Foto's Huizen Kroniek

Kroniek van het jaar 1871


BHIC, Kantongerecht Veghel, toegang 42 inv. nr. 15 vonnis 4021  d.d. 2-1-1871   Johannes Vervoort, 44 jaar, geboren te Veghel en wonende te Sint Oedenrode heeft op 15 november op het Jekschot een koperdraden wildstrik onder zijn pet verborgen. Hij krijgt van de rechter een boete van 15 gulden opgelegd.

 
BHIC, Kantongerecht Veghel, toegang 42 inv. nr. 15 vonnis 4037 d.d. 23-1-1871   Hendrikus van Mierlo, 27 jaar geboren te Lieshout en wonende te Veghel, en Lambertus van den Tillaart, arbeider te Veghel, die niet is komen opdagen, zijn voor het gerecht gedaagd. Ze hebben hout gestolen op het Zondveld uit het mastbos van de weduwe de Kuijper. Beiden krigen drie dagen gevangenisstraf opgelegd.

 
GA Veghel. inv. nr. 23, fol. 94.   De burgemeester zei op 28 januari 1871 in de gemeenteraad dat hij de begroting voor de nieuwe kerk te Zijtaart had ontvangen met aanwijzing van de voor de bouw te bestemmen plaats. Hij voegde daar aan toe dat er tot zijn leedwezen bij hem bezwaren waren ingediend door inwoners van Zondveld en van de Doornhoek. Een deel van Zondveld is het niet eens met de aangewezen plaats, omdat die te ver van Zondveld verwijderd is, terwijl een groot deel van de Doornhoek er tegen is om bij de nieuwe parochie gevoegd te worden, omdat zij niet ver van de Veghelse kerk wonen en deze bezoeken langs een goede weg, en ook omdat zij voor de nieuwe kerk te Veghel hebben bijgedragen en er weinig voor voelen ook nog eens voor de Zijtaartse kerk te betalen. De burgemeester, gesteund door raadslid dr. Van den Bergh stelde voor te wachten totdat alle geschillen bijgelegd.

Het Zijtaartse raadslid Jan van Sleeuwen, die ook lid was van de bouwcommissie van de kerk, protesteerde: Er bestond de beste overeenstemming toen in oktober vorig jaar de bisschop de plaats aanwees. Nu komen slechts enkele inwoners van Zondveld in verzet, mensen die trouwens altijd er op uit zijn om iets in de raad te brengen. De burgemeester zei dat het dus zaak is om eerst de geschillen uit de weg te ruimen. Het lid Hurkmans zei dat de Doornhoek alle reden heeft om er tegen te zijn. Daarop ontstond er een discussie, waarbij van de ene kant wordt te kennen gegeven dat het gehucht Zijtaart wel wat veel vraagt wat de plaats van de kerk betreft, terwijl van de andere kant werd toegegeven dat Zondveld niet kan hebben wat het zou willen, omdat het zich bij Zijtaart moet aansluiten.

Het raadslid Van Eert, dat Zijtaart steunde, vergeleek de afstand van Veghel naar Middelrode met de afstand naar Lieshout; daar vindt men drie kerken, hier geen enkele. Hij wil eerst een kerk op het Zijtaart helpen tot stand brengen en er later ook nog een helpen bouwen aan de Heihoef. Dr. van den Bergh vond de redenering van Van Eert flauwekul. Wat de bezwaren van de inwoners van het Zondveld betreft, vond hij dat die evenveel recht hebben als die van Zijtaart om te proberen om de kerk zo dicht mogelijk bij hun gehucht te brengen.

De burgemeester zei dat het voor de gemeente een groot financieel voordeel zou opleveren in als de plaats van de kerk in of nabij het Reibroek aangewezen zou worden. (We moeten dan denken aan de dure verkoop van gemeentegrond.) Het lid Van Eert merkte op dat de gemeente met de plaats van de kerk niets te maken heeft, de kerkelijke overheid wijst die aan, de gemeenteraad hoeft alleen een voorschot te geven. Dr. van de Bergh zei dat de gemeenteraad die subsidie vaststelde in het belang der gemeente. De voorzitter stelde voor om het verzoek van Zijtaart pas te behandelen nadat daar overeenstemming is. Van Eert stemde tegen, de rest voor, zodat dat voorstel werd aangenomen.

GA Veghel, inv. nr. 23, fol. 196.   Op 15 maart 1871 werd Adriaan Vermolen na gehouden examen voorgedragen voor benoeming als hoofdonderwijzer aan de openbare lagere school te Zijtaart. Er zijn geen andere sollicitanten opgekomen. De burgemeester stelde voor om de hoofdonderwijzer ook te laten zorgen voor de te Zijtaart geplaatste brandhaken en brandemmers. De gemeenteraad stemde daarmee in.

Verteld door Piet van de Tillaart (Hoeve Corsica) op 28 juni 2007.   Piet: “Grootmoeder van moeders kant was Maria van de Tillaart (1853-1936), ze was getrouwd met Tinus Raaijmakers, die op de Klaverhoeve boerde. De vader van Martinus Raaijmakers, was Janus Raaijmakers. Die heeft een heel jaar zand gevaren voor de bouw van de Zijtaartse kerk. Dat zand haalden ze in De Bergen in Eerde, dat was 8 kilometer en ze kregen er 5 cent per kar voor.”

