Kroniek van het jaar 1937
Verteld
door Ant vervoort op 14 juni 2007. |
|
Ant
Vervoort vertelt: “Op een zondag waren we ‘s
middags niet naar het lof en de Maria Congregatie
gegaan, maar naar het ijs toe. Dat was nog onder
pastoor Kamp. Jans van Zutphen was kosteres of zo. Ze
zag ons lopen, stopte en sprong van haar fiets af. “En
witte gullie niet dat het Maria Congregatie is. Ge
draait oe eige mar om en goat er naar toe, anders komt
mergen de pastoor op bezoek.” Een kletsdame waar
‘t. Wij zijn niet gegaan, en de pastoor is ook nie
gekomme.”
|
Mededeling Marc van den
Berkmorel op 7-2-2016 |
|
Volgens dat ons mam me altijd heeft
verteld, heeft pastoor Kamp het huwelijk van opa en oma
Timmers op 2 februari 1937 nog voltrokken; deze
eucharistieviering moet oneindig lang geduurd hebben,
Pastoor Kamp was immers ‘op’ (herstellende).
|
Krantenbericht, 6
februari 1937; 'Zijtaart', 28; grafzerk op
kerkhof te Zijtaart; het bidprentje is van Erna van den
Elsen, Boxtel. |
|
  
In 1937 werd pastoor Kamps na een bezoek aan het
klooster onwel. Een week later, op 5 februari 1937, is
hij gestorven.
|
Foto's: collectie H.
Rietbergen. |
|
  

Foto's van
de begrafenis van pastoor Kamp.
|
Verteld door Janus van Nunen
op 15 april 2007. |
|
“Pastoor Kamp was een goeie pastoor. De grafkelder van
Pastoor kamp was helemaal gemetseld en mooi bezet. Wij
waren wezen kijken. Potverdorie, wat vond ik dat mooi.
Pietje der kinderen had die gemetseld. Deken Fransen
deed de uitvaart.”
|
Nieuwe Tilburgsche Courant Zaterdag 17 april 1937 |
|
 |
'Zijtaart', 28, 88,
90; interview met zuster Theodosia op 14
november 2004; foto: collectie H.
Rietbergen. |
|
Pastoor M.
Smolenaars werd aangesteld als opvolger
van pastoor kamp. Hij ging vaak jagen en
had een hond met de naam Ponta. Hij zij
dan tegen de pastoorsmeid: "Als
je me nodig hebt, begin dan maar de klok
te luiden, dan hoor ik het wel ergens in
het veld en kom ik zo vlug mogelijk naar
huis." Hij was wel eens te laat
terug voor het biechten. Hij liet de
mensen rustig wachten en zei: "Laat
ze maar zitten, dan hebben ze goed
berouw." Missen begonnen vaak
een half uur te laat en de Bijeenkomsten
van de H. Familie en Maria-congregatie
werden afgeschaft. Op een dag vertelde
Maria (roepnaam Miet) van Asseldonk
(later zuster Theodosia) hem, dat ze
overwoog om naar het klooster te gaan.
Smolenaars vroeg: "Naar het
klooster?" Miet zei:
"Ja, want ik wil naar de
missie." Toen zei de pastoor: "O,
dan vind ik het goed, maar anders kun je
net zo goed thuis blijven en dan kun je
net zo goed achter de raam vliegen gaan
zitten vangen." Pastoor
Smolenaars was goed bevriend met pastoor
Van Dooren uit Eerde. Samen kochten ze in
Frankrijk cognac.
|
Foto collectie Antoon Vissers |
|

Miek van Seccelen was
pastoorsmeid in Zijtaart bij pastoor Smolders. Dirt is
een foto van Miek op hoge leeftijd, ze woonde toen in
Deurne.
