Kroniek van het jaar 1854
PA,
Parochie-memoriaal Zijtaart, BA, brieven
parochie Zijtaart; GA Veghel, inv. nr.
20, fol. 21 (17-01-1854); inv. nr. 151;
'Zijtaart', 2-3. |
|
De eerste pastoor
van Zijtaart, Felix Clercx, schreef in
het memoriaal boek van de parochie
Zijtaart: 'Na lang zwoegen waren de ouden
van dagen te Seitaart er in geslaagd eene
lage burgerschool in hun midden te
verwerven. Dit greep plaats omtrent den
jare 1810 en bragt niet weinig bij om de
zeer begrijpelijke zucht naar het
verlangen van een kerkgebouw te
verlevendigen, hetzij dan op parochielen
voet, hetzij ook blootelijk als
rectoraat. Het stond nu aan het jongere
geslacht, zoo uitten zich de grijsaards,
de hand aan dat werk te
slaan. De goede wil onbrak niet,
doch de bewoge tijdsomstandigheden, en de
bekende weerzin van de toenmaligen zoo
hard beproefden Apostolischen Vikaris,
dien zijne droevige ervaring en de
ongunstig gestemde geest der Regering
voor elke nieuwe onderneming deden
terugschrikken, lieten het bij een vromen
wensch blijven. Het bewind van Willem I
kenschetste zich niet door
ondernemingsdrift, althans niet op
Kerkelijk gebied.'
Willem I regeerde van
1815 tot 1840. Er was politieke spanning
binnen het koninkrijk der Nederlanden,
het leger was gemobiliseerd en Brabant
lag vanaf 1830 vol soldaten, totdat
België in 1839 zelfstandig werd. Ook op
kerkelijk gebied was er onrust. Er was
vanaf de Tachtigjarige Oorlog geen
bisschop meer geweest. Het bisdom werd
bestuurd door een Vicarus, totdat in 1853
de bisschopelijke hiërarchie hersteld
werd met de benoeming van Johannes
Zwijssen tot bisschop van het bisdom Den
Bosch en aartsbisschop van het
aartsbisdom Utrecht. Wellicht was dit
aanleiding voor een nieuwe poging om 'op
het Zijtert of daar omtrent' een kerk en
pastorie te bouwen. Gerardus Reijbroek, Antonie Wilbers, Johannes Rovers, Dirk Pepers, Jan van Sleeuwen en Antonius van Boxmeer stuurden op 5
januari 1854 een verzoek naar de gemeente
voor een bijdrage van 12.000 gulden voor
de bouw van een kerk en pastorie, omdat
'de vier gehugten Zondveld, Biezen,
Zijterd en Doornhoek' dit bedrag niet
zelf op zouden kunnen brengen. De
gemeenteraad weigerde echter om een
bijdrage goed te keuren. Wel keurde de
raad in 1854 een bedrag goed voor de bouw
van een nieuwe kerk in de kom van Veghel.
Afgevaardigden van de vier gehuchten
hadden een onderhoud met de nieuwe
bisschop. Die vertelde hen: Laat
den Zeer Eerwaarde Heer Deken van Veghel
[van Miert] zijne kerk eerst bouwen en
komt dan terug.
|
BHIC, toegang 7698, inv. nr. 126, Burgemeestersregister
Veghel d.d. 3-2-1854 |
|
Johannes Rovers, landbouwer op het Zijtaart (nu:
Leinserondweg
23), geeft aan dat bij hem uit zijn aardappelkuil
een mud rooie aardappelen zijn gestolen. Waarde f.4,-.
|
BHIC, toegang 7698, inv. nr. 126, Burgemeestersregister
Veghel d.d. 20-6-1854 |
|
Bij Petrus van Dam, onderwijzer op het Zijtaart, (nu:
Pater Vervoortstraat 3) is in de nacht van 19 op 20
juni 1854 een inbraak gepleegd. De dief is binnen
gekomen door ondergraving van een der deuren en heeft
uit de bedstede van zijn twee kinderen een zilveren
horloge ontvreemd. Het was er een van een Frans merk,
slecht sluitend en het glas aan een zijde niet goed
dicht. Waarde f.7,- Fabrikant Bourquin de Jeune.
|
BHIC, toegang 7698, inv. nr. 126, Burgemeestersregister
Veghel d.d. 5-7-1854 |
|
Cornelia de Vries, huisvrouw van Antonie van Deursen,
wonende op het Zondveld (op deze site adres
Heihoef A).
Gisteren, 4 juli 1854, zag Cornelia een manspersoon met
een kruiwagen lopen. Ze herkend deze man die in de
wandeling Hein Hoentjes uit Den Bosch wordt genoemd. Hij
was vergezeld van Mijn ofwel Wilhelmina Tielemans uit
Boekel en verder was er nog een kind bij van ongeveer 6
jaar. Het drietal kruide over het land van haar man
waarop aardappels stonden. Omdat Cornelia het niet
vertrouwde, liep ze erheen. Het kind stond nog bij de
aardappelen. De drie vluchtten haastig weg. Cornelia zag
ze verdwijnen in het huis van Adriaan van Deursen, onder
de gemeente Lieshout gelegen. (Adriaan was de vader van
Mie de Heks). De burgemeester van Veghel vond het niet
de moeite waard om hier meer werk van te maken gezien de
geringe hoeveelheid aardappelen die ze mee namen.
|
GA Veghel, inv. nr.
19, fol. 74 (25-09-1852), fol. 85
(23-11-1852), fol. 108 (05-09-1853), fol.
109v (26-08-1853); inv. nr.20, fol. 19v
(17-01-1854), fol. 52 (09-08-1854).
|
|
Op 25 september 1852
besloot de gemeenteraad om het rijk te
vragen het salaris van 200 gulden per
naar van de Zijtaartse schoolmeester
Pieter van Dam te betalen. Die poging
bleef vruchteloos. Op 17 januari 1854
probeerde de gemeenteraad het opnieuw en
dit jaar met bescheiden succes. Op 3 juli
1854 besloot het rijk om de schoolmeester
50 gulden per jaar te geven. De
schoolmeester zelf schoot daar overigens
niets mee op. Die kreeg voortaan 150
gulden per jaar van de gemeente en 50
gulden van het rijk.
|
BHIC, toegang 7698, inv. nr. 126, Burgemeestersregister
Veghel d.d. 5-7-1854 |
|
Henricus Schippers en Hendricus Smits, bedelaarsjagers
uit Veghel, hebben tijdens hun wachtdienst op den Biezen
bij het huis van Christ van de Ven (nu:
Corsica 12),
een bedelaar aangetroffen. Het was Lambert Maas, 36
jaar, geboren te Veghel, wonende te Boekel en van beroep
ruilebuiter.
|
|