Kroniek van het jaar 1865
BHIC, kantongerecht Veghel, toegang
42, inv. nr. 8, vonnis 2722 (13-2-1865) |
|
Willem Cremers woonde
sinds 1858 op de plaats met het latere adres
De Kampen 6. Zijn
vrouw Maria van de Spank, oud 41 jaar, geboren te Engelen, en
zijn twaalfjarige zoon Johannes Kremers hadden op 7 januari met
een trekhout, waaraan een mes was bevestigd, uit een mastbos
enige takken afgesneden. Moeder sneed takken af en Johannes
verzamelde de takken. Omdat de jongen nog minderjarig is, wordt
hij niet beboet, maar Maria krijgt een boete van een gulden.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel, toegang
42, inv. nr. 8, vonnis 2775 (10-4-1865) |
|
Johannes Burgers, 12 jaar en Martinus
Burgers, 11 jaar geboren te Erp en wonende te Veghel stelen op 1
maart in de uithoek Jekschot heide en jonge masten, eigendom van
de heer J. Smits. De twee knapen krijgen beiden twee dagen
gevangenisstraf en moeten ook nog de proceskosten van f. 1,40
betalen.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel, toegang
42, inv. nr. 8, vonnis 2812 (29-5-1865) |
|
Martinus van den Nieuwenhuizen, 28
jaar, landbouwer geboren Sint Oedenrode en wonende op Zondveld (nu
Krijtenburg 13),
had zonder vergunning plaggen en strooisel langs de gemeenteweg
verzameld en mee genomen. Hij krijgt daar voor één dag
gevangenisstraf en moet de kosten van de rechtzaak betalen, f.
1,16.
|
BHIC, Kanton Veghel toegangsnummer 42, inv. nr. 8, rol 2190. |
|
Bert Goorde Vervoort woonde op
Zondveld. Zijn
vader Godefridus Vervoort was cipier van de gevangenis in
Veghel. Dat belette Bert niet om als illegale kwakzalver te
werken. Martinus Vervoort, een zoon van Berts broer Johannes,
kwam ook met justitie in aanraking en wel voor belediging.
Op
24 juli 1865 ’s avonds om een uur of acht waggelde Martinus
Vervoort beschonken de oude Veghelse kerk binnen. Daar was
Martinus van Rijbroek zand aan het zeven. Van Rijbroek had de
oude kerk gehuurd als opslagruimte. Vervoort zag dat Martinus
van Rijbroek een hoofddoek om had tegen het stof. Hij leek wel
een vrouw.
"Verdoemde scheele hoer, gij zift goed",
gekscheerde de bezopen Vervoort, en:
"Schei uit, verdomde scheele hoer."
Hij voegde er met zijn zatte kop aan toe:
"Ik heb vijf malen op je wijf gelegen en mag ik ze nog eens
naaien."
Van Rijbroek zei geërgerd:
"Ga maar naar Dien Quant."
Dat was een bekende vrouw in Veghel met een minder goede naam.
Van Rijbroek was beledigd en diende een aanklacht in. Zijn
vrouw, Mechelina Swinkels verklaarde desgevraagd dat er geen
sprake was van overspel met Martinus Vervoort.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel, toegang
42, inv. nr. 8, vonnis 2900 (18-9-1865) |
|
Gerardus van Eerd, 49 jaar,
landbouwer op de Biezen (nu
Corsica 15), heeft
op 13 augustus 1865 zittende op een kar bespannen met een paard
op de provinciale (Rooise) klinkerweg nabij sluis 4 met een
enkele lijn in volle draf gereden. Boete drie gulden en 59 cent
proceskosten.
|
|