Kroniek van 1755
II-E-106, fol. 289v, (31-7-1755) |
|
Er zijn klachten over het te laat open gaan van de
botermarkt voor buitenkooplieden, en over het feit dat
ook op andere dagen dan donderdag gewogen wordt. Er komt
een bevel van de regenten dat de waagmeester de waag om
10 uur open dient te stellen en om 2 uur weer moet
sluiten. Ook wordt het verboden om boter op andere dagen
dan donderdag te laten wegen.
|
GA Veghel, inv. nrs.
II-B-51 t/m 57; GA Sint-Oedenrode, inv,
nrs. 126 t/m 128. |
|
In september 1752 inspecteerde de Raad en
Rentmeester-generaal de wegen in het kwartier Peelland
en constateerde dat het water dat van de heide ten
zuiden van Jekschot afkwam, de dijk of weg tussen
Sint-Oedenrode en Lieshout overstroomde.
In oktober 1752 groeven de inwoners van Sint-Oedenrode
twee sloten door de heide om het water via de Biezenloop
naar de Aa, dat is door Veghel, af te laten vloeien.
Volgens de inwoners van Veghel vloeide dit water altijd
door Sint-Oedenrode via de Dommel af en zou de Aa door
het extra water vaker overstromen. Peter Lambert
Leenders (Krijtenburg
12) damde op Zondveld een sloot af, zodat het water
niet naar Veghel kon afvloeien.
Na enig geharrewar en geruzie stelde de Staten-Generaal
op 6 januari 1755 voor om de zaak te laten zoals die
was, maar Sint-Oedenrode zag niets in dat voorstel,
aangezien Veghel de afvloeiing van het water belemmerde.
De zaak kreeg nu een onverwachte wending. De stadhouder
van Peelland stelde op 31 januari 1755 bij de
vernieuwing van de schepenbank van Veghel zes nieuwe
schepenen aan, die partij kozen voor het standpunt van
Sint-Oedenrode!
De gezamenlijke inwoners namen een standpunt in tegen
hun eigen schepenen, en werden in het gelijk gesteld.
De nieuwe schepenen hebben
Peter Lambert Leenders in september 1755 nog wel
gedwongen de dicht gegooide sloot weer te openen, maar
dat had niet veel effect, omdat de rest van de
waterlopen tussen Zondveld en de Aa niet geveegd was.
Uiteindelijk werd besloten om de zaak maar te laten
zoals het was. Zie ook de attestaties van
1754-1761 en de
Ruzie om Eerde en Krijtenburg.
|
R104, fol. 38 (18-1-1755);
II-E-106, fol. 287-289 (15-1-1755) |
|
Op 18 januari onstond er
ruzie tijdens de vergadering van regenten, omdat schepen
Carel Lodewijck van Thielen weigerde een opgemaakte
lijst lest ,met leengoederen te tekenen.
Een opmerkelijke aantekening in die lijst: men meent dat het stuk land de Wesserlaat in bezit is van Roeloff Adriaens van
Kilsdonk, een Hollandse deserteur, die tegenwoordig in
Pruijsische dienst is.
Is deze aantekening misschien de reden dat Van Thielen
de lijst niet wilde tekenen?
Zie ook de
attestaties van
1754-1761.
|
R104, fol. 54v (18-3-1755), fol. 63 (7-6-1755), fol. 65
(9-9-1755). |
|
Op 17 maart 1755 verdronk op
het Hezelaar
de vierjarige Goort, een zoontje van Antonij Hurkmans.
Op 7 juni 1755 verdronk op Zijtaart in de Aa de
negenjarige Johannes, zoontje van Jan Willem Burgers.
Op 8 september 1755 verdronk in een kuil op het
Schutsboomsbroek aan de Leest de 45-jarige Willen
Melisse van Santvoort.
Zie ook de attestaties van
1754-1761.
|
|