Kroniek van het jaar 1789
II-B-7 (extract uit het schepenprotocol van Erp, fol.
17, 30-1-1789) |
|
In 1789 vroeg Erp aan de overheid toestemming aan de
overheid om op vrijdag een wekelijkse een botermarkt te mogen houden. Veghel
protesteerde daar tegen, omdat dat hun botermarkt op
donderdag schade zou
berokkenen. Veghel had de inkomsten nodig, want ze
hadden niet lang van te voren een nieuw raadhuis met
waag gebouwd.
Erp doet schamper over dat raadhuis, dat "in pracht
en kostbaarheidt alle Raadthuijsen in de dorpen en
steeden der Meijerije zeer ver overtreft, waarbij de
statsraadhuijsen van veele Hollandsche steden het niet
haalen, een pronkstuk van den welvaart en overvloedt van
Veghel." Maar dat heeft met de botermarkt weinig te
maken. Vergelijk Sint-Oedenrode, dat raadhuis is niet
"opgepronkt door anticque bouw, puy van blauwe
zarksteenen, eijsere staketsels, uitgehouwen beelden en
andere vernuftige cieraden." Die dikdoenerij heeft
Veghel veel geld gekost, niet de faciliteiten voor de
botermarkt, zo sputtert Erp.
|
R110, fol. 63v-64 (11-4-1789) |
|
Hendrik Roefs uit Veghel lag met koorts
op bed. Soms leek het alsof hij er gek van werd. Op 6
maart 1789 ontdekte zijn vrouw dat haar man die nacht
stilletjes vertrokken was. Zoeken met de buurt leverde
niets op. Ruim een maand later, op 10 april, zagen
schippers van een schuit in de Aa een lichaam drijven.
Ze brachten het aan wal. Het lijk het al in staat van
ontbinding verkerende lichaam van Hendrik Roefs.
Zie de attestaties van
1788-1793.
|
R110, fol. 105v-108v (25-11-1789 en 1-12-1789) |
|
Dirk Tomas van Rijsingen had een dochter Jennemie die
zwakbegaafd, of " niet volkomen bij haar verstand en
sinne" was. Ze liep
vaak weg en dan zat ze dagenlang in het veld, in de rog,
of sliep in droge sloten, waar ze soms boeren de schrik
op het lijf joeg. De familie had een ijzeren band om
haar been bevestigd die Jennemie er niet af kon halen,
waarop VEGHEL gebijteld was, zodat ze vanuit andere
dorpen terug naar Veghel gebroacht zou worden, als ze
verder weg liep.
In 1789 zat ze gevangen in de
gevangenpoort in Den Bosch. Mogelijk had ze wat gestolen
om te eten. De buurlui legden verklaringen af, onder
andere dat ze haar wilden onderhouden. Jennemie kwam
niet in de gevangenis terecht maar in een "sinnelooshuys"
in Den Bosch. Tot eind 1797 betaalde de buurt 12 gulden
per jaar voor haar
onderhoud. Daarna nam het "sinnelooshuys"
het onderhoud voor haar rekening.
Zie de attestaties van
1788-1793.
|
|