Kroniek van het jaar 1771
II-E-6, fol. 354v (26-1-1771) |
|
In januari 1771 wordt er op bevel van de overheid een
grote jacht op bedelaars en vagebonden gehouden in de
Meierij van 's-Hertogenbosch. Uit elk rot worden
manschappen afgevaardigd, die onder leiding van hun
rotmeester op strategische posities aan de grenzen van
Veghel worden gestationeerd:
Rotmeesters |
Positie |
Plaats |
Aantal mannen |
Jan Arie Govers |
aan de Beugt |
Grens met Dinther |
6 man |
Lambert Hendricx van Raam |
te detacheren naar Haselberg |
Grens met Dinther |
6 man |
Hendrik Dircx van de Ven en Hendrik Clercx |
op het Erpt |
de grens tussen Uden, Veghel en Vorstenbosch
|
uit ieder rot 5 man |
Huijbert van den Else en Laurens Breedenrode |
te leggen bij de kinderen van Jan Arien Jacobs |
|
uit ieder rot 5 man |
Lambert Huijb Verputten en Jan Lambert van der
Steen |
naar Kinnekenkamp bij Peeter Heeren |
Mariaheide |
ieder 5 man
|
Tony Hendrik van de Ven |
naar de Erpse Dijk |
Grens met Erp |
5 man |
Adriaen L. van der Steen |
aan het zogenoemde schijndels gat |
Grens met Schijndel tussen Veghel en Eerde |
5 man |
Michiel van Goor |
naar de Oude Vonder |
|
4 man |
Jostinus van der Aa |
In de buurt van de capelle van de Eerde |
Eerde |
5 man |
Peter Tonij Reijkers |
op de Cuijlen |
Eerde |
5 man |
Johan Corsten |
aan de Santsteege |
De Bulten |
5 man |
Joost Janse Vogels |
op de Crijtenberg |
Krijtenburg |
5 man |
Peter Lambert Leenders |
aan het zogenaamde Heijgat |
Zondveld, grens met Erp |
6 man |
Matthijs van der Ven |
aan de Lijnsen Boom |
Jekschot |
5 man |
|
II-E-6, fol. 355v |
|
In Uden heerst een ziekte onder het rundvee. In Veghel
is men bang dat kwaadwillige en baatzoekende lieden door
het kopen van de beesten in Uden en het verkopen in
Veghel de ziekte overbrengen. Daarom verbieden de
regenten van Veghel dit.
|
R106, fol. 228v (19-9-1771) |
|
Een volksgericht.
Op woensdagavond 4 september 1771
liep Geertruy Hendrix van de Laerschot door Veghel, 34
jaar oud.
Plotseling kwamen er een aantal jongemannen te
voorschijn die op een hoorn bliezen en haar vastgrepen. Geertruij werd met een touw vastgebonden, door een kuil
met water gesleept, en met drek overgoten.
Waarom dit gebeurde, wordt niet vermeld. Een hint is
dat
Hendricus Francis van Eert haar toeriep: “Als gy se
maer vinden kunt, die gij soekt.”
Kennelijk had men iets aan te merken op het zedelijke gedrag van Geertruij.
Met andere woorden: Geertruij tippelde of was overspelig. Zie de attestaties van
1767-1772.
|
|