II-E-7 (31-1-1788) |
|
De gereformeerde predikant van Veghel klaagt over
verstoring van de zondagsrust aan zijn woning. Hij heeft
last van kloppen en schreeuwen en van herrie onder de
dienst, veroorzaakt door jongelui. De regenten van
Veghel stellen een verbod in met een boete.
|
R110, fol. 18v (8-8-1788); fol. 19v (11-8-1788) |
|
Men liet paarden in de zomer
vaak 's nachts buiten lopen. Deze waren een
genakkelijke prooi voor dieven. Die liepen er dan een
mee weg naar een dorp dat ver genoeg weg lag, om daar
het paard te verkopen. In 1788 werd twee keer een
verklaring afgelegd voor de Veghelse schepenen dat er
een paard gestolen was uit het Broek bij Eerde,
denkelijk de Kempkes. Ook het paard van de eigenaar van
de boerderij die Corstiaen Versteegde had gepacht (Biezendijk
29) werd gestolen en Corstiaen ging mee zoeken.
Uiteindelijk vonden ze het beest terug in Someren.
Het paard van
Cathariena Lambert van den Hurk, weduwe van Peeter
Laurense van de Rijdt werd in 1788 gestolen
uit het broek tussen Veghel
en Erp. Ook dit paard werd in Someren teruggevonden.
Zie
de attestaties van
1788-1793.
|
R110, fol. 70 (29-5-1789) |
|
In de nacht van 34 op 25 oktober 1788 brandde aan het
Havelt de boerderij van Maria Jan Zegers, weduwe van
Lambert Huybert Verputten, af, "met een gedeelte der
meubelen, hoy, stroy, rog en een varken.”
Zie
de attestaties van
1788-1793.
|
II-E-7 (11-9-1788, 18-9-1788) |
|
De Veghelse molenaar Johannes Peter Scheij klaagt dat
bomen de molenwieken uit de wind zetten. Hij vraagt om
geen binnen een straal van 200 roeden van de molen geen
bomen te planten en de geplante bomen te verwijderen.
De regenten van Veghel reageren verbaasd. Dit is de
eerste keer dat ze dergelijke klachten krijgen. De molen
van Veghel staat aan de grote “heyrbaan van 'sBosch op
Veghel”, tussen de huizen en is om die reden van
aanzienlijke hoogte. De molen kan dan ook onmogelijk
door bomen gestoord worden.
En wat de eis van 200 roeden in de omtrek: dat betekent
dat er in de kom van het dorp geen boom mag blijven
staan! Er zouden duizenden bomen gekapt moeten worden.
Waarom verzoekt de molenaar niet meteen om het
verwijderen van kerktoren en raadhuis? De 200 roeden in
de omtrek gaan alleen maar op voor molens op de hei, zo
argumenteren de regenten.
|