|
Verteld door Harry van
Boxmeer op 15 april 2007. |
|
De boeren van Zijtaart vertelden over
pastoor Smolenaars. “Hij zal een kwoai boerderij
krijgen, want hij schoefelt nooit.” Als hij ging jagen,
liet hij de mensen wachten met biechten.“Zeg
maar dat ze de zonden op de kachel zetten, dan blijven
ze
wèrm,” zei hij. Zijn toog was vaak smerig, daar
sprong die hond Ponta tegen omhoog.
|
Gegevens uit oude kasboekjes
van de rijvereniging in bezit van Cor Coppens. |
|
Piet
van Asseldonk betaalde in 1936 het inleggeld voor de
rijvereniging. Op 28 februari 1937 vergaderde de
rijvereniging bij Piet van Asseldonk, kosten: f 0,30. Er
werd in 1937 op concours gegaan in o.a. Boekel (17 mei),
Gemert, Son (30 mei), Nijnsel (6 juni) en Oirschot (5
september).
In hetzelfde jaar kocht de rijvereniging laarzen, dassen
en men liet rijbroeken maken voor de leden. Degenen die
in het bezit zijn van een rijbroek waren op 28 april
1938: Driek Opheij, Dorus van Sleeuwen, Cor van Berkel
Pzn, Cor van Berkel Jzn, Cor Habraken, Antoon Tijssen,
Martinus van de Tillaart, Cornelis Pennings, Johan van
Sleeuwen, Piet van de Tillaart en Piet van Eert.
|
Verteld door Ant Vervoort op
14 juni 2007. |
|
Rond
1937 heeft Piet Vervoort 1 ½ jaar lang in Den Bosch in
het ziekenhuis gelegen. Ant Vervoort: “ Ons vader
fietse daar naar toe. Hij fietse dan met Aart Visser
(Veghel, Beukelaar) mee.”
|
Willem
van Stiphout, Uit ’n dagboek van een verhuizer
(Oirschot, oktober 1984) 65-66. |
|
Willem
van Stiphout vertelt: In het voorjaar van 1937 wilde
mijn (stief-)vader (Jef
Huijbers) mij weer thuis hebben en zo nu en dan
los werken bij een boer, dan zou ik meer verdienen,
een gulden per dag en nu maar 60 in een heel jaar. Dus
op woensdag 24 februari 1937 zwaaide ik af. Ik ging
vaak bij ome Toon Langehuizen werken. Een rijke
kinderloze boer kwam hem vragen wat een goed
melkgevende koe moest kosten. Hannes heette hij. “Die
heb ik een hele beste, maar die kun je niet bij mij
kopen,” zei ome Toon. “Waarom toch niet, is
mijn geld dan niet goed genoeg?” ”Dat wel, maar jij
hebt geen vertrouwen in mij.” Ome Toon noemde een
hoge prijs en zei: “Als je die koe morgen niet
zelf komt melken, mag je ze niet eens zien.” Dat
beloofde de boer.
Vroeg
in de morgen zette ome Toon om 6 uur de klok, de
wekker en ook zijn horloge een half uur vooruit naar
half zeven. We fietsten toen naar het veld om te
melken. We sjouwden de koeien een veld verder het
weiland in en zoals altijd bonden we ze allemaal aan
een touw en die bepaalde koe het laatst. We hadden
ieder een paar koeien gemolken, toen we hem aan zagen
komen. Met een al bijna volle emmer kroop ik onder de
bewuste koe. Toen Hannes bij ons was, zei hij: “Toon
wat ben je vroeg aan het melken.” Beiden haalden
hun horloge uit de zak en er was een half uur
verschil. Ome Toon zei: “Het is al zeven uur.”
