II-E-7, fol. 26v (30-3-1776) |
|
M. van Heijnsbergen, heeft het onderrentmeesterschap met
het recht van de houtschat in Veghel gepacht van de
overheid. Hij mag vanwege die functie een belasting op
het gekapte hout innen. Ook moet hij toezicht houden op
de schouw over de Aa. Dat doet hij niet goed. De Raad en
Rentmeester Generaal der Domeinen klaagt over
dichtgroeien van Aa met waterplanten. Heijnsbergen moet
bij het voeren van de schouw er op letten of de rivier
wel haar volle breedte heeft. Als dat niet zo is, dan
moet hij zorgen dat de regenten van Veghel een gebod
doen uitgaan.
|