BHIC, kantongerecht Veghel, toegang 42 inv. nr. 64
vonnis 138 dd. 23-1-1916 |
|
Lambertus Vervoort, geboren 4-9-1845 en timmerman bij J.
Smits, smid te Zijtaart G 59 (Pastoor Clercxstraat
31-33). Wegens dronkenschap tien gulden boete.
|
Een of andere krant. 19 januari
1916 |
|
Bij de landbouwer H. Brugmans - Van
Weert, wonende in de Biezen onder Zijtaart, is dezer
dagen een wondervarken geboren. De linkerzijde van het
dier is geheel normaal. Behalve den hoofdkop, waarin het
eene oog iets hooger staat dan het andere, bevindt zich
in het midden van de rechterzijde een snuit met boven-
en onderkaak, tanden en tong, alle in beweging. Boven
dezen tweeden kop ziet men nog een bovensnuit met tanden,
terwijl in het midden van den hoofdkop zich nog een
bewijs van bovensnuit bevindt. Het wonderdier trekt veel
bekijks. Zelden zagen wij wonderlijker speling der
natuur.
|
PA Zijtaart,
brieven. |
|
De rector van het
klooster heeft de bisschop gevraagd om
een 40-uren gebed in het klooster te
mogen houden. De bisschop schrijft op 29
januari 1916 aan pastoor Kamp dat het
beter is als de zusters daarvoor naar de
kerk komen, 'hetgeen mogelijk
gewenscht kan zijn om altijd zeker te
zijn dat er personen bij het
Allerheiligste bidden.'
|
BHIC, kantongerecht Veghel, toegang 42 inv. nr. 64
vonnis 149. dd 4-2-1916
|
|
Marinus Pennings, geboren 14-6-1884 te Schijndel en
landbouwer Zijtaart G 159 (De Kampen 6). Voor rijden met
een fiets zonder lichtgevende lantaarn 5 gulden boete.
|
Echo, 26 februari 1916 |
|
Veghel, 25 Februari. Dinsdag
werd de landbouwer M. v. Asseldonk wonende op Doornhoek
alhier door den heer S. met een motorrijwiel zoodanig
aangereden, dat men voor zijn leven vreest.
|
Een of andere krant. 5 maart 1916 |
|
Heeft de justitie voor eenige weken
in zuidelijk Noord-Brabant de hand gelegd op een
gevaarlijke bende,toch blijven de inbraken in die
streken aanhouden. Zo ook op de roomboterfanriek te
Zijtaart waar ruim 100 pond boteer verdween.
|
Herinneringen van de kinderen
van Frans van Bakel in Canada, in 1980 op schrift
gesteld door John van Bakel. |
|
Het tweede baantje van Hendrika, dochter van Martinus
van der Zanden was bij Hannes van den Oever. Hij had
drie kinderen. Hendrika, die toen 12 jaar was werkte er
van 1 maart 1916 tot 1 maart 1917. Ze was er voor het
huishoudelijk werk. Ze werd er heel goed behandeld.
|
BHIC, kantongerecht Veghel, toegang 42 inv. nr. 64
vonnis 245 |
|
Lambertus van Asseldonk, geboren te Veghel 18-12-1856
landbouwer op Kreitenburg (Weievenseweg 42) had op 18
maart 1916 op den Biezensche dijk nummer G 164 (later
Biezendijk 4-5), twaalf opgaande canadabomen geplant
waarvoor tien gulden boete.
|
BHIC, kantongerecht Veghel, toegang 42 inv. nr. 64
vonnis 250 dd. 21-3-1916 |
|
Theodorus van Eert, geboren 14-1-1870, landbouwer te
Zijtaart Zondveld G 122 (Hoge Biezen 4) had ter plaatse
de Kolksche steeg zand uit de berm gegraven en op zijn
erf gestort. 5 gulden boete.
|
Herinnering
van Annie Berkmortel Timmers d.d. 21 februari 2007;
aangevuld met o.a. gegevens uit de parochieregisters
van Zijtaart; foto: collectie Annie Berkmortel -
Timmers. |
|
Johannes van Cleef
had in 1875 een huis gebouwd op het latere adres
Biezendijk 8. Hij was getrouwd met Lamberta Opheij,
weduwe van Johannes van Tilburg, en had twee kinderen
Huub, die timmerman werd in Tongelre, en Drieka, die trouwde
met Piet Zijlmans en op het ouderlijk huis bleef wonen.