Hannes hield het op half zeven. Toen riep ome Toon: “Jonge,
waar zit je?” ”Onder de laatste koe.” Hannes
kwam naar mij toe en ik vroeg hem de emmer vol met
melk in de kan te gieten. Dat deed hij. Hij bleef nog
kijken hoeveel melk er nog uitkwam. Dus anderhalve
emmer. "Wat trof je het,” zei ome
Toon, "maar mijn klok is goed". Rijd
dadelijk maar even mee. Dat deed hij. Ook de wekker
werd er nog bijgehaald en toen zette Hannes zijn
horloge een half uur terug. Hij zei: “Lever die
koe morgen maar af Toon.” 's Avonds molken we
die koe niet en ik bracht de koe ‘s morgens weg. Die
morgen had de goeie man veel melk. Twee dagen later
kwam hij klagen: “Ik heb elke dag maar een halve
emmer.” “Voer je lijnkoeken?” vroeg
ome Toon. Nee, dat deed hij niet, maar hij zou wel
eens een doos gaan halen. Een week later was hij er
weer: “Toon, ik kom niet aan die melk.” “Dan
is ze veraard,” zei Toon, “dan kan ik er
ook niks aan doen.”
|
Willem
van Stiphout, Uit ’n dagboek van een verhuizer
(Oirschot, oktober 1984) 67. |
|
Vader
(Jef Huijbers)
was begonnen met een handel in nuchtere stierkalveren.
Veel boeren hadden soms geen tijd om die te gaan
zoeken in een streek waar die niet gemest werden en zo
verdiende ik daar enkele guldens mee. Ik vond het heel
mooi werk om die dan op te halen. Meestal in Vressel
bij Nolleke van de Burgt, een café waar dan iets
gedronken werd door de wachters, en dat was ik, omdat
ik er te vroeg was. De brengers waren meestal te laat.
Ik mocht ook wel eens rondrijden als vader geen tijd
had of niet fit was. Met een transportfiets rond en
teglijk opladen. Het 70-80 pond wegende kalf werd in
een juten zak gedaan, kop eruit en de zak werd tot aan
de nek toe dichtgenaaid. Het kalf bleef nooit lang
stil liggen en ik kwam wel eens met de fiets in een
sloot terecht. Later bedacht ik dat het met een
aanhangwagentje beter zou gaan.
|
Het diploma is in bezit van
Jaantje van de Ven - van Sleeuwen; het krantebericht van
Graard van Eert. |
|
‘Zijtaart.
Sluiting landbouwcursus. Bij het beëindigen van de
2-jaarlijkschen landbouwcursus werd van 19 cursisten
door Dr. Deckers uit St. Oedenrode het examen afgenomen,
met het prachtige succes, dat aan allen het einddiploma
kan worden uitgereikt, welker namen wij hieronder laten
volgen. Eerde: H. Vervoort, J. van Dijk, L. Vervoort, P.
v.d. Meerakker, H. Schepers, M. Kusters, J. Kusters, M.
van Erp, B. van den Oever, J. van Roosmalen, W. van den
Elzen en G. van der Pol; en uit Zijtaart: J. van
Sleeuwen, A. van Nunen, G. van de Ven, M. van den
Tillaart, C. van Berkel, P. van Asseldonk en H. van de
Linden.’
|
Foto collectie
Harrie Vervoort; gesprek met Graard van Eert op 23
februari 2007; 'Zijtaart', 88. |
|
In 1910 werd door de
Paus de leeftijd van de Eerste Communie
verlaagd van 12 naar 7 jaren. Na de Eerste Communie
werden de kinderen, vooral de jongens,
als groot beschouwd, in ieder geval oud
genoeg om te gaan werken. Vanaf toen
konden ze geleidelijk aan ook meegenieten
van de geneugten van het volwassen zijn:
bij de Jonge Boerenstand, fanfare of rijvereniging gaan
(jeugdverenigingen bestonden er nog niet), een pijpje roken, mee naar de herberg,
zakgeld, een horloge aan een ketting.