PA Zijtaart, parochiememoriaal; 'Zijtaart', 1; het bericht uit een oude krant werd gestuurd door Antoon Vissers.  















































De bouwcommissie voor de nieuwe kerk maakte een intekenlijst, waarop de inwoners van Zondveld, Zijtaart, Biezen en Doornhoek het bedrag van hun vrijwillige bijdragen invulden. Volgens pastoor Smits hebben 'allen naar hun vermogen blijk gegeven van hunnen ijver en bewezen dat het hun ernst was met hunne kerk'. De heer Tulder, architect te Tilburg, werd tot bouwmeester van de kerk gekozen en het werk werd aangenomen door Van Mierlo uit 's-Hertogenbosch. Kerk en toren zouden 28.000 gulden gaan kosten.

BHIC, Kantongerecht Veghel, toegang 42 inv. nr. 15 vonnis 4072  d.d. 27-4-1871 en vonnis 4107  d.d. 6-7-1871   In 1871 werd Lambertus Goossens, alias Bertus Poep, die in 1887 in Zijtaart Mie de Heks dood sloeg, in Veghel enkele keren beboet.

Op 12 april had hij in het huis van Johannes van Doorn, wonende aan de Hezelaar, met een harmonica muziek gemaakt en wel zonder vergunning van de burgemeester van Veghel. De veldwachter heeft ook gezien dat Bertus na zijn nummertje zijn hand uitstrekte om een fooi te ontvangen. Hij krijgt van de rechter een dag gevangenisstraf opgelegd.

Op 15 juni had hij staan wateren tegen de muur van het huis van weduwe Piet van de Laar in de kom van Veghel binnen de afstand van 50 meter van een aldaar geplaatste pisbak. Het wordt een geldboete van drie gulden, wel bij verstek, want Bertus is niet komen opdagen.

Veghel BHIC toegang 7698 inv.nr.80   Op 17 juni 1871 vroeg Willem Lammers, molenaarsknecht wonende te Helmond, vergunning om te Zijtaart perceel E. 2023 aan het Reibroek een windmolen te mogen oprichten.

GA Veghel, inv. nr. 24, fol. 6v.   Op 1 juli 1871, vier dagen voor de eerste steen van de Zijtaartse kerk gelegd zou worden, vergaderde de gemeenteraad over een verzoek van de bouwcommissie van de nieuwe kerk in Zijtaart om een renteloos voorschot van 6.000 gulden voor de bouw van de kerk. De burgemeester zei dat dit verzoek hem bevreemdt en dat hij het niet verwacht had. Immers, een beslissing over deze zaak werd eerder uitgesteld totdat men het in Zijtaart eens was over de plaats van de kerk. En ook omdat de gemeenteraad het in het belang van de gemeente niet eens was met de uitgekozen plaats. De burgemeester verhief hier zijn eigen standpunt tot standpunt van de gemeenteraad ! Bovendien bleek dat de bouwcommissie op Veghelse lange tenen is gaan staan door de gemeenteraad te negeren en overgegaan is tot de bouw op het terrein dat de gemeenteraad had afgekeurd, "en stelt zich dus zo aan, alsof hij geen behoefte had aan subsidie, En nu de bouw goed en wel begonnen is, komt men weder om subsidie."

Het raadslid Jan van Sleeuwen zei, dat de bouwcommissie (waar hij zelf deel van uitmaakte) aan de kerkelijke overheid om een andere plaats vroeg, maar niet kreeg. Raadslid Van Eert betoogde dat de kerk van Veghel zonder behoefte en zonder reden een grote subsidie gehad heeft, en daarom heeft Zijtaart recht het ook te krijgen. Dr. van den Bergh steunde de burgemeester weer: "Overigens blijkt dat er in deze misbruik is gemaakt door de bewoners van [het gehucht] Zijtaart. Die het minste hebben bijgedragen voor den bouw, willen het meeste hebben." Het raadslid Verhoeven antwoordde dat de commissie aan de ontevredenen heeft gevraagd of zij met de aangewezen plaats tevreden waren, waarop allen bevestigend hebben geantwoord. De burgemeester merkte op, dat die personen hem hebben medegedeeld dat zij misleid zijn. Jan van Sleeuwen had hun beloofd, dat hij voor een andere plaats zou zorgen, dat is niet gebeurd. Van Sleeuwen sprak dat krachtig tegen, hij kan getuigen brengen, die zullen verklaren dat tegenstanders
Vervoort en Pepers zelf een vergelijk met de commissie hebben getroffen. Op voorstel van de burgemeester werd goedgevonden dit voorstel een latere, meer voltallige, vergadering te behandelen. Er was duidelijk sprake van onwil om bij te dragen aan de kerk, omdat enkele leden van de gemeenteraad zich gepasseerd voelden.

BA, parochie Zijtaart; PA Zijtaart, memoriaal van de parochie.

