Naam:
|
Agterste Haag |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
-
|
Verklaring door Cornelissen:
|
-
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 2, 3, 9, 11. Perceel nrs. 4 en 7 lagen
Agter in de Haag |
Opmerkingen:
|
Benoeming naar de ligging, vanuit Eerde gezien was dit
het achterste deel van het gebied dat Haag genoemd werd.
|
Naam:
|
d’ Eerde |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Hulsberdonc nabij de Eirde [GZG-272 (1396)]
d'eerd [Hs- (1537)]
hopvelt aen d'eerde [GVEI5-231 (1624)]
hertgang Dorshout en Eert [GVEI2-181 (1778)]
in
den hoek de eerde [N (1821)
kad.
(1832)]; F 1-65 en D 152-303 (Sint-Oedenrode).
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Kerkdorp van Veghel, zuidelijk in de richting van
Schijndel.
Aard
= gemeenteweide, bouwland, weiland langs een waterloop.
Aard verschijnt ook in de vorm eerd. Vgl. Eerde bij
Ommen in Overijsel. Afgezien van de etymologie betekent
het woord in de Kempen meestal: onbewonnen heide- en
bosland in gemeenschappelijk gebruik genomen tot het
hoeden van het vee, tot het steken van schadden en tuif
en tot het halen van heide als strooisel voor de dieren.
Nagenoeg ieder dorp had destijds zijn eigen "aard".
Mansion maakt onderscheid tussen een stam "aard" en een
stam "aarde". Hij meent dat "aard" een
volksetymologische spelling is. het vereenzelvigt het
element - aard met mnl. aert, dat gezegd wordt van
bouwland, vaste grond, landstreek. Aarde staat voor
eerde en is verwant met ohgd. Era = aarde, land.
Aard
daarentegen spruit uit germ. + arthu "landbouw" voort en
is verwant met ags. eard = woning. Het is een afleiding
uit de bekende wortel -ar- (ploegen) (lt. aratrum, gr.
arotron ploeg). Aard is dus zonder twijfel
oorspronkelijk een ploegland geweest, maar in het
Nederlands heeft zijn betekenis zich ontwikkelt tot "veld,
open plaats" en onder meer "land bij een rivier", "aanlegplaats".
|
Verklaring door Beijers en Van Bussel: |
Mogelijk is de verklaring: beploegde grond of bouwland.
Als er een relatie bestaat tussen Eerde en ‘eert’, een
dialectische vorm voor ‘aarde’, dan kan gedacht worden
aan zandleemgrond of zwarte teelaarde. Een derde
mogelijkheid is een verband met ‘eerd’, ‘ert’ wat veelal
vruchtbare grond langs een beek aanduidt. Of is Eerde
een gebied wat eens behoorde tot de ‘aard’ van
Sint-Oedenrode [redactie]?
Molemans 1976:304; Buiks 1983 dl.6:26; v.Berkel &
Samplonius 1989:54.
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 1, 2, 7, 8, 10, 12, 15, 18, 23, 25, 26, 28,
30, 31 |
Opmerkingen:
|
Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat de gemeintes van
Sint-Oedenrode en Veghel ooit “aard” genoemd werden, dus
die verklaring ligt weinig voor de hand. Ik sluit me aan
met de verklaring “bouwland”.
|
Naam:
|
Geerhaeg |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
-
|
Verklaring door Cornelissen:
|
De
primaire betekenis van geer is speer en overdrachtelijk
een puntig toelopend stuk (Verwijs en Verdam II -1497;
Schönfeld 1950112; Bach 1953-263; Dittmayer 1963-87; M.
Top. Bach -169).
|
Ligging:
|
Perceel nr. 8 |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
de Haag |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
De
hage, davelaarstiende [Hs- (1572)]
haer
haegh mette rouhaegh ende het heestervelt (onder Eerde)
[GSO-262 (1617)]
erf
met een groesveltje aende haeg [GVEI2-124 (1778)]
de
haag [kad. (1832)]; C 473-502
de
haag [N. (1875, 1892)]; C 474-476 (b en w: 1.77.10),
504-506 (b en w: 37.20)
den
haag [N. (1835)]; C 503 (b: 94.90)
de
haag [N. (1838)]; D 47 (w: 33.20) voormalig ged.
St.Oedenrode.
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Gebied grenzend aan de Heuvel, aan de oostzijde. tevens
gebied in Eerde (Schijndel/St.Oedenrode).