Toen de leeftijd van de Eerste Communie
verlaagd werd van 12 naar 7 jaar, bestond
er behoefte om toch een feest te vieren
op twaalfjarige leeftijd die min of meer
samenviel met het verlaten van de
basisschool. Dat werd de Plechtige
Communie. Wanneer de plechtige communie in Zijtaart
ingevoerd is, is niet bekend. Graard van Eert, geboren
in 1915, herinnert zich zijn plechtige communie nog.
Ook Piet van Zutphen, geboren in 1909 heeft zijn
Plechtige Communie gedaan, dus rond 1921 bestond dat in
Zijtaart al.
|
Interview met Johan van
Sleeuwen op 1 maart 2007. |
|
Op 31 augustus 1937 was Johan van Sleeuwen met zijn
kameraden, Piet van Asseldonk en Cor van Berkel, op het
koninginnefeest in Veghel. De Zijtaartse harmonie
moest
daar blazen bij Tijn Lottering in het café. Johan zei:
“Kom we gaan hossen.” Er waren meiden zat. Piet
van Asseldonk wist wel waar hij naar toe moest. Die ging
direct op Gerarda van Erp af. Johan was op een gegeven
moment aan het hossen met Ans Ketelaars. Ze gingen samen
buiten schommelen, in zo’n schuitje. Johan vroeg:
“Godde vanavond mee?” “Dè ’s goed,” zei Ans,
“maar doen moet ik het eerst nog even uit maken met
Jan Berk.”
Dat vond Johan maar niks en hij liet haar
gaan. Ans’ zus Jaan vroeg: “Wa waar dè vur ’n geil
mènneke, wor gè bij waart?” (geil is hier geel of
bruin, ofwel met een door de zon gebrand gezicht.) Johan
vroeg Jaan: “Wilde gè niet samen schommelen?” Dat
wilde ze wel. Johan: “Dat kon ze goed. Helemaal tot
boven tegen het doek aan. En dan de rem erop, dat het
botste. Ik zeikte bekant in m’n boks. Ik was blij dat
het stopte. Toen vroeg ze: ‘Wilde nog ’n keer.’ Dat deed
ik. Ik vroeg, ‘Wilde mee vanavond?’ ‘Dè ’s goed,’ zei
ze.” Vanaf nieuwjaar 1938 had hij serieuze verkering
met Jaan
Ketelaars en bijna tien jaar later, op 13 mei
1947, trouwden ze.
|
Verteld door Piet van de
Tillaart (Hoeve Corsica) op 28 juni 2007. |
|
"Jan
van Asseldonk, kerkmeester, ging met de schaal rond
en prevelde ‘God zal u lonen’ toen hij met de schaal
rondging. Je moest weten wat hij zei, anders verstond je
het niet."
|
Kranteberichten uit (ca.) 1937 en
1938 bewaard door Graard van Eert. |
|
‘Cursus Gregoriaans Tijdens de
wintermaanden zal naar wij vernemen, voor het Parochiaal
zangkoor een cursus worden gegeven in gregoriaanse zang
welke zal bestaan uit een 12 tal lessen. Wanneer deze
cursus trouw wordt bezocht, kan dit voor het zangkoor
een mooie verbetering beteekenen.’
‘Hert gezien. Dezer dagen liep alhier in
een der zogenaamde stegen bij de bebouwde kom een hert rustig
te grazen. Toen getracht werd het dier te vangen
verdween het ijlings.’
‘Zijtaart. Langvingers. Ten nadeele van
den heer H.D. [Driek Dreessen] in het R.K.
Liefdesgesticht alhier, werd dezer dagen een bedrag van
f 17,50 ontvreemd van zijn slaapkamer. De
gemeentepolitie heeft de zaak in onderzoek.
‘Past op uw drinkbakken. Ten nadeele van
den landbouwer W. v. d. B. [van de Burgt, nu:
Hemel 3-4]
op den Doornhoek werd dezer dagen een drinkbak uit de
weide gestolen, terwijl bij de kinderen R. [Rovers, nu
Biezendijk 31] op de Biezen
een koperen ketel werd medegenomen. Van de dader(s) geen
spoor. Van een en ander werd aangifte gedaan bij de
gemeentepolitie.’