Tussen 1902 en 1905 werden drie
kinderen van Drieka van Cleef en Piet Zijlmans
geboren: Lamberta Wilhelma, Helena en Joannes
Hubertus. In 1905 kreeg Lamberta Opheij vergunning om
er sterke drank te verkopen en het huis werd een drukbezocht
kroegske aan de doorgaande weg tussen
Veghel en Sint-Oedenrode. Volgens Janus, zoon van
Antonius van Asseldonk (broeder Jozef, 1882-1969)
gebeurde er dingen in dat kroegske die het daglicht
niet konden verdragen. Op 29 oktober 1907 overleed
Drieka van Cleef op 36-jarige leeftijd, en haar
moeder Lamberta Opheij overleed de volgende dag op
77-jarige leeftijd. Piet Zijlmans hertrouwde met
Johanna Maria van Dinther, uit welk huwelijk tussen
1909 en 1917 drie dochters werden geboren.
Annie Berkmortel
- Timmers (die daar later kwam wonen) vertelde dat haar moeder Tonia van
Asseldonk rond 1915-1916 hun koeien daar in de buurt gingen hoeden. Als er
dan iets was gestolen, gingen ze het bij Zijlmans terughalen. ”Vaak hadden de
kinderen van Zijlmans het
dan meegenomen, maar je kreeg het altijd terug.”
|
De Gooi- en Eemlander d.d.
22-4-1916 |
|
Een woudreis. De dikste eik
uit de omgeving van Veghel, een der zwaarste uit
oostelijk Noord-Brabant, de eik te Zijtaart, zal
verkocht worden. De omtrek van den stam is drie meter.
De waarde wordt geschat op ruim f 200.
|
PA Zijtaart,
parochiememoriaal. |
|
Omdat er te weinig
plaats was voor de zangers besloot het
kerkbestuur in november 1915 om het
zangkoor te vergroten. In 1916 werd het
zangkoor één meter dieper in de kerk
gebracht.
|
PA Zijtaart,
parochiememoriaal en brieven. |
|
Jan Brouwers was
vanaf 1873, dus 43 jaar lang, koster en
organist in de kerk van Zijtaart voordat
hij in 1916 ontslag nam. Op het laatst
kreeg hij daar f 130 per jaar voor.
Het kerkbestuur wilde nu een aparte
koster en een aparte organist in dienst
nemen, ieder voor een salaris van f 125
per jaar. Het kerkbestuur kreeg daarvoor
op 9 maart 1916 toestemming van de
bisschop.
|
BHIC, KR Veghel,
toegangsnr. 42, microfiche 64.13. |
|
Lambertus van
Asseldonk, geboren te Veghel 18 december
1856 en wonende op de Kreitenburg (onder
Zijtaart) had op 'den Bieschensedijk'
enige kuilen onvoldoende gemarkeerd. Op
20 maart 1916 kreeg hij daar een boete
voor.
|
Bommelerwaardse krant.
28 april 1916. |
|
'Heeft de justitie voor enige weken in zuidelijk
Noord-Brabant de hand gelegd op een gevaarlijke bende,
toch blijven de inbraken in die streken aanhouden. In de
vorige week warden ingebroken: (..) Op de
roomboterfabriek te Zijtaar, waar ruim 100 pond boter
verdween. (..) In geen dezer gevallen was van de(n)
dader(s) eenig spoor te ontdekken.'
