Bovenstaande acte uit het Veghelse trouwregister van 1638 heeft het over een spraakmakende gebeurtenis. Een deel is in het Latijn, wat hieronder vertaald is.

Peter Dircx Heesackers en Maria Hendricx ondertrouwt tot Boekel, door den eerwaerde heer pastoor van Erp ende sijn ongetrouwt gebleven. Sij heeft een andere getrouwt ende hij sit bij de zuster van zijn voorgaende vrouwe, in incest, zoals het gerucht gaat, ach, wat een verdriet. En hij zal daarom wel niet op mijn oproep zijn verschenen. Ik [de pastoor van Veghel] vrees dat hij zijn broer Arnoldus, die  zichzelf met een strop aan een boom opgehangen heeft, misschien wel achterna zal gaan.

Misschien had de pastoor Peter opgeroepen om hem aan de tand te voelen over de incestrelatie met zijn schoonzuster. Toen Peter niet kwam opdagen, verzuchtte de pastoor dat hij dezelfde kant op zou gaan als zijn broer, die zichzelf met een strop aan een boom had opgehangen.

Peter Dircx Heesackers was eerder, op 27-2-1631 getrouwd geweest met Meriken, dochter van Lambert de Roey. Dat was kennelijk een "moetje". Uit dat huwelijk waren geboren:
  - 03-05-1631: Adrianus
  - 01-06-1632: Maria
  - 27-09-1633: Johanna
  - 27-03-1635: Anna
  - 14-05-1638: Johannes en Maria (een tweeling)

Zijn eerste vrouw overleed in het kraambed tijdens de bevalling van de tweeling, zonder toediening van de Heilige Sacramenten. In het najaar van hetzelfde jaar was sprake van de hiervoor genoemde ondertrouw die niet doorging.