BHIC,
Veghel,
R94, fol. 261
(20-12-1708) |
|
Op verzoek van Ariaen Ariaen Boermans, pachter van de hoeve van
de erfgenamen van wijlen de Wel Edel Geboren Heer Henrick van
Boussel, gelegen opt Zontvelt (nu
Krijtenburg 11),
gingen de schepenen van Veghel in december 1708 kijken naar de
desolate toestand van het huis.
Ze “bevonden dat het woonhuijs van beijde de zijde op de meeste
plaetse was onbloot van dack, mitsgaders den achtersten schilt
en op de vorst, ende dat de schuer, est ende het backhuijs opt
de meeste plaetse oock was ontbloot en leck van dack ende met de
latten vergaen, soodanigh indien het niet en wierde gerepareert
dat sijne meublen, hoij ende schaere van cooren daer in moest
bederven.”
Voor de reparatie zijn nodig:
-
21 vimmen stro nodig, voor 2 gulden per vim
-
24 bossen latten, voor 3 stuivers en 8 penningen per bos
- 21 pond "nagels" (spijkers), voor 3 stuivers per pond
- 32 bossen “gaerden” (twijgen) voor 1 stuiver en 8 penningen
per bos
- 4.200 banden voor 1 stuiver en 4 penningen per honderd
- en 16 dagen arbeidsloon om te dekken, voor 10 stuivers per
dag.
De totale kosten worden geraamd op 62 gulden, 7 stuivers en 8
penningen.
De dakdekker en de “opperman” (helper) zorgen zelf voor hun
eigen eten en drinken, en krijgen in ruil volgens oud gebruik
het oude stro. De schepenen schrijven nog dat ze de dakdekker
hebben horen zeggen dat hij het niet wilde doen voor 10 stuivers
per dag.
|