Kroniek van het jaar 1835
BHIC, toegang 7698, inv. nr. 125, Veghel,
burgemeestersregister d.d. 2-3-1835 |
|
Op de nacht van 1 op 2 maart 1835 werd er ingebroken bij
Christiaan van der Steen, op den Biezen (nu adres
Biezendijk 27).
Christ rapporteerde aan de burgemeester dat hij ‘s
morgens om zes uur opgestaan was. Hij liep naar de stal
die aan zijn slaapkamer grensde. Hij zag dat de
buitendeuren wijd open stonden en dat zijn paard weg
was. Ook was het halster van het paard verdwenen. Bij de
schuurdeuren was een gat in de wand een gat geslagen,
waarschijnlijk met behulp van een eg.
Op 3 maart is de burgemeester naar den Biezen gegaan om
ook het verhaal te horen van Christiaan's vrouw Maria
van Rijdt. Ze liet aan de burgemeester het gat in de
wand zien wat de burgervader tot in detail op heeft
geschreven. Het vlechtsel van elzen latjes was
doorgebroken als ook het stro en aan de buitenkant stond
onder het gat een egge waarmee waarschijnlijk, gezien de
driehoekvorm, de dief naar binnen is gekomen.
De 5-jarige merrie was de avond ervoor met een touw aan
de voerbak gebonden. Het was een paard het kleinste
soort van het Hierlands ras, zwaar van kop, donkerbruin
haar met zwarte manen en staart, de tros dik en kort
evenals de manen. Van de staart was onlangs een streng
haar van ongeveer een halve pink dikte weg gesneden en
om de linkerpoot, even boven de hoef, was door het
schuren van een touw een ring of naad zonder haar.
|
BHIC, toegang 7698, inv. nr. 2735, 16 december 1835 |
|
Albertus Marinus is veldwachter te Veghel en Zijtaart.
Hij was voorheen schutter van het 1e
bataljon, 1e afdeling van de mobiele
schutterij te Groningen, Hij is nu met groot verlof
thuis in Veghel. Marinus heeft goederen van de
schutterij meegenomen welke moeten worden ingeleverd, zo
meldt de kapitein van genoemde schutterij. Het betreft
een sabel met koppel, een schakot met toebehoren, een
kapotjas, rok, rode bal met vlam, een paar wings, een
lakense pantalon, een paar lakense slobkousen, een
kwartiermuts, een lakense halsdas, een rondsel, een
linnen pantalon, 2 paar linnen slobkousen (een
ontbreekt), twee hemden (een ontbreekt), twee
onderbroeken (een ontbreekt) 2 paar sokken, 2 paar
schoenen (1 paar ontbreekt), een paar wollen
handschoenen, een wollen slaapmuts, een veldfles met
riem en een broodzak.
|
BHIC, toegang 7698, inv. nr. 2735, 16 december 1835 |
|
Johannes
Mathijszn. van den Tillaart, geboren 3-10-1803,
lengte 1.685, is van 1829 tot 1835 bij de
reserveschutterij geweest.
|
|