Leinserondweg D
Ouderdom |
Achter het huis op adres Leinserondweg 13
heeft ooit een ander huis gestaan. Het huis wordt in de periode
1594-1702 genoemd. Mogelijk is het huis in 1694 verzet naar een perceel dichter bij de weg, dat in dat jaar aangekocht werd van de gemeente.
De Leinserondweg loop rond 'De Hostie'. Deze naam is een verbastering van Hofstad. De meeste percelen van 'De Hostie' zijn al vóór ca. 1200 van de gemene gronden voor privégebruik uitgegeven. |
|
|
|
Beschrijving |
Datum |
Bronnen |
‘Een huys, hostat ende hoff’ met toebehoren, groot ca. 4 ‘loepensaets’, gelegen
in Veghel ‘aent Zytart in die Sweenlaecse thiende’
- e.z.: de koper en Lucas zoon van wijlen Lucas Donckers
- a.z.: Lucas zoon van wijlen Lucas Donckers
- e.e.: ‘die gemeynt’
- a.e.: Dirck Hanrick Sleuwen d’aude
Het goed is belast met jaarlijks:
- een grondijns van 1 stuiver aan de landsheer
- een ‘heychyns’ van 1 stuiver aan de ‘gebueren van Vechel’
- 7 ‘loepen coerns’, half rogge en half gerst, Veghelse maat, aan
Jacoppen Geerlicx te 'Roede'
- 3 ‘loepen roggen’, dezelfde maat, aan de erfgenamen van
Jan Claeus Wautgerss
- 1 Bosch pond payment aan Elysabeth Schiemans te Scyndel |
13-04-1540 |
R24, fol. 197-198. |
Jan zoon van wijlen Jan van Gemert en van Heylwig dochter van wijlen Claeus
Wautgerssoen, en zijn broers Walraven en Aert hebben een erfpacht van 3 vaten
rogge opgedragen en overgegeven aan Ghys Jorissoen Ghysbrechs. De erfpacht is
een deel van een grotere erfpacht van 1 mud rogge, Veghelse maat, die betaald
werd uit het goed van wylen Claeus Wautgerssoen, en wel uit ‘huyse, hostat ende
hoff’ met toebehoren, groot ca. 8 ‘loepensen’ land, gelegen in Veghel ‘aent
Sytart’
- e.z. en a.z.: het goed van Peters die Lew
Ook uit ‘huys, hostat ende hoff’ met toebehoren, groot ca. 3 ‘loepensaets’,
genoemd ‘die Hofstat’, gelegen als voor 'aent Zytart'
- e.z. het goed van Peters die Lew
- e.e.: het goed van Lucas Donckers
- a.z. en a.e.: ‘die gemeynt van Vechel’
Ook uit ‘enen camp lants’, groot ca. 4 ‘loepensaets’, gelegen als voor. Ook uit
‘enen bempt’, gelegen als voor op die Petteldonck, genoemd den Donckersbempt.
Lucas Donckers zoon van wijlen Aert had deze erfpacht van 1 mud rogge verkregen
van deze Aert en zijn vrouw Heylwigen, Zijn zonen Delis en Aert en anderen
hadden deze erfpacht verkocht aan Jannen Claes Wautgerssoen ten behoeve van zijn
zus Margriet. |
20-04-1541 |
R24, fol. 341-342. |
‘Enen huyze, hostat ende hoff’ met toebehoren, groot ca. 4 ‘loepensen’, gelegen
in Veghel ‘aent Zytart’
- e.z.: het goed van Janse soene wylen Danelt Willemss en de
erfgenamen van Lucas soene wylen Lucas Donckers
- a.z.: het goed van de erfgenamen van voornoemde Lucas.
Ook ‘eenen stuck lants’ genoemd den Langen ecker, groot ca. 4 ‘loepensen’,
gelegen in Veghel aen Zytart aan ‘die gemeyn straet genoemt die Valstraet’.
Het goed is belast met jaarlijks:
- een grondcijns van 1 stuiver aan de heer van Helmont
- 7 vaten, ½ rogge en ½ gerst aan Jacoppen Geerlycx
- een erfcijns van 11 Bossche ponden payment aan verschillende
personen |
21-01-1550 |
R25, fol. 474-475. |
Heylwich, dochter van wijlen Willemss die Vries, weduwe van wijlen Jan Claeus
Ghysbertss, met haar tegenwoordige man Huybrecht Willem Danelss, heeft volgens
het testament van Jan Claeus haar eerste man, opgedragen aan Jan, zoon van Arien
Jan Willemss, de helft van een erfpacht van 1 mud rogge, Veghelse Maat, te
betalen uit ‘eenen huyse, hostat ende hoff mit synre toebehoeren’, groot ca. 8
lopens, gelegen ‘aent Sytart’
- e.z. en a.z.: Peters die Lew
- e.e.: het goed van Lucas Donckers
- a.e.: de gemeint
En uit ander goed, zoals Jan Claeus Ghysberts en zijn broer Thonis deze erfpacht
toebedeeld hadden gekeregen, en Jan Claeus had de helft van zijn broer door
opdracht verkregen. |
01-04-1560 |
R27, fol. 153-154. |
‘Een huys, hoff ende lande’, gelegen ter plaatse
genoemd ’t Zyttaert
- e.z. en a.z.: het goed van Lonis Lonissen
- e.e.: Geerlinck Aert Gerits
- a.e.: de straat
Het goed is belast met jaarlijks:
- 1 mud rogge, Veghelse maat, aan joffrouw van Drixt
- 1 mud rogge aan Elizabeth Hanrick Roeffen