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 65 vonnis 386 dd 12-5-1916 |
|
Johannes Gijsbertus Smits, smid te
Zijtaart
(Pastoor Clercxstraat 31-33) krijgt boete van
twee gulden omdat er geen luid klinkende bel op zijn
fiets zit.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 65 vonnis 433 dd. 1-6-1916 |
|
Petrus der Kinderen geboren
rosmalen, metselaar wonende te Zijtaart (Pastoor
Clercxstraat 55) Heeft op zijn ”freeweel fiets” geen rem,
daarvoor drie gulden boete.
|
BHIC, Kantongerecht Veghel,
toegangsnr. 42 inv. nr. 65 vonnis 475 dd. 26-6-1916 |
|
Arnoldus Henricus Eijkens geboren
Gestel en timmerman bii P.W. Zijlmans Biezen G 163 in
Zijtaart (Biezendijk 8), liep in de Doornhoek dronken
over de straat. Fl. 10,- boete.
|
BHIC,
Kantongerecht Veghel, toegangsnr. 42 inv. nr. 65 vonnis
488 dd. 16-6-1916 |
|
Cornelis Johannes van Mierlo, geboren Deurne 28-3-1903,
schaapherder, zoon van Cornelis van Mierlo en Antonet
Vogels, schaapherder, wonende te Zijtaart gehucht
Zondveld G 84 (Het Gerecht 2). Heeft op Jekschot zijn
schapen laten grazen langs de openbare gemeenteweg
zonder vergunning. Wegens zijn jeugdige leeftijd geen
vervolging. Op 15-4-1917 (vonnis 66-312) opnieuw in
overtreding als hij zijn schapen laat grazen op het
weiland van A. Oppers.
|
PA Zijtaart,
brieven. |
|
Er is een nieuwe
koster. Op 12 juli 1916 schreef de
bisschop: 'Ingevolge Uw schriftelijk
verzoek van gisteren verleenen wij bij
deze aan Laurentius van Melsvoort om
servatis servandis de H. Vaten,
kelkdoekjes en korporaals aan te raken,
zoolang hij in de kerk van Zijtaart de
bediening van koster waarneemt.'
|
BHIC,
Kantongerecht Veghel, toegangsnr. 42 inv. nr. 65 en 66
vonnissen 599 ev dd.15-8-1916 |
|
Gerard Willems,
geboren te Uden en timmerman te Zijtaart (Pastoor
Clercxstraat 45) moet vijf
gulden boete betalen omdat er op zijn fiets geen
lichtgevende lantaarn was.
Nagenoeg dezelfde tijd ook:
Gerardus van Weert,
landbouwer op den Biezen G 123 (Corsica 15)
Johannes van
Berkel Jekschot onder Sint Oedenrode E 6
Johannes Biemans
Zijtaart G 25 (Leinserondweg 20)
Johannes van Wanroij, pakhuisknecht Kempkes G 145(Pastoor
Clercxstraat 45)Petrus Brugmans, knecht bij
A. van den Nieuwenhuizen Doornhoek G 53 (Pastoor
Clercxstraat 10)
Johannes van den Tillart, landbouwer
Zondveld G 95 (Jekschotstraat 11)
Martinus van Dinther,
geboren te Schijndel en werkman te Zijtaart.
|
GA Veghel, inv. nr.
30, fol. 55. |
|
De burgemeester zei
in de raadsvergadering van 28 augustus
1916 dat Antoon Hendrik van de Donk,
onderwijzer aan de openbare school te
Zijtaart, als landstormplichtige in
miltaire dienst moet. (Dat was tijdens de
eerste Wereldoorlog.) Hij stelde voor een
tijdelijke vervanger te zoeken, Dit werd
door de raad goedgevonden.
|
BHIC, toegang 7698, inv. nr. 2776, Gemeentebestuur
Veghel, brief d.d. 27 april 1917 aan de minister van
Oorlog met antwoord d.d. 29 april 1917. |
|
Op 22-25 september 1916, tijdens de Eerste Wereldoorlog,
werden er door een doortrekkende spoldaten veel schade
aangericht in Veghel. Het Ministerie van oorlog keerde
een schadevergoeding uit. Ook personen uit Zijtaart
worden genoemd in deze lijst:
Toen het leger langs het kanaal trok werd er een weiland
van Antoon van de Nieuwenhuizen (huidig adres
Pastoor Clercxstraat 10) in de Valstraat beschadigd,
doordat er doorheen gereden werd.
