Foto's Huizen Kroniek

Kroniek van het jaar 1869


BHIC, Kantongerecht Veghel, toegang 42, inv. nr. 13 vonnis 3636  d.d. 4-1-1869   Hendrika van Doorn, 18 jaar, Johanna van Doorn, 20 jaar, Johanna van Boxtel, 30 jaar en Adriana van Boxtel, 28 jaar, alle arbeidsters uit Veghel, hebben op de Doornhoek van het land aardappelen weg gehaald van Jan van der Zanden. Ze hebben zich onledig gehouden met het zogenaamde dubben van aardappelen, dat is het ten tweede male narooien van aardappelen, nadat de eerste oogst al van het land was weg gevoerd. De aardappelen die ze toen verzamelde hebben ze mee genomen. Alle vier moeten een dag de cel in.

BHIC, Kantongerecht Veghel, toegang 42, inv. nr. 13 vonnis 3654 d.d. 8-2-1869    Hendrikus van den Tillaart Dirkzoon, 25 jaar, wonende op de Leest heeft zich op 22 januari 1869 op de Biezen arglistig enige bossen groen en dor hout toegeëigend. Hij had de takkenbossen op een kruiwagen geladen. Zes dagen gevangenisstraf. Omdat hij in een dronken en opgewonden toestand verkeerde nog vijf gulden en vijftig cent boete.

BA, parochie Zijtaart, PA Zijtaart, memoriaal van de parochie.   Het streven naar een eigen kerk voor de gehuchten Zondveld, Zijtaart, Biezen en Doornhoek zat in 1869 in een impasse. Deken Van Miert was in april 1869 ernstig ziek geworden en men wachtte zijn overlijden af. Dat duurde lang en er werd gemopperd door de inwoners van de vier gehuchten, zeker toen in het najaar de weg naar Veghel weer eens een grote baggerpoel was. De door de gehuchten gekozen gecommitteerden Gerardus van Weert , Jan van Sleeuwen, Laurens van den Oever, Martinus van der Linden, Johannes van Asseldonk, en Lambert Pepers klaagden hierover in een brief van 10 december 1869 aan de bisschop: 'We worden mistrouwd, gemis aan belangstelling en ijver aangewreven, ja, zelfs verweten dat we de aanspraken van de gehuchten zo niet verraden, dan toch onverantwoordelijk verwaarlozen. In die benardheid weten we niet anders te doen dan U te verzoeken een uitspraak te doen.' Er werd voorgesteld om de gewone parochiale lasten dan maar aan de Veghelse pastoor Van Miert te laten, behalve dan de uitgaven die nodig zijn voor de eventuele kerk of kapel.

BHIC, Kantongerecht Veghel, toegang 42 inv. nr. 13 vonnis  3729 d.d. 19-6-1869   Johanna Vlemmings, 13 jaar, koehoedster en Johannes Swinkels, 70 jaar landbouwer te Veghel (Zuid Willemsvaart A), worden voor het kantongerecht gedaagd. Johanna heeft als herderin met de koeien van Johannes Swinkels op den Doornhoek op andermans grond gelopen. Elk twee gulden boete.

BHIC toegang 7698 inv .nr. 80   21 juni 1869: De gemeente hield een openbare verkoop van een partij turf in het Reibroek.

BHIC, Kantongerecht Veghel, toegang 42 inv. nr. 13 vonnis 3731  d.d. 20-6-1869   Peter van der Zanden, 24 jaar, schaapherder wonende bij Andries van de Ven op Krijtenburg onder Sint-Oedenrode (vermoedelijk Krijtenburg 42), wordt voor het gerecht gedaagd. Peter heeft 17 juni de kudde schapen van Andries van de Ven laten grazen op een stuk opgroeiend gras in den Lage Biezen. Drie gulden boete.

