Kroniek van het jaar 1795
R115, fol. 11 (1-6-1795),
fol. 16 (5-10-1795) |
|
In 1795 vonden er enkele
zware overvallen plaats in Veghel.
Bij Willem Dries Jansen werd in de nacht van 23 op 24
april ingebroken en veel gestolen, zonder dat er iemand
van wakker werd.
In de nacht van 31 mei op 1 juni forceerde een bende de
deur van het huis van Martinus van Asseldonk op het
Havelt. Martinus en zijn vrouwen bedreigd en geboeid en
de overvallers begonnen het huis leeg te halen. Op de
vraag
"Waer is uw gouden kruijs?" antwoordde
Martinus: "Dat is weg, dat hebben de
Franse meede." Als dat waar is, dan
heeft het Franse leger in de
nazomer van 1794 ook op het Havelt geplunderd. Dirk, de
17-jarige zoon van Martinus was direct toen de bende
binnenkwam ongezien de trap opgeslopen. Hij begon vanuit
het zolderraam om hulp te roepen, De buurt werd
gealarmeerd en kwam er op af. De bendeleden maakten dat
ze wegkwamen, een deel van de buit werd meegenomen een
deel achtergelaten.
In de nacht van 3 op 4
oktober was het weer raak, dit keer bij Adriaan van
Boxtel aan de Heide (Mariaheide) helemaal leeggehaald.
Adriaan woonde alleen met zijn dienstmeid en beiden
werden geboeid. De plundering was "soodanig
dat deselve seyde bijna niets meer hebben overgehouden,
als alleenlyk eenen mansrok, die sij onder elkanderen
seyde: “Die moet je hier laten, die is nog
van den ouden overleden vader.”
Verschillende bendeleden trokken Adriaan aan zijn haren
terwijl ze hem "nakent in
syn hemb in de kelder wierpen."
Voor een
uitgebreid verslag lees de verklaringen voor schepenen
van
1794-1808.
|
R115, fol. 20 (22-5-1795) |
|
Buren van
Helena, dochter van Willem van Boxmeer, weduwe van Dionisius van Puijffelyk
verklaren dat zij vaak geoepen werden, omdagt Helena "soodanig te
werk ging en sinneloos aanstelde.
Dat sy sulx ook gesien en ondervonden hebben, dat haer
niet anders schynt dan dat deselve Helena gansch en
geheel sinneloos is. Dat die sinneloosheyt gepaart gaet
met boose streeken, soo dat sij menigmaal haar susters
en haer eyge kind dreygt capot te sullen maken, en dat
sy noyt sonder gestadig oppassen alleenlyk kan gelaten
worden en wanneer sulx gebeurt, wegloopt buyten sorps in
velden als andersints." Het lijkt hen beter dat Helena wordt opgesloten.
|
R115, fol. 13v (24-7-1795) |
|
In juli 1795 verdronk Aart Arnoldus Donkers op het Ham.
|
R115, fol. 16 (5-10-1795) |
|
In de nacht van 3 op 4
oktober 1795 werd er in Mariaheide een overval gepleegd
op het huis van
Adriaan Jan van Boxtel. Vijf gewapende mannen drognen
het huis binnen.
Hij en zijn dienstmeid, Maria Hendrik van der Asdonk
werden geboeid en met de dood bedreigd. "Hem eerste comparant verder met verscheijde luij
elkanderen met de haren van ’t bed rukkende en nakent in
syn hemb in de kelder wierpen."
Er werd veel gestolen.
Voor een
uitgebreid verslag lees de verklaringen voor schepenen
van
1794-1808.
|
R115, fol. 19 (25-11-1795) |
|
Leden van de municipaliteit van Veghel gaan op
verzoek van Peter Janse Vervoort naar zijn huis aan de
Heyde (Mariaheide). Daar wezen hij en zijn vrouw Johanna Gerrit van
Lieshout op een symbool dat met wit krijt was getekend
aan de binnenzijde
van een deur van een kastje in de keuken.
Dat stelde de schuld voor die Antonij van Lieshout, "wegens gehaalde en geborgde coffij, thee, suyker, olij,
seep, sout, als anderen winkel en eetswarij waeren
met het lood, halv lood en voorts met den klyne gehaeld
aan hem naer aftrek van het geene daer op van tijd tot
tijd in mindering betaeld is, is schuldig
gebleeven en welke schuld verhaelde."
|
|