Kroniek van het jaar 1808
R115, fol. 237 (9-4-1808), fol. 238 (9-4-1808), fol. 239 (9-4-1808),
fol. 240 (20-4-1808) |
|
Op 9 april 1808 bedelde bij Adriaan van Gerwen in Eerde
een oude onbekende man die zei een lamme hand te
hebben en vriendelijk om een aalmoes vroeg. Toen hij die
niet kreeg, vroeg hij om een snee brood. Ook dat werd
geweigerd, en zonder te mopperen liep de man verder.
Mateus Baltus van de Ryt in
Eerde liet een van zijn kinderen aan deze bedelaar één duit
geven. Na een eerbiedige buiging ging de man weer weg.
Diender en bedeljager Jan van Zeeland trof de bedelaar
aan in de Grootdonk, tegenover het huis van Willem
Bartel Verhoeven. Hij vroeg hem waar hij naar toe ging
en waar hij vandaan kwam. De man zei:
“Ik gaa naar Veghel en Erp.” en: “Ik kom van Eyndhoven."
Jan van Zeeland zei: Gij zijt
van de weg.”
Jan vroeg hem naar zijn pas,en toen de man zei die geen
nodig te hebben, zei Jan: “Gij moet dan
mede naar de schout.” De man zei dat niet van
plan te zijn, en maakte een dreigende beweging met zijn
stok. De hond van Jan van Zeeland sprong toe en trok de
man op de grond.
Jan van Zeeland beval zijn hond los te laten. De man
krabbelde overeind. Toen de man weer weigerde mee te
komen, sloeg Jan hem met een stok op zijn schouder, met
de bedoeling hem op Schijndelse grond te jagen.
Bij het huis van Mateus
Baltus van de Ryt vluchtte de bedelaar het hek binnen.
Van Zeeland kon hem pakken en bracht hem verder richting
Schijndel tot aan het
huis van Hendricus van den Oever. Hij wees hem de weg
naar Schijndel en verbood hem terug naar Veghel te komen.
En toen liet de man zijn pas zien. Van Zeeland zei dat
dit nu niet meer nodig was.
De man ging niet naar Schijndel. Wal later was hij in
Eerde bij het huis van Willem van Gerwen die een winkel
had. Willem had een hondje,
"zynde een klein
keffertje" dat gewend was voorbijgangers na te keffen.
Die bedelaar kwam zijn huis binnengevlucht, achterna
gezeten door het keffertje. De man sloeg de hond met
zijn stok. Hij werd door Willem weer buiten gezet.
De man kocht toen van Willem een half pintje jenever.
Een half uur later kwam hij weer terug, en toen kocht
hij weer een half pintje jenever.
Willem van Gerwen informeerde diender Jan van Zeeland,
die op zoek ging naar de bedelaar. Hij zag hem op de
Kuilen door de velden lopen.
Zijn hond viel de man weer aan. De bedelaar diende een
klacht in tegen diender Jan van Zeeland.
|
R116, foto 9 (22-8-1808) |
|
Op 22 augustus 1808 verdronk in de Heyde (Mariaheide) de
éénjarige Willem, zoontje van Willem van der Sanden.
|
BHIC, toegang 7698, inv. nr.
2736. |
|
Dienstplichtige militairen van de
lichting 1808:
Gehucht |
familienaam |
Voornaam |
Geb. datum |
Zijtaart |
Verbeek |
Antonij Geert |
9-2-1788 |
Biezen |
Steen, van der |
Christiaan Lambertus |
1-11-1788 |
Zijtaart |
Keurlings |
Dirk Aart |
9-11-1788 |
|
|