De soldaten deden zich te goed aan de appel- en
perenbomen van Johannes van de Schoot (huidig adres
Pastoor Clercxstraat 2). Naar schatting verloor die
100 kilo appels en 10 kilo peren.
Ook bij de weduwe van Johan van de Ven (huidig adres
Doornhoek 1)
werden er peren gestolen, en ook wer daar een zinken
emmer met appels die al geplukt waren meegenomen.
Toen het leger over de Biezendijk trok, werden aangelegen
percelen beschadigd. Bij Frans van Asseldonk (huidig
adres Biezendijk
23) werd een eiland aan zijn huis beschadigd doordat
er met kanonnen doorheen gereden werd.
Bij Marinus Pennings (later adres
De Kampen 6)
gingen op die manier ¼ hectare bieten, rapen en haver
verloren.
De hele lijst vermeld meer dan 60 namen van personen die
een schadevergoeding kregen. Behalve veel schade aan
landerijen en diefstal van fruit door de soldaten, wordt
ook nog andere schade vermeld. Een greep uit de lijst:
Er werden bomen kapot gereden op de Eerdse Dijk.
Op de Schijndelse dijk werd prikkeldraad doorgeknipt en
een stuk met 2 à 3 jonge bomen eruit gegooid. Ook op
veel andere plaatsen werd draad doorgeknipt en vreepalen
afgebroken. Het vee werd hier en daar enkele dagen op
stal gezet, en de melkproductie leed daar onder.
Paarden van het leger beschadigden een dorsmachine.
In Eerde werd een houtmijt uit elkaar gegooid.
Een kar werd beschadigd door aanrijding, een paardenkuip
vernield.
Op het Beukelaar werd bij Van de Zanden de deur vernield
en de soldaten stolen er 5 pond spek uit de schouw en
namen ook een emmer mee.
Op het Havenplein werden paardendekens gestolen en werd
een ruit van een rijtuig ingedrukt.
De soldaten schoten een kanon af, waardoor er vijf
ruiten sneuvelden in de Sluisstraat. Op het Marktplein
sneuvelden door het afschieten van een kanon ook 5
ruiten.
Bij Van de Sluijs aan de Leest werden groenten in de
tuin vernield en 2 leggende kippen meegenomen. Paarden
trapten er eikenplanken stuk.
Bij Van Dam in Eerde braken de paarden los en werden er
ruiten en flessen vernield.
Bij Van Rijbroek aan het Beukelaar werden wagens en
paarden gestald, waardoor het weiland vernield werd.
|
BHIC, toegang 7698 inv. nrs
2705 e.v., Gemeentebestuur Veghel afdeling Militie. |
|
Hendrik van
den Boom is in 1916 in dienst bij het 2e
regiment infanterie 4e bataljon 1e
compagnie. Hendrik is arbeider in de landbouw, waar hij
voor dienst 4 dagen per week werkte en verder nog
werkzaam was in de keuterij van zijn tante, waar hij met
zijn vrouw inwoont en huisvesting geniet. Zijn vrouw
Geertruij van Stiphout heeft geen geldelijke
verdiensten. De tante waar ze inwonen is de
weduwe
Welten welke in haar keuterij twee koeien heeft.
Schoondochter Geertruij kan niet goed overweg met de
weduwe en heeft nu haar intrek genomen bij haar vader
Gerardus van Stiphout in Erp tegen een vergoeding van 30
cent per dag. Aanvrager ligt in dienst bij fort de
Nieuwesteeg en schrijft een smeekbrief naar de minister
van oorlog voor meer vergoeding, maar dit wordt
afgewezen.
|
BHIC, toegang 7698 inv. nrs
2705 e.v., Gemeentebestuur Veghel afdeling Militie. |
|
Marinus van
Helvoirt is militair van de lichting van 1913. Hij
is in 1916 in dienst bij de infanterie 43e
batj. 1e comp. Wonende
Biezen G 124.