‘Zijtaart. Koningsbeugelen. Door de
beugelclub “Sport na Arbeid”, werd dezer dagen gespeeld
om het koningschap, hetgeen werd behaald door J. van
Zutphen, De uitslag van het onderling prijsbeugelen,
waaraan flinke geldprijzen werden besteed, is als volgt:
Klasse A:
1e prijs C. van Berkel Pzn.
4x20, 4x19;
2e prijs L. Fransen 4x 20,
1x19
3e prijs Joh. Van Zutphen
2x20
4e prijs G. van Eerdt 1x20,
1x19
5e prijs H. van de Linden
1x20, 1x19
6e prijs C. Habraken 3x19
7e prijs C. van Berkel 2x19
8e prijs P. van Berkel 1x19,
2x18
9e prijs Joh. van Berkel 1x19
10e prijs Joh. Van Eerdt 7x18
Klasse B
1e prijs Arn. De Koning 2x18
2e prijs C. van Eerdt 1x18,
2x17
3e prijs P. van Eerdt 1x18,
1x17
4e prijs Joh. Habraken 1x18
5e prijs L. van Sleeuwen 2x17
6e prijs H. van Eerdt 1x17
7e prijs Adr. Ophei 1x16
8e prijs Ant. Van Sleeuwen
1x15, 1x13
9e prijs Adr. Schepers 1x15
10e prijs Ant. Van Eerdt 2x14’
‘Zijtaart. Gewassenwedstrijd R.K.J.B. De
uitslag van de gehouden gewassenwedstrijd alhier is als
volgt: Er werden verbouwd haver, erwten, stoppelwortelen
en mergstamkool.
Stoppelwortelen: Th. Van Sleeuwen met 54
punten, van de 11 proefvelden waren er 10 mislukt
Mergstamkool: met 13 deelnemers
1 Th. Van Sleeuwen 55 punten
2 Corn. Van Berkel 52 punten
3 Fr. Van de Heijden 51 punten
4 G. van Eerdt 51 punten
5 G. Brugmans 50 punten
6 G. van de Ven 50 punten
7 Joh. Van Sleeuwen Adrzn. 50 punten
8 P. vervoort 50 punten
9 P. van Boxmeer 49 punten
10 P. van Asseldonk 48 punten
11 Lamb. Van de Heijden 48 punten
12. P. pepers 47 punten
13. H. van de Linden Azn 47 punten
De resultaten van het algemeen mergkoolproefveld volgt later, daar de 10 verschillende
munsters voor onderzoek zijn opgestuurd naar het
Instituut voot Planten-Veredeling te Wageningen.’
‘Ongeluk. Terwijl de landbouwerszoon H. van de L.
[Linden] per fiets naar het veld reed om te gaan maaien,
gleed de zicht, welke hij om zijn schouder droeg, eraf
en viel hem achter de linkerhand in de pols, zoodat hij
zich onmiddellijk onder dokters handen moest stellen.’
|
Willem
van Stiphout, Uit ’n dagboek van een verhuizer
(Oirschot, oktober 1984) 68-70. |
|
In de zomer van 1937 ging ik enkele dagen op Vernhout in Sint-Oedenrode
helpen met oogst maaien. Met een machine maaien en het
platgewaaide koren met de hand. Ik raakte bevriend met
Mies der Kinderen, die even oud was als ik. Hij woonde
op de Donderdonk. Mies zei dat een van zijn zussen, die was
al 23, nog geen verkering had. Toen ik Mies op zondag 15
augustus op ging halen zag ik die knappe Jaan in hun
deuropening staan. Al hoewel we die avond gezellige
meisjes vonden in Liempde, bleven we nergens lang. We
fietsten van het ene huis naar het andere. Om goed 8 uur
ging Mies met mij mee naar hun thuis. “Jaan,” zei
hun moeder, “zet maar koffie.” Mies hield het
gesprek gaande en ik maar kijken naar die meid. “Hoe
moet je de koffie, melk en suiker?” vroeg ze. Wat
klonk dat goed. De volgende paar zondagen reed ik met
Mies en Janus op de fiets uit, ook naar Best en zelfs
Oirschot, terwijl we maar zelden bij hun thuis kwamen.
