BHIC, Rechterlijk archief
Sint-Oedenrode, inv. nr. 181, fol. nr. 134v (30-3-1742) |
|
Voor schepenen van Sint-Oedenrode verschenen Peeter van
de Logt en zijn vrouw Willemyna Hendrix, om op verzoek
van stadhouder Gijsbertus Gulatheri een verklaring af
te leggen.
Zij verklaren “dat in den jaere 1704 teijde
wanneer het rooms kerke huijs tot Veggel door het
officie was geslooten, en alsoo den pastoor van Vegghel,
Verhofstadt genaamt, den dienst tot Veggel verbooden was
te doen, dat alsdoen den pastoor van Veghel en sijnen
cappelaen de huijsinge van den eerste deponents oom,
alwaer hij deponent alsoen en nog is woonende, geleegen
op Creijtenborg onder den hoek Eerdt en Eversche,
jurisdictie van St. Oedenroode, hebben versogt om den
Roomsche dienst daer in te mogen doen en oeffenen, ’t
welk hem toegestaen sijnde, hebben sij den dienst daar
innen vreedelijk gedaan voor de ingeseetenen van Veggel,
tot soo lange de kerk van Veggel weederom was ontslooten.”
Dit was huis
Biezendijk 32.
|