Kroniek van het jaar 1770
R106, fol. 151 |
|
Op 25 september 1770 's morgens om twee uur overleed de secretaris van Veghel
en van Erp, en heer van Beek en Donk, Gerardt de Jong, "in den ouderdom van 86 jaeren
en 6 maande van ouderdom na eene siekte van 7 weken
overleden, hebbende de secretarije ’t zedert 1719
bedient tot groote loff, synde en 2 oktober in de tombe
vant koor in de kerk begraven.”
|
II-E-6, fol. 354 (8-11-1770) |
|
De regenten geven een opgave van de situatie in Veghel
aan waarschijnlijk de Raad en Rentmeester Generaal der
Domeinen. In Veghel zijn geen fabrieken. De inwoners
leven van de landbouw en enkelen oefenen een ambacht
uit, zoals het maken van kuipen, schoenen en kleren.
Verder zijn er enige winkeliers.
Jaarlijks loopt het
hooi op de beemden langs de Aa onder water. De regenten
denken dat dit wordt veroorzaakt door het graven van
veel nieuwe waterlopen uit de Peel die op de rivier
uitstromen. Dat leidt tot grote schade, de Veghelse
boeren hebben dit jaar geen hooi kunnen winnen. In 1769
en 1770 heeft er een besmettelijk ziekte onder het vee
gewoed.
|
R106, fol. 179 (31-1-1771) |
|
Op 8 november 1770 brandde het huis van Jan Peter
Ketelaers aan de Leest af.
|
|