  Op 5 juli 1871 werd de eerste steen gelegd voor de kerk. Op 11 augustus 1871 schreef de bouwcommissie aan de bisschop: 'Als het werk zo blijft vorderen, twijfelen wij niet of men zal er met kerstmis wel gebruik van kunnen maken.' Als er dan tenminste al een pastoor zou zijn. De commissie schreef dat ze alle moeite zou doen om voor tijdelijk onderdak voor de pastoor zou zorgen, tot de nieuwe pastorie klaar zou zijn. Dit lijkt een beetje een al te optimistische inschatting om de bisschop aan te sporen werk te maken van het zoeken naar een pastoor.

GA Veghel, inv. nr. 24, fol. 7v.   G. van de Mortel, kwekeling aan de school te Zijtaart, verzocht een gratificatie van 25 gulden. Als gevolg van de bouw van een kerk in het gehucht Zijtaart was de prijs van de kosthuizen zodanig gestegen dat de toelage van f 125 ontoereikend was geworden voor het zijn onderhoud. De raad ging op 1 juli 1871 accoord.

BHIC, toegang 24, Arrondisements Rechtbank Den Bosch, inv.nr.92, vonnis 198.   Johannes van de Ven, geboren rond 1805 te Veghel nam op 29 september 1871 met kar en paard onder het gehucht den Doornhoek arglistig enige plaggen hei weg met een gezamenlijke waarden van 20 cent. Hiervoor werd hij berecht met een boete van een gulden plus de proceskosten a. fl 3,47.

BA, parochie Zijtaart.   Op 28 augustus 1871 deelde bouwcomissie de bisschop mee dat ze dachten dat de kerk nog vóór de winter voltooid zou worden. Ze verzochten de bisschop om over te gaan tot de officiele oprichting van de parochie en stelden de volgende parochiegrenzen voor: noordzijde: vanaf Sluis IV over de Oedenrooise Dijk en de Nieuwe Biesenschen Dijk; westen: Sonsche Dijk (verlengde van de Biesensche Dijk) en de gemeentegrens met Sint-Oedenrode, zuiden: de grenzen met de gemeenten Lieshout en Erp, oosten: de gemeentegrens van Erp en de kanaaldijk. Twee huizen van de parochie Eerde liggen aan de oostkant van de Biesenschen Dijk (nu Biezendijk 31-31A en Biezendijk 32). De bisschop vroeg de mening van de Veghelse pastoor Ferdinand Adrianus Clercx, die in een brief van 1 oktober 1871 het voorstel van Zijtaart steunde. Alle gezinnen binnen die grenzen woonden dichter bij de kerk van Zijtaart dan die van Veghel. Er waren wel enkele onwilligen die liever bij Veghel bleven, maar dat zou bij elke parochiesplitsing wel zo zijn. De parochie Zijtaart kreeg hiermee 576 zielen, waarvan 449 communicanten en 127 kinderen.

BHIC, Kantongerecht Veghel, toegang 42 inv. nr. 15 vonnis 4161  d.d. 18-10-1871   Cornelis van den Boogaard, 30 jaar, geboren te Esch en wonende te Veghel op het Zondveld (Jekschotstraat 20), wordt voor het gerecht gedaagd. Op 11 september 1871, ’s morgens om half zes liep hij op Zondveld op het veld van Johannes Burgers met een geladen geweer om te jagen. Dit zonder jachtvergunning Hij krijgt een boete van tien gulden. De waarde van het in beslag genomen geweer van twee gulden is daarbij opgeteld.

GA Veghel, inv. nr. 24, fol. 12.   In de gemeenteraadsvergadering van 18 november 1871 werd een brief besproken van 21 oktober van G. van Mortel, kwekeling aan de school te Zijtaart. Hij vezocht eervol ontslag vanwege de aanvaarding van een betrekking als hulponderwijzer te Nijnsel. De burgemeester mopperde dat Van Mortel geen tijd had gegeven om in de ontstane vacature te voorzien. B&W kon daarom alleen ontslag verlenen, zonder het predicaat 'eervol'. De raad was het daar mee eens.


GA Veghel, inv. nr. 24, fol. 13v.   Terwijl de bouw van de kerk vorderde, benaderde de bouwcommissie op 18 november 1871 de gemeenteraad opnieuw voor subsidie. Hoewel op 1 juli toegezegd was het verzoek later te behandelen, was het tot dusver niet meer op agenda gezet. De burgemeester zei dat al tweemaal besloten was de zaak aan te houden, totdat de belanghebbenden het eens zouden zijn en daarvan had hij nog niets gemerkt. Er volgde een lange gedachtenwisseling waarbij Jan van Sleeuwen nogmaals betoogde dat iedereen het al lang eens was, met uitzondering van enkelen. Dr. van den Bergh en de burgemeester ontkenden dat. Een pleidooi van Van Eert haalde ook niets uit en uiteindelijk werd de beslissing weer uitgesteld.

Bouwstijlen - Thema's - Groei - Organisaties - Veldnamen
Afkortingen - Toelichting verenigingen - Toelichting Huizen - Toelichting Kroniek - Downloads