Op een woensdagavond zou Janus zijn zus Jaan ergens op moeten halen en
thuisbrengen. Ik vroeg of ik dat laatste mocht doen. Die
dag werkte ik op het aardappelveld van van Lankvelt op
Zondveld. ‘ s Avonds wat vroeger naar huis en in
flinke vaart naar Rooi. Ik wachtte buiten. Toen ze even
na zevenen nog niet thuis kwam, fietse ik haar tegemoet.
In de verte onder de donkere bomen naderde een klein
lampje. Dat moest wel een fiets zijn. Ik zag dat het een
vrouw was. Ik reed haar na en zei: “Hallo, ben jij
het Jaantje?” Met mijn hand achter mijn oor
luisterde ik en ik hoorde haar “ja” zeggen.
Langzaam volgde ik haar en al gauw moest ik de moed
hebben om haar te vragen of ze wilde stilstaan, want we
waren geleidelijk aan al dicht bij haar huis gekomen. “Als
je even afstapt, dan kunnen we praten.” Ja hoor,
ze stapte af en het eerste wat ik deed was haar lamp
uitblazen want die konden ze van thuis af zien. “Zullen
we een beetje van het fietspad af gaan staan?” We
stonden op het schoor in de inrit van Kuipers weiland.
Met weinig praten omhelsden we elkaar. De maan die
achter het wolkendek uitkwam was de enige getuige van
onze liefkozingen. Het waren overgetelijke minuten die
ons levenslang zijn bijgebleven.
Vele
weken ontmoetten we elkaar op deze manier en het werd
vaste verkering. Op zondag 14 november zou ik bij haar
thuis komen en haar ouders vragen of die het goed vonden
dat wij samen verkering begonnen. Natuurlijk vonden ze
dat goed, ze hadden het al gemerkt, op de paar zondagen
dat ik er geweest was. Haar moeder moest toch even
zeggen dat ik nog maar amper droog was achter mijn oren.
Gelukkig viel het volgende mij in: “Ik zoek een
meid die meer verstand heeft als ik.” Dat klonk
goed en haar moeeder keek me aan of ik dan wel op de
goede plaats was.
|
St. Jansklokken, 7 juli 1937 |
|
 |
Krantenknipsel uit
collectie Doortje van Nunen - Brugmans. |
|
 Pater P.M. (Ties)
Thijssen schreef zijn reisverhaal van
Zijtaart naar Portugal, waarvan hier een
fragment uit het tweede deel, dat zijn
vertrek uit zijn ouderlijk huis in Zijtaart
beschrijft. Het werd gepubliceerd op
25 september 1937.
'Het gewichtige uur van scheiden en
vaarwel zeggen was geslagen. De auto
rolde vóór. Maakte bij den dorren
eikeboom zijn draai en wendde zich met
z'n gezicht naar Veghel voor den aftocht.
Nog eens gaan zitten. Bagage laten
bijbrengen en vastbinden, onder de
belangstelling van velen. Dan nog eens
naar binnen, met veel goeden moed en
verborgen inspanning van den wil. De
pendule had het uur al verlengd. (Het
moest voort!)