BHIC, Kantongerecht Veghel, toegang 42, inv. nr .13 vonnis 3810  d.d. 29-11-1869   Martinus Vervoort, 17 jaar landbouwerszoon, geboren te Veghel en wonende te Sint Oedenrode wordt betrapt met het plaatsen van een koperdraden hazenstrik in een bos gelegen in Jekschot. Hij krijgt een boete van 25 gulden en een gevangenisstraf van twee dagen. De wildstrik wordt vernietigd.

 
Internet, website van de Heemkundekring Deurne, documentatie Deurne   Jacobus Voets uit Raamsdonk kwam rond 1862 naar Schijndel, waar hij trouwde met Catharina Tegenbosch uit Erp. In Schijndel werden enige kinderen geboren waaronder Cornelius. In 1869 verhuisde het gezin naar Zijtaart, Krijtenburg 13, en in 1880 naar Lieshout. Een jaar later verhuisden zij naar Beek en Donk, waarna de familie in 1887 in Someren kwam wonen. Daar stierf Jacobus Voets op 30 april 1891.

Zoon Cornelis Voets was stokdoof. Hij leerde het klompenmakersvak bij Van der Vleuten in Mierlo. Later had hij zijn werkplaats op het erf van de boerderij Heesterdijk 13, waar hij met zijn eveneens ongetrouwde broer Jan inwoonde bij zijn zuster Alegonda, (geboren in Zijtaart), die getrouwd was met Willem van Kol. Vele Somerenaren zullen zich zeker nog de in het zwart geklede Voets herinneren of over hem hebben gehoord uit de overgeleverde verhalen.

Cornelis Voets overleed in Someren op 12 oktober 1936. Behalve de gewone klompen en melkstoeltjes maakte Cornelis ook zondaagse blokken (klompen), versierd met leeuwekoppen, paardehoofden of voorstellingen die een beeld weergaven van de bezitter, zoals de blokken voor Dries Kemps, kerkmeester te Vlierden, die hij sierde met het beeld van de kerk. Voor zichzelf sneed hij op een goede dag klompen in de vorm van  grote blote voeten die sensatie verwekten toen hij er op - rond  Kerstmis - in de verse sneeuw door het dorp wandelde.

Voor maagklachten kwam Cornelis Voets bij dokter Wiegersma, "de Wieger". Hij had voor die gelegenheid zijn mooi besneden klompen  aangetrokken" die al direkt bij zijn binnenkomst grote indruk op de dokter maakten en die meteen de vraag stelde wie deze "wonderen" had gemaakt. Ikke" zei Comelis en toonde ook meteen de tabaksdoos die hij bij zich droeg. Na veel heen en weer gepraat kon de dokter de  doos voor 25 gulden en een belofte van levenslange vrije doktershulp aan zijn kollektie toevoegen. De voorstellingen gesneden aan beide zijden van een in boekvorm  gesneden doos zijn: de jager met zijn hond in het veld met wild: en:  de uitdrijving uit het paradijs: een vrij veel voorkomende  voorstelling in de Volkskunst: "Een nostalgisch verlangen naar een betere wereld die er was maar verloren is."

Enkele jaren later gaf  dokter Wiegersma Cornelis Voets nog een opdracht tot het snijden van  een herdersstaf, iets dat naar zijn weten in Brabant niet voorkwam, terwijl de breischeden, in bezit van de schaapherders zo rijk  versierd waren. Deze herdersstaf heeft min of meer dezelfde  compositie als een wandelstok van Voets, eerder aan zijn collectie volkskunst toegevoegd, alleen het portret dat de staf kroont is  expressionistischer van aard en staat in sterk contrast met de  bekroning van de wandelstok. De tengere man met de donkere ogen kwam nog vaak bij de dokter op bezoek. Hij zal niet hebben vermoed dat de voorwerpen die hij maakte nu nog onderwerp van gesprek zijn en als voorwerpen van kunst worden beschreven en tentoongesteld in het gemeentemuseum "de Wieger" in Deurne waar hij eens zo welkom was.

Bouwstijlen - Thema's - Groei - Organisaties - Veldnamen
Afkortingen - Toelichting verenigingen - Toelichting Huizen - Toelichting Kroniek - Downloads