- 1 ¼ cijnshoen aan de heer van Helmond |
Vermeld
op 22-06-1594 |
R31,
fol. 821-822; R32, fol. 164-165. |
‘Huijs
opt Sijtaert met het ouen huijs ende schop, bogaert ende
aengelegen erffenisse’
- e.z.: het goed van Lonis Lonissen
- a.z.: de erfgenamen van Lenaert Henricx Huijben
- e.e.: Aert Geerlincx
- a.e.: de gemeint |
19-02-1631 |
R45,
fol. 102-109. |
'Huys, schuer, hoff ende aengelegen erffenis', groot ca. 3 lopens, gelegen 'opt Zytart'
- e.z.: de eigenaar zelf
- a.z.: Lonis Lonissen
- e.e.: Aert Geerlaecx
- a.e.: de gemeint
belast met een grondcijns van 1 1/8 hoen, die op 14-02-1661
afgelost werd. |
1646 |
Hg-6. |
‘Het huijs, schop
mette eest met het lant ende boomgaert ende het hopvelt mett
potrije rontsom de cuijlle', gelegen ‘opt Sijtaert
- e.z.: Herman Ariens
- a.z.: de weduwe van Henrick Lenderts
- e.e.: de weduwe van Lonis Lonissen
- a.e.: de straat
|
14-06-1669 |
R55, fol. 225-233. |
Koop van een perceel van de gemeente: ‘een huijsplaets van de gemeijnt' gelegen ‘opt Cittaert, neffens erve Hendrick Lenaerts en langst de gemeijnte op schoorken, d'ander zeijde schietende opde gemeijnen cuijl langst erve Hermen Ariens, d'een eijnt vanden loop schietende opden voors. Cuijl, d'ander eijnd op erve de kooperse' |
20-03-1694 |
R70, fol. 251. |
't
Lant van Jan Donckers bij het huijs', een 'eeusel' |
1702 |
VP-1702, fol. 233. |
'Lant genaemt d' Out Erff, bij 't voornoemde erff, het eeussel bij d' Erff' |
1722 |
VP-1722, fol. 554. |
|
|
|
Eigenaars |
Datum |
Bronnen |
Willem, zoon van wijlen Danelt Lambertssoen en van Marie dochter
van wijlen Jan zoon van Danelt Nyelen, en zijn vrouw Heylwigen
dochter van wijlen Aert Donckers |
Vermeld op 13-04-1540 |
R24, fol. 197-198. |
Jan zoon van wijlen Danelt Willemss Bontwercker |
Koop op 13-04-1540 |
R24, fol. 197-198; R25, fol. 474-475. |
Dirck zoon van wijlen Hanricx die Lew (heeft het goed gekocht
van Jan Danelt Willems) |
Na 13-04-1540 en voor 21-01-1550 |
R24, fol. 197-198; R25, fol. 474-475; R25, fol. 474-475. |
Dirck zoon van wijlen Hanricx die Lew die auwe, weduwnaar van
wijlen Elysabeth dochter van wijlen Aernt Dirck Stanssarts, voor
het vruchtgebruik, en zijn twee zonen Hanrick en Aernt, dochter
Mechtelt (getrouwd met Gielen soene Ariaens Aert Heym), en
dochter Heylwich (getrouwd met Hanrick, zoon van wijlen Hanrick
Roefs des auwen) voor het erfrecht |
Vermeld op 21-01-1550 |
R25, fol. 474-475. |
Hanrick zoon van wijlen Hanrick Roefs des auwen |
Koop op 21-01-1550 |
R25, fol. 474-475. |
Elizabeth,
dochter van Hanrick Hanricx Roeffen en van Heylwich, dochter
wijlen Dierck Henricx die Lew |
Vermeld
op 22-06-1594 |
R31,
fol. 118-119; R31, fol. 821-822; R32, fol. 164-165. |
Adriaen Aert Willem Donckers |
Koop
op 22-06-1594 |
R31,
fol. 821-822; R32, fol. 164-165. |
Dyerck,
zoon van wijlen Henryck Roeffs |
Vernaardering
1594-1595 |
R31,
fol. 866. |
Adriaen
Aert Willems Donckers |
Verwerving
op 11-04-1596 |
R31,
fol. 866. |
Catalijn, weduwe van Adriaen Aert Willem Donckers met de kinderen (Michiel, Margriet, Dirck, Seyken, Heylken) |
Vererving
1646-1661 |
Hg-6. |
De
kinderen van Arien Aert Donckers, onder andere: Margriet
(getrouwd met Arien Claessen van Uden) en Michiel. |
Vermeld
op 19 en 20-02-1631 |
R45,
fol. 102-112. |
Michgiel Donckers |
Voor 14-06-1669 |
R55, fol. 225-233. |
De kinderen van Michgiel Donckers en Catrina Martens, met name: Aert, Henrick, Marten, Ariaen, en de minderjarige kinderen van Lijsken, getrouwd met Aert Thonissen |
Vermeld op 14-06-1669 |
R55, fol. 225-233. |
Jan, zoon van Michgiel Donckers |
Toebedeeld op 14-06-1669 |
R55, fol. 225-233. |
Catharina, dochter van Jan Michiel Donckers kocht op 20-03-1694 een perceel van de gemene gronden voor een huis |
Koop op 20-03-1694 |
R70, fol. 251. |
Jan Mighiels Donckers |
Vermeld in 1702 |
VP-1702, fol. 233. |
Wilbort Schenckels |
Vermeld in 1722 |
VP-1722, fol. 554. |
Jan Martens Kilsdonck, getrouwd met Adriana, dochter van Wilbort Schenckels |
Vererving in 1731 |
VP-1722, fol. 554, Hg-333. |
De weduwe van Jan Marte van Kilsdonck het vruchtgebruik en haar kinderen het erfrecht |
Vererving 1753-1761 |
VP-1753, fol. 225v. |
|