Hij runt samen met zijn vrouw, Agnes van der Linden, 32
jaar, een landbouwbedrijf en ze hebben een zoon van
anderhalf jaar. Ze betalen een jaarlijkse pacht van
f.432,- en hebben ca. 9 ha. Verder 5 stuks melkvee en 2
malen. Een aankomend knechtje van 15 jaar is te weinig
om de zaak draaiend te houden en er zal een volwassen
arbeider moeten worden aangenomen. Er wordt een
vergoeding toegekend van 75 cent per dag.
|
GA Veghel,
drankvergunningen, brief van 2-10-1916 |
|
In 1915 had J. Smits
zijn koffiehuis, de voorloper van het
huidige Dorpskaffee, vergroot. In 1916
vroeg zijn zoon Anton vergunning aan om
alcoholische dranken te mogen verkopen.
Op het fraaie briefpapier is te zien
welke producten de firma Smits
produceerde.
|
BHIC,
Kantongerecht Veghel, toegangsnr. 42 inv. nr. 66 vonnis
5 dd. 23-10-1916 |
|
Lambertus Opheij, landbouwer op den Biezen G155
(Biezendijk 14)
heeft op den Biezensche dijk een gat
gegraven welke hij onvoldoende met een lichtgevende
lantaarn had gemarkeerd. Fl. 6,- boete.
|
Deze gegevens zijn gestuurd
door Antoon Vissers |
|
Marinus Kremers, geboren
Veghel 1-10-1893 en verdronk op 6 november 1916 in Den
Bosch in den Dieze nabij Siberie. Hij was van de
lichting 1913. Hij woonde bij zijn vader Gerardus
Kremers, klompenmaker op (later) adres
Kampen 1 en
ook Marinus werkte daar als klompenmaker. De vader van
de dienstplichtige leed aan jicht, waardoor hij niet
geregeld werken kon en daarom is een vergoeding
noodzakelijk. Zijn oudste broer Wilhelmus Kremers ging
op 1 augustus 1914 onder de wapenen en kreeg een
vergoeding van 50 cent per dag.


|
BHIC,
Kantongerecht Veghel, toegangsnr. 42 inv. nr. 66 vonnis
66 dd. 11-11-1916 |
|
Cornelis van Mierlo, geboren te Erp en landbouwer te
Zijtaart (Het Gerecht 2) laat zijn schapen grazen op
het land van A. Brugmans waarvoor vijf gulden boete.
|
GA Veghel, inv. nr.
30, fol. 67. |
|
In een brief van 21
november 1916 drongen Gedeputeerde Staten
aan op verhoging van de salarissen van de
onderwijzers. Raadslid G. Donkers zegt
dat in de laatste tijd de inkomsten van
verschillende ambtenaren zijn verhoogd,
maar die van de onderwijzers nog niet. Na
een korte discussie wordt een verhoging
van f 100 voor de hoofden in Zijtaart en
Eerde en f 50 voor onderwijzer Van de
Waardenburg voorgesteld. Antoon Hendrik
van de Donk is nu gemobiliseerd en hij
zal een verhoging krijgen als hij zijn
functie weer hervat.
|
PA Zijtaart,
parochiememoriaal; Kitty de Leeuw,
Zondaressen in mouwloze
japonnen in: Noordbrabants
Historisch Jaarboek 22-23 (2005-2006)
157-159; mededeling Door Brugmans op 9
januari 2007 en van Ties Habraken op 20 februari 2007. |
|
Op 22 november 1916
werd in de parochie Zijtaart opgericht:
'Voor Eer en Deugd' (mannenafdeeling). Wat
was dit voor een beweging?
Binnen het bisdom Roermond was op 8
december 1904 voor de
kostschool-leerlingen van Rolduc de
vereniging Voor Eer en Deugd
opgericht. De leden moesten zich ten doel
stellen de deugd en reinheid uit
te dragen en een deugdzaam leven te
leiden. Meteen bij de oprichting werd de
vereniging officieel erkend door Paus
Pius X en goedgekeurd door de bisschop
van Roermond, zodat de leden geestelijke
gunsten en aflaten konden verkrijgen.
