Kroniek van het jaar 1743
R102, fol. 36v (9-11-1743) |
|
Op 23 oktober 1743 kwam er een wat oudere man met grijze haren
bij Francis van der Linden in Veghel in de Straat aan de deur. Hij vroeg om een
aalmoes. Die bedelaar had de pech dat de vorster van Veghel (een
soort veldwachter) net bij Francis van der Linden op bezoek was.
De vorster riep de bedelaar binnen en vroeg hem naar zijn
bedelvergunning. De bedelaar had die niet, werd gearresteerd en
naar Den Bosch gebracht.
Zie de
attestaties van
1742-1749.
|
R102,
fol. 72v (23-11-1743); aanvolgende gegevens van Antoon Vissers. |
|
Gysbert Raijmakers, wonende aan het Hoogeijnde, verklaart voor
schepenen van Veghel dat er een jaar of tien geleden bij hem uit
de schuur rogge en boekweit meel gestolen was, en ook nog een
meelzak. De buurt verdacht Hendrik Naats, een schoenmakersknecht
die daar in de buurt bij Otto de Lie woonde. Naats had namelijk 's nachts om een
uur of 2 of 3 bij Aart Hendrik Teunisse aangeklopt. Naats ging
bij het vuur zitten en rookte een pijp. Hij zat onder het meel
en bood een lege meelzak te koop aan. Teunisse vond het maar
verdacht en vroeg Naats om te vertrekken. Hendrik Naats vroeg:
“Laet my hier slaepen.” Teunissen zei:
“Als gy slaepen wilt, gaet dan opt hoij op de balken liggen,”
Wat Naats deed.
De verklaring werd afgelegd op verzoek van de drossaard van
Deurne en Liessel. Naats was daar in 1743 met
justitie in aanraking gekomen.
Hendrik Henskens, alias Naats, was een leider van een groep
zwervers die door heel zuidoost Brabant trok. Alle leden van
deze bende zijn in Deurne opgehangen, nadat ze eerst de handen
werden afgehakt welke boven aan de galg werden getimmerd.
Hendrik Naats wist uit de kerker van het kasteel in Deurne te
ontsnappen samen met een andere kornuit. Ze wilden door de Peel
naar Venray vluchtte, de geboorteplaats van Naats, maar onderweg
stierf deze van uitputting en ellende. Zijn maat moest het lijk meeslepen
omdat ze geketend waren.
|
R102, fol. 39 (11-12-1743) |
|
Jacob van Gerwen uit Veghel was soldaat. Hij had een flinke
ontstoken zweer aan zijn arm, en hij was daarom naar huis
gegaan. Om niet te worden beschuldigd van desertie, liet hij een
verklaring optekenen door de schepenen.
|
|