Moeder het is tijd, ik moet nu gaan. En
terwijl het groote vervolg van dien dag
al de kamer uitging. Nog een paar korte
woorden met Moeder, die niet verder
meeging. Haar handdruk en de mijne en
wijfelende schreden onder veel gedachten
en weinig woorden over den drempel. Met
mijnheer pastoor en andere familieleden
den wagen in, en onder een teer gevoel
van nog pas geleden pijn wuifde ik onze
naaste buren mijn vaarwel toe. We
hobbelden over den strategisch-krommen
keiweg van den Doornhoek. En het gaat in
't begin als met ieder gewoon rijtoertje
voor plezier, we zijn even weg. De mist
werd dikker en loste zich op in vallende
droppels. Onze auto wiste zijn eerste
tranen weg uit z'n linkeroog wat echter
onze opgewektheid en goeden moed niet
verstoorde. Bij den draai op den
kanaaldijk kon je nog eens omzien naar de
bekende en hun eigen tehuis. Maar dan
vooruit.' Het ging vooruit naar Angola,
waar hij vermoord zou worden.
|
GA Veghel, inv. nr.
36, fol. 183. |
|
Het raadslid Van de
Ven Jzn vroeg op 30 november 1937
aandacht voor de keiweg in Zijtaart. Het
is daar altijd lappen met lappen en nog
lappen overhouden. Ook vroeg hij om langs
de berm van de Zondveldschen weg een
rijwielpad aan te leggen.
|
Inv. nr.
1103, notulen van de gemeenteraad, d.d. 28 januari 1938. |
|
Het schoolbestuur van Zijtaart protesteerde tegen het
raadsbesluit van 30 november 1937 om de gemeentelijke
vergoeding per leerling op f 5,75 te stellen en zei in
beroep te gaan bij Gedeputeerde Staten. De burgemeester
ging er met pastoor Smolenaars van Zijtaart over praten.
Die rekende de burgemeester voor wat de school kost en
kwam op een hoger bedrag per leerling uit. Maar volgens
de burgemeester rekende Smolenaars nogal veel onderhoud
naar één jaar toe. B&W hebben daarna de kostencijfers
per leerling opgevraagd in alle omliggende gemeenten. Op
enkele uitzonderingen na leek Veghel met f 5,75 aan de
spits te staan. Op 17 januari 1938 schreef het
schoolbestuur van Zijtaart dat ze bij het ingestelde
beroep blijft. Dit werd door de raad voor kennisgeving
aangenomen.
|
BHIC, toegang 7698, archief
van de gemeente Veghel. |
|
De lijst van
militairen uit Zijtaart van de lichting van 1937 die om vrijstelling verzochten:
Naam |
Geboren
|
Ouders |
Adres |
Beroep |
Vrijgesteld wegens |
Arnoldus Ketelaars |
5-2-1917 te Veghel |
Adrianus Ketelaars en Hendrica van den Bogaard |
Ouders:
Doornhoek G 12 |
landbouwer |
geen reden om vrijstelling te verlenen |
Johannes Peepers |
21-10-1917 te Veghel |
Martinus Peepers en Ardina van den Tillaart |
Ouders:
Zijtaart G 56 |
landbouwer |
broederdienst |
Franciscus Henricus Schepers |
6-7-1917 te Veghel |
Hendricus Schepers en Maria van Hamond |
Zondveld G 102 |
landbouwer |
broederdienst |
Johannes van Sleuwen |
29-4-1917 te Veghel |
Adrianus van Sleuwen en Regina van Hoof |
Ouders:
Zondveld G 118 |
landbouwer |
geen reden om vrijstelling te verlenen |
Theodorus van Sleuwen |
19-5-1917 te Veghel |
Antonius van Sleuwen en Gordina van den Hurk |
Ouders:
Biezen
G 134 |
landbouwer |
geen reden om vrijstelling te verlenen |
Sebastianus Vervoort |
9-6-1917 te Veghel |
Johannes Vervoort en Babara van der Bruggen |
Ouders:
Doornhoek G 51 |
landbouwer |
geen reden om vrijstelling te verlenen |
|
|