Vanaf 1906 kreeg de vereniging landelijke
rijkwijdte door de oprichting van vele
plaatselijke afdelingen waarvan mannen
lid konden worden. A.F. Diepen, de latere
bisschop van s-Hertogenbosch en oud
leerling van Rolduc, trad toe tot het
hoofdbestuur. In 1910 werden de insignes
ingevoerd die de leden moesten dragen;
later kwamen er ook hangers bij. In 1917
werden afdelingen voor vrouwen en meisjes
opgericht. Vanaf 1918 konden ook zij
aflaten verdienen. Het bestrijden van
onzedelijke vrouwenkleding was een
belangrijk item. De mannelijke leden
hadden de taak te waken over de eer en
zedelijke kleding van de vrouwen en
meisjes in hun omgeving en indien nodig
hen hierover aan te spreken. Jongens
moesten bijvoorbeeld weigeren in
damesgezelschap te verschijnen indien de
aanwezige dames te uitdagend gekleed
gingen, ook al betrof het hun eigen
moeder of zus en haar vriendinnen. Op die
soep in Zijtaart ook zo heet gegeten werd
is onzeker. Voor Eer en deugd gaf een
tijdschrift uit voor haar leden,
aanvankelijk Voor eer en deugd, in
1910 gevolgd door Volksadel voor
jongemannen en Mannenadel en Vrouweneer
voor volwassen mannen en vrouwen. Op
nationaal vlak begon de vereniging vanaf
1925 weg te kwijnen. In het bisdom Den
Bosch bleef monseigneur Diepen de
vereniging steunen, maar op 14 juni 1938
werd deze uiteindelijk toch opgeheven
door een al jaren tanend ledental.
Door Brugmans, geboren in 1920,
herinnerde zich dat de leden een speldje
droegen, zodat de vereniging eind jaren
twinitg in Zijtaart nog bestond. Ties Habraken
herinnerde zich dat zijn vader Hannes Habraken het lid
was en speldje aan zijn horlogeketting droeg. Op de
foto hiernaast van Hannes Habraken (en zoontje Cor
Habraken) uit
1928 is dat speldje te zien.
In
Zijtaart is - voor zover bekend - geen
vrouwenafdeling geweest. De vereniging
zal in Zijtaart wel bestaan hebben tot de
dood van de conversatieve pastoor Kamp in
1937.
|
Brabants Dagblad,
22 mei 1982. |
|
Tijdens de Eerste
Wereldoorlog maakte de fanfare een kritieke tijd door. De meeste leden
moesten onder de wapenen en de geluiden
om de club op te heffen namen toe.
|
BHIC,
Kantongerecht Veghel, toegangsnr. 42 inv. nr. 66 vonnis
dd. 3-12-1916 |
|
Cornelius Oppers, landbouwer te Zondveld. Heeft op
Jekschot met een geladen dubbelloops jachtgeweer gelopen
zonder vergunning. Fl. 10,- boete.
|
BHIC,
Kantongerecht Veghel, toegangsnr. 42 inv. nr. 66 vonnis
107 dd. 15-12-1916 |
|
Josephus Martinus Verbruggen, landbouwer te Zijtaart G
37 (Pater Vervoortstraat 26)
heeft zijn paard en kar zijn niet
voorzien van een lichtgevende lantaarn waarvoor vijf
gulden boete.
|
BHIC, Kantongerecht
Veghel, toegangsnr. 42 inv. nr. 66 vonnis 125 dd.
20-12-1916 |
|
Thomas
Johannes Waals, timmermansknecht bij Gerardus Willems te
Zijtaart (Pastoor Clercxstraat 45). Omdat er op zijn
fiets geen lichtgevende lantaarn zat vijf gulden boete.
|
BHIC, archief van het
gemeentebestuur van Veghel, inv. nr. 2463. |
|
De leerlingen
van het herhalingsonderwijs in de winter van 1916-1917
waren:
Wilhelmus Kerkhof
Johannes van Grinsven
Martinus van den Nieuwenhuijzen
Johannes Thijssen
Antoon van Zutphen
Hendrikus van der Linden
Martinus Brugmans
Petrus Raaijmakers
|