859, geboren 13-8-1846 Veghel,
werkgever 1902
|
PA Zijtaart,
parochiememoriaal. |
|
Op 16 Maart 1903
werd H. van den Heuvel tot rector benoemd
in het klooster. Hij werd op 15 september
1905 opgevolgd.
|
http://kranten.kb.nl/ 24-3-1903 |
|
De weleerwaarde heer W. van den Heuvel, priester van het
seminarie, die voor gezondheidsredenen in zijn
geboorteplaats te Eindhoven vertoeft, is door
monseigneur van de Ven benoemd tot rector van het pas
gebouwde liefdesgesticht te Zijtaart.
|
BHIC,
Rechtbank 's-Hertogenbosch, toegang 24 inv. nr. 392
vonnis 17 dd. 17-5-1903. |
|
Martinus Vervoort, arbeider geboren te Veghel op
19-2-1861 (Corsica 4), Lambertus Opheij, geboren te St.
Oedenrode 5-12-1872 (Biezendijk 14) en Johannes van den
Tillaart, geboren te Veghel 13-3-1881 (Lage Biezen 2)
hebben op 28 april 1903 een overstroming veroorzaakt
doordat ze met een schop een dam hebben door gegraven.
De bouw en weilanden gelegen naast de Bieschense
waterloop welke de moeder van Adrianus van den Tillaart
gepacht heeft van Jonkeer van Sasse van IJsselt. Ook Van
Aspert had daar land gepacht. Deze landen zijn verbonden
door een dam welke daar drie jaar geleden is aan
gebracht en die het water van genoemde loop moet keren.
Aan de overzijde van de loop tegenover de dam loopt een
natte sloot die de gepachte landen scheidt, zodat die
dam aan weerszijde door water is begrensd. Op de landen
groeide op 28 april ook winterrogge.
Eerste beklaagde
Martinus Vervoort is begonnen een gat te graven met een
schop aan de circa 1 meter brede dam. Na enige tijd
heeft hij de schop aan de tweede beklaagde gegeven en
later heeft ook de derde beklaagde de schop gehanteerd
en ook gaten in de dam hebben gegraven. Zo gebeurde het
dat er water door drie gaten uit de voormelde sloot
stroomde naar de lager gelegen sloot en landerijen. Het
water kwam zo hoog dat het op twee percelen weiland liep
behorende aan de moeder van getuigen Adrianus van den
Tillaart.
Adrianus heeft, nadat de drie beklaagde weg
liepen, de gaten met graszoden willen dichten, wat door
de kracht van het water zeer moeilijk ging, doch na een
kwartier het hem lukte. Martinus van den Tillaart
bevestigd de beweringen van zijn broer Adrianus en
verklaard bovendien dat ook het land van hun moeder en
het land van Van Aspert waarop winterrogge stond was
ondergelopen. Alle drie krijgen een gevangenisstraf van
8 dagen.
|
BHIC toegang 7698 inv. nr. A. 210. |
|
Uit het register der besmettelijke ziektes in Veghel van
1903 t/m/ 1929: Johanna Swinkels, 13 jaar, adres:
Zijtaart
856, leed op 19
mei 1903 aan diphterie. Op 6 juni 1903 werd ze hersteld
bevonden door dokter A.C. van de Voort.
|
BHIC,
Kantongerecht Veghel, toegang 42 inv. nr. 43 vonnis 220
dd. 6-6-1903 |
|
Arnoldus van den
Bogaard, 68 jaar, schaapherder op den Biezen, heeft op
24 mei zonder recht van beweiding zijn kudde schapen
laten grazen op de met gras begroeide openbare weg,
nabij Zijtaart. Drie gulden boete.
|
Het nieuws van den dag: kleine courant 13-07-1903 |
|
Te Zijtaart zal de
handboogschutterclub “Landsmans Eendracht” op maandag 20
juli a.s. een groot bondsconcours houden met
medewerking van de fanfare “Caecilia”.
Aan een concours
voor handboogschutterijen gegeven door het gezelschap
“de Goede hoop” te Asten is door 29 gezelschappen deel
genomen. De prijzen werden behaald als volgt:
1e
prijs De Hazenstroopers te Asten met 98 punten.
2e
prijs Vossenjacht te Helmond met 97 punten
3e
prijs Landbouwersgenoegen Milheeze me 95 punten.
4e
prijs Willem Tell te Deurne met 93 punten.
|
Dr.
Alphons Verbeek, Dorp in de Meierij (Eindhoven,
1952) 46-47. |
|
Verbeek:
‘De akkers werden goed van elkaar afgescheiden door
sloten met elzenhagen. De boer kapte het elzenhout
juist boven de grond op gezette tijden; hij tastte het
op zijn erf tot grote mijten en liet het versterven
voor hij het gebruikte voor zijn haard en bakoven. De
boer was gehecht aan zijn potstal, hij maakte en
bewaarde hier zijn mest, totdat hij die op zijn land
bracht. Deze mestbewerking in de potstal trof men
overal aan. De boer bleef er hardnekkig aan
vasthouden, zelfs wanneer men bij een herbouw, zoals
na een brand, hem een moderne stal gaf, zag ik, dat
hij een compromis aanging tussen potstal en moderne
stal, zoveel mogelijk nog het oude systeem
aanhoudend.’
|
GA Veghel, inv. nr.
28, fol. 90v. |
|
Godefridus van Eert,
molenaar te Zijtaart had verzocht om over
een lengte van 300 meter de bij zijn
molen en langs de keiweg staande
eikenbomen op te ruimen, of in te
korten. B&W hadden ter plaatse
een onderzoek ingesteld. Er zouden 100
bomen geruimd moeten worden en dat zou
voor de weg zeer jammer zijn. Lid Rath
vroeg hoe lang de bomen er al stonden,
waarop de burgemeester antwoordde
ongeveer 25 jaren, in elk geval
stonden er de boomen reeds toen Van Eert
de molen aankocht. Lid Ketelaars
berekende dat die 100 bomen samen elk
jaar 20 gulden meer waard worden, Van
Eert zou dat dan moeten betalen. Raadslid
Vogels steunde Van Eert: "Zijn bedrijf
lijdt er onder". Uiteindelijk besloot de
gemeenteraad op 20 maart 1903 het verzoek
af te wijzen.
Uit andere bronnen blijkt dat Godefridus
de molen in 1877 of 1878 kocht en dat de
bomen pas in 1890 of 1891 geplant zijn.
|
|