Mnl.
hage(n) 1) bosje van laag hout of kreupelhout, 2) heg,
heining. Buiten de betekenis van "omheining van levend
hout, secundair een met houtgewas omheind perceel" had
haag dus ook de betekenis van "laagstammig bos,
doornstruiken: (M. Top. Valk. -126).
|
Verklaring door Beijers en Van Bussel: |
Over het algemeen is een haag bedoeld van doornstruiken
als terreinafsluiting, vgl. het woord ‘heg’. Andere
auteurs geven de verklaring van ‘omheind bosje’. Een
derde betekenis is: afgesloten jachtgebied. De haagnamen
vormen vermoedelijk een bijzondere groep en zijn
moeilijk te dateren. Opvallend is dat haagtoponiemen
binnen de cijnskring vaak op lokaties liggen die
archeologisch interessant zijn, zoals bv. ‘die Haghe’
onder Helmond, waar de oude Helmondse burcht is
blootgelegd en ‘ter Haghe’ in Everse onder St.
Oedenrode, waar de Haagakkers archeologische schatkamers
bleken te zijn. Qua ligging zijn de haagtoponiemen in de
meeste gevallen binnen de oude kern van de
nederzettingen te traceren. De Vlierdense Haanakker is
vermoedelijk een verbastering van de oudere benaming
Hagenakker [redactie]. Hagelveld zou ontstaan kunnen
zijn uit haag + el-uitgang in de betekenis van veld met
hagen of struiken omgeven.
Moerman 1956:78; Helsen 1978:61; Gijsseling 1981:76; Verdam
1932:234; Schönfeld 1950:134; Mennen 1992: 300.
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 12, 18, 21, 23, 24-26, 31 |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
Grinsvens Hoeve |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
De
wed. Jan Willems gebruiker van een hoeve toebehoerende
den heer van Maldegem
genaemt griensvenshoeve, den hoff mette geheel hoeff (onder
Eerde) [GSO-262 (1617)].
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Onbekende ligging onder Eerde. Het eerste lid zal een
persoonsnaam zijn.
|
Ligging:
|
Perceel nr. 1 |
Opmerkingen:
|
Rogier van Grinsven kocht deze hoeve in 1612. In 1645
erfde Hester van Grinsven de hoeve. Zij werd omstreeks
1651 opgevolgd door heer Eugenius Ambrosius de
Maldeghem, ridder, baron van Leyschot, etc.
|
Naam:
|
Hartveltse Hoeve |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
De
Heertvelsche hoef [kad. (1832)]; D 1-25 (ged.
Sint-Oedenrode).
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Hoeve gelegen in Eerde in de heidegebieden van de
gemeenten van Veghel, Schijndel en Sint-Oedenrode. Dat
kan in verband worden gebracht met een verklaring voor
de naam, omdat heerd- of weidegangen uit uitgestrekte
vroente of heide bestonden, die achter elke nederzetting
lag, waarop een buurtschapsherder het vee hoede (M. Top.
Bocholt -135).
|
Ligging:
|
Perceel nr. 1. |
Opmerkingen:
|
De verklaring dat “heert-“ afgeleid is van herdgang
overtuigt niet. Ik vermoed een verband met de oudste
naam van deze hoeve ‘de hoeve te Eerde’ (Stootboek, fol.
49v (1350)). De regenten van Schijndel verklaarden op 21
december 1767 dat in de Schijndelse borgemeesterrekening
van 1695 en 1695 inkomsten staan genoteerd vanwege het
weiden van beesten op de gemeente van Schijndel wegens
‘de hoeve de Eerde’.
Via Eerdveldse Hoeve kan de naam zich ontwikkeld hebben
tot Hartveldse Hoeve. De tussenvorm Eerdveld is
overigens nog niet aangetroffen in de archieven. De
oudst gevonden vermelding van de naam Hartveld dateert
uit 1765 (OAA Veghel, inv. nr. II-B-56 (30-11-1765)). De
naam Heertveld verschijnt voor het eerst op de
kadasterkaart van 1832.
|
Naam:
|
Hooihaag |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
-
|
Verklaring door Cornelissen:
|
-
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 13, 16, 17, 27, 28 |
Opmerkingen:
|
Hooiland gelegen in de Haag. |
Naam:
|
Rouwhaeg |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
Haar
haegh mette rouhaegh ende het heestervelt (onder eerde)
[GSO-262 (1617)].
|
Verklaring door Cornelissen:
|
Onbekende ligging onder Eerde. Wellicht benoeming naar
de ligging in of nabij het gebied de Haag in het
grensgebied van Veghel en Schijndel. "Rouw" hier
wellicht in de betekenis "ruw", "ruig".
|
Ligging:
|
Perceel nr. 2 |
Opmerkingen:
|
-
|
Naam:
|
Voorste Haag |
Vermeldingen door Cornelissen:
|
-
|
Verklaring door Cornelissen:
|
-
|
Ligging:
|
Perceel nrs. 14-16 |
Opmerkingen:
|
Benoeming naar de ligging, vanuit Eerde gezien was dit
het voorste deel van het gebied dat Haag genoemd werd.
|
|