BHIC,
Gemeentebestuur Veghel, toegang 7698 inv. nrs.
73-78 |
|
Twee keer per jaar, in het voorjaar en in het najaar)
hielden De Burgemeester en Wethouders van Veghel een
schouw. Dan liepen ze een route om te kijken of de wegen
goed onderhouden waren en de sloten goed geveegd. Veelal
waren de eigenaren van de aangrenzende percelen grond
verantwoordelijk voor dat onderhoud. Zo’n schouw werd
van te voren aangekondigd, om de mensen de kans te geven
hun plicht alsnog te vervullen. Desalniettemin moesten
in de regel tijdens een schouw een aantal mensen
aangemaand worden. Hier volgen de nalatigen in Zijtaart
bij de schouwvoering van het voorjaar van 1827.
De Burgemeester en Wethouders liepen over den Doornhoek,
de Valstraat, naar Zijtaart (nu Leinserondweg) over de
Zondveldsche dijk (verlengde van de Leinserondweg), naar
Zondveld. Vandaar liepen ze over den Bieschense dijk
(die heet nu Krijtenburg) en de aarden Rooische baan (de
huidige Biezendijk) om te schouwen.
Aart Kemps moest de weg bij de het perceel met de naam
Bontwerker ophogen. Dat was ter hoogte van het huidige
huis Doornhoek 3.
De weduwe van Johannes Verhoeven moest de kuilen in de
weg vullen aan haar binnenveld in de Valstraat. Ze
woonde op wat nu
Leinserondweg
10 is.
Johannes Boudewijns, moest karrensporen egaliseren bij
zijn huis op het Zondveld (nu
Jekschotstraat 5).
Martinus van den Biggelaar moest de weg nabij zijn erf
egaliseren, hij moest een hoogte weghalen en daar een
gat mee vullen.
Johannes Roelof Oppers moest karrensporen egaliseren
tegenover zijn bosje op Krijtenburg.
Ook werden de Zijtaartse loop, de Jekschotse loop, de
Biezenloop en de Nieuwen loop geschouwd tot aan de
percelen langs de Rooise Dijk (later Biezendijk) die
niet lang daarvoor door de gemeente aan particulieren
verkocht waren.
Antonij Dirk van de Rijt werd gemaand de Jekschotsche
loop bij de Brauwerskamp te vegen.
Lambert van den Hurk moest de loop achter het huis van
Bastiaan van Mierlo vegen.
Jan van Rijbroek moest een deel van het Biezense loopje
vegen.
Maria Hendrik van de Ven (als gebruiker van het
perceel), Jan Antonij van den Tillaart en Johanna van de
Ven moesten een deel van de Biezense loop vegen.
Melianus van Santvoort (gebruiker van het perceel) moet
de loop in de Boschkamp vegen. Arnoldus van den Heuvel
werd gemaand een deel van de Biezense loop te vegen.
De weduwe van Lambert van Doorn moest de loop aan haar
veld in Corsica te vegen.
Hendrikus Jan van de Ven moest de loop aan zijn veld op
het Corsica’s Broekje te vegen.
Peter van Rijbroek moest de loop te vegen aan zijn
nieuwe erf op den Rooische dijk.
Bij de grond van Antonij Peter Dirkx was de loop
ingevallen. Antonij moest dat repareren.
De heer Johan de Jong, Jacbus van Kessel en heer Antonij
Aart van den Heuvel werden gemaand de loop aan de
Veertig Loopense legen (dat was in de buurt van de
huidige McDonalds).
|